You are on page 1of 9

VADERLANDSCH MUSEUM

V0011
NEDERDIIITSCHE LETTERKENDE , 011DHEID
EN
GESCHIEDENIS,
J.T1TGECEVEN DOOR
Qr. J3. Serrure,
PROFESSOR BY DE FACULTEIT DER WETSBECEERTE EN LETTEREN AEN DE HOOGESCHOOL
TE GENT.
DERDE DEEL.
-GENT,
H. HOSTE, BOEKHANDELAER , VELDSTRAET, Nr 43.
1859-1860.
( 75 )
it. eisocipppelete Munten van tttrec4t.
Tot heden bestaet er over de munten van Utrecht geen ander
werk dan het verdienstelyk , doch reeds verouderde boek van
Van Mieris (1 ). Voor eenige jaren liet de heer Balfoort eenige
onuitgegevene stichtsche munten kennen in het : Tijdschrift voor
Geschiedenis, Oudheden en Statistiek van Utrecht. Sedert lien
werd er hier en daer nog eene bisschoppelyke munt van het
Sticht, in het een of ander penningkundig tijdschrift opgenomen ,
doch tot heden toe verwacht men met ongeduld de door den
heere Vander Chijs ontworpene en ondernomene monographie
der oude bisschoppelyke munten van Utrecht.
Vooraleer dat werk aen het licht zal komen , zullen er nog
jaren v.erloopen , dewip de leidsche hoogleeraer nog eerst eene
verhandeling over de munten der brabantsche en limburgsche
heeren rekent uit te geven. Ik denk dus ondertusschen de lezers
van het Vaderlandsch Museum niet onaengenaem te zijn , met
hier de beschryving te laten volgen van eenige utrechtsche munten
die ik nergens heb aengetroffen dan in de verzameling van mynen
vader.
JAN VAN NASSAU (1267-1282) .
-1- MOTA i VOLLEHO i I : OMIN : NI (Moneta Vollenhovensis in
nomine Domini). Rechtsrydend ruitertjen met het zwaerd in
de hand.
(1) Beschryving der bisschoplyke Nunten en Zegelen van Utrecht. Leyden, 1726.
In-fol. en in-8a.
( 74 )
KEERZYDE. Buiten-legende : --I-- IOHIS EPI TRCTENCIS E : (Iohannis
episcopi traiectencis et.) Binnen-legende : + SIGNUM CRUCIS (I).
Kruis tusschen welks arnien vier halve maentjens.
ZILVER.
Pl. III , Nr 1 .
Dit zilveren ruitertjen te Vollenhoven geslagen is eene naboot-
sing van dergelyke munt voor het eerst door Margaretha van
Constantinopelen , gravin van Vlaenderen en Henegouwe inge-
voerd en door haer te Valencijn, van 1 273 tot 1 280, geslagen.
1 k schrijf deze zeldzame munt aen Jan van Nassau toe, omdat
deze tijdgenoot van gravin Margaretha was; doch zy zou ook wel
aen Jan van Zierk kunnen behooren, die lets later (1 282-1 296)
den bisschoppelyken stoel bekleedde.
FREDERIK VAN BLANKENHEIM (1 593-1 424).
MONETA -RYNENSI. Sint Pieter zittende op eenen troop.
KEERZYDE. FREDIC - US TRAI - ECTEN (Fredericus trajectensis).
Utrechtsch wapenschild in welks midden een schildjen met den
leeuw tusschen drie schildjens met den arend , het geheel in eenen
driebogigen omtrek.
GOUD.
P1. III, Nr 2.
Deze goudgulden werd geslagen te Rheenen, een klein steedjen
in het Utrechtsche, by Amersfoort.
-1 -- FREDERICUS : EPE : TRAIECTENSIS. Linksstaende leeuw, op
zyne borst het schild van den bisschop voerende.
KEERZYDE. +NONE - TA : NOV- A i EPC i T -RAlECT. Lang
(I)
Het exemplaer van deze munt eenigs zins uitgesleten zijnde, zoo heeft de
graveur het woord signeon van de binnen-legende der keerzyde Diet duidelijk
afgebeeld.
( 75 )
kruis tusschen welks armen : B-L-A -N, zijnde de eerste letters
van Blankenheim.
ZILVER.
PI. III, Nr 5.
Dergelyke grooten, Kromstaerten genoemd, omdat de staert
van den leeuw er inwaerts krult, werden eerst in Vlaenderen
door Jan-zonder-Vrees, hertog van Burgondie, geslagen.
RODOLF VAN DIEPHOUT , als Postulaet (1424-1450) .
Na den flood van Frederik van Blankenheim (1 424) werd de
bisschoppelyke zetel betwist door Zweder van Culenburg en Rodolf
van Diephout. Deze laetste, die het eindelyk doordroeg, werd
slechts in 1 430 door paus Eugenius IV als bisschop herkend.
Tusschen 1 424 en 1 430 sloeg by den volgenden goudgulden,
waer by den titel van postulaet , dit is zoo veel als oningewyde
bisschop of pretendent tot den bisschoppelyken stoel , neemt.
SANCTE x ME -RTIN EPIS. Sint Marten rechtstaende, met de rechter
hand zegenende, en houdende in de linker eenen staf.
KEERZYDE. - MON' RODLP POSTUL TRAIET. (dit is : moneta
Rodulphi postulati traiectensis). Het bisschoppelyke schild in eenen
halfbogigen omtrek.
GOUD.
P1. III, Nr 4.
Rodolf van Diephout sloeg nog dergelyke goudguldens voorts
na MO , doch op deze neemt by den titel van episcopus. Deze
laetste stukken zijn op verre naer niet zoo zeldzaem als het hier
beschreven en komen voor by Van Mieris, en in byna alle ver-
zamelingen.
( 76 )
ENGELBERT VAN CLEEF (1481-1483) .
In 1481 waren de Utrechtenaren opgestaen tegen bisschop David
van Burgondie. Zy hadden den hertog van Cleef ter hulp geroe-
pen , hem belovende zynen zoon Engelbert tot hunnen kerkvoogd
te doen kiezen. Engelbert kwam met zynen vader te Utrecht, en
zy worstelden twee jaren fang tegen David van Burgondie. Doch
de hulp die Maximiliaen van Oostenrijk aen den bisschop gaf,
dwong de Utrechtenaers zich te onderwerpen, en hunnen bondge-
noot, den hertog van Cleef, den vrede te sluiten en van den
bisschoppelyken stoel voor zynen zoon of te zien (1) .
Tydens Engelbert van Cleef werd de volgende goudgulden te
Utrecht gemunt.
SANCTUS M-ARTIN' EPS. St Marten op eenen bisschoppelyken zetel,
met de rechter hand zegenende , met de linker eenen kruisstaf
houdende. Aen zyne voeten het wapen van Cleef en Mark.
KEERZYDE.
MO . NO- VA AU-REA TRA -IECTN. Lang kruis, waerop
het vierveldig wapenschild van Cleef en Mark.
GOUD.
Pl. III, Nr 5. ,
FREDERIK VAN BADEN (1496-1526) .
SALVU FAC-PLM TU D (Salvum fac populumtuum, Domine). St Marten
zittende zooals op de vorige munt; aen zyne voeten het schild van
Baden.
KEERZYDE. MO NO-AUREA- EPISC -TRAEI (Moneta nova aurea episcopi
traiectensis). Lang kruis, waerop het vierveldig wapen van Utrecht
en Baden.
GOUD.
Pl. III, Nr 6.
C. A. SERRURE.
(1) Ueda, Historia episcoporum Ultrajectensium. Ultrajecti 1642, in-fol., p. 279.

PI, 11.
-1 F
.'i 1;;,,,,de,tda&Ce7,7, 4G
i",'-i.,,za/a,e,e a',!

You might also like