Professional Documents
Culture Documents
De koolstofnegatieve economie
Brand in de Rabottoren
We see 482 people who love coming to work here day after day. What do you see?
Do you see the intrinsic possibilities of future buildings and infrastructure? And do you know that you can turn these possibilities into realities? Well, thats exactly what we do at VK. We deliver fully integrated architecture and engineering services for demanding clients worldwide. People who want to invest in great buildings and infrastructure in a constantly evolving society. Want to help build tomorrows world? Check out how you can realize your ambitions on www.vkgroup.be/careers and send your cv to Martine Decock on martine.d@vkgroup.be.
I
ILYA februari 2013
VOORWOORD
LYA heet u welkom in 2013. We openen met een klassieker in de ingenieurswereld, meer nog met een reuze uitdaging. Bouwen is immers van alle tijden. Het is de exponent van een maatschappij en heeft naast het construeren van gebouwen, wegen en kunstwerken, nog tal van andere betekenissen. De rode draad is immers de uitdaging om vooruit te komen en om zo een stukje zekerheid, veiligheid of geborgenheid voor de toekomst te realiseren. Bouwen is immers n van die disciplines bij uitstek die de ingenieur in het centrum van de maatschappij geplaatst heeft. Hij was het die de berekeningen maakte zodat het gebouw alle lasten kon dragen en weerstaan aan de meest extreme omstandigheden, of die de werf voor nieuwe infrastructuur leidde. Vandaag staat die ingenieur nog steeds centraal in het bouwproces. Hij is immers omgeven door een multidisciplinair team van specialisten in de meest diverse technologien, gaande van ruimtelijke planning en demografische ontwikkelingen, milieutechnologie, energie, akoestiek en lawaaibeheersing, nieuwe materialen en de duurzaamheid ervan, tot en met de wetgeving omtrent veiligheid en grondverzet enzovoort. Kortom het bouwen is sterk veranderd en zal nog sterk veranderen. Het bouwen staat zoals zoveel andere begrippen niet langer alleen, maar is verweven met een dynamiek van vele facetten die een uiting zijn van de maatschappelijke evolutie, de inzichten en de doelstellingen die we er samen aan stellen. Nemen we de brede betekenis van bouwen, dan sluit dit eerste nummer van ILYA in 2013, weer schitterend aan op de eindejaarsbijlage die ieder KVIV- en VIK-lid in de gids Ingenieurs in Vlaanderen midden december ontving. In Toppers over morgen loven 9 vooraanstaande bedrijfsleiders de Vlaamse Ingenieurs voor de schitterende kwaliteiten die ze bezitten. Tezelfdertijd wijzen ze ook op de uitdagingen die zich aanbieden, als die ingenieur naar de toekomst toe een succesvolle en duurzame loopbaan wil uitbouwen. Om duurzame groei voor de bedrijven en dus ook voor de ingenieursloopbaan te realiseren, zullen creativiteit en klantgerichte innovatie de bouwstenen van de toekomst worden. En dit in een tempo dat de snelheid van verandering zal volgen. Dit betekent mee evolueren met de wereldeconomie waar mobiliteit, ecologie en duurzaamheid, samen met maatschappelijke relevantie centraal staan. Als ingenieurs beschikken we over de kwaliteiten om dit waar te maken en om het verschil te maken. Maar we zullen leiderschap moeten tonen in het samenwerken met anderen en het werken aan deze doelstellingen. Een duurzame loopbaan zal gekenmerkt worden door een harmonisch samengaan van technische expertise met het ontwikkelen van een reeks van bijkomende vaardigheden en dit samen met een attitude van verandering, brede visie en het situeren van de meest diverse culturen in een wereldwijd gebeuren. Aan alle ingenieurs, VIK- en KVIV-leden wensen we in 2013 veel bouwplezier.
INHOUD
ILYA
Nr 6 februari 2013
Adres van de redactie Desguinlei 214 - 2018 Antwerpen T 03 260 08 40 E-mail: ilya@ie-net.be Verantwoordelijke uitgever Hans Romaen gedelegeerd bestuurder ie-net vzw Hoofdredacteur Johan Op de Beeck Eindredactie Peter Ooms Redactie Christine Huyge, Luc Vander Elst, Peter Van Dijck, Wouter Peeters, Erwin Vanvuchelen, An Rekkers Fotograaf Ivan Mervillie Cordinatie en contact Karolien Van Wiele, ie-net Karolien.van.wiele@ie-net.be Tel. 03-260 08 58 Klankbordgroep Jos Vander Sloten, Bart Demol, co-voorzitters Jaak Blocken, Ivan Born, Roland Debruyne, Frederik Ronsse, Paul de Schepper, Clement No, Hans Romaen, Guy Roymans, Luc Taerwe, Thrse Van Bellinghen, Werner Van Cayseele, Karolien Van Wiele, Johan Vyncke Vormgeving Roland Van Campenhout roland@vcampenhout.be Productie Op de Beeck & Partners www.opdebeeck-partners.be info@opdebeeck-partners.be Druk Drukkerij Sleurs & Partners Astridlaan 215 - 3900 Overpelt T 011 80 90 90 www.drukkerijsleurs.be Tablet Decom nv t Hofveld 6c4 - 1702 Groot-Bijgaarden T 02-325 64 64 info@decom.be - www.decom.be Oplage en verspreiding ILYA verschijnt 6 keer per jaar. Het wordt gratis verstuurd naar alle leden. Abonnementen Niet-leden kunnen een jaarabonnement aanvragen door te mailen naar ilya@ie-net.be. Prijs binnenland (excl. BTW): 60 EUR. Prijs buitenland (excl. BTW): 90 EUR. Reclameregie trevi nv Leopold II laan 53 - 1080 Brussel T 02 428 30 90 willem.holemans@trevi-regie.be
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt dmv druk, fotokopie, internet of welke andere vorm dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
DE OMDENKER
DOSSIER : BOUW
10
13 14 18 20
Hotel op schokdempers
Een antivibratielaag beschermt de gasten in het Radisson Blu Astrid Hotel tegen trillingen
KNOWHOW
De koolstofnegatieve economie
In Gent werken ingenieurs aan een nieuwe economie gebaseerd op biologische materiaal
22 24
Brand in de Rabottoren
Experimenteel onderzoek naar brandhaarden nog snel voor de toren wordt afgebroken
26
MENSEN
28 30 33
DE OMDENKER
DE OMDENKER
voorspelt Lynda Gratton. Ze hebben oog verblindende cvs op zak n zijn de Engelse taal machtig. Wat er in de London Busi ness School gebeurt, is misschien teke nend voor wat ook andere sectoren te wachten staat. Wij hebben de laatste jaren geen Eu ropese academici meer aangeworven, wel Amerika nen, maar ook zij moeten stilaan de duimen leggen voor hun Chinese collegas. Bereid jezelf en je kin deren op die globale concurrentie voor, raadt Gratton aan, en zie de evolutie tegelijk als een kans om in een aantal knelpunt domeinen de arbeidstekorten aan te zuiveren. Overigens betekent glo baal werken in de wereld van morgen niet noodzakelijk dat je je fysieke werkplek zult verhuizen. Rohan, een Indiase hersenchirurg met wie je in De werkrevolutie kennismaakt, huurt via cloud compu ting een paar uur per dag de nieuwste robotica op het gebied van vi sualisatie in om vanuit Mumbai te werken met collegas en patinten in de hele wereld.
Lynda Gratton op het Vlaams Kwaliteitscon gres in Antwerpen: Grote groepen hoog opgeleide kenniswer kers uit China zullen binnen tien jaar de in ternationale arbeids markt overspoelen. Ze hebben oogverblin dende cvs op zak n zijn de Engelse taal machtig.
Fragmentatie weerstaan
De fascinerende wereld van connectiviteit die Lynda Gratton in haar boek schetst, stelt aan de werkende mens hoge eisen. Een reel ge vaar, dat velen al zullen herkennen, is fragmentatie: je activiteiten worden steeds onderbroken omdat je voortdurend en als je niet oplet dag en nacht met je lokale n globale werkrelaties in verbin ding staat en druk voelt om snel en accuraat prestaties te leveren. Die fragmentatie is nefast, niet alleen omdat het overbelasting en tijd gebrek veroorzaakt, maar ook en vooral omdat onze concentratie en de mogelijkheden om echt te observeren en te leren er stevig onder lijden. Als ons werkleven in kleine stukjes is verdeeld, hebben we nooit de tijd of aandacht om heel goed in iets te worden en het sta dium van elementaire vaardigheden te overstijgen. We krijgen niet de gelegenheid om met voldoende concentratie naar anderen te kij ken die bekwamer zijn dan wij. Dat is nochtans heel belangrijk, want zo ontdekken we de subtiele nuances die bij meesterschap horen. Tip van Lynda Gratton: oefen je wilskracht, want die zul je in toekomst hard nodig hebben om de verleiding van fragmentatie te weerstaan.
om als wetenschapper, ingenieur of onderzoeker naar de opera, het theater of sportwedstrijden te gaan, je te verdiepen in literatuur of een passie voor een ander tijdverdrijf te ontwikkelen. De creatieve geest houdt aan het eind van de werkdag niet op met werken, maar trekt zich juist weinig aan van de grenzen tussen werk en nietwerk.
Verstarring tegengaan
In haar benadering van meesterschap waarschuwt Lynda Gratton voor verstarring, een raad die ook ingenieurs van pas kan komen. Wie diepgaande vaardigheden ontwikkelt, loopt het gevaar beperkt en onbuigzaam te worden. Daarom, en ook omdat onze loopbanen langer zullen worden, is het belangrijk in de toekomst verschillende specialismen met elkaar te combineren. Dat kan door jezelf op meer dan n terrein te ontwikkelen door expertise te verwerven in een aanverwant of totaal ander domein of door vaardigheden in je bre dere netwerk aan te spreken. Aansluiting vinden bij een groep om samen waarde te creren, wordt in de toekomst onontbeerlijk. Vol gens de professor hebben we in de toekomst allemaal drie soorten netwerken nodig: een kleine groep van gelijkgezinde specialisten in de domeinen waarin we actief zijn, vervolgens een groot, divers net werk dat ons toelaat nieuwe ideen te verzamelen en tot slot een re generatief netwerk van vrienden en/of familieleden om ervoor te zorgen dat we niet gesoleerd raken in een wereld die door virtuele contacten zal worden gedomineerd.
Grenzen vervagen
Inzake meesterschap dringt de vergelijking met de middeleeuwse am bachtslieden zich op. Die werden opgeleid om hun meester te imiteren en vervolgens, na ongeveer twintig jaar, hun eigen signatuur te ont wikkelen. Hoewel we veel kunnen leren van de strengheid en diep gang van hun opleiding, moeten we in deze tijd ook het belang van innovatie erkennen, benadrukt Lynda Gratton. We komen enkel tot bloei als onze werkomstandigheden ons de gelegenheid geven tot kin derlijk spel en creativiteit. Spel en speelse interacties zijn een cruciale factor in het bereiken en behouden van meesterschap. In de toekomst van werk zal het steeds belangrijker zijn de barrires tussen werk en leven en tussen werk en spel af te breken. Het is dus een goed idee
The Shift The Future of Work is Already Here van Lynda Gratton is in
het Nederlands vertaald als De Werkrevolutie, Spectrum, ISBN 978 90 491 0796 3. Via www.lyndagratton.com kan je een werkboek downloaden dat fungeert als leidraad bij de verschuivingen die nodig zijn om een suc cesvolle werktoekomst te creren. www.hotspotsmovement.com
Meer info op : www.ienet.be/ilya201306
DLILLC/CORBIS
Slopen
Sorteren met de zware middelen
10
DOSSIER BOUW
Het verschil met vroeger is dat toen wel eens een volledig huis de breker in ging, inclusief de fauteuils en de gordijnen. Dat komt van daag bijna niet meer voor, zegt Johan DHooghe. Deze ingenieur is met zijn bedrijf Recycling Assistance als consultant in de sector actief en is ook voorzitter van de Confederatie van Aannemers van Sloop en Ontmantelingswerken (CASO).
Maximaal hergebruik
Een van zijn taken als consultant is om bedrijven wegwijs te maken in de regelgeving rond milieu en afvalstoffen en om een aantal praktische zaken op zich te nemen zoals het opmaken van sloop inventarissen. De sector heeft in een aantal jaren tijd VLAREBO, VLAREA, VLAREM en pas ook nog VLAREMA over zich heen ge kregen. Er zijn heel wat bedrijven die er momenteel nog niet in sla gen om al deze regels correct toe te passen. Het lijkt ook wat van het goede teveel, maar daarin is Johan DHooghe dan weer opvallend nuchter: Naarmate er meer heffin gen gekomen zijn op afvalstromen, hebben bedrijven ook steeds nieuwe manieren bedacht om de heffingen te ontwijken. De over heid reageert dan weer met bijkomende wetgeving en zo lijkt het alsmaar complexer te worden, terwijl de bedoeling eigenlijk al van in het begin duidelijk was: komen tot zuivere afvalstromen die maximaal hergebruikt kunnen worden.
n de afgelopen tien tot vijftien jaar is de sector van sloop en ontmantelingswerken enorm gevolueerd, een evolutie die bijna volledig terug te brengen is tot de aanhoudende toename van regels inzake milieu en afvalbeleid. Puur op gewichtsbasis bekeken neemt de sector maar liefst 75% van al het geprodu ceerde afval in ons land voor zijn rekening. Toch moet die evolutie ook sterk gerelativeerd worden want een overgroot deel van dat afval is inert materiaal dat hergebruikt wordt bij de aanleg van wegen en parkeerterreinen. Net als vijftien jaar geleden.
11
JAKATICS / DREAMSTIME
Op YouTube en Discovery Channel levert het steevast spectaculaire beelden op: mannen die met n druk op een knop een reeks welgeplaatste staven dynamiet tot ontploffing brengen en daarmee een enorm gebouw als een kaartenhuisje in elkaar doen vallen. De dagelijkse business van slopers en afbraakwerkers is echter een stuk minder spectaculair. Het is een verhaal van valorisatie van grondstoffen, waarbij precies en nauwkeurig sorteren de sleutel is tot kostenefficintie.
DOSSIER BOUW
Dat lukt overigens al vrij aardig, onder meer door de analyses die bij brekers gedaan worden om na te gaan of er geen asbesthou dende en andere verboden afvalstoffen in het puin zitten. Voor heel wat stromen geldt bovendien dat het rendeert om ze zo zuiver mo gelijk te maken, omdat het afzetten ervan dan het goedkoopst is, of zelfs geld opbrengt. Waar het leveren van puin aan een breker 5 euro per ton kost, kost het afzetten van restafval 125 euro per ton. Die laatste fractie proberen slopers daarom zo klein mogelijk te houden.
12
DOSSIER BOUW
De NAVO wil tegen 2014 een nieuw hoofdkwartier te Evere bouwen. Eerst moesten een zestigtal legergebouwen (Quartier Albert I) onder de sloophamer. Dat afbraakwerk leverde uiteraard een aanzienlijke hoeveelheid afval op, een slordige 200.000 ton. Gelet op de omvang van de werken, de stedelijke omgeving en de recyclingmogelijkheden voor het puin leende deze realisatie zich perfect voor de toepassing van het Recycling City Concept, ontwikkeld binnen een Europees onderzoeksproject, IRMA.
Tekst: Johan Op de Beeck innen IRMA zijn volgende Belgische partners actief: het WTCB, Brussel Leefmilieu en Enviro Challenge en het NAVO Project Management Team (PMT). Ingenieur Johan Van Dessel van het WTCB: We hebben verschillende scenarios ontwikkeld voor het recycleren van het puin, al dan niet op de bouwplaats. Daarnaast wilden we de transportafstanden en de im pact op milieu en omgeving zo klein mogelijk houden. Dat vereiste de optimalisatie van de werforganisatie en de logistiek. Voor het onder deel sloop en recyclage werd ten slotte ook een bestekvoorstel uitge werkt. NAVO PMT koos uiteindelijk voor het gebruik van het puingranulaat in funderingen voor parkings en wegen op de site zelf. Een vergelijking van de verschillende recyclingscenarios met het City Concept Recy cling Expert System toonde aan dat on site recyclage tal van voordelen
heeft. Ingenieur Jeroen Vrijders: We bereikten een daling van het aan tal vrachtwagentransporten met 90% en een halvering van de kostprijs voor recycling en grondstoffen. Bovendien konden we zo de vrijgeko men hoeveelheid fijn stof en CO2 aanzienlijk beperken. Het prestatiebestek legde in de eerste plaats een aantal kwaliteitseisen op aan de te produceren gerecycleerde granulaten. Hoewel de aanne mer vrij kon kiezen hoe hij de werken zou aanpakken, was een selec tieve sloop dan ook aangewezen. De ingenieurs hebben belangrijke conclusies getrokken uit het NAVO project. Bij grote afbraakprojecten heeft de opdrachtgever er alle be lang bij om proactief de mogelijkheid na te gaan van de grondstoffenmijn, aldus Johan Van Dessel Te slopen gebouwen heb ben een economische en een milieuopbrengst als (recyclage)grond stof voor de toekomstige bouwwerken.
13
Historisch herstel
Uit voorbereidend onderzoek in het kader van het masterplan bleek de stabilisatie van de historische kaaimuur een van de dringendste ingrepen. Deze gemetselde kaaimuur wordt tot op vandaag door
14
DOSSIER BOUW
Antwerpse Scheldekaaien
de Antwerpenaars als den blauwe steen gekoesterd. Koen Segher: De volledige kaaimuur van 5,5 km ter hoogte van Antwerpen werd in kaart gebracht en volgens een risicoanalyse in deelzones opge deeld. Door middel van onder meer inclinometers werd de hellings graad van de kaaimuur bepaald, waaruit bleek dat de kaaimuur een lichte helling en verschuiving vertoont. Ook de grondwaterstanden achter de kaaimuur en de waterstanden van de Schelde werden ten opzichte van elkaar vergeleken om te bepalen of de ophoping van grondwater achter de kaaimuur een probleem stelde. Een van de belangrijkste vaststellingen uit het vooronderzoek had te maken met de invloed van de Boomse kleilaag waarin de kaai muur gedeeltelijk gefundeerd zit. om te zien welke geschikt waren om de kaaimuur opnieuw binnen de huidige stabiliteitsnormen en eisen te brengen, vertelt Koen Segher. Op basis van verschillende selectiecriteria werd specifiek voor SintAndries en Zuid gekozen voor een oplossing waarbij ver schillende technieken worden gecombineerd. De oude fundering van de kaaimuur vertoonde de grootste problemen, waardoor eerst deze lagere zone dient te worden verstevigd. Dit gebeurt door mid del van cementinjecties in de kaaimuur om zoveel mogelijk holtes en scheuren op te vullen. Deze eerste stap gebeurt onder heel lichte druk, zodat er geen inwendige schade aan de kaaimuur wordt veroorzaakt. De tweede stap is VHP grouting, een proced waarbij onder hoge druk een watercementmengsel (grout) wordt genjecteerd onder de fundering van de kademuur. Dit mengsel vermengt zich ter plaatse met de grond waardoor na verharding de zogenaamde
Stabilisatie
We hebben 37 verschillende stabilisatietechnieken gevalueerd
15
DOSSIER BOUW
Schelde toe op te vangen, zal het grondanker ook de kantelende werking van de kaaimuur moeten tegenhouden.
Bovengronds
Koen Segher schat dat eind 2014 de inrichting van het openbaar domein zal kunnen starten. Om te voldoen aan het geactualiseerde Sigmaplan (zie kader) dient de bestaande betonnen keermuur nog 90 cm verhoogd te worden. Die scheiding tussen de stad en de Schelde zou visueel een enorme barrire betekenen, terwijl we in het masterplan Scheldekaaien net de band met het water willen aanhalen. Daarom hebben we een bepaalde dynamiek binnen het ontwerp gezocht om toch die vaste hoge waterkering binnen het openbaar domein te verwerken en het niet als een barrire tussen de stad en de stroom te laten overkomen. Voor SintAndries en Zuid wordt geopteerd voor een vaste waterke ring met mobiele openingen op welgekozen locaties. Door een dijk dicht tegen de stad aan te leggen, blijven de kaaien in deze zone Werftoezichter Marc Roovers en projectingenieur Koen Segher langs de waterkant hun maritieme sfeer behouden in een weidse, (rechts). ongeprogrammeerde leegte, waar ruimte is voor evenementen en groutpaal ontstaat. Deze groutpalen worden aaneensluitend die overstroombaar blijft in uitzonderlijke gevallen. De stedelijke naast elkaar en dwars op de Schelde georinteerd, zodat een zijde van de dijk zal als een soort glooiend, langwerpig park worden scherm ontstaat dat de huidige aangelegd. Het wordt een groenstrip fundering van de kaaimuur vaster die de aanzet zal geven voor meer De volledige kaaimuur van 5,5 km in de Boomse kleilaag moet zetten. groen in het zuiden van de stad. ter hoogte van Antwerpen werd Wanneer de groutspecie nog vloei baar is, wordt in iedere groutpaal Het masterplan Scheldekaaien is een in kaart gebracht en volgens een wapeningsstaaf voorzien, die werk van lange adem, waar de wijk een risicoanalyse in deelzones de afschuifkrachten moet opvan bewoners van vandaag via een parti gen. Deze wapening van 24 meter cipatief proces hun zeg hebben in opgedeeld. zit tot diep in de Boomse klei ver gehad. Van het resultaat zal de Ant ankerd. werpenaar van morgen ongetwijfeld nog lang kunnen genieten. Koen Segher gaat verder: Een derde stap is het voorzien van grondankers op 1,5 meter afstand van elkaar. Terwijl de verdie ping van de fundering vooral dient om de verschuiving naar de
Info: www.onzekaaien.be Meer info op : www.ienet.be/ilya201306
16
ven e ha er p s te A nt w o ot s de de gr ke r s n v an ew e r d ee 0 me r p en l e n. 1.65 ro e nt we m et de p an A m en en v op en sa nl h av ui te e d o et n de m et r p en k t va nt we ns e n maa e id ijf A om m vig he b edr aa g t e dr ij av e n at v r ijk H die b d l Al e n te a. E n st ? e i e n. eme ur op kom n g ro H et G v an E e toe en e d i en dr aa vo or c hi j v mee r a a is s uit ko er e ke d ti je l o g is on s me t men ij sa Z et j
Wij zoeken regelmatig experts in volgende domeinen: - elektromechanica - bouwkunde - elektriciteit - milieu
CERTIFIED BY THE CRF INSTITUTE
www.havenvanantwerpen.be/jobs
T + 32 3 229 70 07 E talent@haven.antwerpen.be
WTCB
www.wtcb.be
Hotel op schokdempers
Wie haviksogen heeft, kon het zon tien jaar geleden nog zien: een witte voeg tussen de derde en de vierde verdieping van het Radisson Blu Astrid Hotel op het Koningin Astridplein in Antwerpen. De intussen gecamoufleerde (want vervuilde) streep silicone was de stille getuige van het wereldwijde unicum dat het gebouw tot op vandaag is. Ingenieur Jan Meijer vertelt ILYA over de mooie uitdaging waarmee de bouw van het hotel hem confronteerde.
Tekst: Peter Van Dyck kolommen door de antivibratielaag. Je krijgt zodoende een onsta biel deel van het gebouw dat bovenop een ander staat. De lift schachten, bestaande uit betonnen wanden en in een eerdere fase al met een glijbekisting uitgevoerd, maakten het ng wat ingewik kelder. Jan Meijer: De bearings (trillingdempers van rubber en dun staal, nvdr) van het antivibratiesysteem zijn wel stijf, maar hebben toch een zekere flexibiliteit. Bij belasting geeft dit een zetting die tot tien millimeter kan oplopen. We moesten er uiteraard voor zor gen dat het vloerniveau precies klopte. Zodat je, als je uit de lift stapt, niet zou struikelen. Dat vergde toch wel wat berekeningen.
De firma Pronouvo uit Overijse ontwikkelde en testte de bearings aan de hand van de opgegeven krachten, en het controlebureau Seco keurde het antivibratieconcept goed. Voor de kolommen be stond de antivibratielaag uit een dubbele 80 mm dikke staalplaat. Daar tussen kwamen de bearings, om de verticale krachten op te nemen. Voor de horizontale krachten, bijvoorbeeld bij stormwind, waren er stalen dowels (ronde treknagels) nodig. Deze waren om huld met relatief dunne rubberen trillingdempers, om de horizon tale verplaatsingen te beperken tot 1 mm per dowel. Verder plaatsten we op de stalen onderplaat nog limitors om te grote zettingen te beperken en Ongewone keuze fail safes om te vermijden In 1994 werd ingenieursbureau Meijer uit Antwerpen bij de bouw dat bij brand rond de laag betrokken. Op dat moment was de fundering al klaar. Normaal het gebouw verloren zou gezien zou de antivibratielaag rechtstreeks op die fundering gaan, legt Jan Meijer uit. komen, vertelt Jan Meijer, zaakvoerder van het bureau. Dat zou Voor de wanden voegden de meest logische oplossing zijn geweest, maar door de ingewik we aan de antivibratielaag nog tension bolts (stangen, nvdr) toe kelde structuur van het gebouw en de noodzaak om snel verder te om de trekkrachten op te nemen. gaan met de bouwwerken, besloot de bouwheer uiteindelijk om Terwijl hij zijn verhaal doet, moet Jan Meijer even lachen. Hij denkt het antivibratiesysteem pas tussen de derde en de vierde verdie terug aan een kleine anekdote. Ons bureau controleerde geregeld, ping te plaatsen. Wij kregen de opdracht om dit mogelijk te met een landmeter op vaste referentiepunten, de bewegingen van maken. het gebouw. Aan de Noordwand De bouwheer maakte hiermee een bleek er op een gegeven moment De bouwheer besloot om het ongewone keuze. Ongezien in de anti-vibratiesysteem tussen de derde een probleem te zijn. Op die plaats wereld. Jan Meijer had dan ook geen vond men geen zetting van het anti en de vierde verdieping te plaatsen. vibratiemateriaal. Wat bleek nu? Bij enkele referentie toen hij aan de klus begon. Hij noemt het een het plaatsen van het antivibratiesys mooie uitdaging. We zagen ons, door die unieke beslissing, gecon teem was per abuis een metalen wig gebruikt om de juiste afstand fronteerd met een extra complicatie, omdat je het gebouw dan vol tussen de compositieblokken te bepalen achtergelaten. Met als ge ledig doorsnijdt, legt de ingenieur uit. Er lopen geen wanden en volg dat alle gewicht drop rustte. Het antivibratiesysteem verloor lakbij het majestueuze station AntwerpenCentraal en de Antwerpse Zoo, moest het Astrid Park Plaza Hotel (zoals het toen nog heette) een prestigieus gebouw worden. Niemand minder dan Michael Graves, een in ternationale toparchitect, ontwierp het gebouw. De eer ste drie verdiepingen waren gereserveerd voor kantoren, winkels en het grote aquarium Aquatopia. De luxekamers van het vierster renhotel kwamen daar bovenop, vanaf de vierde verdieping dus. De gasten mochten, uiteraard, totaal geen last ondervinden van de tril lingen die veroorzaakt worden door het drukke verkeer op en rond het plein en door de metrolijnen die onder het gebouw lopen. Het aanbrengen van een antivibratielaag moest soelaas brengen.
18
DOSSIER BOUW
daardoor zijn functie. Dat metalen stukje moest er dus terug uitge haald worden. Geen evidente klus, omdat er al veel kracht op zat. Met krikken hebben ze de antivibratielaag weer moeten opliften om dat verdwaalde materiaal er tussenuit te vissen.
compensatie grouting, een vloeibare mengeling van zand en ce ment, rond de buitenste schilwand van de tunnel injecteren. Jan Meijer: Bij het graven en boren van een tunnel haal je soms harde onderdelen weg. Als de holle ruimtes die zo ontstaan niet opvult, veroorzaakt dit zettingen in de bovenliggende constructies. Omdat het antivibratiesysteem van het hotel niet te veel zettingen kan verdragen, stonden we erop dat compensatie grouting gebruikt werd bij de graafwerken. Het is een dure methode, maar in dit geval een absolute noodzaak. Radisson Blu Astrid Hotel, een uniek gebouw, dat extra zorgen verdient.
19
WOUT HENDRICKX
In de bouwsector lijkt Cradle to Cradlecertificatie na een aarzelend begin nu ook in ons land aan een opmars bezig. Zes bouw of bouwgerelateerde producten kunnen al een certificaat voorleggen en de producenten willen bijkomende producten laten certificeren. Ook andere fabrikanten werken ernaar toe.
Tekst: Frank Edelynck
n hun boek Cradle to Cradle stellen Michael Braungart en Wil liam McDonough dat bij het ontwerpen en produceren van pro ducten de gebruikte natuurlijke materialen volledig afbreekbaar moeten zijn in de natuur. De nietafbreekbare stoffen moeten in een gesloten, technologische kringloop steeds weer als hoog waardige grondstof voor nieuwe producten kunnen worden ingezet. De auteurs werkten ook een normstelsel uit waarmee bedrijven sinds 2005 een C2Ccertificaat konden halen: basic, silver, gold en platina. Een Cradle to Cradlecertificatie bestaat uit vijf pijlers. Er zijn eisen inzake materialen, materiaalhergebruik, energie, water en maat schappelijke verantwoordelijkheid. Naarmate de waarde van het cer tificaat stijgt, worden de eisen strenger. Tussen de gecertificeerde producten zitten opvallend veel bouw of bouwgerelateerde produc ten als bakstenen, beton, glas en isolatiemateriaal.
Zware bewijslast
Bekende namen met in Belgi geproduceerde C2Cgecertificeerde producten zijn Wienerberger, Desso, Derbigum en Gyproc, dat met de standaard gipsplaat in 2011 het Cradle to Cradle Silver Certificate haalde. Daarvoor moest het bedrijf hoog scoren op het gebied van recyclage en het gebruik van gezonde materialen. Vooral dat laatste was een hele klus. Je moet een oplijsting kunnen geven van alle stoffen en additieven van je product en hun chemische samenstelling, stelt ingenieur Tom Rommens, sustainability manager bij Gyproc. In een eerste fase gingen de kwaliteitsingenieurs van het bedrijf na of er in de bestaande gipsplaten stoffen zaten die op de zwarte lijst stonden en dus moesten worden geweerd. Dat was het geval voor een paar additieven, waarvoor we milieuvriendelijke alternatieven
20
DOSSIER BOUW
Hans Aerts: Ons R&Dteam heeft ervoor gezorgd dat Derbipure 100 percent recycleerbaar is.
Ecologisch alternatief
Derbigum haalde een basic C2Ccertificaat voor het dak membraam Derbipure. Daar waar de grondstof van de klas sieke roofing het van aardolie afkomstige bitumen is, vormen plantaardige olin en dennenharsen de basis van het nieuwe product. In feite zijn we dus van nul moeten beginnen, zegt ingenieur Hans Aerts, R&Dmanager van Derbigum. Heel het ontwikkelingsproces, dat een tweetal jaar heeft geduurd, is gestuurd en opgevolgd door een team van een twaalftal scheikundig ingenieurs, dokters en tech nici. Zelfs in de marketingfase hebben de ingenieurs een cruciale rol ge speeld. Het gaat immers om een heel technisch product en het zijn de ingenieurs die moesten uitdistilleren en in mensentaal uitleggen welke technische aspecten relevant waren voor de maatschappij en dus bruikbaar voor marketingdoeleinden. Het nieuwe product is niet biodegradeerbaar. Roofings moeten im mers tientallen jaren meegaan. Maar bij de ontwikkeling heeft ons R&Dteam er wel voor gezorgd dat het 100 percent recycleerbaar is. En omdat het om een nieuw product ging, waren onze ingenieurs en technici ook nauw betrokken bij het certificatieproces. Hun chemische kennis was vereist om met de auditors van EPEA te kunnen commu niceren. En het spreekt vanzelf dat het onze ingenieurs zijn die met EPEA in dialoog gaan over nieuwe componenten die ze willen gebrui ken om het product nog verder te verbeteren. Want ons ultieme doel is in feite een platinacertificaat. Ook LCA (levenscyclusanalyse) ge bruiken we trouwens als tool om ons product nog beter en dus duur zamer te maken. Bij de ontwikkeling van Derbipure waren ook de productieingenieurs van het bedrijf voortdurend betrokken. Het bestaande productiepro ces moest daardoor slechts lichtjes worden bijgestuurd.
Het dakmembraan Derbipure bestaat uit plantaardige olin en dennenharsen in plaats van uit aardolieproducten.
21
KNOWHOW
VIB-PSB
De koolstofnegatieve
n de biogebaseerde economie wordt gebruik gemaakt van her nieuwbare plantaardige grondstoffen die in bioraffinaderijen wor den omgezet in een brede waaier aan materialen, producten en brandstoffen. Als we kijken naar de voortdurende prijsstijging van ruwe aardolie, de noodzaak om de uitstoot aan CO2 te beperken en het eindige karakter van fossiele grondstoffen, dan kan de bioge baseerde economie een uitweg bieden. ILYA sprak erover met profes sor Frederik Ronsse, werkzaam aan de vakgroep Biosysteemtechniek van de Universiteit Gent. Bestaan er nu al producten die gemaakt zijn op basis van biomate riaal? FR: Zeker. Het portfolio aan commercile producten bestaat uit bio plastics (voor verpakkingsmateriaal en afbreekbaar chirurgisch hecht materiaal), biodetergenten en biobitumen voor dakbedekkingen. Anderzijds kunnen bestaande producten evengoed vervaardigd wor den uit uitgangstoffen van groene afkomst als uit fossiele bronnen. Een klassiek voorbeeld hierin is het gebruik van bioethyleen gewon nen uit biomassa, waaruit men net zo goed polyethyleen kan synthe tiseren, wat momenteel s werelds meest geproduceerde plastic is. Om de concurrentie met de huidige plantaardige productiesystemen voor zowel voeding als voeder te vermijden, is het essentieel dat bio gebaseerde productie gebruik maakt van nieteetbare plantaardige grondstoffen zoals houterige gewassen (zoals populieren). Bovendien moeten deze geteeld kunnen worden op marginale gronden die weinig waardevol zijn voor de landbouw. Dergelijke gewassen zijn voorname
Aan de Universiteit Gent werken ingenieurs en onderzoekers aan oplossingen om de biogebaseerde economie van de toekomst waar te maken. Het Ghent BioEconomy consortium onderzoekt een volledig gesloten biogebaseerde waardeketen. Daarbij werkt men ook aan materialen die koolstof uit de atmosfeer Tekst: Peter Ooms opslaan in de bodem en zo een koolstofnegatief karakter hebben.
lijk opgebouwd uit de biopolymeren, cellulose en lignine en worden daarom met de verzamelnaam lignocellulose biomassa aangeduid. Welke kennis is er nodig om van die bioeconomie een succes te maken? FR: Vooreerst is er de groene biotechnologie, die zich toelegt op het verbeteren van de productie van het plantaardig materiaal bestemd voor de bioraffinage. Het Vlaams Instituut voor de Biotechnologie (VIB) doet bijvoorbeeld onderzoek naar de teelt van populieren. De belang rijke onderzoeksthemas hierbij zijn het verhogen van de opbrengst aan biomassa per hectare landbouwgrond, het wijzigen van de samen stelling van het plantaardig materiaal met het oog op het verbeteren van de verwerkbaarheid en het verhogen van de weerstand van de plant tegen droogte en ziekten. De tweede discipline is de witte biotechnologie die tot doel heeft om biologische processen te ontwikkelen die het plantaardig materiaal omzetten tot een brede waaier van producten, materialen en brand stoffen. De bioraffinaderij van de toekomst gebruikt lignocellulosebi omassa als grondstof. Het gebruiken daarvan is erg moeilijk omdat het om een zeer stabiel plantaardig materiaal gaat. Hiervoor moeten nieuwe voorbehandelingstechnieken, microorganismen en enzymen worden ontwikkeld. Een derde wetenschappelijke discipline is de thermochemische con versie, die instaat voor het valoriseren van overblijvende biomassa en residuen gevormd tijdens de bioraffinage tot bioenergie en bijkomende hernieuwbare chemicalin.
22
Populieren gekweekt door het Vlaams Instituut voor Biotechnologie als grondstof voor de bioraffinage.
economie
Om het onderzoek en de ontwikkeling van een biogebaseerde econo mie te stimuleren aan de Universiteit Gent, werd in 2010 en onder lei ding van professor Willy Verstraete het onderzoeksconsortium Ghent BioEconomy opgericht. In dit consortium worden de krachten ge bundeld van onderzoekers actief in de drie bovenvermelde disciplines uit de faculteiten Ingenieurswetenschappen, Bioingenieursweten schappen en het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB). Met de steun van de proeffabriek Bio Base Europe Pilot Plant in de Gentse haven zal de technologie die we ontwikkelen in het onderzoekscon sortium later op grote schaal worden toegepast. Kunt u een voorbeeld geven van een concreet product waar u mee bezig bent? FR: Dan moet ik u vertellen over biochar. U moet weten dat het ver vangen van fossiele door hernieuwbare, plantaardige grondstoffen in het beste geval koolstofneutraal is. Er wordt geen netto bijdrage gele verd aan de CO2 hoeveelheid in de atmosfeer. Het onderzoeksconsor tium Ghent BioEconomy legt zich een grotere uitdaging op door te streven naar een koolstofnegatieve biogebaseerde waardeketen. Hier bij wordt netto CO2 onttrokken aan de atmosfeer om zo de klimaat verandering terug te draaien. De sleutel in het bereiken van een koolstofnegatieve productie is het gebruik van een innovatieve, ther mische conversietechniek (meer bepaald pyrolyse) waarbij residuen en restanten van biomassa worden omgezet tot een koolstofrijk pro duct, genaamd biochar. Biochar lijkt als verkoold plantaardig mate riaal op houtskool. Maar het grote verschil is dat biochar bedoeld is om te worden ingewerkt in de bodem als grondverbeteraar. Onderzoek heeft uitgewezen dat planten gunstig reageren op de aanwezigheid van biochar in de bodem. Bovendien blijkt biochar bijzonder stabiel in de bodem met een verblijftijd van honderd tot duizenden jaren. Bio char vormt zo een koolstofvoorraad in de bodem. Die koolstof bestaat uit CO2 uit de lucht die is vastgelegd door planten dankzij fotosynthese en verder gestabiliseerd tot biochar dankzij het verkolingsproces. Wie is betrokken bij dat onderzoek? FR: De transitie naar een biogebaseerde economie vereist een herte kening van de waardeketen, gaande van de productie van de grondstof tot het finale product en zijn toepassing. In iedere schakel van deze waardeketen is een cruciale rol weggelegd voor de ingenieur en de bioingenieur: zij moeten nieuwe, duurzame omzettingstechnieken ont wikkelen die een hoge efficintie en een vermindering van het ener giegebruik met elkaar combineren. Ook worden aan de ingenieur nieuwe uitdagingen voorgeschoteld zoals de ethische, ecologische en economische consequenties van de zich ontwikkelende biogebaseerde economie. De ingenieurs en onderzoekers van het onderzoeksconsor tium Ghent BioEconomy worden daarom ook bijgestaan door ex perts op het vlak van deze maatschappelijke themas.
Meer info op : www.ienet.be/ilya201306
F. RONSSE
Met behulp van analyti sche pyrolyse wordt bio massa getest op het potentieel tot valorisatie.
23
Brand in de
Bart Merci
Rabottoren
Toen ingenieur Bart Merci een telefoontje kreeg van de Gentse brandweer, met het voorstel om de leegstaande Rabottoren te gebruiken voor brandproeven, aarzelde hij geen seconde. Voor wetenschappelijke doeleinden brand stichten in een echt gebouw, is een unieke kans die je niet kan laten schieten.
Tekst: Karolien Van Wiele Bart Merci: En van de aspecten die mijn onderzoeksgroep bestudeert, is het verloop van een brand en de verspreiding van rook in complexe gebouwen. Daarnaast proberen we ook en dat is relatief nieuw op basis van gegevens van een zich ontwikkelende brand het verdere brandgedrag te voorspellen. Je kunt dit vergelijken met weersvoor spellingen: op basis van de huidige toestand en het recente verleden wordt er een prognose gemaakt van wat er de komende dagen zal gebeuren. In het geval van brand voorspellen we natuurlijk niet de
rie appartementsgebouwen in Gent, de zogenaamde Rabottorens, worden binnenkort gesloopt en vervan gen door nieuwe sociale woningen. De eerste toren is sinds augustus volledig vrijgemaakt en brandweer en politiediensten kregen de kans om evacuatieoefenin gen te doen in de lege toren. Ook Bart Merci, professor Fire Safety En gineering aan de UGent, mocht er met zijn onderzoeksgroep wetenschappelijke experimenten uitvoeren.
24
KNOWHOW
komende dagen, maar seconden en minuten. Een eerste voorwaarde om brandgedrag te kunnen voorspellen is het monitoren van de be staande situatie.
Monitoring
De meeste complexe gebouwen zijn standaard uitgerust met bewa kingscameras. Het idee is om in geval van brand deze beelden te analyseren en te gebruiken in computermodellen zodat de brand weerdiensten deze voorspellingen gebruiken voor ze het gebouw be treden. In sommige situaties kan dit een levensreddend hulpmiddel zijn, vertelt Bart Merci. Een belangrijk aspect bij brand is ventilatie. Als je de zuurstof wegneemt, dooft de brand. De gevaarlijkste situaties zijn deze waar de brand door zuurstofgebrek begint af te nemen maar op zich nog sterk genoeg is. Als er door de hitte een ruit sneuvelt of de brandweer opent een deur, begint plots alles te branden. In het jargon heet dit een flashover. Wat wij ondermeer willen doen, is het risico op zon flashover voorspellen. Zo weet de brandweer of ze een ruimte al dan niet mag betreden. Voor de proeven in de Rabottoren hebben we voor het monitoren sa mengewerkt met ingenieur Steven Verstockt, als postdoctoraal on derzoeker verbonden aan Hogeschool WestVlaanderen, en met de UGent onderzoeksgroep MultiMedia Lab van professor en ingenieur Rik Van de Walle. Ondanks hun ervaring met het analyseren van vi deogegevens, was dit ook voor hen een heuse uitdaging. Brand is im mers nefast voor cameras en rook vertroebelt de camerabeelden.
dat er niet te veel onzekerheden in onze opstelling slopen. Een opstel ling kan bestaan uit een leeg appartement waarin je houten paletten in brand steekt. Dan heb je weinig onzekerheden, maar eveneens geen erg realistische situatie. Het andere uiterste is een volledig willekeurig bemeubeld appartement. Als je daarna een simulatie wil doen kamp je echter met te veel onzekerheden om de nauwkeurigheid van die si mulaties te kunnen beoordelen. Onze postdoctorale onderzoeker, in genieur Tarek Beji, heeft voor de Rabotproeven een mooie tussenop lossing bedacht: een appartement met twee zetels en een boekenkast vol papier. De brand hebben we op de klassieke manier aangestoken door kleine houten kubusjes gedrenkt in brandstof te ontsteken en in de hoek van een zetel te plaatsen. We hebben telkens een appartement gebruikt om onze apparatuur op te stellen en naar de videobeelden te kijken en een ander appartement om de brand te maken. Elke proef duurde ongeveer een dag. De brand zelf nam maar drie kwartier in beslag, maar het duurt lang voor de ruimte nadien voldoende afgekoeld is. Tijdens de proeven stond de brandweer steeds paraat om in geval van nood in te grijpen. Dit bleek gelukkig niet nodig.
Interdisciplinaire experimenten
Ook de vakgroep Bouwkundige Constructies onder leiding van Pro fessor Luc Taerwe werkte mee aan de experimenten. Zij gingen na in welke mate het materiaal in dit geval beton vervormt onder invloed van de brand. Bart Merci: Ook hier moesten we een gulden midden weg vinden. Beton is een zeer degelijk materiaal. Om effect te sorteren moest de brand dus behoorlijk stevig zijn. Een te zware brand zou dan weer de cameras verwoesten en een te groot instortingsgevaar met zich mee brengen.
25
eit ctualit a
Het Centrum voor Microsysteemtech nologie (CMST), imecs geassocieerde lab aan de Universiteit Gent, is er in ge slaagd om een sferisch LCD scherm in te bouwen in een contactlens.
In tegenstelling tot LEDschermen in contact lenzen, die gelimiteerd zijn tot een beperkt aantal pixels, maakt deze technologie gebruik van de gehele schermoppervlakte. Het aantal pixels en de schermgrootte kan eenvoudig aangepast worden aan de specifieke toepas sing door het patroon aan te passen in de ge leidende laag van het scherm. Zo kan een contactlens met slechts n enkele pixel dienst doen als afstelbare zonnebril, maar kunnen ook contactlenzen met zeer veel pixels gerealiseerd worden. Het eerste prototype, dat werd voorgesteld, toont het patroon van een dollarteken. Het scherm in dit prototype is voorlopig nog be perkt tot eenvoudige patronen. Behalve het verbeteren van de beeldkwaliteit door het aan tal pixels te verhogen, werken de onderzoekers ook aan een volledig autonome elektronische contactlens met ingebouwd beeldscherm. Die zou gebruikt kunnen worden voor medische of cosmetische doeleinden. Op lange termijn moet zelfs mogelijk worden om een beeld rechtstreeks te projecteren in het gezichtsveld.
26
ACTUALITEIT
27
US COASTGUARD / CORBIS
28
CORBIS - US COSTGUARD
De American Society of Civil Engineers reikt tweejaarlijks de Alfred M. Freudenthal Medal uit aan een ingenieur die opmerkelijke verwezenlijkingen heeft gedaan in veiligheids en betrouwbaarheidsstudies toepasbaar in eender welke branche van de burgerlijke ingenieurswetenschappen. De allereerste medaille ging in 1976 naar de Mexicaanse ingenieur Emilio Rosenblueth. Met professor Erik Vanmarcke werd nu voor het eerst ook een Vlaamse ingenieur gekozen.
MENSEN
at professor Erik Vanmarcke niet de eerste de beste is, blijkt ondermeer uit zijn indrukwe kende carrire. In 1970 docto reerde hij aan het Massachusetts Institute of Technology (M.I.T) en was daar tot 1985 professor. Daarna werd hij benoemd tot professor Civil and Environmental Engineering aan de uni versiteit van Princeton (VS). Deze medaille is een mooie erkenning voor mijn professioneel werk in verband met risi coanalyse en daarop gebaseerde toepassin gen, vertelt Erik Vanmarcke. Het selectiecomit prees Vanmarcke in het bij zonder voor het ontwikkelen van methodes voor probabilistische modellen gebaseerd op willekeurige velden met toepassingen voor betrouwbaarheids en risicobeoordelingen in de ingenieurswetenschappen in de geotech nische, wind en aardbevingsdomeinen. Over welke modellen gaat het hier pre cies? Erik Vanmarcke: De berekeningsmethodes stochastische eindige elementen en toeval lige trillingen die ik ontwikkeld heb, worden thans veel gebruikt in bouw en werktuig kunde. De methodes modelleren onzekerhe den in belastingen (loads) en weerstanden (resistances) van structuren en hun compo nenten, en de manier waarop componentbe trouwbaarheden moeten gecombineerd worden om de betrouwbaarheid van de hele structuur te berekenen. Belastingen en weer standen veranderen vaak op heel toevallige wijze in tijd en ruimte, op een breed gamma van schalen (van seconden tot jaren; van ui terst lokaal tot globaal). Extreme waarden komen uiteraard zelden voor. Een statistische aanpak is dus noodzakelijk en nuttig. Waarvoor kunnen deze methodes con creet gebruikt worden? Erik Vanmarcke : Deze berekeningsmetho des kunnen nuttig zijn voor de veiligheidsa nalyse van allerlei structuren, o.a. gebouwen, bruggen, boortorens, nucleaire centrales, pijp leidingen, dammen en dijken. Ik heb bij voor beeld meegewerkt aan de risicoanalyse van
de John Hancock Building, een 60verdiepin gen tellende toren in Boston. De glasfaade van het gebouw had in de jaren 70 enorm te lijden onder zware windstormen. Het sneuve len van ramen op de hogere verdiepingen veroorzaakte daarbij ook een cascade aan ge broken ramen op lagere niveaus. Nagenoeg 10.000 ramen werden vervangen door mul tiplex en onze risicoanalyse lag aan de grond slag van het herstel. Een andere toepassing van onze berekeningsmethodes is het dijken systeem in Nederland, waar door middel van risicoanalyse voor verschillende falingsme chanismen berekend wordt hoe de risicos af hangen van de lengte van de dijkringen. Een recenter voorbeeld is de berekening van de risicos op stormgolven veroorzaakt door ork aanwinden op zee. De berekening leerde ons dat ten gevolge van de klimaatverandering deze risicos veel groter zijn dan we vroeger aannamen. Een artikel met onze bevindingen hieromtrent verscheen in het tijdschrift Na ture (februari 2012). En nadat superstorm Sandy in oktober New York en New Jersey teisterde werd het artikel veelvuldig geciteerd in de Amerikaanse media. Wat zijn de grootste uitdagingen binnen het domein veiligheidsengineering? Erik Vanmarcke : Ik zie een aantal uitdagin gen: het tekort aan gegevens over pertinente materiaaleigenschappen, en hoe die van
plaats tot plaats veranderen; daaraan gekop peld de methodiek om data te verwerven, de problematiek met monitoring van de veilig heid van bestaande, verouderende infrastruc tuur en het op risicoanalyse gebaseerd beslissen over bestedingen. U bent internationaal actief. Kan u het ni veau vergelijken van ingenieursstudies in Belgi en in Amerika? Erik Vanmarcke : In Amerika bestaan grote verschillen in de kwaliteit van ingenieursstu dies. Dat is trouwens ook zo voor andere rich tingen. De topscholen in de VS staan op wereldniveau. De nadruk in de opleiding ligt sterk op kritisch nadenken en zoeken naar verbetering en vernieuwing. De studies in Belgi zijn zeer degelijk maar indertijd toch lag er veel meer nadruk op encyclopedi sche kennis. Naar mijn mening, doceert men in de VS meer de principes en de basisme thodiek, die dan op allerlei (nieuwe) manie ren kan toegepast worden. Wat zijn uw toekomstplannen? Erik Vanmarcke : Ik heb een aantal boek projecten in het vooruitzicht: een houdt ver band met risicoanalyse; een ander betreft een toepassing van mijn specialiteit random fields op een probleem in de fundamentele fysica, namelijk het beschrijven van de ver anderlijkheid van energiedichtheden in het uiterst vroege heelal, ogenblikkelijk na de oerknal.
29
Ingenieur Norbert Schuster specialiseerde zich zijn hele leven lang in lenzen en infraroodapparatuur, maar pas sinds 2008 kan hij zijn droom ook verwezenlijken: zijn kennis in de praktijk brengen. Om die droom te kunnen realiseren maakte de ingenieur uit het voormalige OostDuitsland bewust de keuze om de laatste acht jaar van zijn beroepsloopbaan bij Umicore in Belgi door te brengen.
Tekst: Luc Vander Elst
30
MENSEN
Hoe is je carrire begonnen? Ik begon mijn studies aan de speciale hogeschool van Carl Zeiss Jena en later ging ik naar Ilmenau voor het vak technische optiek. Mijn thesis maakte ik in Leningrad, nu SintPetersburg, in Rusland. Na mijn studies heb ik les gegeven aan de universiteit van Ilmenau. Daarna heb ik in Algerije het eerste Instituut voor fijne mechanica en optica opgericht. Dat was een opdracht van de OostDuitse regering. En ja, het klinkt misschien verbazend voor een Belg, maar wij konden in derdaad naar het buitenland. Hoewel het natuurlijk niet voor iedereen was weggelegd. We werden grondig gescreend en het was niet altijd duidelijk waarom iemand wel of niet mocht gaan. Ik heb ook nog les gegeven over infraroodtechnologie in een tijd waarin dat nog een mi litaire aangelegenheid was. We moesten dus zeer voorzichtig zijn met de lesinhoud. Daarna, toen ik in 1995 ik de universiteit moest verla ten, ging ik voor Rollei en later voor Vision Control werken.
"Nu verkoopt Umicore zijn knowhow over optica met succes, want op het gebied van lenzen behoren we intussen tot de wereldtop. "
Hoe ben je dan bij Umicore beland? wil vinden, dan vind je die overal. Ik vind die strijd alleen maar een In 2008 zag ik een advertentie van Umicore voor een optisch ont manier om de echte problemen te ontwijken. werper van infraroodsystemen. Dat was wat ik altijd al wou doen, maar ik had er tot dan toe nooit de kans toe had gekregen. Ik doceerde er Woont je familie ook hier? over maar had het nooit in de praktijk kunnen brengen. Bij Umicore Nee, mijn vrouw woont en werkt in Duitsland. We proberen elkaar kon dat wel. Ik moest ontwerpen en berekeningen maken voor opti een paar keer per maand te zien, maar eenvoudig is dat niet. Ik woon sche systemen. Voor Umicore was dat iets nieuws. Umicore is altijd hier alleen op een appartement en mijn vrouw woont in ZuidDuits gewoon geweest om tonnen koper of germanium te produceren en te land. Ik heb ervoor gekozen om hier acht jaar te komen werken, maar verhandelen. Nu verkopen we ik heb er geen behoefte aan om mij knowhow en met succes, want op te integreren. Ik klop lange dagen "De onenigheid tussen Vlamingen en het gebied van lenzen behoren we en werk hard. Als ik dan s avonds ondertussen ook tot de wereldtop. thuiskom, blijft er niet veel tijd over Walen was voor mij erg verrassend. voor andere dingen. In het weekend Ik begrijp niet dat jullie daar Je was al vrij oud toen je naar fiets ik. En ik ben ook lid van het Belgi trok. Was dat geen grote Umicorevolleybalteam. Ik spreek zo strikt over zijn." stap? Duits, Frans, Engels en Russisch en Ik werk hier nog tot begin 2017 een mondje Spaans, Arabisch en en dan ga ik met pensioen. Maar mijn werk hier geeft mij erg veel ook wat Nederlands, maar het is te beperkt. Als ik bij de bakker kom, voldoening. De lenzen die onder mijn leiding worden ontworpen, doen spreek ik Engels. Dat lukt hier perfect en het is ook gemakkelijk. het erg goed in de markt. Alle nieuwe ontwikkelingen zijn van mijn hand. In deze westerse wereld is de balans gauw gemaakt: iets is goed, Wat is het meest bepalende moment geweest in je leven? als het verkoopt. Markteconomisch wordt mijn werk hier veel beter Het einde van het Oostblok in 1989. We verloren al onze idealen en gewaardeerd dan vroeger. Ik heb altijd het gevoel gehad dat mijn spe we kregen te horen dat alles wat we tot dan toe hadden gedaan, ver cialisatie vroeger altijd werd onderschat. We zijn momenteel op zoek keerd was geweest. Bovendien verloor ik er eigenlijk ook mijn werk naar een vervanger voor mij. Ik zou graag mijn kennis en mijn erva door. In OostDuitsland ben ik een uitzondering: ik heb doorgebeten ring doorgeven, zodat Umicore op het vlak van lenzen ook in de toe en ben blijven zoeken naar interessant werk. De meesten van mijn komst een leidende rol kan blijven spelen op wereldvlak. vrienden hebben na de val van het Oostblok gewoon zitten wachten Maar toch was je verbaasd over de gang van zaken hier? op hun pensioen. Ook de eenmaking tussen Oost en WestDuitsland De onenigheid tussen Vlamingen en Walen was voor mij erg verras heeft diepe wonden geslagen. Maar ik heb in Belgi mijn droom ge send. Ik begrijp niet dat jullie daar zo strikt over zijn. Jullie hebben vonden en dat heeft mij opnieuw gemotiveerd. Nu zou ik graag nog een gezamenlijke traditie en toch zitten jullie elkaar voortdurend in een uitstekende opvolger vinden voor deze functie. het haar. De levensstandaard is hier voor nagenoeg iedereen zeer hoog. Als jullie dan toch nog voortdurend ruzin, dan begrijpen jullie Meer info op : www.ienet.be/ilya201306 niet waar de echte wereldproblemen liggen, denk ik. Als je verschillen
31
ijd vrije t
Speelplezier boven alles
MENSEN
Het schoolfeest presenteren? Je moest het de kleine Jasper Ste gen geen twee keer vragen. Zelfs van boekbespre kingen maakte hij een soort toneel stukje. Die jongen most zich wel gaan inschrijven bij een toneelaca demie. Ik heb die opleiding helaas snel opgegeven, bekent Jasper. Het was me te schools. Ik wou ge woon toneelspe len. Hij volgde nog wel een work shop bij jeugdtheater BRONKS, maar nadien verwaterde de passie. Tot enkele jaren geleden een vriend hem opnieuw warm maakte voor het theater. De industrieel ingenieur werd ineens lid van twee verenigingen: KTV De Noordstar uit Laken en KT Lustig en Vrij uit Lot. Het speelplezier staat er centraal. Ze spelen vooral komedies, waar ze wel een eigen, actuele stempel op willen drukken. Met een nevenproject van Lustig en Vrij brengen we nu ook minder toegan kelijke stukken, met donkerder humor. Het is altijd weer prettig om met de spelers, de regisseurs en andere betrokkenen naar n doel toe te werken: een mooie voorstelling. Het is ook fijn dat mijn vriendin mee acteert. Samen tekst instuderen, elkaar motiveren: dat voelt goed. Omdat het een tijdrovende hobby is, is het ook handig dat we beiden in hetzelfde ritme zitten. Na een drukke werkdag Jasper is specialist informatica bij ICTRA is de motivatie om te gaan repeteren soms ver te zoeken. Maar eens ik er ben, amuseer ik me vanzelf. Het ontspant me altijd. In theater kan je je enorm uitleven. Even vergeet je al de rest.
33
MENSEN
ijd vrije t
34
MAINTENANCE Brussels Expo SECURA Brussels Expo SOLIDS Antwerp expo M+R Antwerp expo ECOnext Antwerp expo
Wij zoeken:
www.jandenul.com
BAGGERWERKEN CIVIELE WERKEN MILIEUWERKEN