You are on page 1of 3

Duits literatuur uittreksel MO klas 6

Aufklärung (Verlichting): These Tweede helft 17e eeuw 18e eeuw

Geest van de verlichting


- Hoofdkenmerk: optimistische vertrouwen dat menselijk inzicht tot vrijheid en geluk
zal leiden.
- Sterk gericht op praktische verbetering van het leven
- Algemeen (ook verdedigd door Leibniz): inzicht en openbaring (door bijbel) beiden
van god gekregen
- Belangrijkste verlichtingsfilosoof: Leibniz  gehele universum wordt beheerst door
verstand en God heeft de wereld geschapen zodat het de best mogelijk bestaanbare
wereld is.

Literatuur
- Gericht op het nut. Predikt inzicht en deugd. Zeer grote invloed op de duitse
“bürgertum”, dus cultuur. Niet van grote literaire of poëtische waarde.
- Vaak geschreven in de vorm van fabels
- Schrijver: Gellert.

Klassicisme
- Franse invloed, maar alles bleef toch nuchterder en moralistischer.
- Gottsched: vecht tegen overdrijving van barok. Beveelt de strenge vorm van
classicistische drama’s aan (plek, tijd en handeling)

Tegenstroming: Empfindsamkeit
- Ontwikkelt zich overal in europa
- Gericht op het uiten van gevoel i.p.v. verstand, buiten de dogma’s van de kerk.
Lichtelijke sentimentele gemoedstoestand
- Veel Engelse invloeden (o.a. Ossian door Macphersons)

Gotthold Ephraim Lessing:


- Lessing was heel kritisch over het klassicisme. Hij vond dat het niets te maken had
met de antieke Tragedie. Zijn kritische werken zijn fundament van de Duitse
wetenschappelijke proza.  ontwikkeling Duitse drama komt op gang
- Drama’s. Vroeger in drama’s alleen adelijke hoofdpersonen.  Lessing verzet tegen
oude feodale tijdperk, schrijft Emilia Galotti “bürgerliche tragödie”
- Nathan der Weise – o.a. de “ringparabel”alle godsdiensten in beginsel niet in waarde
verschillen en dat de moraliteit van hun belijders pas antwoord kan geven op de vraag:
welke de ware religie is.
 grote invloed op Goethe en Schiller

Sturm und Drang und die Klassik (1770-1830)


= reactie op verlichting/rationalisme

Jean Jacques Rouseau (en Herder)


- filosofie: De mens is gelukkiger en beter af in de oorspronkelijke natuurtoestand dan
onder de heerschappij van de cultuur. Cultuur zorgt eigenlijk voor een ontaarding van
de mens.
- “Zurück zur Natur”  zowel in leven als in kunst wordt alles wat niet natuurlijk is
bestreden.
- Natuur is belichaming van het goddelijke.
- Opkomst individualisme
- Genie- Kraftmenschen: de kracht uit het innerlijk halen.
- Goethe

Overgang naar klassiek


- De verlichting en sturm und drang stonden lijnrecht tegenover elkaar  zoeken naar
compromis = klassiek

Goethe
Goethe en Schiller bevriend.

Goethe werd geinspireerd door Herder en door zijn liefde voor een meisje. Hij verlaat zijn
geliefde en houdt hieraan een schuldgevoel aan over  “Gretchentragödie”
- Faust: gebaseerd op volkboeken, maar eigen verhaal. Faust sluit verbond met de
duivel Memphistopheles om op die manier alles over de wereld te weten te komen en
het hoogst mogelijke te halen.  Faust staat bij duivel in de schuld  hij verlaat zijn
geliefde  Zij vermoord hun 2 kinderen en in afwachting van de doodstraf wordt ze
waanzinnig (= Gretchentragödie). Ondanks alles blijft Faust optimistisch, want hij is
verlost omdat hij streeft naar het hogere.
o Faust = representatief voor de westerse mens\

o Faust: im studierzimmer (Gretchentragödie)  sturm und drang periode.


Knittelvers
o Faust II  geschreven in laatste levensjaren. Veelvoud aan soorten metrum.
Romantische en antieke vormen

- die Leiden des jungen Werthers (Briefroman)

- Op een gegeven moment wordt Faust minister. Alleen nog goede gedichten o.a.
Grenzen der Menschheit.
- Goethe wil kunstenaarsleven  naar Italie  nieuw ideaal: Humaniteit =
edelemensheid door het jezelf in de hand houden en door jezelf vrijwillig te
onderwerpen aan de gebruiken en het gezag.
-  Duidelijke afkeer sturm und drang: het gaat niet meer alleen over individu maar
ook over gemeenschap. (Niet wat bevalt, is geoorloofd. Maar: wat gepast is, is
geoorloofd)
- Prometheus  vrije ritmen, hierin lopen de krachtgevoelens en reusachtige trots van
jonge hemelbestormers.

Goethe terug naar Du  goethe en Schiller bevriend.


Goethe: gevoel, fantasie en vermoedens
Schiller: kritisch, filosofisch, helpt Goethe inzicht te krijgen in zijn eigen wezen

Schiller
- Don Carlos: Posa – Philipp II.
o Philipp II (= Don Carlos) is de hoofdpersoon. Hij wordt door zijn vriend
Marquis posa gestimuleerd om tot een menselijkere regerinsvorm over te gaan.
Hieronder valt o.a. de (nederlandse) vrijheid van godsdienst. Don Carlos wordt
verliefd op zijn jonge stiefmoeder  wordt vijand van zijn vader  beslist om
te sterven. Daarvóór heeft Posa al opgeofferd om te zorgen dat het de plicht
werd van PhII zich voor hun gemeenschappelijke ideaal in te zetten.
o Beïnvloed door Nathan der Weise: tolerantie en “fünfjambigen Vers”

- Centrale Thema’s: moraal en schoonheid. In een bep boek: Schiller zoekt de grote
betekenis van de opvoedkundige waarde van de schoonheid van de menselijke kultuur.
De kunst heeft de opgave om mensen de ideale moraal bij te brengen en daardoor de
menselijkheid te verwerkelijken. = klassieke opvatting

- Der Handschuh. Ballade, in samenwerking met Goethe geschreven.

You might also like