Gente1 Glosario Esp Holandes

1
Nueva Edicin
VOCABULARIO
VOCABULARIO
Aanwijzingen bij de woordenlijst per les

Hier vindt u de nieuwe woorden en uitdrukkingen van elke les. De
woorden staan in de volgorde waarin ze voorkomen in de lessen.
Ze zijn vanuit de context vertaald; andere belangrijke grondbetekenissen worden erbij gegeven. Van begrippen die niet kunnen
worden vertaald, wordt een verklarende omschrijving in het
Nederlands gegeven (deze staat cursief gedrukt).
De Spaanse zelfstandige naamwoorden zijn samen met het lidwoord opgenomen: het is aan te bevelen deze in combinatie te
leren. Spaanse zelfstandige naamwoorden die met een beklemtoonde a of ha beginnen, worden ook als ze vrouwelijk zijn in
het enkelvoud voorafgegaan door het mannelijke lidwoord. In
deze gevallen is het afwijkende geslacht met een f (= femenino;
vrouwelijk) aangegeven.
De vertalingen van de instructiezinnen in het tekstboek zijn niet in
deze woordenlijst opgenomen; de vertaling van deze zinnen is in
een apart document beschikbaar (via www.intertaal.nl). Ook
woorden die uitsluitend op de cd voorkomen zijn hier niet opgenomen.
Bij vervoegde werkwoordsvormen wordt naar de infinitief (inf.)
verwezen. Indien werkwoorden in de tegenwoordige tijd onregelmatige vormen kennen (i), (ie), (ue), (y), (zc) wordt dit tussen
haakjes aangegeven.
Unidad 1
Gente que estudia espaol
estudiar
la gente que estudia espaol
studeren
mensen die Spaans leren
1. El primer da de clase
el/la
el/la primer/a
el da
de
la clase
esto
es (inf. ser)
un/una
la escuela de idiomas
la escuela
los idiomas
de
de eerste
dag
van
les
deze; dit
is
een
taleninstituut
school
talen
en
Espaa
el/la profesor/a
est pasando
la lista
Estn todos?
estn (inf. estar)
todos/as
pon (imperativo de poner)
la cruz
al lado de
los/las estudiantes
los/las
s
el nombre
los apellidos
in
Spanje
leraar/lerares; docent(e)
listahij/zij neemt de presentielijst
door
presentielijst, deelnemerslijst
Zijn ze allemaal aanwezig?
ze zijn aanwezig
allemaal
zet
kruisje
achter
cursisten
de
ja, wel
voornaam; naam
achternamen
2. Cmo suena el espaol?

Cmo?
suena (inf. sonar)
escucha (imperativo de escuchar)
otra vez
otro/a
la vez
los nombres
tu profesor
tu
leer (futuro de leer)
despacio
has odo (p. perfecto de or)
los sonidos
nuevos/as
para ti
3. El espaol y t
y
t
cada uno/a de nosotros/as
cada
nosotros/as
tiene (inf. tener)
los intereses
diferentes
A ti te interesan?
te interesan (inf. interesar)
estos/as
los temas
uno
dos
tres
cuatro
cinco
seis
siete
ocho
nueve
diez
las playas
la cultura
el arte (f)
la comida
la poltica
los negocios
grandes
las ciudad
las fiestas populares
la naturaleza
las actividades
intenta (imperativo de intentar)
relacionar con
las fotos
Qu?
quieres (inf. querer)
conocer (zc)
del (de + el)
el mundo hispano
el mundo
hispano/a
yo
sabes (inf. saber)
Hoe?
klinkt
luister
nog een keer
nog een; ander(e)
keer
namen
jouw docent
jouw
hij/zij zal voorlezen
langzaam
je hebt gehoord
klanken
nieuw
voor je
en
jij
ieder, elk van ons
ieder(e), elk(e)
wij, we; (na voorzetsel) ons
hij/zij heeft
interesses
verschillend
Interesseer jij je voor ...?
je interesseert je voor
deze
themas, onderwerpen
n
twee
drie
vier
vijf
zes
zeven
acht
negen
tien
stranden
cultuur
kunst
eten; lunch
politiek
handel; zakenleven
grote
essteden
volksfeesten
natuur
activiteiten
probeer
in verband brengen met, een
verband leggen/zien tussen
fotos
Wat?
je wilt
weten
van de
Spaanstalige wereld
wereld
Spaanstalig
ik
je kunt
ya
al, reeds
tellen
contar
hasta
tot
en espaol
in het Spaans
a ver
eens kijken
intntalo (imperativo de intentar) probeer het
sin mirar
zonder te kijken
sin
zonder
kijken
mirar
4. El espaol en el mundo
la televisin
est transmitiendo
el festival
la cancin
participan (inf. participar)
los pases
en los que
se habla (inf. hablar)
ahora
est votando
Argentina
Bolivia
Colombia
Costa Rica
Chile
Cuba
Ecuador
Filipinas
Guatemala
Guinea Ecuatorial
Honduras
Mxico
Nicaragua
Panam
Paraguay
Per
Puerto Rico
Rep. Dominicana
(Repblica Dominicana)
El Salvador
Uruguay
Venezuela
Cuntos/as?
los puntos
da (inf. dar)
el pas
antalo (imperativo de anotar)
la pantalla
cierra (imperativo de cerrar)
el libro
puedes (inf. poder)
decir (i)
televisie
zendt net uit
festival
lied
nemen deel
landen
waar; waarin
men spreekt
nu, op dit moment
is net aan het stemmen
Argentini
Bolivia
Colombia
Costa Rica
Chili
Cuba
Ecuador
Filippijnen
Guatemala
Equatoriaal-Guinea
Honduras
Mexico
Nicaragua
Panama
Paraguay
Peru
Puerto Rico
Dominicaanse Republiek
El Salvador
Uruguay
Venezuela
hoeveel
punten
geeft
land
noteer het
scherm
doe dicht
boek
je kunt
zeggen; hier: opnoemen
5. Un, dos, tres, cuatro, cinco

el/la alumno/a
leerling(e), cursist(e)
leest
lee (inf. leer)
uno/a de estos/as
een van deze
los nmeros de telfono
telefoonnummers
los nmeros
nummers
el telfono
telefoon
los/las dems
de anderen, de rest
tienen que + inf. (tener que + inf.) moeten
adivinar
de quin es
quin
cero
6. Un poco de geografa
un poco de
poco/a
geografa
podis (inf. poder)
situar
el mapa
trabajad (imperativo de trabajar)
en parejas
yo creo que
creo (inf. creer)
no
Jamaica
Hait
Brasil
Guyana
Surinam
Guyana Francesa
een beetje
weinig
geografie
jullie kunnen
plaatsen, situeren;
hier: aanwijzen
kaart
werk
in tweetallen
ik denk dat, ik geloof dat
ik denk, ik geloof
nee
Jamaica
Hati
Brazili
Guyana
Suriname
Frans Guyana
7. Sonidos y letras
las letras
observa (imperativo de observar)
letters
observeer, kijk goed naar;
hier: let op
ze worden geschreven
se escriben (inf. escribirse)
la ciudad
stad
kies
elige (imperativo de elegir)
las etiquetas
kofferlabels
el aeropuerto
vliegveld
deletrea (imperativo de deletrear) spel
tus
jouw
los/las compaeros/as
klasgenoten, collegas;
hier: cursisten
je kent
conoces (inf. conocer)
otros/as
andere
las abreviaturas
afkortingen
los aeropuertos
luchthavens, vliegvelden
las soluciones
oplossingen
9. Quin es quin?
Quin?
son (inf. ser)
algunos/as
los personajes
famosos/as
hblalo (imperativo de hablar)
con
el/la compaero/a
este/a
no s (inf. saber)
Cules?
Wie?
zijn
enkele
personen
beroemde
praat erover
met
klasgenoot/-genote
hier: buurman/ buurvrouw
dit, deze
ik weet het niet
welke?
10. El pas ms interesante para nuestra clase

ms
meest
interesante
interessant
para
voor
nuestro/a
onze
2
Dos
raden
van wie het is
wie
nul
3
2004 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen.Vermenigvuldigingvoorgebruik inhet onderwijs toegestaan.
Tre s
VOCABULARIO
VOCABULARIO
Cul es?
Cul?
vamos a + inf. (ir a + inf.)
hacer (g)
la estadstica
la pizarra
primero
escribe (imperativo de escribir)
escribir
aqu al lado
si
queris (inf. querer)
buscar
la informacin
sobre
ganadores/as
presentar
hier: Welk land is dat?

Welk(e)?
we gaan
maken
hier: tabel
schoolbord
eerst
schrijf
schrijven
hiernaast
als
jullie willen
zoeken
informatie
over
winnende
presenteren
11. Nombres y apellidos

clasificar
en su lugar correspondiente
su
el lugar
correspondiente
piensa en (imperativo de pensar)
parecidos/as
la lengua
compara (imperativo de comparar)
despus
por ejemplo
indelen
op de juiste plaats
zijn; haar; uw; hun
plaats
bijbehorend; hier: juist
denk aan
vergelijkbaar
taal
vergelijk
vervolgens
bijvoorbeeld
las caras
los aspectos
muy
gezichten
aspecten
zeer
14.
de dnde?
dnde?
Latinoamrica
waarvandaan?
waar? waarheen?
Latijns-Amerika
15.
tambin
suena (inf. sonar)
las maneras
las versiones
mismo/a
la conversacin
ook
klinkt
wijzes, manieren
versies, varianten
dezelfde, hetzelfde
gesprek, bespreking
Unidad 2.
Gente con gente
13. De la A a la Z
mira (imperativo de mirar)
la pgina
ordnala (imperativo de ordenar)
alfabticamente
nuestros/as
los resultados
bekijk
pagina
zet in volgorde
alfabetisch
onze
resultaten
1. Quines son?
quines?
las personas
pero
ellos/as
la intuicin
asgnales (imperativo de asignar)
los datos
el/la profesor/a de espaol
el/la diseador/a
el/la estudiante
ESO
(Educacin Secundaria Obligatoria)
trabaja (inf. trabajar)
la editorial
estudia (inf. estudiar)
la universidad
el dibujo
tiene 15 (quince) aos
quince
los aos
diecinueve
veintisiete
treinta y nueve
veintinueve
cincuenta y dos
las fichas
preguntad
(imperativo de preguntar)
al (a + el)
vuestros/as
correctos/as
ha tenido (p. perfecto de tener)
EL MUNDO DEL ESPAOL

sabemos (inf. saber)
algo
las tradiciones
los paisajes
conocidos/as
folclricos/as
tiene muchas caras
muchos/as
wij weten
iets
tradities
landschappen
bekende, beroemde
folkloristische
kent/heeft veel gezichten
veel
2. De quin estn hablando?

estn hablando
la actividad
se refieren (inf. referirse)
las opiniones
estn pensando en
los/las mismos/as
Qu simptico es!
simptico/a
12. La lista
sabes (inf. saber)
se llaman (inf. llamarse)
preguntar
se llama (inf. llamarse)
luego
pregntales
(imperativo de preguntar)
la direccin electrnica
tienen (inf. tener)
alguien
puede (inf. poder)
pasar lista
Cuntos/as sois?
sois (inf. ser)
je weet
heten
vragen
hij/zij heet
vervolgens
vraag hun
e-mailadres
ze hebben
iemand
kan
de lijst voorlezen
Met hoeveel zijn jullie?
jullie zijn
wie?
personen
maar
zij; hen
intutie
ken ze toe
gegevens
docent(e) Spaans
ontwerper/ontwerpster
student(e)
verplicht voortgezet onderwijs
voor twaalf- tot zestienjarigen
hij/zij werkt
uitgeverij
hij/zij studeert
universiteit
(het vak) tekenen
hij/zij is 15 jaar
vijftien
jaren
negentien
zevenentwintig
negenendertig
negenentwintig
tweenvijftig
kaartjes
vraag
aan de
jullie
juist
heeft gehad
ze praten
oefening
hebben betrekking op
meningen
ze denken aan
dezelfde
Wat is hij aardig!
aardig
agradable
trabajador/a
es cierto
no es nada egosta
nada
egosta
no, qu va
al revs
el hombre / la mujer
inteligente
pedante
antiptico/a
eso
un poco
aangenaam, gezellig
ijverig
het is zeker/waar, dat klopt
hij/zij is helemaal niet egostisch
geenszins
egostisch, zelfzuchtig
welnee!, nee hoor!
integendeel
man/vrouw
intelligent
eigenwijs, pedant
onsympathiek
dat
een beetje
3. Las formas de los adjetivos

las formas
los adjetivos
subraya (imperativo de subrayar)
las conversaciones
anteriores
masculinos/as
femeninos/as
vormen
bijvoeglijke naamwoorden
onderstreep
gesprekken
voorgaand
mannelijk
vrouwelijk
4. La gente de la calle Picasso

la calle
viven (inf. vivir)
los hombres / las mujeres
los/las nios/as
los/las jvenes
las personas mayores
los/las casados/as
los/las solteros/as
los/las espaoles
hoy
el sbado
por la maana
la maana
la casa
adis
buenos das
soy (inf. ser)
bien
ama de casa
espaol/a
hace (inf. hacer)
el aerbic
historia
sociable
activo/a
el banco
corre (inf. correr)
hace fotografas
las fotografas
bueno/a
serio/a
juega al ftbol
juega (inf. jugar)
el ftbol
travieso/a
toca la guitarra
tocar
la guitarra
straat
ze wonen
mannen/vrouwen
kinderen (m/v); jongens/meisjes
jongeren (m/v)
oude mensen
gehuwden
vrijgezellen, alleenstaanden
Spanjaarden (m/v)
vandaag
s zaterdags
s ochtends
ochtend
huis
dag
goedemorgen!, goedendag!
ik ben
goed
huisvrouw
Spanjaard, Spaanse
hij/zij doet (aan)
aerobic
geschiedenis
vlot (in de omgang)
actief
bank
hij/zij loopt hard
hij/zij neemt/maakt fotos
fotos
aardig; goed
serieus
hij/zij voetbalt
hij/zij speelt
voetbal
ondeugend; onrustig
hij/zij speelt gitaar
spelen
gitaar
el/la periodista
el tenis
el ingls
el/la fotgrafo/a
el/la argentino/a
colecciona (inf. coleccionar)
los sellos
carioso/a
come (inf. comer)
mucho
duerme (inf. dormir)
Econmicas
es soltero/a
el squash
Derecho
el piano
alegre
el/la ingeniero/a
est separado/a
separado/a
la batera
callado/a
el/la profesor/a de alemn
el alemn
el saxofn
est divorciado/a
tmido/a
baila (inf. bailar)
el flamenco
perezoso/a
es viudo/a
pinta (inf. pintar)
independiente
est jubilado/a
hace punto
el punto
cocina (inf. cocinar)
amable
miras (inf. mirar)
la imagen
lees (inf. leer)
los textos
las cosas
las caractersticas
el/la nio/a
el deporte
el/la chico/a
el/la seor/a mayor
los/las vecinos/as
dicen (inf. decir)
5. Personas y cosas famosas
Qu tal tu memoria?
la memoria
los equipos
completar
el equipo
termina (inf. terminar)
antes
el actor / la actriz
norteamericano/a
4
C u a t ro
journalist/e
tennis
Engels
fotograaf/fotografe
Argentijns; Argentijn(se)
hij/zij verzamelt
postzegels
lief, liefhebbend
hij/zij eet
veel
hij/zij slaapt
economie
hij/zij is vrijgezel/alleenstaand
squash
rechten
piano
vrolijk
ingenieur (m/v)
hij / zij leeft gescheiden
uit elkaar
drumstel, slagwerk
stil, gesloten
docent(e) Duits
Duits
saxofoon
hij/zij is gescheiden
verlegen
hij/zij danst
flamenco
lui
hij/zij is weduwnaar/weduwe
hij/zij schildert
zelfstandig, onafhankelijk
hij/zij is gepensioneerd
hij/zij breit
breiwerk
hij/zij kookt
vriendelijk, aardig
je kijkt
afbeelding, hier: tekening
je leest
teksten
dingen
kenmerken
kind (m/v); jongen/meisje
sport
jongen/meisje
oudere heer/dame
buren (m/v); buurmannen/
-vrouwen
ze zeggen
hoe is het met je geheugen
gesteld?
geheugen
groepjes
aanvullen
ploeg, team
eindigt
eerder
acteur/actrice
(Noord-)Amerikaans
5
Cinco
VOCABULARIO
el plato
chino/a
la marca
italiano/a
el grupo musical
ingls/esa
la pelcula
el/la poltico/a
europeo/a
el/la futbolista
brasileo/a
el personaje histrico
el personaje
histrico/a
el/la escritor/a
latinoamericano/a
el producto tpico
francs/esa
irlandeses/as
preparar
las preguntas
6. Alemn, alemana
el/la alemn/ana
tienes (inf. tener)
encuentra
(imperativo de encontrar)
abajo
la nacionalidad
los adjetivos correspondientes
correspondientes
segn
las terminaciones
Alemania
Francia
Austria
Blgica
Luxemburgo
Canad
Grecia
Holanda
Inglaterra
Irlanda
Italia
Marruecos
Portugal
irlands/esa
portugus/esa
canadiense
holands/esa
austriaco/a
belga
marroqu
luxemburgus/esa
griego/a
los habitantes
a lo mejor
VOCABULARIO
gerecht
Chinees
merk
Italiaans
muziekgroep
Engels
film
politicus/politica
Europees
voetballer/voetbalster
Braziliaans; Braziliaan(se)
historisch belangrijk persoon
persoon, persoonlijkheid
historisch, geschiedkundig
schrijver/schrijfster
Latijns-Amerikaans
typisch product
Frans
Iers; Ieren (m/v)
voorbereiden
vragen
Duitser/Duitse
je hebt
vind; hier: zoek
hieronder
nationaliteit
bijpassende bijvoeglijke
naamwoorden
bijpassend, bijbehorend
volgens, overeenkomstig
uitgangen
Duitsland
Frankrijk
Oostenrijk
Belgi
Luxemburg
Canada
Griekenland
Nederland
Engeland
Ierland
Itali
Marokko
Portugal
Iers
Portugees
Canadees
Nederlands
Oostenrijks
Belgisch
Marokkaans
Luxemburgs
Grieks
inwoners
misschien
7. El rbol genealgico de Paula

el rbol genealgico
stamboom
la familia
familie
completa (imperativo de completar) vul aan
stel
haz (imperativo de hacer)
construir (y)
los/las hermanos/as
el/la hermano/a
bouwen, hier: maken

broers/zussen
broer/zus
8. Los verbos en espaol: -ar, -er, -ir

werkwoorden
los verbos
selalo (imperativo de sealar)
hier: geef aan
las flechas
pijlen
ik speel
juego (inf. jugar)
ik spreek
hablo (inf. hablar)
ik kook
cocino (inf. cocinar)
ik speel, ik musiceer
toco (inf. tocar)
ik dans
bailo (inf. bailar)
ik lees
leo (inf. leer)
ik eet
como (inf. comer)
ik heb
tengo (inf. tener)
ik schrijf
escribo (inf. escribir)
ik woon
vivo (inf. vivir)
ik krijg/ik ontvang
recibo (inf. recibir)
la msica
muziek
el animal
dier
la poesa
pozie; gedicht
los peridicos
kranten
los correos electrnicos
e-mails
los restaurantes
restaurants
el tango
tango
solo/a
alleen
los platos
gerechten
espaoles/as
Spaanse
hier: maak
toma (imperativo de tomar)
las notas
aantekeningen
je gaat
vas a + inf. (ir a + inf.)
informar
informeren
el resto
rest
las respuestas
antwoorden
interesantes
interessante
el/la gato/a
kat (m/v); kater/poes
9. Un crucero por el Mediterrneo
el crucero
el Mediterrneo
las Islas Baleares
las islas
reconocer (zc)
los/las pasajeros/as
el nmero
las etiquetas
el/la bilogo/a
las mariposas
aficionado/a a
la gimnasia
el/la arquitecto/a
el japons
casado/a
el/la pintor/a
chileno/a
la empresa
la informtica
suizo/a
el/la pianista
el/la funcionario/a
Biologa
habis hecho (p. perfecto de haber)
igual
cruise; cruiseschip
Middellandse Zee
Balearen
eilanden
herkennen
passagiers
nummer
labels
bioloog/biologe
vlinders
liefhebber van, gek op
gymnastiek
architect(e)
Japans
gehuwd, getrouwd
schilder(es)
Chileens; Chileen(se)
bedrijf, onderneming
informatica
Zwitsers; Zwitser(se)
pianist(e)
ambtenaar (m/v)
biologie
jullie hebben gemaakt
hetzelfde
10. Dnde se puede sentar tu compaero

waar
dnde
sentarse
gaan zitten
imagina (imperativo de imaginar) Stel je voor
hij/zij reist
viaja (inf. viajar)
je denkt
crees (inf. creer)
las comidas
maaltijden
las mesas
tafels
formulier
la ficha
la edad
leeftijd
la profesin
beroep
las aficiones
hobbys, liefhebberijen
werknemers/werkneemsters
los/las empleados/as
explica (imperativo de explicar)
leg uit
estar de acuerdo
het (ermee) eens zijn
DE DNDE ES USTED?
usted
se conocen (inf. conocerse)
la fiesta
el tren
la playa
el bar
De dnde eres?
casi siempre
casi
siempre
aragons/esa
Catalua
desde el 76 (1976)
desde
los padres
bla, bla, bla
la regin
la historia
las tradiciones
la lengua
la economa
el paisaje
las maneras de vivir
incluso
el aspecto fsico
u
ze leren elkaar kennen
feest
trein
strand
caf
Waar kom je vandaan?
bijna altijd
bijna
altijd
uit Aragon
Cataloni
sinds 1976
sinds
ouders
blabla
regio, streek
geschiedenis
tradities
taal
economie
landschap
levenswijzes
zelfs
uiterlijk
11.
lee (imperativo de leer)
el texto
as
lees
tekst
zo
12.
reconoces (inf. reconocer)
las regiones
los monumentos
las costumbres
je herkent
streken
monumenten
gewoontes
13.
seguro
tenemos
zeker
we hebben
Unidad 3
Gente de vacaciones
las vacaciones
vakantie
1. En un sorteo has ganado un viaje: Madrid o Barcelona?

loterij
el sorteo
has ganado (p. perfecto de ganar) je hebt gewonnen
el viaje
reis
trata de
probeer (om)
(imperativo de tratar + de)
los lugares
plaatsen
voorkomen
aparecen (inf. aparecer)
advertenties
los anuncios
la Sagrada Familia
nog steeds niet voltooide
kathedraal in Barcelona van de
archtect A. Gaud
juist, inderdaad; dat klopt
exacto
la Costa Brava
kustgebied in Noordoost Spanje
querido/a cliente
Beste klant
el/la cliente
klant (m/v)
enhorabuena!
Van harte gefeliciteerd!
la visita guiada
rondleiding
la visita
bezoek, bezichtiging
el autocar
touringcar
el museo
museum
la excursin
excursie, uitstapje
el monasterio
klooster
el paseo
wandeling
la plaza
plein
el parque
park
la fundacin
stichting
el concierto
concert
el partido de ftbol
voetbalwedstrijd
el partido
wedstrijd
je geeft de voorkeur aan, je wilt
prefieres (inf. preferir)
het liefst
2. Tus intereses
elegido/a
me interesan (inf. interesar)
utiliza (imperativo de utilizar)
las expresiones
quiero + inf. (querer + inf.)
especialmente
3. Un test sobre tus vacaciones
el test
las revistas
publican (inf. publicar)
los tests
para
los hbitos
rellena (imperativo de rellenar)
los gustos
las preferencias
informa (imperativo de informar)
entre todos
darn (futuro de dar)
las ideas
prximos/as
me gusta + inf. (gustar + inf.)
el verano
me gusta (inf. gustar)
pues
Mallorca
prefiero (inf. preferir)
6
Seis
gekozen
ik interesseer me voor
gebruik
uitdrukkingen
ik wil
in het bijzonder
test
tijdschriften
ze publiceren
tests
om te
gewoontes
vul in
smaak
voorkeuren
informeer, breng verslag uit aan
met zijn allen
ze zullen geven
ideen, gedachten
volgende, eerstkomende
ik houd van, ik vind leuk
zomer
mij bevalt
dan, in dat geval
Mallorca
ik geef de voorkeur aan, ik wil
het liefst
7
Siete
VOCABULARIO
la pareja
los/las amigos/as
la primavera
el otoo
el invierno
las grandes ciudades
el arte (f)
las culturas
la aventura
el avin
la bicicleta
rpido/a
el coche
VOCABULARIO
paar; partner
vrienden/vriendinnen
lente
herfst
winter
grote steden
kunst
culturen
avontuur
vliegtuig
fiets
snel
auto
4. Las vacaciones de David, de Edu y de Manuel

las frases
zinnen
vatten samen
resumen (inf. resumir)
la idea
idee, gedachte
het komt overeen met
corresponde (inf. corresponder)
lejanos/as
ver
tranquilos/as
rustig
el contacto
contact
el cuadro
tabel
a tu derecha
aan jouw rechterzijde, rechts
la derecha
rechts
la estacin del ao
periode van het jaar
el ao
jaar
el transporte
vervoer
5. Se busca compaero de viaje
se busca
ests preparando
has encontrado
(p. perfecto de encontrar)
tenemos (inf. tener)
tener plazas libres
el todoterreno
los/las interesados/as
llamar
expresar
los motivos
la eleccin
el apartamento
Andaluca
los viajes organizados
los viajes
los pueblos
el viaje organizado
ida y vuelta
la ida
la vuelta
el/la gua
el precio
entre (imperativo de entrar)
pida (imperativo de pedir)
el sol
el mar
la tranquilidad
la ocasin
barato/a
agosto
cerca de
gezocht
je bereidt net voor
je hebt gevonden
wij hebben
plaatsen vrij hebben
terreinwagen
genteresseerden, belangstellenden
bellen; roepen
uitdrukken, uiten
redenen
keuze
appartement
Andalusi
georganiseerde reizen
reizen
volken
georganiseerde reis
retour
heenreis
terugreis
gids
prijs
loop binnen
vraag
zon
zee
rust
(buiten)kans
goedkoop
augustus
dichtbij
6. Benisol.com
la costa
mediterrneo/a
el pueblo
imaginario/a
la web
decide (imperativo de decidir)
pequeo/a
el paraso
est situado/a
situar
junto a
el mar Mediterrneo
al norte de
el norte
la infraestructura
turstico/a
magnficos/as
el clima
hacen de (inf. hacer + de)
maravilloso/a
todo tipo de
los/las visitantes
los lugares de inters
el inters
el centro antiguo
el centro
antiguo/a
los edificios
el siglo XIX
principios del XX
el siglo
las calles
estrechos/as
pequeos/as
la plazuela
el mercado
conservan (inf. conservar)
el encanto
mediterrneos/as
la iglesia
barroco/a
la arena
blanco/a
suave
numerosos/as
los servicios
las instalaciones
practicar
los deportes nuticos
los deportes
nuticos/as
paseo Martimo
el alojamiento
el hotel
la pensin
el hostal
el cmping
llegar
la autopista
la salida
los trenes directos
kust, kuststreek
mediterraan
dorp
denkbeeldig
website
beslis
klein
paradijs
is gesitueerd
situeren
bij, vlakbij
Middellandse Zee
ten noorden van
noord(en)
infrastructuur
toeristische
prachtige
klimaat
maken van
buitengewoon
elk type
bezoekers
hier: bezienswaardigheden
belang
oude centrum
centrum, middelpunt
oud
gebouwen
negentiende eeuw
begin twintigste eeuw
eeuw
straten
nauwe
kleine
pleintje
markt
behouden, bewaren, in stand
houden
charme
mediterrane
kerk
barokke
zand
wit
zacht
talrijke
diensten; toiletten
faciliteiten
beoefenen
watersporten
sporten
zeevaart-, nautisch
(strand)boulevard
onderdak
hotel
pension
(goedkoop) hotel (vaak bij mensen thuis; vgl. bed & breakfast)
camping
aankomen
(auto)snelweg
hier: afslag
rechtstreekse treinen
los trenes
directos/as
principales
los alrededores
las excursiones
el paraje natural
el desierto
el senderismo
la flora
la fauna
el archipilago
de gran inters
ecolgico/a
las termas marinas
la talasoterapia
el parque acutico
acutico/a
las atracciones
acuticos/as
fjate (imperativo de fijarse)
el mximo de
reconozcas
(pres. de subjuntivo de reconocer)
formad (imperativo de formar)
a partir de
gana (inf. ganar)
forme
(pres. de subjuntivo de formar)
las estructuras
siguientes
hay
cerca de
est a 5 km de
el hotel de cuatro estrellas
7. Dos cmpings
los cmpings
Por qu?
comntalo
(imperativo de comentar)
la peluquera
el minigolf
la piscina
la lavandera
la sauna
la discoteca
el restaurante
el gimnasio
la guardera
el cajero automtico
porque
8. Un lugar que me gusta mucho
donde
has estado (p. perfecto de estar)
recientemente
prepara (imperativo de preparar)
individualmente
treinen
directe, rechtstreekse
voornaamste, belangrijkste
omstreken, omgeving, periferie
excursies
natuurpark
woestijn
wandelsport, wandeltoerisme
flora
fauna
archipel, eilandengroep
van groot belang, heel belangrijk
ecologisch, milieuwarmwaterzeebronnen,
thermen
thalassotherapie (behandeling
van ziekten met behulp van
zeelucht, zeebaden enz.)
waterpretpark
waterattracties
waterlet goed op
het maximum aantal
je herkent
vorm
op basis van
wint
vormt
constructies, samenstellingen
volgende
er zijn, er is
dichtbij
het bevindt zich op 5 kilometer
van
viersterrenhotel
campings
Waarom?
bespreek het
la presentacin
bonito/a
Asturias
Perdona
bonitos/as
tranquilo/a
los Picos de Europa
cerca
presentatie
mooi
Asturi
pardon!
mooie
rustig
gebergte in Noordwest-Spanje
dat is uitgeroepen tot nationaal
park
dichtbij
9. Vacaciones en grupo
marca (imperativo de marcar)
las posibilidades
el coche particular
el autobs
la montaa
el campo
el alojamiento
el albergue de juventud
el albergue
la juventud
alquilado/a
formula (imperativo de formular)
por eso
ir
alojarme (inf. alojarse)
tuyos/as
kruis aan
mogelijkheden
eigen auto
(auto)bus
berg
platteland
onderdak
jeugdherberg
herberg
jeugd
gehuurd, verhuurd
stel op, formuleer
daarom
gaan
verblijven
jouw, van jou
10. Morillo de Tou o Yucatn

Yucatn
en primer lugar
formis (inf. formar)
el ejercicio
las opciones
leed (imperativo de leer)
el centro
abandonado/a
los aos 60
rehabilitado/a
el sindicato
Aragn
el conjunto histrico-artstico
kapper
midgetgolf
zwembad
wasserij
sauna
discotheek
restaurant
gymzaal, sportschool
crche
geldautomaat
omdat
waar
je bent geweest
onlangs
bereid voor
individueel
el castillo
las murallas
el parque nacional
los deportes de montaa
el esqu
el centro social
gtico/a
cisterciense
restaurado/a
las caravanas
la residencia
rehabilitados/as
Cancn
extico/a
las semanas
la pennsula
8
Ocho
schiereiland in het zuidoosten

van Mexico
allereerst; op de eerste plaats
jullie vormen
oefening
opties
lees
centrum
verlaten
de jaren zestig
gerehabiliteerd, gerenoveerd
vakbond
autonome regio in het noordoosten van Spanje
hier: artistiek-historische
bezienswaardigheid
kasteel, burcht
stadsmuren
nationaal park
bergsport
ski(sport)
ontmoetingscentrum
gotisch
cistercinzergerestaureerd
caravans
pension
gerenoveerde
vakantieoord op het schiereiland
Yucatn
exotisch
weken
eiland
9
Nueve
VOCABULARIO
el vuelo
u (o)
deportivos/as
maya
la era
la pirmide
el observatorio astronmico
el sur
semitropical
junio
septiembre
las lluvias
intermitentes
provocan (inf. provocar)
el calor
hmedo/a
las temperaturas
entre
los grados
enero
agosto
las carreteras
tursticos/as
mayas
buenos/as
los hoteles
las agencias
organizan (inf. organizar)
posible
alquilar
de acuerdo
debis (inf. deber)
poneros de acuerdo
las fechas
11. El plan de cada grupo
el plan
explica (inf. explicar)
la opcin
ha elegido (p. perfecto de elegir)
las razones
usar
la explicacin
salir (g)
regresar
queremos (inf. querer)
alojarnos (inf. alojarse)
pasar un da
preferimos (inf. preferir)
12.
la agencia de publicidad
ha elaborado
(p. perfecto de elaborar)
elaborar
el anuncio
llenos/as de
el acueducto
las catedrales
gticos/as
pasear
los museos
VOCABULARIO
vlucht
of
sportmayatijdperk
piramide
sterrenwacht
zuiden
subtropisch
juni
september
regens, neerslag
met tussenpozen optredend
ze veroorzaken, hebben tot
gevolg
hitte
vochtig
temperaturen
tussen
graden
januari
augustus
hoofdwegen
toeristische
mayagoed, aangenaam
hotels
bureaus, agentschappen
organiseren
mogelijk
huren
afgesproken, akkoord
jullie moeten
het eens worden
data
plan, voornemen
legt uit
optie, keuze
heeft gekozen
redenen
gebruiken
uitleg
vertrekken
terugkomen, teruggaan
wij willen
verblijven
een dag doorbrengen
het liefst willen we
reclamebureau
heeft opgesteld
vervaardigen, uitwerken,
uitdenken
advertentie
vol
aquaduct
kathedralen
gotische
gaan wandelen
musea
castellano/a
la ruta
el Duero
el Camino de Santiago
los castillos
los monasterios
descansar
elaboris (inf. elaborar)
escribid (imperativo de escribir)
el eslogan
pensad (imperativo de pensar)
las imgenes
elegid (imperativo de elegir)
guste
(pres. de subjuntivo de gustar)
13.
elige (inf. elegir)
figure
(pres. de subjuntivo de figurar)
pregunta (inf. preguntar)
sabe (inf. saber)
el punto
al final
ha obtenido
(p. perfecto de obtener)
encuentran (inf. encontrar)
da (imperativo de dar)
las pistas
dar pistas
el ro
el lago
la isla
el este
el oeste
lejos de
Castiliaans
route
Duero (rivier die ontspringt in
Noord-Spanje en door NoordPortugal naar de Atlantische
Oceaan stroomt)
pelgrimsweg naar Santiago de
Compostela
kastelen
kloosters
uitrusten
julie stellen op
schrijf
slogan, slagzin
denk na over
beelden
kies
jullie vinden leuk
kiest
hij/zij komt voor
hij/zij vraagt
hij/zij weet
punt
uiteindelijk
hij/zij heeft behaald
vinden
geef
aanwijzingen
aanwijzingen geven
rivier
meer
eiland
oosten
westen
ver (van)
Unidad 4:
Gente de compras
las compras
het winkelen; boodschappen
1. Gentishop, centro comercial

el centro comercial
las tiendas
venden (inf. vender)
los electrodomsticos
los medicamentos
la ropa
los pasteles
los libros
las joyas
los zapatos
el papel
los cosmticos
los artculos de deporte
las bebidas
las flores
las postales
la perfumera
winkelcentrum
winkels
ze verkopen
huishoudelijke apparaten
geneesmiddelen
kleding
taarten, gebak
boeken
sieraden
schoenen
papier; rol
cosmeticaproducten
sportartikelen
drank
bloemen
ansichtkaarten
parfumerie
la farmacia
los calzados
la joyera
la pastelera
la librera
la papelera
el supermercado
la bodega
2. La lista de Daniel
va de compras (ir + de compras)
apotheek
schoeisel, schoenen
juwelier
banketbakkerij
boekhandel
kantoorboekhandel
supermarkt
wijnhandel
las botellas
el cava
la americana
la espuma de afeitar
las aspirinas
el desodorante
las pilas
el CD virgen
el/la gato/a
los calcetines
los sobres
el peridico
el pauelo
el reloj
el pastel de cumpleaos
las cruces
la droguera
el quiosco
la tienda
la floristera
los muebles
gaat inkopen doen, gaat

winkelen
(in)kopen
verscheidene, verschillende
geschenk, cadeau
verloofde (m/v); bruidegom/
bruid; vriend(in)
flessen
cava (Spaanse champagne)
colbert, jasje
scheerschuim
aspirines
deodorant
batterijen
onbeschreven cd
kat (m/v)
sokken
enveloppen
krant
sjaal; zakdoek
horloge; klok
verjaardagstaart
kruisjes
drogisterij
kiosk
winkel, zaak
bloemenzaak
meubels
3. Las compras de Daniel

precioso/a
demasiado
caro/a
el perfume
fuerte
nuevo/a
negro/a
solo
la talla
azul
lo siento
segundo/a
la planta
el tubo
la bolsa
la orqudea
los dilogos
falta (inf. faltar)
la frase
Cunto vale?
cunto?
valer (g)
las tarjetas
prachtig, schitterend
te veel, te zeer
duur
parfum
sterk, hevig
nieuw
zwart
alleen
maat
blauw
het spijt me
tweede
etage; plant
buisje
zak; beurs
orchidee
gesprekken
ontbreekt
zin
hoeveel kost het?
hoeveel?
kosten, waard zijn
bankpassen
comprar
varios/as
el regalo
el/la novio/a
comprueba
(imperativo de comprobar)
di (imperativo de decir)
N
se prueba (inf. probarse)
pagar
busca (inf. buscar)
compra (inf. comprar)
el ticket
caros/as
baratos/as
4. Cunto cuesta?
Cunto cuesta?
costar (ue)
identificar
los yenes
los reales
las libras
las rupias
los euros
los sucres
zeg
nr./nummer (afkorting van
nmero)
hij/zij past
betalen
hij/zij zoekt
hij/zij koopt
(kassa)bon
duur
goedkoop
los dlares
hoeveel kost het?

kosten
herkennen
yen (Japanse munteenheid)
real (munteenheid van Brazili)
pond
roepia
euro
sucre (munteenheid van
Ecuador)
kroon
peso (munteenheid van diverse
landen in Latijns-Amerika)
bolivar (Venezolaanse munteen
heid)
dollar
5. Cien mil millones

la serie
reeks
6. Estas?
las gorras
adecuados/as
las decisiones
petten
geschikt, passend
beslissingen, besluiten
7. Tienes ordenador?
el ordenador
consumista
el lavavajillas
la cmara de vdeo
el DVD
la tienda de campaa
la moto
los patines
el microondas
los esqus
la lavadora
el telfono mvil
necesitas (inf. necesitar)
computer
consument
afwasmachine
videocamera
dvd
tent
motor
(rol)schaatsen
magnetron
skis
wasmachine
mobiele telefoon
je hebt nodig
8. Ropa adecuada
adecuado/a
los sitios
ponerse (g)
disctelo (imperativo de discutir)
la reunin de trabajo
elegante
los pantalones
las chaquetas
geschikt, passend
plaatsen
aantrekken
bespreek het
werkbespreking
elegant, chic
broek
colberts, jasjes
las coronas
los pesos
los bolvares
10
Diez
controleer, stel vast
11
Once
VOCABULARIO
las camisas
la falda
el vestido
los zapatos
las botas
las cazadoras
el jersey
los vaqueros
la camiseta
rojo/a
serio/a
clsico/a
informal
juvenil
9. Una fiesta
necesitis (inf. necesitar)
traer
se encarga (inf. encargarse)
necesitamos (inf. necesitar)
los discos
VOCABULARIO
overhemden
rok
jurk
schoenen
laarzen
(wind)jacks
trui, pullover
spijkerbroek
T-shirt
rood
serieus, ernstig
klassiek
informeel, ongedwongen
jeugdig, jeugdjullie hebben nodig
meenemen
zorgt voor
we hebben nodig
(grammofoon)platen; cds
10. Premios para elegir

los premios
prijzen
la galera comercial
winkelcentrum
han tocado (p. perfecto de tocar) hier: je hebt gewonnen
el familiar
familielid
el/la amigo/a
vriend(in)
el sof
bank, sofa
la tele
televisie
11. Qu le regalamos?
regalamos (inf. regalar)
proponen (inf. proponer)
12. Felicidades
felicidades
el cumpleaos
las necesidades
los animales
cocinas (inf. cocinar)
practicas (inf. practicar)
haced (imperativo de hacer)
13. De compras
representaremos
(futuro de representar)
la escena
FELIZ NAVIDAD
feliz Navidad
propios/as
respecto a
la Navidad
los tres Reyes Magos
Oriente
los camellos
llegan (inf. llegar)
la noche
las cartas
quieren (inf. querer)
ltimos/as
diciembre
la Nochebuena
we geven
ze stellen voor
hartelijk gefeliciteerd
verjaardag
behoeften
dieren
je kookt
hier: je doet aan (een sport)
hier: stel
we zullen naspelen
scne
Gelukkig kerstfeest
eigen
wat betreft
Kerstmis
Driekoningen
Oosten
kamelen
komen aan
nacht
brieven
ze willen
laatste
december
kerstavond
el Pap Noel
queridos/as
las Navidades
la mueca
los patines en lnea
el juguete
el carbn
malo/a
los/las abuelitos/as
muchas gracias
kerstman
beste, lieve
kerst, kersttijd
pop; pols
inline skates
speelgoed
roet; kolen
gemeen, vervelend
grootouders (m/v)
hartelijk dank
14.
la carta
brief
15.
las situaciones
invitan (inf. invitar)
el vino
la colonia
el electrodomstico
dar las gracias
el favor
el disco
el licor
se casan (inf. casarse)
el dinero
visitamos (inf. visitar)
el hospital
los bombones
las ocasiones
situaties
ze nodigen uit
wijn
eau de cologne
huishoudelijk apparaat
bedanken
gunst
(grammofoon)plaat; cd
likeur
ze trouwen
geld
we bezoeken
ziekenhuis
bonbons
gelegenheden, momenten
Unidad 5:
Gente en forma
1. Para estar en forma
estar en forma
aadir
duermo (inf. dormir)
demasiados/as
bebo (inf. beber)
el agua (f)
la fruta
ando (inf. andar)
fumo (inf. fumar)
tomo (inf. tomar)
el alcohol
el caf
la fibra
el yoga
los dulces
el tiempo
estoy sentado
la carne
el azcar
las verduras
en comn
dormimos (inf. dormir)
in vorm blijven
toevoegen
ik slaap
te veel
ik drink
water
fruit
ik loop, ik ga
ik rook
ik neem, ik neem in
alcohol
koffie
vezel
yoga
zoetigheid, snoepgoed
tijd
ik zit
vlees
suiker
groenten
gemeen, gemeenschappelijk
wij slapen
2. El cuerpo en movimiento
el cuerpo
en movimiento
la salud
el suplemento
semanal
lichaam
in beweging
gezondheid
bijlage
wekelijks
los ejercicios fsicos

las instrucciones
realizar
mantenerse en forma
fcil
el pecho
el cuello
la actividad fsica
fundamental
ayuda (inf. ayudar)
perder (ie)
el peso
mantiene (inf. mantener)
el tono
los msculos
ser necesario/a
complicados/as
sofisticados/as
recomendables
los ejercicios
simples
efectivos/as
adems
a continuacin
de pie
las piernas abiertas
las piernas
abiertos/as
las manos
juntos/as
detrs de
la cabeza
girar
la izquierda
las partes del cuerpo
descubrir
lichamelijke oefeningen
aanwijzingen, instructies
uitvoeren
in vorm blijven
makkelijk
borst
hals, nek
lichaamsbeweging
essentieel
het helpt
verliezen
gewicht
onderhoudt
spankracht
spieren
noodzakelijk, nodig zijn
moeilijk, gecompliceerd
gekunsteld
aan te raden
oefeningen
eenvoudig
effectief, doeltreffend
bovendien
hierna; hieropvolgend
staand
wijdbeens
benen
geopend; gespreid
handen
gevouwen
achter
hoofd
draaien
links
lichaamsdelen
ontdekken, vinden; hier: te
weten komen
describir
beschrijven
la espalda
rug
el corazn
hart
sentados/as (participio de sentarse) zittend
las rodillas
knien
los codos
ellebogen
el suelo
grond
la pierna
been
doblado/a (participio de doblar) dubbelgevouwen
hacia atrs
achteruit
uitgestrekt
estirado/a (participio de estirar)
los brazos
armen
el pie
voet
cambiar
veranderen, wisselen
tumbarse
gaan liggen
apoyados/as (participio de apoyar) rustend op
levantar
optillen, opheffen
colocar
plaatsen
enfrente de
tegenover
los ojos
ogen
abrir
spreiden; openen
juntar
samenbrengen
3. Hacen deporte los espaoles?

el programa
la radio
programma
radio
sale (inf. salir)

las entrevistas
los/las entrevistados/as
deportista
esqua (inf. esquiar)
gaat naar buiten

interviews, gesprekken
genterviewden
sportief
hij skiet
4. La cabeza, el pie, la boca

la boca
dar la orden
la orden
el ejemplo
sigue (inf. seguir)
modificar
la postura
sucesivamente
se equivoca (inf. equivocarse)
quedar fuera
el/la ltimo/a
tocarse
el codo
la cintura
la mano
bajar
derecho/a
la rodilla
izquierdo/a
hacia delante
mond
het bevel geven
bevel
voorbeeld
voert het uit
veranderen
houding
verder
zich vergist
afvallen
laatste
aanraken
elleboog
taille, middel
hand
laten zakken; dalen
rechterknie
linkernaar voren
5. Causas del estrs

las causas
el estrs
los sntomas
la entrevista
distinto/a
el fin de semana
frecuentemente
los asuntos
el trabajo
deprisa
a todas partes
desayunar
haciendo (gerundio de hacer)
al mismo tiempo
ponerse nervioso/a
los atascos
el trfico
inmediatamente
el/la mdico/a
ante
cualquier
el sntoma
menos de
las horas
durante
levantarse
acostarse
la hora
sufrir
oorzaken
stress
symptomen
interview
verschillend
weekend
vaak
zaken, aangelegenheden
werk
snel, haastig
overal heen
ontbijten
doen; aan het doen (zijn)
tegelijkertijd
nerveus worden
files
verkeer
onmiddellijk
arts (m/v)
bij; voor
ieder
symptoom, verschijnsel
minder dan
uur
tijdens
opstaan
naar bed gaan
uur; tijd
lijden
6. Malas costumbres para una vida sana

la vida
leven
sano/a
gezond
entrevistar
interviewen
12
Doce
13
Tre c e
VOCABULARIO
llevar
en general
el consejo
la verdura
doy un paseo
doy (inf. dar)
VOCABULARIO
leiden
in het algemeen
advies
groente
ik maak een wandeling
ik geef; hier: ik maak
7. Nuestra gua para vivir 100 aos en forma

men moet; je moet
hay que
en otras palabras
met andere woorden
importantes
belangrijk
la alimentacin
voeding
evenwicht
el equilibrio
anmico/a
geestelijk
las reglas
regels
la casilla
hokje
el pescado
vis
alcohlicos/as
alcoholisch
controlar
controleren
el peso
gewicht
la importancia
belang, betekenis
consumir
consumeren, eten
menos
minder
mejor
beter
disfrutar
genieten
el tiempo libre
vrije tijd
las relaciones
relaties, verhoudingen
agradables
aangenaam, prettig, gezellig
diario/a
dagelijks
los horarios
tijdschemas, roosters
regulares
regelmatig
con calma
rustig
ir a dormir
gaan slapen
levantarse
opstaan
la ayuda
hulp
el diccionario
woordenboek
mustrasela
laat ze zien
(imperativo de mostrar)
8. Vamos a informarnos
trabajaremos (futuro de trabajar)
realizaremos (futuro de realizar)
la tarea
individual
la lectura
el miembro
debe (inf. deber)
extrae (inf. extraer)
principal
importante
conseguir (i)
actualmente
delante de
sin embargo
estar preparado/a
conviene (inf. convenir)
ya que
fuertes
violentos/as
el golf
ideal
tan
medio/a
la forma
we gaan werken
we zullen uitvoeren
taak
individueel
lezen
lid
hij/zij moet
hij/zij haalt eruit
voornaamste, belangrijkste
belangrijk
bereiken
tegenwoordig
voor
toch, niettemin
is gebouwd om
het is aan te bevelen
aangezien
sterk, stevig, krachtig
heftig, hevig
golf
ideale
even
half
manier, wijze
regular
regelmatig
constant, voortdurend
constante
las veces
keer
por semana
per week
el control
controle
voedingsmiddelen
los alimentos
wij nemen tot ons, wij eten
tomamos (inf. tomar)
normalmente
gewoonlijk
ze eten
comen (inf. comer)
engordar
dik worden
gordo/a
dik
el problema
probleem
in feite
de hecho
las sociedades
maatschappijen, samenlevingen
occidentales
westers
enfermo/a
ziek
a causa de
wegens
el exceso
teveel, overdaad
aconsejable
aan te bevelen
las grasas
vetten
el chocolate
chocolade
reducir
verminderen, beperken
la cantidad
hoeveelheid
la grasa
vet
rico/a
rijk
las protenas
protenes, eiwitten
el queso
kaas
la dieta
dieet
como mnimo
minstens, ten minste
a la plancha
gegrild
los fritos
gefrituurde gerechten
la salsa
saus; salsa
las frutas
fruit
bevatten
contienen (inf. contener)
la fibra
vezel
la Organizacin Mundial de la Salud (OMS)
Wereldgezondheidsorganisatie
beveelt aan
recomienda (inf. recomendar)
un mnimo de
een minimum van
los gramos
gram
diarios/as
dagelijks
tan como
net zo als
el carcter
karakter
impaciente
ongeduldig
violento
opvliegend; heftig, hevig
introvertido/a
introvert, in zichzelf gekeerd
los riesgos
risicos
extrovertido/a
extravert, open
sin prisas
zonder haast
por otra parte
anderzijds
los estudios
studies
las investigaciones
onderzoeken
leggen; vestigen
establecer (zc)
la relacin
verband
directo/a
direct, rechtstreeks
las emociones
emoties, gevoel
negativos/as
negatief
la preocupacin
bezorgdheid, angst
las enfermedades
ziekten
la muerte
dood
draagt bij aan
contribuye (inf. contribuir)
aumentar
doen toenemen, doen stijgen
positivo/a
positief
evitar
vermijden
los sentimientos
la culpabilidad
finalmente
suponer (g)
acostarse
la comida
la cena
gevoelens
schuld, schuldgevoel
ten slotte
betekenen; veronderstellen
naar bed gaan
middageten
avondeten
9. El contenido de nuestra gua

el contenido
los miembros
exponer (g)
sucesivamente
inhoud
leden
uiteenzetten
na elkaar, achtereenvolgens
10. Elaboramos la gua?

la introduccin
escrito/a (participio de escribir)
las recomendaciones
la esperanza de vida
mayor
adoptar
las formas de vida
preparen
(pres. de subjuntivo de preparar)
la vejez
feliz
hemos seleccionado
(p. perfecto de seleccionar)
los consejos
es conveniente
SALUD, DINERO Y AMOR
el amor
famoso/a
la frmula
la felicidad
las encuestas
confirmar
fsicamente
moralmente
bastante
nunca
casi nunca
la falta de
la libertad
los minutos
europeos/as
el/la doctor/a
el/la especialista
el tema
cultural
cenar
ms tarde que
exactamente
el resto de
Europa
tradicional
la siesta
ser frecuente
confiesa (inf. confesar)
los fines de semana
un rato
inleiding
geschreven
adviezen
levensverwachting
hoger, groter
overnemen
manier van leven
ze bereiden voor
ouderdom
gelukkig
we hebben uitgekozen
adviezen
het is raadzaam
liefde
beroemd, bekend
formule
geluk
enqutes
bevestigen
fysiek, lichamelijk
moreel gezien
behoorlijk, tamelijk, redelijk
nooit
bijna nooit
gebrek aan
vrijheid
minuten
Europese
dokter (m/v)
deskundige, specialist (m/v)
onderwerp, thema
cultureel
eten (s avonds), dineren
later dan
precies, exact
de rest van
Europa
traditioneel
sista, middagslaapje
vaak/veel voorkomen,
gebruikelijk zijn
hij/zij geeft toe
weekends
een poos, een tijdje
la mayora
het merendeel
voor
frente a
el televisor
televisietoestel
fijo/a
vast
todava
nog steeds
buitenland
el extranjero
la tele
televisie
el entretenimiento
vermaak, afleiding, ontspanning
preferido/a (participio de preferir) favoriet, voorkeurscuarto/a
vierde
la posicin
plaats
concretamente
om precies te zijn
gemiddeld
de media
los/las alemanes/as
Duitsers (m/v)
los/las franceses/as
Fransen (m/v)
los/las italianos/as
Italianen (m/v)
los/las britnicos/as
Britten (m/v)
salir de tapas
tapas gaan eten in verschillende
bars na elkaar
la diversin
afleiding, ontspanning
favorito/a
favoriet
gastar
uitgeven
los espectculos
voorstellingen
los conciertos
concerten
el teatro
theater
los hoteles
hotels
los cafs
cafs
jams
nooit
la msica clsica
klassieke muziek
el estudio
studie
reciente
recent, nieuw
indicar
aanwijzen, aanduiden
los problemas
problemen
la comida rpida
fastfood
ganar terreno
terrein/veld winnen
ningn/una
geen enkel(e)
la natacin
(het) zwemmen
practicados/as
beoefende
(participio de practicar)
solos/as
alleen
gracias
nee bedankt
sin duda
zonder twijfel
importantsimos/as
zeer belangrijk
la amistad
vriendschap
suficientes
voldoende, genoeg
orgullosos/as
trots
opinar
van mening zijn, vinden
descuidar
verwaarlozen
11.
referido/a (participio de referir)
Unidad 6:
Gente que trabaja
1. Las profesiones de la gente
las profesiones
el edificio
la letra
el/la empleado/a de banca
el/la guarda de seguridad
el/la traductor/a
14
C a t o rc e
gerelateerd aan; hier: als het

betrof
beroepen
gebouw
letter
bankemploy (m/v)
beveiligingsbeambte (m/v)
vertaler/vertaalster
15
Quince
VOCABULARIO
el/la dependiente/a
el/la abogado/a
el/la mensajero/a
el/la dentista
el/la arquitecto/a
el/la taxista
el/la albail
el/la pintor/a
el/la vendedor/a de coches
el bufete de abogados
la clnica dental
el estudio de arquitectura
el servicio de traducciones
2. Cualidades
las cualidades
necesarios/as
organizado/a
dinmico/a
creativo/a
comunicativo/a
estar dispuesto/a a
estar acostumbrado/a a
mandar
convencer (z)
la experiencia
el ttulo universitario
VOCABULARIO
verkoper/verkoopster,
winkelbediende (m/v)
advocaat/advocate
koerier (m/v)
tandarts (m/v)
architect(e)
taxichauffeur (m/v)
metselaar (m/v)
schilder(es); huisschilder (m/v)
autohandelaar (m/v)
advocatenkantoor
tandartspraktijk
architectenbureau
vertaalbureau
la paciencia
el carn de conducir
eigenschappen
nodig
georganiseerd
dynamisch
creatief
spraakzaam, communicatief
bereid zijn (om)
gewend zijn (om/aan)
leiding geven; sturen, zenden
overtuigen, overreden
ervaring
academische/universitaire graad,
bul
een verzorgd uiterlijk hebben,
representatief voorkomen
hebben
geduld
rijbewijs
3. Vuestras profesiones
an
el futuro
la construccin
nog
toekomst
bouw
tener buena presencia
4. Profesiones interesantes, aburridas, seguras, peligrosas

aburridos/as
saai; vervelend
seguros/as
veilig
peligrosos/as
gevaarlijk
el aspecto
aspect
negativo/a
negatief
el/la farmacutico/a
apotheker(es)
el/la msico
musicus (m/v), muzikant(e)
el/la agricultor/a
landbouwer (m/v), boer(in)
el/la asistente social
maatschappelijk werker/-ster
el/la camionero/a
vrachtwagenchauffeur (m/v)
el/la cartero/a
postbode (m/v)
el/la maestro/a
onderwijzer/es
el/la polica
politieagent/e
el/la psiclogo/a
psycholoog (m/v)
peligroso/a
gevaarlijk
variado/a
gevarieerd, afwisselend
seguro/a
zeker, veilig
autnomo/a
zelfstandig, onafhankelijk
los/las taxistas
taxichauffeurs (m/v)
los/las mdicos/as
artsen (m/v), dokters (m/v)
montono/a
eentonig, monotoon
duro/a
zwaar
aburrido/a
saai, vervelend
peligroso/a
difcil
estresante
los accidentes
desagradables
la responsabilidad
5. Alicia busca empleo
ha pasado (p. perfecto de pasar)
vuelve (inf. volver)
el empleo
la agencia de colocacin
ha estudiado
(p. perfecto de estudiar)
ha trabajado
(p. perfecto de trabajar)
ha vivido (p. perfecto de vivir)
valorar
el perfil
se adecua (inf. adecuarse)
presentarse
gevaarlijk
moeilijk
stress veroorzakend
ongelukken
onaangenaam
verantwoordelijkheid
heeft doorgebracht
ze keert terug
baan
arbeidsbemiddelingsbureau,
uitzendbureau
hij/zij heeft gestudeerd
hij/zij heeft gewerkt
hij/zij heeft gewoond

inschatten
profiel
is passend/geschikt
zich kandidaat stellen;
solliciteren
ponerse de acuerdo
het eens worden, tot overeenstemming komen
word/kom
poneos (imperativo de ponerse)
solicitar
verzoeken; hier: zoekt/is op zoek
naar
multinacional
multinational
farmacutico/a
farmaceutisch
el/la vendedor/a
verkoper/verkoopster
requerido/a (participio de requerir) gezocht
la Licenciatura en Farmacia
doctorandustitel farmacie
la Licenciatura en Biologa
doctorandustitel biologie
las ventas
verkoop
la disponibilidad
beschikbaarheid
todo/a
heel, helemaal, al
el don de gentes
goede contactuele eigenschappen
los conocimientos
kennis
(aan)bieden
ofrecer (zc)
el contrato laboral
arbeidsovereenkomst, arbeidscontract
aanmelding, inschrijving
el alta (f)
la Seguridad Social
ziekenfonds
el momento
moment, tijdstip
la incorporacin
indiensttreding
la formacin
opleiding
a cargo de
op kosten van
el sueldo
salaris
la comisin
provisie, commissie
el ambiente de trabajo
arbeidsklimaat
el vehculo
vervoermiddel
los gastos pagados
onkostenvergoeding
a mano
handgeschreven
el currculo / el CV /
c.v.
el currculum vitae
mecanografiado/a
getypt
(participio de mecanografiar)
lder
toonaangevend, leidend
dietticos/as
dieetel Titulado superior
houder van een diploma hoger
onderwijs
el Departamento de Marketing afdeling marketing
la Licenciatura en Bioqumica
doctorandustitel biochemie
internacional
el sector
el nivel
avanzado/a
inmediato/a
enviar
urgentemente
el laboratorio
la sede
se requiere (inf. requerir)
universitario/a
la Medicina
la Qumica
la investigacin
el dominio
hablado/a (participio de hablar)
el italiano
el portugus
hablados/as (participio de hablar)
la capacidad
liderar
la remuneracin
el candidato/a
tcnico/a
comercial
la duracin
debern (futuro de deber)
remitir
detallado/a (participio de detallar)
6. Curiosos famosos
curiosos/as
los/las famosos/as
tratad de
(imperativo de tratar + de)
recordar (ue)
imaginad (imperativo de imaginar)
consiga
(pres. de subjuntivo de conseguir)
ha sido (p. perfecto de ser)
pagado/a (participio de pagar)
ha cobrado (p. perfecto de cobrar)
ha hecho (p. perfecto de hacer)
romnticos/as
ha pertenecido a
(p. perfecto de pertenecer)
la Iglesia de la Cienciologa
estar casado
ha participado
(p. perfecto de participar)
las misiones imposibles
los trofeos
la publicidad
ha vendido (p. perfecto de vender)
traducir
aproximadamente
la Amnista Internacional
los adolescentes
el padre / la madre
las pelculas
ha recibido (p. perfecto de recibir)
el/la administrativo/a
internationaal
sector
niveau
gevorderd, vergevorderd
onmiddellijk
sturen
met spoed
laboratorium
vestiging, zetel
vereist
universitair, academisch
geneeskunde, medicijnen
scheikunde
onderzoek
beheersing
mondeling
Italiaans
Portugees
mondelinge
vaardigheid
leiden
beloning
kandidaat (m/v)
technisch
commercieel
duur
zullen moeten
sturen
gedetailleerd
la Compaa Telefnica Nacional Espaola

Spaanse Telefoonmaatschappij
el cine
bioscoop, film
la telenovela
soap, televisiefeuilleton
mexicano/a
Mexicaans
heeft overtroffen
ha superado
(p. perfecto de superar)
superar
overtreffen
artiest(e), kunstenaar/kunstenael/la artista
res
en solitario
solo
vendidos/as (participio de vender) verkocht
kortom; alles bij elkaar
en total
ha llegado (p. perfecto de llegar) heeft het gebracht tot, heeft
bereikt
las copias
kopien; hier: exemplaren
los Estados Unidos
Verenigde Staten
los/las futbolistas
voetballers/voetbalsters
anuales
jaarlijks, per jaar
pobre
arm
los souvenirs
souvenirs
ha jugado (p. perfecto de jugar) heeft gespeeld
je hebt gezien
has visto (p. perfecto de ver)
el tiempo verbal
werkwoordstijd
subraya (imperativo de subrayar) onderstreep
encuentres
je komt tegen
(pres. de subjuntivo de encontrar)
averiguar
afleiden
formarse
zich vormen
el infinitivo
infinitief
eigenaardig, merkwaardig
beroemdheden (m/v)
probeer
7. Nuestros famosos
los/las polticos
los/las artistas
adivinarn (futuro de adivinar)
el caso
el premio Nobel
la literatura
otorgado/a (participio de otorgar)
herinneren
verzin
behaalt, bereikt
hij/zij is geweest
betaald
hij/zij heeft verdiend
hij/zij heeft gemaakt
romantisch
hij/zij is lid geweest van
scientology kerk
getrouwd zijn
heeft gespeeld
onmogelijke missies
trofeen, prijzen
reclame
hij/zij heeft verkocht
vertalen
bij benadering, ongeveer
Amnesty International
pubers, tieners
vader/moeder
films
hij/zij heeft ontvangen
administrateur (m/v),
administratief medewerker (m/v)
8. No he estado nunca en Granada

anotar
noteren
afirmativos/as
positieve
la paella
paella (Valenciaans rijstgerecht
met vis, vlees, groente e.d.)
el tango
tango
la maleta
koffer
el premio
prijs
el poema
gedicht
el globo
(lucht)ballon
enamorarse a primera vista
op het eerste gezicht verliefd
worden
la selva
oerwoud
9. Verdad o mentira?
la verdad
la mentira
por lo menos
el ruso
el chino
el rabe
el conservatorio
la novela
16
Diecisis
politici (m/v)
artiesten, kunstenaars (m/v)
ze zullen raden
geval, zaak, kwestie
Nobelprijs
literatuur
toegekend, verleend
waarheid
leugen
minstens
Russisch
Chinees
Arabisch
conservatorium
roman
17
Diecisiete
VOCABULARIO
los cuentos
hago (inf. hacer)
el ballet clsico
VOCABULARIO
verhalen
ik doe aan
klassiek ballet
10. Anuncios de trabajo: qu piden?

piden (inf. pedir)
ze vragen
hablar de
spreken/praten over
instalarse
zich vestigen
creren
crear
los puestos de trabajo
arbeidsplaatsen
la columna
kolom
progresar
opklimmen, carrire maken
computerprogrammas
los programas informticos
el nivel de lectura
leesvaardigheid
especializado/a
gespecialiseerd
los/las vendedores/as
verkopers/verkoopsters
valorar
waarderen, appreciren
se valorar (futuro de valorar)
hier: gewenst
abierto/a al trato
makkelijk in de omgang
la voluntad
wens, wil
los/las administrativos/as
administratief medewerkers/sters
el conocimiento
kennis
a nivel de usuario
op gebruikersniveau
los/las decoradores/as
decorateurs (m/v)
la decoracin
decoratie, decor
los escaparates
etalages
la aptitud
talent
la sensibilidad
gevoel; gevoeligheid
el producto
product
los mozos de almacn
magazijnbedienden
la disposicin
geschiktheid, aanleg
11. Seleccin de candidatos
la seleccin
los/las candidatos/as
el personal
anterior
de momento
las solicitudes
el puesto
el lugar de nacimiento
el domicilio
actual
el test psicotcnico
licenciado/a en
Psicologa
comunicativo/a
la pintura
el BUP
la FP (formacin profesional)
las artes grficas
los meses
la autoedicin
los autobuses
la iniciativa
el permiso de conducir
el camin
la EGB
la carpintera
el/la recepcionista
selectie
kandidaten
personeel
voor(af)gaand, vorig
vooralsnog
sollicitaties
betrekking, baan
geboorteplaats
woonplaats; (huis)adres
huidig
psychotechnische test
afgestudeerd in
psychologie
spraakzaam, open
schilderkunst
(onderbouw van het voortgezet
onderwijs, basisvorming)
beroepsonderwijs
grafische kunst
maanden
desktop publishing
bussen
initiatief
rijbewijs
vrachtwagen
basisonderwijs
timmerwerk
receptionist(e)
12. Tu ficha
propio/a
reales
imaginarios/as
decidirn (futuro de decidir)
eigen
rel, feitelijk
denkbeeldige
zullen beslissen
VIVIR PARA TRABAJAR O TRABAJAR PARA VIVIR?

Ni ni
noch noch
recent
recientes
demostrar (ue)
aantonen, laten zien
obsesionados/as
geobsedeerd, bezeten
econmicos/as
economisch, financieel
verklaren
declarar
dominar
overheersen
la nota alta
hoog cijfer, hoge beoordeling
la escala
schaal
la satisfaccin
tevredenheid
destacar
benadrukken, onderstrepen
como
als
los elementos
elementen, factoren
positivos/as
positief
el salario
salaris
el horario
rooster, werktijden
el desarrollo
ontwikkeling
personal
persoonlijk
las condiciones laborales
werkomstandigheden
malos/as
slecht
la puntuacin
score
considerar
beschouwen, van mening zijn
dat
el/la jefe/a
chef(fin), hoofd, directeur (m/v)
la estabilidad
stabiliteit, duurzaamheid
en segundo lugar
op de tweede plaats
parecer
lijken
el factor
factor
el dato
gegeven
por cuenta propia
zelfstandig
13.
las prioridades
prioriteiten
realizado/a (participio de realizar) uitgevoerd, verricht
la nota
beoordeling, cijfer
ocupado/a (participio de ocupar)

estar de fiesta
la sensacin
estoy trabajando
salir (g) de copas
ahorrar
la temporada alta
los destinos
exticos/as
la poca
los billetes de avin
los alojamientos
los precios
bajos/as
recorriendo (gerundio de recorrer)
esquiando (gerundio de esquiar)
Rumana
los ejemplos
aprovechar
febrero
marzo
las escapadas
el proyecto
el ao que viene
Rusia
el Transiberiano
Mongolia
la manera
combinar
permitir
la suerte
conmigo
el estudio de diseo
desaparecer (zc)
14.
genial
complicado/a
arriesgado/a
me gustara probarla
probar (ue)
ESTILOS DE VIDA
los estilos de vida
el mes
suficiente
perfecto/a
el ocio
a cambio de
el/la marino mercante
en la actualidad
populares
los barcos
los paseos
el puerto
consistir en
mayo
el ao
alrededor de
la Semana Santa
empezar (ie)
en realidad
manier van leven

maand
genoeg
volmaakt
vrije tijd
in ruil voor
zeeman/zeevrouw op koopvaardijvloot
momenteel
geliefd, populair
boten
tochten
haven
bestaan uit
mei
jaar
rond, omstreeks
Goede Week, Stille Week
beginnen
in feite, eigenlijk
druk
feest vieren; vrij zijn
gevoel, indruk
ik ben aan het werk
uitgaan, stappen
sparen, besparen
hoogseizoen
bestemmingen
exotische
periode, tijd
vliegtickets
onderdak, logies
prijzen
laag
reizen door, trekken door
skin
Roemeni
voorbeelden
gebruik maken van, benutten
februari
maart
uitstapjes
plan, project
komend jaar
Rusland
Trans-Siberi-expres
Mongoli
manier, wijze
combineren
mogelijk maken, in staat stellen
geluk
met mij
ontwerpbureau, vormgevingsstudio
verdwijnen; hier: wegblijven
fantastisch, geweldig
ingewikkeld, lastig
riskant, gewaagd, gedurfd
ik zou het graag (willen) proberen
proberen
15.
siga (pres. de subjuntivo de seguir) volgt
2. Supermercado Blasco
hablar por telfono
el/la cliente/a
el/la seor/a
el pedido
la docena
los huevos
los cartones
la leche entera
la leche
la botella
el vino tinto
las latas
la coca-cola
el paquete
la leche desnatada
el vino blanco
los paquetes
las cantidades
ser (futuro de ser)
hacer el pedido
tomar nota
3. Cocina mexicana
el/la camarero/a
el men del da
las quesadillas
el caldo de cola de buey
el mole pueblano
producten
exporteren
ingredinten
keuken
kikkererwten
tekens
ik heb geproefd
garnalen; gambas
serranoham (rauwe ham)
druiven
citroenen
amandelen
telefonisch in gesprek zijn;

bellen
klant (m/v)
mijnheer/mevrouw
bestelling
dozijn
eieren
pakken
volle melk
melk
fles
rode wijn
blikjes
coca-cola
pak
magere melk
witte wijn
pakken
hoeveelheden
zal zijn
bestelling plaatsen
noteren, opschrijven
el men
la grabacin
entender (ie)
de primero
de segundo
de postre
las aclaraciones
pedido/a (participio de pedir)
4. Dieta mediterrnea
la revista
la gente de hoy
el/la dietista
los tpicos
tijdschrift
mensen van nu
ditist/e
onderwerpen
18
Dieciocho
cava (Spaanse champagne)

asperges
aardbeien
sinaasappels
bananen
tomaten
hazelnoten
olijfolie
olijven
walnoten
kersen
chorizo (Spaanse paprikaworst)
brood
overeenstemmen, het eens zijn
ober, kelner/serveerster
dagmenu
soort gevulde kaasbroodjes
ossenstaartbouillon
Mexicaans eenpansgerecht met
vlees, chili en sesam
chilis in notensaus
creools gerecht met vlees, mas,
kaas, boter en kruiden
menu(kaart)
opname
begrijpen
als voorgerecht, eerste gang
als hoofdgerecht
als nagerecht
uitleg, toelichting
besteld
los chiles en nogada

la capirotada
Unidad 7:
Gente que come bien
1. Productos espaoles
los productos
exportar
los ingredientes
la cocina
los garbanzos
los signos
he probado (p. perfecto de probar)
las gambas
el jamn serrano
las uvas
los limones
las almendras
el cava
los esprragos
las fresas
las naranjas
los pltanos
los tomates
las avellanas
el aceite de oliva
las aceitunas
las nueces
las cerezas
el chorizo
el pan
coincidir
19
Diecinueve
VOCABULARIO
se come bien?
Tradicionalmente
el cordero
un cuarto de litro
el litro
adelgazar
preocupado/a
(participio de preocupar)
las reglas
las recetas
mgicos/as
solucionar
la moda
el organismo
los litros
dos litros y medio
a travs de
o sea
el lquido
aportar
el calcio
los lcteos
el yogur
adulto/a
sobre todo
las comidas
la sal
siendo vegetariano
por supuesto
el secreto
las legumbres
los cereales
la carne roja
las aves de corral
los frutos secos
las hortalizas
la pasta
el arroz
el cuscs
la polenta
las patatas
a diario
las costumbres alimentarias
alimentarse
5. Compras para el men del da
el/la cocinero/a
la hiptesis
las cebollas
el pollo
la carne de ternera
la harina
los pimientos
los calamares
los mejillones
los macarrones
el gazpacho
el cocido madrileo
la escalopa milanesa
la tortilla espaola
los calamares a la romana
la naranja
VOCABULARIO
Eet men goed/gezond?
vanouds
lam(svlees)
kwart liter
liter
afvallen
bezorgd
regels
recepten
magische, toveroplossen
mode
organisme, lichaam
liter
tweenhalve liter
via
dat betekent
vocht
bijdragen
calcium
melkproducten
yoghurt
volwassen
vooral
eten, voedsel
zout
als vegetarir
uiteraard, natuurlijk
geheim
peulvruchten; groenten
graanproducten
rood vlees
pluimvee
noten en gedroogde vruchten
verse groente
pasta
rijst
couscous
polenta
aardappelen
dagelijks
eetgewoontes
zich voeden, eten
kok(kin)
hypothese, veronderstelling
uien
kip
kalfsvlees
meel
paprikas
inktvis
mosselen
macaroni
gazpacho (koude tomatengroentesoep)
stevige vleesbouillon met
groente en kikkererwten
wienerschnitzel
aardappelomelet
gefrituurde inktvisringen
sinaasappel
el flan
la cerveza
6. Es carne o pescado?
Hispanoamrica
aprender
los platos del da
el pulpo a la gallega
el ajoblanco
las migas
soort puddinkje
bier
Latijns-Amerika
leren
dagschotel
stukjes inktvis in olie, zout en
paprika
koude soep met knoflook en
crotons
in olie gebakken stukjes brood
met uien en ham
7. Buenas y malas costumbres

los hbitos alimentarios
el pas de origen
la regin de origen
de nuevo
la carne de cerdo
eetgewoontes
land van herkomst
geboortestreek
opnieuw
varkensvlees
8. De excursin
ir de acampada
el monte
los adultos
all
olvidar
corrige (imperativo de corregir)
aadir
quitar
la mantequilla
el aceite
los espaguetis
la lata
el tomate
los yogures
los pltanos
las manzanas
kamperen
berg
volwassenen
daar
vergeten
corrigeer
toevoegen
verwijderen
boter
olie
spaghetti
blik
tomaat
(bekertjes) yoghurt; yoghurtjes
bananen
appels
9. La tortilla espaola
la tortilla
la cocina
se come
fro/a
caliente
a media maana
el bar de la esquina
el aperitivo
el entrante
el segundo plato
a media tarde
merendar
el alimento
completo/a
equilibrado/a
la fcula
la grasa vegetal
en resumen
la dificultad
pelados/as
cortados/as
las rodajas
finos/as
(gevulde) omelet
keuken
je kunt hem eten
koud
warm
in de loop van de morgen
caf op de hoek
aperitief
voorgerecht
hoofdgerecht
in de loop van de middag
tussentijdse maaltijd laat in de
middag nuttigen; picknicken
voedsel, voeding
volledig
evenwichtig
zetmeel
plantaardig vet
kortom, samengevat
moeilijkheid
geschild
gesneden
schijfjes, plakjes
dunne
la taza
calentar (ie)
la sartn
echar
salar
a fuego lento
blanditos/as
remover (ue)
a menudo
pegarse
la figura
escurrir
batir
mezclar
la cucharada
dejar
la mezcla
el fuego
por cada lado
ms o menos
dar la vuelta
con la ayuda de
los trucos
frer (i)
sacar
un poquito de
kopje
verhitten
koekenpan
toevoegen; gooien
zout toevoegen
op laag vuur
zacht
omroeren
dikwijls, vaak
vastkleven
figuur; hier: afbeelding
afgieten
loskloppen
mengen
eetlepel (als maataanduiding)
laten
mengsel
vuur
aan iedere kant
ongeveer
omdraaien
met behulp van
foefjes, trucs
bakken
weghalen
een (heel) klein beetje
10. Recetas
la receta
fijaos (imperativo de fijarse)
servir (i)
el modelo
recept
kijk naar
dienen
model
11. La lista de la compra

la compra
el encargado
dictar
el kilo
boodschappen
iemand die ergens mee belast of
ergens verantwoordelijk voor is
verantwoordelijk zijn voor,
belast worden met
dicteren
kilo
12. El libro de cocina de la clase

el libro de cocina
el modo
ha escrito (p. perfecto de escribir)
pegar
el tabln
fotocopiar
las especialidades
kookboek
wijze
hij/zij heeft geschreven
plakken
bord
kopiren
specialiteiten
ser el encargado
HOY NO CENO
sentar (ie) mal
la oficina
baratito/a
seguramente
ha sido (p. perfecto de ser)
el bacalao
bueno
rico/a
las patatitas
la ensalada
el caf con leche
slecht vallen
kantoor
zeer goedkoop
waarschijnlijk
is geweest
kabeljauw
nou
lekker; rijk
aardappeltjes
salade
koffie verkeerd
ha ido (p. perfecto de ir)

el bocadillo
el atn
la manzanilla
quizs
fatal
hij/zij is gegaan
broodje
tonijn
kamillethee
misschien
beroerd; fataal
13.
normal
aquellos/as
la costumbre
tpicamente
normaal
die
gewoonte
typisch
14.
los fragmentos
extrados/as (participio de extraer)
las odas
la cebolla
intentad (imperativo de intentar)
la oda
claro/a
el planeta
destinado/a (participio de destinar)
relucir (zc)
la constelacin
redondo/a
la rosa
la mesa
las pobres gentes
por desgracia
asesinar
hundirse
el cuchillo
la pulpa
viviente
la vscera
fresco/a
profundo/a
inagotable
llenar
las ensaladas
alegremente
celebrar
dejarse caer
el/la hijo/a
esencial
el olivo
los hemisferios
entreabiertos/as
(participio de entreabrir)
agregar
la pimienta
la fragancia
el magnetismo
toevoegen
peper
geur
aantrekkingskracht
Unidad 8:
Gente que viaja
el
el
el
el
el
lunes
martes
mircoles
jueves
viernes
20
Ve i n t e
fragmenten
gehaald zijn uit
odes, lofdichten
ui
probeer
ode, lofdicht
licht, helder
planeet
bestemd (om)
stralen
sterrenbeeld
rond
roos
maaltijd; tafel
arme mensen
helaas
vermoorden
binnendringen
mes
vruchtvlees
levend
ingewand
fris
diep
onuitputtelijk, overvloedig
vullen
salades
vrolijk
vieren
zich laten vallen
zoon/dochter
wezenlijk, essentieel
olijfboom
halve bollen
halfgeopend
maandag
dinsdag
woensdag
donderdag
vrijdag
21
Ve i n t i u n o
VOCABULARIO
el sbado
el domingo
abril
la reunin
la fbrica
el localizador
el despacho
la mam
reservar
las entradas
la taquilla
la campaa
la inauguracin
la exposicin
fijar
recoger
el traje
la tintorera
1. La agenda de Ariadna Anguera
la agenda
el/la ejecutivo/a
fabricar
cundo
las pginas
habitualmente
especial
la plancha
la leyenda
el apstol
enterrado/a (participio de enterrar)
la Edad Media
miles
los peregrinos
cruzar
los Pirineos
hacia
la tumba
el santo
ir a pie
ir a caballo
ir en bicicleta
religiosos/as
culturales
las iglesias
romnicos/as
pintorescos/as
variados/as
los kilmetros
la posada
gratis
las camas
las duchas
km/da
el Consejo de Europa
proclam
(p. indefinido de proclamar)
el Camino de Santiago
VOCABULARIO
zaterdag
zondag
april
vergadering, bijeenkomst
fabriek
boekingsnummer van de vlucht
kantoor, werkkamer
moeder, mama
reserveren
(toegangs)kaartjes
kassa, kaartverkoop
(wervings)campagne
opening, inhuldiging
tentoonstelling, expositie
vastleggen
afhalen
pak, kostuum
stomerij
agenda
leidinggevende (m/v)
vervaardigen, fabriceren
wanneer
paginas
gewoonlijk
speciaal, bijzonder
strijkijzer
legende
apostel
begraven
Middeleeuwen
duizenden
pelgrims
oversteken
Pyreneen
naar, in de richting van
graf
Heilige
te voet gaan, lopen
te paard gaan, paardrijden
met de fiets gaan, fietsen
godsdienstig
cultureel
kerken
Romaans
pittoresk
veelzijdig
kilometers
herberg
gratis
bedden
douches
kilometer per dag
Raad van Europa
riep uit
pelgrimsweg naar Santiago de

Compostela
el Primer Itinerario Cultural Europeo
eerste culturele route van Europa
declar (p. indefinido de declarar) verklaarde (tot)
el Patrimonio Cultural de la Humanidad
Werelderfgoed
2. El Camino de Santiago
sabrs (futuro de saber)
por cierto
sabas (p. imperfecto de saber)
acabar de + inf.
acaba de + inf.
cruzar
la frontera
estar a punto de
je zult weten; je zult te weten

komen
overigens, trouwens
je wist
net klaar zijn met, iets net
gedaan hebben
hij/zij heeft zojuist
oversteken
grens
op het punt staan om
3. Un curso de espaol en Granada

el curso
cursus
el/la joven
jongere (m/v)
se ha inscrito
hij heeft zich ingeschreven
(p. perfecto de inscribirse)
inscribirse
zich inschrijven
las llamadas
telefoontjes
los cursos intensivos
intensieve cursussen
las clases
lessen
las visitas guiadas
rondleidingen
las sevillanas
flamenco(dans) uit Sevilla
ocuparse
zich bezighouden
las reservas
reserveringen
el importe de la matrcula
inschrijfgeld
optativos/as
facultatief, naar keuze
incluidos/as (participio de incluir) inbegrepen; inclusief
la forma de pago
betalingswijze
la transferencia bancaria
bankoverschrijving
el giro postal
postgiro
la tarjeta de crdito
creditcard
el folleto
folder
el prefijo
netnummer, kengetal
la direccin
adres
la habitacin
kamer
4. La vuelta a Espaa en 8 medios de transporte
los medios de transporte
vervoermiddelen
el concurso
wedstrijd
el juego
spel
los/las participantes
deelnemers
al menos
ten minste
nico/a
enig; uniek; eenmalig
el medio de transporte
vervoermiddel
la etapa
etappe
pasar de largo
(vlug) voorbijgaan
quedarse
blijven
siguiente
volgend
tardar
lang duren, lang over iets doen
las distancias
afstanden
mximos/as
maximale
la tabla
tabel
adjunto/a
bijgaande
en moto
met de motor
en tren
met de trein
en coche
met de auto
en autobs
met de bus
en avin
met het vliegtuig
en bici
met de fiets
como mximo
hooguit, hoogstens, maximaal
5. Cundo es tu cumpleaos?
6. Hotel Picos de Europa

las habitaciones
los/las clientes/as
los cambios
las observaciones
el libro de reservas
kamers
klanten (m/v)
wijzigingen
opmerkingen
reserveringsboek
7. De 9h a 14h
en este mismo momento
mientras
los establecimientos
la gestora
el ayuntamiento
op ditzelfde moment
terwijl
gelegenheden
administratiekantoor
gemeentehuis, stadhuis
el/la europeo/a del norte
8. Un viaje de negocios
os habis convertido
(p. perfecto de convertirse)
convertirse (ie)
los/las secretarios/as
los vuelos
las manas
el fax
la central
la llegada
los vuelos directos
los cdigos
las lneas areas
prximo/a
cntrico/a
simular
el/la empleado/a
la agencia de viajes
veranderen in, worden tot

secretarissen/secretaresses
vluchten
manies, (rare) gewoontes
fax
hoofdkantoor
aankomst
non-stop vluchten
codes
luchtvaartmaatschappijen
volgend
centraal gelegen
simuleren; hier: spelen
werknemer/werkneemster
reisbureau
9. El hotel
la cinta
el paso
los centros de negocios
el aire acondicionado
bien comunicado/a
la sauna
el fitness
la caja fuerte
la antena parablica
el jacuzzi
la situacin
estratgico/a
con relacin a
la estacin
FF. CC. (Ferrocarriles)
el recinto ferial
la autova
el aparcamiento
cassette
pas, stap
handelscentra, zakencentra
airconditioning
gunstig gelegen
sauna
fitnessclub
kluis
satellietantenne
jacuzzi, bubbelbad
ligging
strategische
met betrekking tot, wat betreft
station
(de) spoorwegen
jaarbeurs(terrein)
autoweg
parkeerplaats
10. Un fax para el jefe

tiles
nuttig
QU RAROS SON!
raros/as
actuar
comunicarse
la multinacional
a veces
jullie zijn geworden
raar, eigenaardig
zich gedragen
communiceren
multinational, internationale
onderneming
soms
de vez en cuando
los/las nrdicos/as
lo mismo
curiosos/as
picar
ruidoso/a
la contaminacin
las reuniones
el sndwich
el medioda
al medioda
cerrado/a (participio de cerrar)
los malentendidos
reunirse
decidido/a (participio de decidir)
los papeles
deprisa
responsables
serios/as
sosos/as
afectivos/as
simpticos/as
informales
tener razn
sociales
personales
distintos/as
peores
mejores
extranjero/a
significar
relacionarse
Noord-Europeaan/NoordEuropese
wel eens, nu en dan
noordelingen (m/v)
hetzelfde
merkwaardig
knabbelen, nuttigen
luidruchtig, rumoerig
verontreiniging
vergaderingen, bijeenkomsten
sandwich, belegd broodje
middag
s middags
gesloten
misverstanden
vergaderen, bijeenkomen
besloten
papieren
snel
verantwoordelijk
ernstig, serieus, betrouwbaar
saai
hartelijk; gevoelig
aardig, vriendelijk
informeel
gelijk hebben
sociaal, maatschappelijk
persoonlijk, intiem
verschillende
slechter
beter
vreemd, buitenlands
betekenen
contact leggen met
11.
la comunicacin
communicatie, contact
Unidad 9:
Gente de ciudad
1. Cuatro ciudades donde se habla
el rea metropolitana
la Feria de Abril
la vida nocturna
la temperatura
tanto como
la capital
el origen
los metros
sobre el nivel del mar
el Gobierno
la industria pesquera
la industria tabacalera
el recurso econmico/a
el turismo
administrativo/a
has puesto (p. perfecto de poner)
muchsimo/a
espaol
grootstedelijk gebied, omgeving
volksfeest in Sevilla
nachtleven
temperatuur
zowel als
hoofdstad
afkomst, herkomst, oorsprong
meters
boven de zeespiegel
regering
visserij, visindustrie
tabaksindustrie
inkomstenbron
toerisme
administratief, overheidsje hebt geschreven
heel erg, heel veel
2. Calidad de vida
la calidad de vida
residir
leefbaarheid
wonen
22
Ve i n t i d s
23
Ve i n t i t r s
VOCABULARIO
VOCABULARIO
la encuesta
la opinin
los/las ciudadanos/as
el rea (f) de Urbanismo
el tamao
los transportes
funcionar
los transportes pblicos
la educacin
la sanidad
los colegios
las guarderas
los servicios sanitarios
los hospitales
los centros de salud
las instalaciones deportivas
enqute
mening, opvatting
burgers (m/v)
hier: Afdeling Stedelijk Gebied
grootte, omvang
vervoer
functioneren
openbaar vervoer
onderwijs
gezondheidszorg; gezondheid
scholen
crches
gezondheidsvoorzieningen
ziekenhuizen
gezondheidscentra
sportaccommodaties, sportcomplexen
la vida cultural
cultureel leven
los cines
bioscopen
las conferencias
lezingen; conferenties
el ambiente nocturno
nachtleven
las discotecas
discotheken
la ecologa
milieu
las zonas verdes
groenvoorzieningen
los jardines
tuinen
los parques
parken
hacer fro
koud zijn
hacer calor
warm zijn
llueve (inf. llover)
het regent
el comercio
handel
participativo/a
gengageerd, betrokken
solidario/a
solidair, saamhorig
existir
bestaan
las drogas
drugs
la delincuencia
criminaliteit
la violencia
geweld
lo peor
het ergste
el cuestionario
vragenlijst
global
globaal, algemeen
la decisin
beslissing
el porqu
waarom
refirindote (gerundio de referirse) door te verwijzen naar
ik heb gegeven
he dado (p. perfecto de dar)
3. Dos ciudades para vivir

te deja (inf. dejar)
laat je
elegir
kiezen
los Andes
de Andes
el Ocano Pacfico
Stille Oceaan
el clima templado
gematigd klimaat
sudamericano/a
Zuid-Amerikaans
intenso/a
druk, krachtig
industrial
industrieel, industrieel patrimonio cultural
cultureel erfgoed
el atractivo
aantrekkelijkheid
los cerros
heuvels
rodear
omringen
los barrios
wijken, stadsdelen
han crecido (p. perfecto de crecer) zijn gegroeid
las colinas
heuvels
la arquitectura
architectuur
se ha adaptado
heeft zich aangepast
(p. perfecto de adaptarse)
el relieve
relif
empinados/as
los ascensores
se ha dicho que
colorido/a
el anfiteatro
la influencia
los ingleses
se instalaron
(p. indefinido de instalarse)
el s. XIX
el clima tropical
sin lugar a dudas
colonial
declarado/a (participio de declarar)
militar
Amrica
por una parte por otra
las zonas
modernos/as
los apartamentos
los casinos
los centros comerciales
por ltimo
las islas del Rosario
el complejo de islotes
las playas coralinas
formar parte de
los parques naturales
se ha convertido
(p. perfecto de convertirse)
los eventos
internacionales
el Festival de cine
Amrica Latina
el Festival de Msica del Caribe
steil
liften
men heeft weleens gezegd dat
bont, gekleurd
amfitheater
invloed
Engelsen
ze vestigden zich
5. Me gustan las grandes ciudades

type
la clase de
las propuestas
voorstellen, suggesties
negentiende eeuw
tropisch klimaat
ongetwijfeld
in koloniale stijl
verklaard
militair
Amerika
enerzijds anderzijds
zones, gebieden
moderne, eigentijdse
appartementen
casinos
winkelcentra
ten slotte
eilandengroep, deel van het
nationaal park
eilandengroep
koraalriffen
deel uitmaken van
natuurreservaten
is veranderd in, is geworden tot
7. Campo o ciudad?
las ventajas
las desventajas
duro/a
cerrado/a
la oferta
aburrirse
la intimidad
evenementen
internationale
filmfestival
Latijns-Amerika
Muziekfestival van het Carabisch
gebied
bijeenbrengen
representatief, karakteristiek
Caribische ritmes
reggae
salsa
socca (Caribische muzieksoort)
hartelijk, vriendelijk
aantrekkelijkheden
herhaal; hier: lees nogmaals door
begrippen, concepten
stel vast
reunir ()
representativo/a
los ritmos caribeos
el reggae
la salsa
la socca
acogedor/a
los atractivos
repasa (imperativo de repasar)
los conceptos
establece
(imperativo de establecer)
preferiras (condicional de preferir) je zou graag willen
4. Villajun, Aldehuela y Rocalba
las oficinas
el gobierno regional
se han hecho un lo
(p. perfecto de hacerse + un lo)
hacerse un lo
los bares
las escuelas
el doble
el/la primero/a
tantos/as
kantoren
regionale bestuur
het is een bende
in de knoei raken
cafs
scholen
dubbele
eerste
zoveel
6. Pars, Londres o Roma?

me gustara
(condicional de gustar)
la temporada
8. Villarreal
ha publicado
(p. perfecto de publicar)
la prensa local
el colegio
las lneas de autobs
el ndice
el paro
la poblacin activa
el barrio
el casco antiguo
se producen
con frecuencia
graves
problemas de aparcamiento
los aparcamientos
pblicos/as
con capacidad para
los coches
ha propuesto
(p. perfecto de proponer)
la zona peatonal
ser criticado/a
los comerciantes
la zona
ltimamente
instalarse
las superficies comerciales
estar en crisis
el permiso de construccin
estar en mal estado
el estadio
la piscina descubierta
municipal
el polideportivo
el baloncesto
las viviendas
hallarse
desocupados/as
(participio de desocupar)
el gasto
el alquiler
un tercio
los ingresos
ik zou graag
tijd; periode
voordelen
nadelen
zwaar
gesloten
aanbod
zich vervelen
vertrouwelijkheid
heeft gepubliceerd
los colegios privados

priv-scholen
openbare scholen
los colegios pblicos
las guarderas municipales
gemeentecrches
las guarderas privadas
priv-crches
los institutos de enseanza secundaria
scholen voor middelbaar onderwijs
provincial
provinciaal, provinciepriv-klinieken
las clnicas privadas
los toxicmanos
verslaafden
se estima (inf. estimar)
men schat
el centro de atencin
verzorgingscentrum
bejaardentehuis
la residencia de ancianos
tener plaza
plaats hebben
el polgono industrial
industriegebied
los plsticos
plastic
contaminar
vervuilen
radiofnico/a
radiolos encuestados
genquteerden
urgentes
urgent, dringend
plaatselijke pers
school, college
buslijnen
index
werkeloosheid
beroepsbevolking
wijk, stadsdeel
oude stadskern
onstaan, komen voor
vaak
ernstige
parkeerproblemen
parkeergarages
openbaar
voor
autos
heeft voorgesteld
9. Las finanzas de Villarreal

las finanzas
los presupuestos generales
el plano
el informe
la prensa
disponer (g) de
el presupuesto
invertir (ie)
las infraestructuras
el concepto
el/la portavoz
defender (ie)
los presupuestos
la sesin
voetgangerszone
bekritiseerd worden, aangevochten worden
winkeliers
zone
onlangs
zich vestigen
winkelcentra
zich in een crisis bevinden
bouwvergunning
in slechte staat zijn
stadion
openluchtzwembad
gemeentelijk, gemeentesportcomplex
basketbal
woningen
zijn; zich bevinden
onbewoond, leegstaand
QU ES UNA CIUDAD?
las plazas
las avenidas
los callejones
las luces
los semforos
las sirenas
los mercados
los supermercados
los hipermercados
las motos
los camiones
las bicicletas
los clxones
las voces
los/las perros/as
los/las gatos/as
los canarios
los policas
los/las maestros/as
uitgave, kosten
huur
derde (deel)
inkomsten
10. Cambios en nuestra ciudad
los/las enfermeros/as
los/las funcionarios/as
los/las empresarios/as
24
Ve i n t i c u a t ro
financin
begroting
plattegrond
informatie; bericht, verslag
pers
beschikken over
begroting; budget
investeren
infrastructuren
(begrotings)post; begrip
woordvoerder
verdedigen
begroting
zitting
pleinen
boulevards
stegen
lichten
verkeerslichten
sirenes
markten
supermarkten
grote supermarkten
motoren
vrachtwagens
fietsen
claxons
stemmen
honden (m/v); reuen/teven
katten (m/v); katers/poezen
kanaries
politieagenten
onderwijzers/onderwijzeressen,
leerkrachten (m/v)
verpleegkundigen (m/v)
ambtenaren (m/v)
ondernemers (m/v)
25
Ve i n t i c i n c o
VOCABULARIO
los/las mecnicos/as
los curas
los/las obreros/as
los telfonos
las antenas
los mensajeros
los peridicos
los carteles
los neones
los cabarets
las tabernas
los chiringuitos
VOCABULARIO
los travestis
los/las banqueros/as
las prisas
las alegras
las sorpresas
las ilusiones
las esperanzas
los ticos
los stanos
los amores
los desamores
las razas
monteurs (m/v)
priesters
arbeiders (m/v)
telefoons
antennes
koeriers
kranten
aanplakbiljetten
neon(verlichting)
nachtclubs
kroegen
stalletjes waar frisdranken e.d.
worden verkocht
ramen
deuren
portieken
ingangen
uitgangen
lawaai
rook
geuren
verhalen
nieuws
bedelaars (m/v)
leidinggevenden (m/v)
prostituees
junks (m/v)
brandweermannen/brandweervrouwen
travestieten
bankiers (m/v)
drukte; gehaastheid
vreugdes
verrassingen
illusies
hoop
zolders
kelders
liefdes
onverschilligheden
rassen
11.
la versin
versie
las ventanas
las puertas
los portales
las entradas
las salidas
los ruidos
los humos
los olores
las historias
las noticias
los/las mendigos/as
los/las ejecutivos/as
las prostitutas
los/las yonkis
los/las bomberos/as
12.
hispanoamericanos/as
asociar
misterioso/a
las salas de teatro
las salas de cine
el enclave arqueolgico
habas dicho
(p. pluscuamperfecto de decir)
13.
lugar de origen
Spaans-Amerikaanse
associren
mysterieus
theaterzalen
bioscoopzalen
archeologische enclave
je had gezegd
geboorteplaats
Unidad 10:
Gente en casa
1. Dnde ponemos esto?
estn sacando
el camin de mudanzas
ze halen net
verhuiswagen
la mesilla
el armario
la silla
la mesita
el espejo
el equipo de msica
la cama
el silln
la estantera
la mesa
el (cuarto de) bao
el pasillo
el estudio
la terraza
el/la abuelo/a
el recibidor
el saln-comedor
(bijzet)tafeltje
kast
stoel
kastje
spiegel
stereo-installatie
bed
leunstoel, fauteuil
boekenkast
tafel
badkamer
gang
studeerkamer
terras
opa/oma; grootouder (m/v)
hal, vestibule
eetkamer
2. Una pelcula: de visita en casa de unos amigos

los extranjeros
buitenlanders
los dilogos
dialogen
escritos/as (participio de escribir) geschreven
debajo de
onder
el fotograma
beeldverhaal; fotogram
inicial
beginlas escenas
taferelen, scnes
reflejados/as (participio de reflejar) weergegeven, belicht
las formas de cortesa
beleefdheidsvormen
las maneras de actuar
manieren van optreden,
gedragswijzen
saludar
begroeten
presentarse
zich voorstellen
los gestos
gebaren
los ofrecimientos
aanbod
los/las invitados/as
gasten (m/v)
pasad (imperativo de pasar)
kom binnen
adelante
kom verder
el frigorfico
koelkast
el/la sobrino/a
neef/nicht (kind van broer/zus)
mucho gusto
aangenaam
encantado/a
aangenaam
sentaos (imperativo de sentarse) ga zitten
gaan zitten
sentarse (ie)
ensear
laten zien; onderwijzen
buenas noches
goedenavond, goedenacht
el pap / la mam
papa/mama
presentar
voorstellen
se est haciendo tarde
het is al laat
maana
morgen
madrugar
vroeg opstaan
komen
venir (g)
3. Piso en alquiler
el piso
amplio/a
la zona residencial
elegantes
los vestbulos
las zonas comunes
el parking
el jardn
comunitario/comunitaria
avda. = la avenida
flat; verdieping
groot, ruim
woonwijk
stijlvolle
hallen, vestibules
gemeenschappelijke ruimtes
parkeerplaats, parkeergarage
tuin
gemeenschappelijk, van de
gemeenschap
laan, boulevard
la calefaccin
opcional
luminoso/a
soleado/a
distinguirse
telefnico/a
di (imperativo de decir)
verwarming
facultatief, naar keuze
licht
zonnig
zich onderscheiden, verschillen
telefoonzeg
4. Las direcciones
las direcciones
las abreviaturas
adressen
afkortingen
5. La primera a la derecha
sealados/as (participio de sealar) aangegeven
6. Est Alejandro?
7. T o usted?
el tratamiento
las vietas
las palabras
central
perdn
atender (ie)
por favor
la facultad
depender de
los tratamientos
los factores
intervenir (g)
los contextos
plural
8. Invitados en casa: una llamada
la llamada telefnica
representando
(gerundio de representar)
los papeles
llamar por telfono
inventar
la invitacin
informarse
aanspreekvorm
(beeld)plaatjes; hier: tekeningen
woorden
hoofdpardon
letten op
alstublieft, alsjeblieft
faculteit, universiteit
afhangen van
aanspreekvormen
factoren
een rol spelen
context, verband
meervoud
telefnica
telefoongesprek, telefoontje
spelen
rollen
opbellen
uitvinden, ontdekken
uitnodiging
inlichtingen/informatie
inwinnen
9. La visita: preparacin del guin

la preparacin
voorbereiding
el guin
draaiboek, script
representaris
jullie zullen spelen
(futuro de representar)
la secuencia
verloop
aproximado/a
ongeveer
los saludos
begroetingen
las presentaciones
(het) voorstellen, introductie
los cumplidos
beleefdheidsformules
el/la anfitrin/ona
gastheer/gastvrouw
el/la husped
gast (m/v)
las alusiones
toespelingen
la despedida
afscheid
venga
kom
insistir
aandringen
10. La visita: a escena
por su cuenta
op eigen gelegenheid
fuera
hier: is
(p. imperfecto de subjuntivo de ser)
el ensayo
auditie
voluntario/a
vrijwillig
escenificar
ensceneren, in scne zetten
voor het publiek
en pblico
el/la director/a
regisseur
SE VENDE CASA
la agencia inmobiliaria
la jornada
transcurrir
recibiendo (gerundio de recibir)
los pisos
consiguiendo
(gerundio de conseguir)
la competencia
joven
los/las profesionales
los/las hijos/as
huy
jvenes
guapos/as
por su parte
buscaba (p. imperfecto de buscar)
amueblado/a
los/las universitarios/as
la clientela
el contrato
las exigencias
cuidar
las familias
de fuera
preocuparse
exigentes
ayer
los chals
el espacio
el billar
los alquileres
los chals unifamiliares
el alto standing
la superficie
edificados/as
la biblioteca
los baos
los salones
el garaje
la galera-lavadero
la bodega
el solarium
las terrazas
el aire acondicionado
excelentes
las vistas
la sierra
el terreno
construidos/as
(participio de construir)
la sala de juegos
el cuarto de lavado
el trastero
la chimenea
26
Ve i n t i s i s
makelaardij, makelaarskantoor
werkdag
verlopen
ontvangen
woningen, flats
erin slagen om
concurrentie
jong
werkenden, professionals (m/v)
kinderen (m/v)
o, oei, pfff
jong
knap, mooi
op zijn/haar beurt
hij zocht
gemeubileerd
(universitaire) studenten
clientle, klantenkring
contract
eisen
zorgen voor, zuinig zijn op
families
van elders/buiten
zich zorgen maken
veeleisend
gisteren
villas
ruimte, plaats
biljart(tafel)
huur, verhuur, huursom
vrijstaande eengezinswoningen
luxe
oppervlakte
bebouwd
bibliotheek
badkamers
huiskamers
garage
washok
wijnkelder
solarium, zonneterras
terrassen
airconditioning
voortreffelijk, uitstekend
uitzicht
bergen, bergketen
terrein
bebouwd
speelruimte
wasruimte
bergruimte
open haard
27
Ve i n t i s i e t e
VOCABULARIO
VOCABULARIO
la cocina office
preciosos/as
las casas adosadas
la casa adosada
la planta baja
el aseo
comunitarios/as
particular
a dos niveles
completos/as
los estudios
keuken met bijkeuken

prachtig
rijtjeshuizen
rijtjeshuis
begane grond
toilet
gemeenschappelijk
eigen, privop twee niveaus
volledig, compleet
studio, studeerkamer,
werkkamer
ingebouwde kasten
los armarios empotrados
las habitaciones dobles
tweepersoonskamers
los balcones
balkons
el parqu
parket(vloer)
el terrazo
mozaekachtige vloerbedekking
exterior
met uitzicht op straat
totalmente
geheel
renovado/a (participio de renovar) gerenoveerd
el ascensor
lift
el balcn
balkon
11.
mencionar
12.
redactar
13.
viva (pres. de subjuntivo de vivir)
extensos/as
situado/a (participio de situar)
privilegiado/a
excepcionales
disfruten
(pres. de subjuntivo de disfrutar)
inmejorable
el pulmn
verde
rodeado/a (participio de rodear)
las zonas de recreo
la calefaccin a gas
la puerta de acceso
la vivienda
blindado/a
equipado/a
el horno elctrico
la campana extractora
el aluminio
el vdeo-portero
la antena parablica
vermelden, noemen
opstellen, schrijven
u leeft, u woont
uitgestrekt
gelegen
bevoorrecht
buitengewoon
genieten
onovertrefbaar
long
groen
omgeven
recreatiegebieden
gasverwarming
toegangsdeur
woning
geblindeerd
uitgerust
elektrische oven
afzuigkap
aluminium
videobewaking
schotelantenne
Unidad 11:
Gente e historias
1. Fechas importantes
el acontecimiento
sucedi (p. indefinido de suceder)
las Olimpiadas
se celebraron
(p. indefinido de celebrarse)
fueron (p. indefinido de ser)
la Guerra Civil espaola
gebeurtenis
vond plaats
de Olympische Spelen
werden gehouden, vonden
plaats
was
Spaanse burgeroorlog
la II Guerra Mundial
la guerra del Vietnam
el PC
los/las usuarios/as
Internet
gan (p. indefinido de ganar)
el Oscar
singular
Tweede Wereldoorlog
Vietnamoorlog
pc (personal computer)
gebruikers (m/v)
internet
hij/zij won
Oscar
enkelvoud
2. Y en tu pas?
3. Diarios de adolescentes espaoles
dagboeken
los diarios
los/las adolescentes
tieners
nacido/a (participio de nacer)
geboren
escribi (p. indefinido de escribir) hij/zij schreef
disctelo (imperativo de discutir) praat erover
la manifestacin
demonstratie
unirse
zich verenigen, zich voegen bij
la marcha
(protest)mars
ser de noche
nacht zijn
un minuto de silencio
n minuut stilte
tenan la tele puesta
de televisie stond aan
aangezet, aangedaan
puesto/a (participio de poner)
las elecciones
verkiezingen
la gira
tournee
octubre
oktober
musical
musical
al salir
na afloop
el NO-DO (Noticiarios y Documentales)
bioscoopjournaal ten tijde van
het Franco-regime
la firma
ondertekening
el acuerdo
akkoord
la entrada
toetreding
la ONU (Organizacin de las Naciones Unidas)
Verenigde Naties
el/la futbolista
voetballer/voetbalster
nadie
niemand
la cafetera
cafetaria
el chocolate con churros
chocolademelk met gefrituurde
deegstengels
encantar
heel erg bevallen, verrukken,
bekoren
geopend
abierto/a (participio de abrir)
el reportaje
reportage
el beb probeta
reageerbuisbaby
la Constitucin
grondwet
el referndum
referendum
la semana que viene
komende week
la fiesta de cumpleaos
verjaardagsfeest
la urbanizacin
buitenwijk
las afueras
omgeving
preparado/a
gereed, klaar
(participio de preparar)
el interior
binnen
noviembre
november
el ao pasado
vorig/afgelopen jaar
la peli
film (van pelcula)
tener hambre
honger hebben
la pizza
pizza
encontrarse
tegenkomen
guapsimo/a
heel erg knap, heel erg aantrekkelijk
la crisis
las Torres Gemelas
la guerra de Afganistn
el principio
el ao que viene
el euro
el CD
los calcetines
chulos/as
fenomenal
4. Tiempos pasados
las formas verbales
el pasado
las listas
contar
subrayados/as
(participio de subrayar)
los sucesos
centrales
el relato
las circunstancias
el contexto
los acontecimientos
5. Aos muy importantes
rellenaremos (futuro de rellenar)
divorciarse
jubilarse
el marido / la mujer
6. Recuerdos en la radio
los recuerdos
crisis
Twin Towers
oorlog in Afghanistan
begin
komend jaar
euro
cd
sokken
mooi, leuk
geweldig
werkwoordsvormen
verleden
lijsten
vertellen
onderstreept; hier: vetgedrukt
gebeurtenissen
hoofdverhaal
omstandigheden
context, verband
gebeurtenissen
we zullen invullen
scheiden
met pensioen gaan
echtgenoot/echtgenote;
man/vrouw
herinneringen
7. Cmo era la vida en tu infancia?

la infancia
jeugd, kinderjaren
los telfonos mviles
mobiele telefoons
tampoco
ook niet, evenmin
las casas
huizen
8. A las 7.45 ha salido
el/la detective privado/a
los movimientos
subir
parar
usando (gerundio de usar)
los marcadores
las llaves
el taxi
el paraguas
priv-detective
bewegingen, acties
omhooggaan
aanhouden, (doen) stoppen
gebruikmakend van
hier: signaalwoorden
sleutels
taxi
paraplu
9. Tres vidas apasionantes: Luis Buuel, Chavela Vargas y Vicente Ferrer

apasionantes
opwindend, fascinerend
las amarguras
bitterheid, verbittering
amargos/as
bitter, verbitterd
cantar
zingen
con el tiempo
in de loop der tijd, mettertijd
la musa
inspiratie; muze
hoy en da
vandaag de dag
verdadero/a
echt, werkelijk, heus
el mito
mythe
los/las msicos
musici (m/v)
la buena accin
en s mismo/a
las religiones
las filosofas
el universo
el pueblecito
la India
nicamente
la mquina de escribir
el mensaje
la pared
esperar
el milagro
temprano
pronto
completamente
antiespaol/a
morir
rodado/a (participio de rodar)
en el exilio
inconformista
crtico/a
anticonvencional
el punto de vista
amargo/a
la irona
discutidos/as (participio de discutir)
los/las realizadores/as
mundial
elogiado/a (participio de elogiar)
la crtica
acompaar
trabajando (gerundio de trabajar)
la biografa
reconstruir (y)
las cajas
los fragmentos
ordenad (imperativo de ordenar)
servir (futuro de servir)
oralmente
la familia acomodada
tradicional
continuar
ms tarde
fundar
la institucin
los centros residenciales
los/las nios/as discapacitados/as
la Residencia de Estudiantes
frecuentar
los crculos surrealistas
el ayudante de direccin
terrible
sufrir
la poliomielitis
quedarse ciego/a
los chamanes
curar
estaba preparando
el camino
fugarse
los pozos
28
Ve i n t i o c h o
goede daad
in zichzelf
religies
filosofien
universum, heelal
dorpje
India
uitsluitend, enkel en alleen
schrijfmachine, typemachine
boodschap, bericht
muur
wachten op, hopen op
wonder
vroeg
snel, vlug
volledig, volkomen
anti-Spaans
sterven
gedraaid, opgenomen, gefilmd
in ballingschap
non-conformistisch
kritisch
non-conventioneel
gezichtpunt; standpunt
bitter, verbitterd
ironie
besproken, controversieel
regisseurs (m/v)
mondiaal, wereldgeprezen, geroemd
recensies, kritiek
vergezellen, begeleiden
werken
biografie
reconstrueren
blokken
fragmenten
orden, rangschik
zal helpen
mondeling
welgestelde familie
traditioneel
voortzetten, vervolgen
(veel) later
oprichten, stichten
stichting, instelling
wooncentra
gehandicapte kinderen (m/v)
studentenhuis
(geregeld) bezoeken, vaak
komen in
surrealistische kringen
assistent-regisseur
verschrikkelijk
lijden (aan)
polio, kinderverlamming
blind worden
sjamanen
genezen
ik bereidde voor
weg
ontsnappen, weglopen
putten
29
Ve i n t i n u e v e
VOCABULARIO
debido a
las presiones
polticos/as
abandonar
aunque
las manifestaciones
en su favor
la Palma de Oro
a mediados de los 80
retirarse
los escenarios
la vctima
el alcoholismo
el retiro
difciles
en medio de
enorme
la pobreza
el surrealismo
cinematogrfico/a
el tipo de
extremo/a
republicano/a
prohibir
a favor de
los pobres
luchar
el bando
la guerra
estar preso/a
el campo de concentracin
formar parte activa de
la repblica
exiliarse
acoger (j)
vesten
generosamente
VOCABULARIO
vanwege
spanningen
politieke
verlaten
hoewel, ofschoon
betogingen, demonstraties
ten gunste van hem
Gouden Palm
halverwege de jaren tachtig
zich terugtrekken,zich afzonderen
toneel
slachtoffer
alcoholisme
terugtrekking, afzondering
moeilijk
te midden van
enorm, reusachtig
armoede
surrealisme
film-, van de film
type, soort
extreem, uiterst
republikeins
verbieden
ten gunste van
armen
vechten, strijden
kamp, zijde
oorlog
gevangen zijn
concentratiekamp
actief onderdeel uitmaken van
republiek
in ballingschap gaan
onderdak verlenen aan, huis-
grootmoedig, op vrijgevige
wijze
los/las exiliados/as
ballingen (m/v)
ordenado/a (participio de ordenar) hier: tot priester gewijd
jesuita
jezuet
el/la misionero/a
missionaris (m/v)
los/las ms necesitados/as
meest behoeftigen (m/v)
los mtodos
methodes
los superiores
meerderen, (klooster)oversten
alcanzar
bereiken
la popularidad
populariteit
las juergas
fuiven, partijen
entre otros/as
onder andere
la Compaa de Jess
Sociteit van Jezus
pijn doen, verdriet doen
doler (ue)
importar
van belang zijn, belangrijk zijn
la fuerza
kracht
el otro yo
zijn andere ik
estaba agonizando
hij/zij lag op sterven
lleno/a
vol, gevuld
las gentes
mensen
huilend
llorando (gerundio de llorar)
las almas
zielen, harten
el/la autor/a
schrijver/schrijfster, auteur (m/v)
las memorias
memoires
10. Un personaje conocido nuestro
conocido/a
bekend, beroemd
el personaje pblico
la persona annima
el crculo de conocidos
los conocidos
publiek/bekend persoon
onbekend persoon
kring van bekenden
bekenden
EXTRAOS EN LA NOCHE
los extraos
la Radio Nacional de Espaa
el murmullo
la banda sonora
el recuerdo
las noches
dormirse
seran (condicional de ser)
iguales
entonces
el Vaticano
cuyo/a
la emisora
conectar
el Papa
el Principado de Andorra
irreal
la voz
el/la locutor/a
vreemdelingen, vreemden
Spaanse publieke radio-omroep
gefluister
soundtrack
herinnering
nachten
inslapen
zouden zijn
gelijk
dus, dan
Vaticaan
waarvan
zender
aansluiten, aanzetten
paus
vorstendom Andorra
onwerkelijk
stem
spreker/spreekster;
omroeper/omroepster
aparte de
afgezien van
el pas de cuento
sprookjesland
ni siquiera
niet eens, zelfs niet
los pensamientos
gedachten
verstreken, gingen voorbij
pasando (gerundio de pasar)
repetidos/as
herhaald
montonos/as
eentonig, monotoon
vino a romper
doorbrak
la rutina
routine
estbamos cenando
we waren aan het eten
de repente
plotseling
interrumpirse
zichzelf onderbreken
la voz grave
ernstige, verheven stem
anunciar
aankondigen
escuetamente
eenvoudig, zonder omhaal
tras
na
la seal de alarma
alarmsignaal
ser asesinado/a
vermoord zijn
grave
ernstig
el tono de voz
toon, intonatie
los/las locutores/as
nieuwslezers/nieuwslezeressen
la seriedad
ernst
el miedo
angst
comprender
begrijpen
tener que ver
te maken hebben met, van
doen hebben met
tanto
zoveel
haba sucedido
had plaatsgevonden, was
(p. pluscuamperfecto de suceder) gebeurd
acabara
was zojuist
(p. imperfecto de subjuntivo de acabar)
vendra (condicional de venir)
zou komen, voorkomen
siquiera
tenminste, in ieder geval
con sorpresa
met verbazing
regeren
gobernar (ie)
haba pasado
was gebeurd
(p. pluscuamperfecto de pasar)
sorprendente
verrassend, verbazend
impreso/a (participio de imprimir) gedrukt, gegrift

verbonden
unido/a (participio de unir)
para siempre
voor altijd
gracias a
dankzij
ik wist; ik kwam te weten
supe (p. indefinido de saber)
onwerkelijk
irreales
realmente
werkelijk
figuraran
kwamen voor, bevonden zich
(p. imperfecto de subjuntivo de figurar)
es decir
dat wil zeggen
las minas
mijnen
las montaas
bergen
stomme film
el cine mudo
11.
el/la protagonista
relatar
12.
el cuento
breve
el dinosaurio
despertar
el eclipse
hoofdpersoon
vertellen
sprookje
kort
dinosaurus
wakker worden
verduistering, eclips, verdwijning
30
Tre i n t a
31
Tre i n t a y u n o

Gente1 Glosario Esp Holandes

Uploaded by

Document Information

Copyright

Available Formats

Share this document

Share or Embed Document

Sharing Options

Did you find this document useful?

Is this content inappropriate?

Copyright:

Available Formats

Gente1 Glosario Esp Holandes

Uploaded by

Copyright:

Available Formats

1

Aanwijzingen bij de woordenlijst per les

2. Cmo suena el espaol?

5. Un, dos, tres, cuatro, cinco

10. El pas ms interesante para nuestra clase

2004 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen.Vermenigvuldigingvoorgebruik inhet onderwijs toegestaan.

hier: Welk land is dat?

11. Nombres y apellidos

EL MUNDO DEL ESPAOL

2. De quin estn hablando?

3. Las formas de los adjetivos

4. La gente de la calle Picasso

2004 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen.Vermenigvuldigingvoorgebruik inhet onderwijs toegestaan.

7. El rbol genealgico de Paula

bouwen, hier: maken

8. Los verbos en espaol: -ar, -er, -ir

10. Dnde se puede sentar tu compaero

1. En un sorteo has ganado un viaje: Madrid o Barcelona?

2004 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen.Vermenigvuldigingvoorgebruik inhet onderwijs toegestaan.

4. Las vacaciones de David, de Edu y de Manuel

10. Morillo de Tou o Yucatn

schiereiland in het zuidoosten

2004 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen.Vermenigvuldigingvoorgebruik inhet onderwijs toegestaan.

het winkelen; boodschappen

1. Gentishop, centro comercial

gaat inkopen doen, gaat

3. Las compras de Daniel

hoeveel kost het?

5. Cien mil millones

controleer, stel vast

2004 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen.Vermenigvuldigingvoorgebruik inhet onderwijs toegestaan.

10. Premios para elegir

los ejercicios fsicos

3. Hacen deporte los espaoles?

sale (inf. salir)

gaat naar buiten

4. La cabeza, el pie, la boca

5. Causas del estrs

6. Malas costumbres para una vida sana

2004 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen.Vermenigvuldigingvoorgebruik inhet onderwijs toegestaan.

7. Nuestra gua para vivir 100 aos en forma

9. El contenido de nuestra gua

10. Elaboramos la gua?

gerelateerd aan; hier: als het

2004 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen.Vermenigvuldigingvoorgebruik inhet onderwijs toegestaan.

tener buena presencia

4. Profesiones interesantes, aburridas, seguras, peligrosas

hij/zij heeft gewoond

la Compaa Telefnica Nacional Espaola

8. No he estado nunca en Granada

2004 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen.Vermenigvuldigingvoorgebruik inhet onderwijs toegestaan.

10. Anuncios de trabajo: qu piden?

VIVIR PARA TRABAJAR O TRABAJAR PARA VIVIR?

ocupado/a (participio de ocupar)

manier van leven

telefonisch in gesprek zijn;

cava (Spaanse champagne)

los chiles en nogada

2004 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen.Vermenigvuldigingvoorgebruik inhet onderwijs toegestaan.

7. Buenas y malas costumbres

11. La lista de la compra

12. El libro de cocina de la clase

ha ido (p. perfecto de ir)

2004 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen.Vermenigvuldigingvoorgebruik inhet onderwijs toegestaan.