You are on page 1of 1

Jazzmozaek 4/2009 51

Outside spelen (1)


fig. 1
fig. 2
fig. 3
fig. 4
fig. 5
fig. 6
fig. 7
fig. 8
Een van de manieren om spanning te genereren tijdens een solo is het zgn. outside spelen,
wat wil zeggen dat je noten kiest buiten de toon of de chord scale van het moment. De kunst
bestaat erin om deze foute noten toch goed te laten klinken. Het is noodzakelijk om eerst
goed in te kunnen spelen alvorens met overtuiging en zeggingskracht out te gaan.
Muziektheorie
O
utside en inside zijn geen absolute be-
grippen, maar worden individueel ver-
schillend ervaren. Outside kan daarenboven
gaan van functionele akkoordsubstitutie via
bitonaliteit tot free jazz zonder akkoordstruc-
turen.
Als je outside speelt in de ene toon, dan speel
je meestal inside in een andere toon. Zo kun je
bijvoorbeeld een Db majeur toonladder spe-
len over een Cmaj7 akkoord, of een E majeur
drieklank over een F7 akkoord: dit geeft een
bitonaal effect. De mate van outside hangt af
van het aantal verschillende noten tussen in-
side en outside.
Er zijn verschillende belangrijke zaken om in
acht te nemen bij het outside spelen. Zo is
daar allereerst de keuze waar en wanneer in
een akkoordprogressie, met als zinsopbouw
de volgende mogelijkheden: inside/outside/
inside, outside/inside en inside/outside. Daar-
naast is er de gradatie waarin men outside
speelt, dus hoe vaak en hoe lang.
Vervolgens zijn er het notenmateriaal en de
techniek die men moet kiezen. Zo kan men
bijvoorbeeld een niet-harmonische drieklank
gebruiken. Zon drieklank bevat minstens
n noot die laddervreemd is (avoid note).
Meestal worden majeur drieklanken gebruikt
vanwege hun relatieve helderheid en herken-
baarheid (fig. 1). In fig. 2 een voorbeeld van
saxofonist Claudius Valk. Naast niet-harmo-
nische drieklanken zijn er ook niet-harmoni-
sche toonladders. Deze kunnen bijvoorbeeld
majeur, symmetrisch of pentatonisch zijn
(fig. 3).
Een manier van outside spelen m.b.v sub-
stituut-dominanten wordt gedemonstreerd
door pianist Frank Giebels in fig. 4 . Een ande-
re veel gebruikte techniek is het zgn. side slip-
ping waarin kortstondig een halve stap boven
of onder het tooncentrum wordt gespeeld: gi-
tarist Hendrik Braeckman laat dit zien in fig.
5. Deze techniek wordt eveneens gebruikt in
het thema (mt 9-12) van de compositie Free-
dom Jazz Dance van Eddie Harris (cd Miles
Smiles) (fig. 6). In fig. 7 wordt d.m.v. Col-
trane Changes (drie-tonaal systeem) outside
gespeeld over een II V I progressie, en in fig.
8 ten slotte zien we een majeur drieklank die
verschoven wordt over een Dm7 akkoord, zo-
als gespeeld door de pianist Christian Jacob.
L
e
o
n

L
h
o

s
t
Het outside spelen kan gebeuren op talloze ma-
nieren die zich niet in een paar regels laten vat-
ten. Het ontwikkelen van een eigen methode en
stijl zal slechts gebeuren door veel verschillende
technieken uit te proberen. In een volgend ar-
tikel worden nog andere denkwijzen nader toe-
gelicht vanuit de theorie en aan de hand van
voorbeelden uit de jazzliteratuur.
Bronnen & Literatuur
David Liebman, A Chromatic Approach To Jazz
Harmony And Melody - Advance Music 1991
Mark E. Bolling, The Jazz Theory Workbook -
Advance Music 1993
Hal Crook, How To Improvise - Advance Music
1991
Mark Levine, The Jazz Theory Book - Sher
Music Co. 1995

You might also like