You are on page 1of 13

Landenanalyse H4

Les 1

Potentieel rendement: veel kans op een goed rendement
Exportrisicos: de risicos die de export met zich meebrengen


Zet de juiste letter achter het land/regio:
- China/India: B, hoge groei, zijn wel een paar opstandjes
- West-Europa: C, lage groei, relatief rustig
- Afrika: D, lage economische groei en vaak onrust
- V.S: A, hoge groei en daarbij rustig

Welke risicos en problemen zijn er verbonden aan het exporteren naar het buitenland?
Exportrisicos
1. Onvoldoende deviezen in het land aanwezig of beschikbaar (= LANDENRISICO)(er zijn landen
die bijna geen geld hebben(Griekenland), hij heeft een positief eigenvermogen maakt elk jaar
winst maar als nood maatregel kunnen ze het geld vastzetten waardoor hij niet meer bij het
geld staan en hierdoor ben je niet veilig)
2. Wisselkoersrisico
3. Culturele risicos (o.a. betalingsmoraal debiteurenrisico)
4. Transportrisico (door vaak grotere afstand)
5. Aansprakelijkheidsrisico (vak: recht)
6. Infrastructuur

Classificatie naar regio
- Ontwikkelingslanden (Afrika)
- Emerging markets (opkomende markten)(BRIC)(Brasilia, China)
- Triade(meer welvarende landen, goed ontwikkelde landen)(V.S, Nederland)
1) De begrippen poverty trap en de onmogelijkheid van een take-off horen typisch bij
ontwikkelingslanden. Leg uit!
- Poverty trap: armoede val, mensen zijn heel erg arm. Doen alles om te overleven.
- Take-off: wil iets opzetten, maar daar zijn niet de middelen voor. Bijvoorbeeld een mail
sturen.

West-Europese thuismarkt: 4 regios
1. Scandinavische landen
Koud, mensen zijn degelijk, alles is goed geregeld. Sociaal vangnet. Noorwegen is enorm rijk. Hoog
ontwikkeld, zweden goede industrie. Dure landen
2. Rijnlandregio
Oostenrijk, Duitsland, Zwitserland, Nederland, Luxenburg. Prestatiegericht, formeel, rijk, correct,
hoffelijk, betalingsbedrag correct.
3. Angelsaksische landen
Engeland, Ierland, Schotland, Wills. Daar zitten veel verschillende soorten bevolkingen. Beleefdheid
en correctheid van belang. Vrijheid, minder socialiteit naar zwakken.
4. Zuid-Europa
Spanje, zuid-Itali. Mattige economie, geen haast(komt nog wel)
Welke kenmerken horen bij welke regio?
- A. Vrijheid, prestatiegericht, rivaliteit, eigenbelang en een afkeer van overheidsregels.
- B. Hirarchie, sociale controle en loyaliteit spelen een belangrijke rol.
- C. De bevolking stijgt nauwelijks en de vergrijzing neemt toe.
- D. Grote solidariteit met de zwakken, gelijkheid tussen mannen en vrouwen, duurzaamheid.
- E. Erg hoog welvaartsniveau
- F. Hoge mate van onzekerheidsvermijding (veel gestandaardiseerde regels en procedures).

Landenrisicos (h4 en h8)
Het risico dat handelspartners in het buitenland door een tekort aan deviezen hun
betalingsverplichtingen niet kunnen nakomen.


Hoe verschilt het landenrisico voor een exporteur en een multinational?
Exporteur: lopen risicos maar wel weinig
Multinational: je zet een fabriek in Roemeni, regime valt en hierdoor word het Rusland fabriek niet
meer van jou.

Deviezen = buitenlandse valuta in een land aanwezig

Stel dat bovenstaande Betalingsbalans betrekking heeft op Polen voor het jaar 2013. Is de
deviezenpositie van Polen dan verbeterd of verslechterd? Hoe komt dat?
Bij lopende rekening worden er meer producten gexporteerd dan gemporteerd.
Kapitaalrekening negatief, er gaat meer geld het land uit dan er binnen komt. 200 komt er aan geld
binnen op de bank en 280 gaat van de bank af
Salderingsrekening Per saldo is er 50 minder geld beschikbaar.

Hoe het Landenrisico meten?
1. Invoerdekking (= internationale reserves / import)
500/100(import)=5 Ze kopen voor honderd en hebben 500 in de portomonee dus kunnen eht
betalen
2. Debt ratio (= buitenlandse schuld/ export) (1500/500=3)
3. Debt-service ratio (= rente+aflossing / export) (5% van 1500) 75+100/500=35%
buitenl. schuld
Bereken de invoerdekking en de debt-ratio van onderstaand land:
Waarde goud + deviezen 500
Buitenlandse schuld 1500 (rente 5%, aflossing 100 per jaar)
Import (2013) 100
Export (2013) 500
Is het landenrisico voor dit land groot?
Analyse Betalingsbalans
Waarom is het niet verstandig om naar een land te exporteren met een hardnekkig tekort op de
lopende rekening?
(import >(groter dan) export)
Jou producten zijn minder aantrekkelijk voor andere producten dan buitenlandse voor het land.

Wisselkoerssystemen
1) Vrije wisselkoers (= zwevende wisselkoers) appreciren/deprecieren
2) Vaste wisselkoers revalueren/devalueren (vast voor zolang het duurt)
3) Vaste wisselkoers met bandbreedte( vaste wisselkoers kan wel ooit 10% hoger/lager zijn
daarboven of onder doen ze het niet)
4) n munt

1. Zet de 4 wisselkoerssystemen in volgorde van risico voor een exporteur! (minste risico
bovenaan!) een munt minste risicos, dan nummers 2 en 3, vrije wisselkoers kan gewoon
blijven veranderen.
2. Geef voor elk systeem een voorbeeld van een munt waar dit systeem op van toepassing is!


Devaluatie ten opzichte van een munt zijn ze minder waard geworden (dit is een voordeel bij
export maar het is wel zwak als je het nodig hebt om nog te exporteren.)
Revaluatie wanneer een munt meer waard woord


Les 2

Valuta exposure: voor welke waarde heb je spullen verkocht aan het buitenland
Valuta- volatiliteit: beweeglijkheid. (Den. klein risico, want wisselkoers staat vast aan de euro)

Wisselkoersrisico (= valutarisico) =
Risico dat de (toekomstige) winst van een onderneming benvloed wordt door
wisselkoersschommelingen.

Leg uit: 1) Shell kent een hoge valuta-exposure (is dat zo?)
weinig alles word in dollars betaald dus hierdoor weinig
2) Handelen met de VS is risicovoller dan met Denemarken.
Weinig vast aan de euro

4 vormen van valutarisico
1) Pretransactierisico = offerterisico(wanneer je een offerte koop kan de munt veranderen
hierdoor al risicos)
2) Transactierisico = kredietermijnrisico( later wordt er pas betaald naar het ontvangen munt
kan dus weer veranderen)
3) Translatierisico = omrekenrisico (vaste) activa op de balans(je bezit een pand in het
buitenland. Als de muntwaarde zakt, zakt de balanswaarde ook. Wanneer je het verkoopt
dan heb je een groot risico, je krijgt in verhouding heel weinig.
4) Economisch of structureel risico = concurrentierisico

Bij welk risico horen onderstaande gebeurtenissen?
a) Philips verkoopt een dochterbedrijf in de VS: translatierisico
b) AH hoeft de geleverde frisdrank pas over een maand te betalen aan haar Duitse
leverancier.:transactierisico
c) BMW verkoopt steeds meer autos in China. Economisch risico

Valuta-instrumenten
Interne valuta-instrumenten (besparing transactiekosten)
1) Netting (in-house banking) salderen vreemde valutaposities.
2) Matching inkomsten en uitgaven op zelfde tijdstip
3) Leading en lagging betalingen en/of inningen versneld of vertraagd uitvoeren.
4) Balansbeheer Afstemming bezittingen en schulden in vreemde valutas

Externe valuta-instrumenten
1) Valutatermijncontract (via een bank af te sluiten!) spreekt een vaste koers af van te voren
Contante koers: 1 = $ 1,23
3-maandstermijnkoers: 1 = $ 1,25
2) Transacties op de geldmarkt
tegenover een bezitting in een vreemde valuta wordt een schuld gecreerd of omgekeerd.

opgave: een Amerikaans bedrijf ontvangt over een half jaar 100.000. De debetrente (=leenrente) in
Europa bedraagt 5% en de creditrente (=spaarrente) in de VS 2%. De contante koers van een $ is
0,76.
a) Hoeveel euro zal het Amerikaans bedrijf nu lenen? (En direct omzetten in $!)
100.000/1,025= 97.560,98
b) Wat is de zekere opbrengst voor het bedrijf in dollars?
97.560,98/0,76= $128,369,70
$128,369,70*1.01=$129,653,39
3) Valutaoptie
Recht om een bepaalde valuta te kopen (call) of te verkopen (put) tegen een vastgelegde
koers (uitoefenprijs)
WAAROM EEN OPTIE-CONTRACT i.p.v. EEN TERMIJNCONTRACT? Kun je de winst die je maakt ook
meepakken zonder optie neem je de winst ook als verlies

Opdracht: een Amerikaan koopt een calloptie op de euro met een uitoefenprijs van 0,75. Op de
expiratiedatum is de koers 0,78. Zal hij de optie uitoefenen?

4) Valutaswap
Tijdelijke ruil van valutas (contante valutatransactie + tegenovergestelde valutatransactie op
termijn.)
5) Koersrisicoverzekering
Is af te sluiten bij een kredietverzekeraar (vb. Atradius)

Hoe doet UCC Benelux dat?
Twee risicomomenten:
1. Inkoop koffie op de wereldmarkt in $
Extern instrument en daarbij termijncontracten. De dollars al eerder kopen en dan op lening
zetten. Dollarrekening
2. Verkoop aan klanten in andere valuta
Bij verkoop van koffie wordt de buitenlandse valuta direct aan de bank verkocht tegen de
termijnkoers. Als het bedrag later binnenkomt staat de -waarde vast

Figuur landenselectie volgende de filtermethode

Mogelijke voorselectiecriteria: hoogte BBP per inwoner, (burger)oorlog, hoogte
importbelemmeringen, bepaalde kenmerken van de binnenlandse markt.
Macrocriteria: politieke situatie, demografische ontwikkelingen, hoogte buitenlandse schuld,
overgewaardeerde munt.
Meso- en microcriteria: analyse van de bedrijfstak en de markt. Bijvoorbeeld de intensiteit van de
concurrentie in de bedrijfstak.

Economische ontwikkeling/groei verloopt in 3 fasen:
1 Factorgedreven groei
Landen die wat betreft hun groei afhankelijk zijn van de export van grondstoffen en
arbeidsintensieve producten. Bijvoorbeeld Ghana
2 Investeringsgedreven groei
Buitenlandse directe investeringen zorgen voor een verdere groei, waar deze landen
standaardgoederen en diensten vaak goedkoop kunnen produceren door hun lage prijzen
van productiefactoren (m.n. arbeid). Bijvoorbeeld China
3 Innovatiegedreven groei
Het steeds opnieuw innoveren zorgt voor verdere groei. Bijvoorbeeld. VS
Macro-analyse:
- Politiek
Politieke structuur en stabiliteit
Kwaliteit van overheid (corruptie)
Internationale betrekkingen
Handelspolitiek
Dreigen er op korte termein interne of externe conflicten?
Staatsvorm, internationale betrekkingen, politieke structuur en stabiliteit, lidmaatschap int.
organisaties (WTO, IMF)
Overheid corrupt, bureaucratisch functioneren, eigen ondernemingen bevoordelen,
importbelemmeringen
- Demografisch
omvang en groei van bevolking
Samenstelling bevolking
Urbanisatiegraad
Opleidingsniveau
Vergrijzing door afname bevolkingsgroei (minder jongeren) en betere medische zorg. In Japan is de
vergrijzing nog veel groter dan in Europa. Vergrijzing kan leiden tot spanningen op de arbeidsmarkt.
Voordelen urbanisatie (meer kans op gezondheidszorg en scholing). Nadelen urbanisatie: armoede,
vervuiling e.d.
Bedrijven kunnen door urbanisatie hun klanten beter bereiken.
- Cultureel
Taal en religie
Omgangsvormen
Hierarchische verhoudingen
Handelsethiek en betalingsmoraal
Individu vs. Collectief
Masculien vs. Feminien
Korte termijnorintatie (VS) vs. Lange termijnorintatie (China)
- Juridisch
- Economisch
Economisch systeem
Omvang en verdeling BBP
Interne economische situatie:
- Belangrijkste sectoren;
- Inflatie
- Economische groei
- Economische politiek
Externe economische situatie:
- Wisselkoers
- Betalingsbalans
- Buitenlandse schuld
- Internationale reserves

Bedrijfstakanalyse (Meso)
- Gemiddeld rendement
- Groei vraag
- Aantal concurrenten
- Toetredingsbelemmeringen
- Productdifferentiatie
- Marktmacht leveranciers en afnemers
Les 3

Terugblik
1) Een Europees bedrijf ontvangt over 3 maanden $ 100.000.
a. Welk soort valutarisico loopt dit bedrijf? Transactierisico
b. Welke intern instrument kan worden ingezet om het wisselkoersrisico af te dekken?
Matching, leading ect.
c. Welk extern instrument kan worden ingezet om het wisselkoersrisico af te dekken?
Lening(transactie op de geldmarkt), valuta termijn contract, wil je ook winst maken valutaoptie
2) Waarom is het wellicht onverstandig om te exporteren naar een land dat:
a een hoge inflatie heeft? koopkracht dalen
b relatief veel importeert? Kans op weinig export, geen vreemde valuta of muntwaarde in
gaat zaken, import heffingen.
c een lage economische groei kent: weinig kansen, markten verzadigd


Direct: exporteren rechtstreeks naar de supermarkten toe
Indirect: via een agent of importeur.
Licentieverlening: andere fabriek heel je product laten maken
Joint venture: geen zeggenschap, dir. Investering: wel zeggenschap
Directe investering: helemaal zelf alleen zitten

Wanneer kiezen voor export en wanneer voor productie ter plekke?
Export:
Makkelijk vervoerbaar hierdoor kun je makkelijk exporten.

Productie ter plekke
Wanneer je niet kunt exporteren

Beide mogelijk dan kosten- baten naast elkaar

Eigendomsvoordelen
Opbrengstenkant: superieure kwaliteit of technologie, sterk
merk of marketingformule.
Kostenkant: grote schaal- of ervaringsvoordelen.
Landenvoordelen
Landenvoordelen: voordelen van het ter plekke gevestigd
zijn, zoals inspelen op de lokale voorkeuren, omzeilen van
importheffingen, lage productiekosten.
Internationalisatievoordelen: voordelen van zeggenschap
hebben over het bedrijf, zoals zekerheid dat merknaam niet
in diskrediet wordt gebracht, er geen kennis weglekt naar
concurrenten, je niet hoeft te onderhandelen over de
waardering van het eigendom.


De opofferingskosten om een computer te produceren zijn in Japan het laagst.
De opofferingskosten om voedsel te produceren zijn in Nederland het laagste.
De landen doen er verstandig aan om zich in deze producten te specialiseren. Op die manier wordt
arbeid het meest efficint gebruikt.




Betalingsbalans en wisselkoers

Betalingsbalans = overzicht van alle ontvangsten uit en betalingen aan het buitenland
Lopende rekening alle geldstromen door export en import van goederen en diensten
Kapitaalrekening alle geldstromen door beleggingen, leningen en investeringen uit en aan het
buitenland.

Wat gebeurt er met de muntwaarde van het betreffende land? bij land a stijgt doordat er meer
vraag naar de pond is zie 750 dan dat er aanbod is zie 550
Bij b is er meer aanbod van de munt dan er vraag is dus de munt zal dalen.

Dollar vraag blijft altijd hoog hierdoor blijft de
waarde ook goed. Veel dingen gebeuren in de
dollar













Inflatie, betalingsbalans en wisselkoers

Inflatie neemt toe, dit betekend dat alles duurder wordt hierdoor
minder sterk tegen over je concurrentie. Hierdoor minder export
hierdoor omhoog en import omhoog.


Land a
Land b
Les 4

Vragen
1. Wat is de oorzaak van het enorme tekort op de lopende rekening van de V.S.?
Ze importeren veel meer dan ze exporteren. Doordat het in andere landen goedkoper is om
te maken dus kunnen ze het beter ergens anders laten maken.
2. Wat zou dit moeten betekenen dit voor de waarde van de dollar?
De dollar zou eigenlijk helemaal moeten inzakken
3. Waarom gaat de dollar niet compleet onderuit?
Maar doordat het wererldwijd gebruikt wordt is het niet van toepassing

Regionale economische integratie:
Lijdt tot veel voordelen
- risico sprijding
- munteenheid hetzelfde als je met een ander europees land handeld
Begin om te gaan intergregen-> oorlog voorkomen
4 mogelijkheden hoe de landen intergratie geregeld hebben.
vrijhandelsgebied;
geen onderlinge tarieven

Geen importheffinten(vrije goederenstromen). Bevordelijk voor de handel tussen de betreffende
landen. Dit leidt tot lagere prijzen binnen het vrijhandelsgebied omdat je meer gaat concurreren
met andere landen. Wordt ook op kwaliteit opgevoerd.
Douane-unie
Geen onderlinge tarieven
Gemeenschappelijk buitentarief




Gemeenschappelijke markt
Geen onderlinge tarieven
Gemeenschappelijk buitentarief
Vrije verkeer productiefactoren
Meer concurrentie, makkelijker in andere landen gaan werken zo beter economie

Economische unie
Geen onderlinge tarieven
Gemeenschappelijk buitentarief
Vrije verkeer productiefactoren
Gemeenschappelijk economisch beleid



Doordat je ergens aan gaat deelnemen (unie) ga je makkelijk importeren
Negatief, BBP daalt en kost je werkgelegenheid

Prijs per voetbal voor deelname unie( nederlandse handelaar) dus eerst 40
Prijs per voetbal na deelname duane unie daarna naar franse unie 35 dus beteren prijzen voor de
consument



Handelsverschuiving
Eerst indonesie nu frankrijk.
-5 de overheid ontving daarvoor per trui 6 euro op dus per saldo ga je er per land 5 euro op achteruit

Opgave 1 corruptie

1. Hoe ontstaat corruptie?

2. Welk verband bestaat er tussen de cultuur in een land enerzijds en
corruptie anderzijds?
3. Welke invloed heeft corruptie op de aantrekkelijkheid van een land als
potentile vestigingsplaats?

Opgave 2 urbanisatie
Ongeveer 3,5 miljard mensen wonen op dit moment in steden. Dat is de
helft van de wereldbevolking. Volgens de Verenigde Naties neemt het aantal
stedelingen de komende decennia verder toe. De VN verwacht dat in 2050
bijna 7 van de 10 wereldburgers in stedelijke gebieden leeft. Volgens de
Wereldbank is urbanisatie belangrijk omdat steden in veel gevallen de
motoren zijn van de economie in een land.

a Wat verstaan we onder de urbanisatiegraad?
b Welke voor- en nadelen brengt een snelle urbanisatie voor een ontwikkelingsland met zich mee?
c Welke gevolgen heeft een toename van de verstedelijking in de ontwikkelingslanden voor een
Nederlandse voedingsmiddelenfabrikant die verpakte merkartikelen in deze landen wil afzetten?


Opgave 3 deelname euro

In Groot-Brittanni bestaat bij het publiek veel weerstand tegen de invoering
van de euro. Bedrijven en sommige politici maken zich echter zorgen over het feit dat investeerders
het land zouden kunnen mijden vanwege de euro. Investeerders zien het als een handicap dat
productie in Groot-Brittanni en verkoop op het Europese vasteland gepaard blijft gaan met
wisselkoersrisico.
a Welke voor- en nadelen heeft toetreding tot de Europese muntunie voor
Groot-Brittanni?
Voordeel
- Meer handel mogelijk
- Geen wisselkoersen omzetten van munten
Nadeel
- Je pond kan niet meer ingezet worden om concurrerend te worden
- Minder te zeggen over je munt, door Europese bank
b Welke voorwaarden gelden er voor deelname aan de euro?
Begrotingstekort mag niet meer zijn dan 3% van bbp
Staatsschuld mag meer dan 60% zijn van je bbp
Stabiele wisselkoers in de afgelopen jaren
c Het Japanse Toyota produceert een aantal automodellen voor de Europese
markt (onder andere de Avensis) in Groot-Brittanni. Waarom kan het feit
dat Groot-Brittanni niet meedoet aan de euro een probleem worden voor
Toyota?
Toyota heeft kosten in euro en ombrengsten in ponden dus heb je de wisselkoers.
Productiekosten in ponden en omzet in euros

You might also like