C1 = CF1 + opbrengt investering (geleend bedrag + rente) + (uitgeleend bedrag + rente) OG = C0 + C1 / (1+r) OG = OA + AG OG = OH / (1+r) OA = CF0 + CF1 / (1+r) OA = OB / (1+r) AG = NCW project = - I0 + opbrengst investering / (1+r) De financiering en investeringsbeslissing Netto werkkapitaal = lopende activa lopende passiva Lopende activa = vlottende activa + liquide activa Lopende passiva = kort vreemd vermogen Market-to-book ratio = marktkapitalisatie / boekwaarde eigen vermogen Marktkapitalisatie = aantal uitstaande aandelen x beurswaarde (koers) D/E ratio = debt/equity ratio = totale schulden / totaal eigen vermogen Current ratio = lopende activa / lopende passiva Quick ratio = (lopende activa inventaris) / lopende passiva NCW = Netto Contante Waarde methode = CW investering Investeringsbedrag Contante waarde (CW) van een investering bereken je door de cashflows te verdisconteren met de risicovrije rentevoet naar t=0 Indien de cashflows eeuwigdurend zijn is de juiste CW: CF / (r-g) EAR: effective annual rate = (1+APR / k)k -1 Nominale rente = (1+inflatie)(1+rele rente) -1 Nominaal bedrag = reel bedrag x (1+i) Reel bedrag = nominaal bedrag / (1+i) Waardering van obligaties Prijs = CF1/(1+y) + CF2/(1+y)2 + (CF3 + restitutiehoofdsom)/(1+y)3 Spot- en forward rates: (1+n-1fn) = (1+rn)n / (1+rn-1)n-1 Waardering van aandelen P0 = Div1/(1+r) + Div2/(1+r)2 + Div3/(1+r)3 Geen dividendgroei: P0 = Div / r Constante groei: gordon groeimodel: P0 = Div / (r-g) Koerswinstverhouding: P0 / W1 = K / r-g Rendement = (P1 + Div1 P0) / P0 Capital gains = (P1 - P0) / P0 Dividend yield = Div1 / P0 Portefeuilletheorie en Mean-Variantie analyse Verwachte rendement van een portefeuille E(rp): E(rp) = XA E(rA) + XB E(rB) Risico van de portefeuille p:
p2 = (XA A)2 + (XB B)2 + 2 XA XB A B (rA,rB)
p = ( p)2 (rA,rB) = (p)2/ (A B) In het geval dat = -1: XA = B / (A + B) en XB = 100% - XA In het geval dat -1 geldt: Fractie van het te beleggen vermogen in A = (B)2 - AB A B (A)2 + (B)2 - 2 AB A B Minimum van MRP = XA((A)2+(B)2 2 AB A B) - (B)2 + AB A B = 0 Capital Asset Pricing Model (CAPM) E(r) = Rf + [E(rM) Rf] p = [(rp) / (rm)] x (rp,rm) Alle portefeuilles op de CML hebben een correlatiecoefficient van 1 dus voor efficiente portefeuilles geldt: p = (rp) / (rm) Verwachte rendement: E(r) = (E(Peind) Pbegin) / Pbegin E(Peind) Dus: Pbegin = 1+ Rf + [E(rM) Rf] Multi-factormodel en Arbitrage Pricing Theory (APT) E(ri) = 0 + bi1 1 + bi2 2 + + bik k 0 = Rf Een portefeuille is risicoloos als deze ongevoelig is voor de risicofactoren. De twee voorwaarden voor en het bestaan van een arbitrageportefeuille zijn: geen risico en een vermogensbeslag van 0 (evenveel long als short). voorbeeld: A: 0.08 = Rf + 0.5 1 0.05 2 B: 0.08 = Rf + 0.1 1 + 0.15 2 C: 0.08 = Rf 0.2 1 + 0.3 2 - Er kan een arbitrageportefeuille worden samengesteld door de beleggingsobjecten A, B en C te beleggen in de verhouding 3: -7: 4. Voorwaarde 1: vermogensbeslag van 0: = verhoudingen optellen: 3 -7 +4 = 0 dus juist Voorwaarde 2: geen risico: gevoeligheden uitrekenen: F1: bP1 = (3 x 0.5) + (-7 x 0.1) + (4 x -0.2) = 0 F2: bP2 = (3 x -0.05) + (-7 x 0.15) + (4 x 0.3) = 0 dus juist. Performance maatstaven Sharpe maatstaf: reward to variability ratio, meet het extra portefeuillerendement boven de risicovrije voet per eenheid totaal risico: S = (Rp Rf) / (p) Treynor maatstaf: reward to volatility ratio, meet (ook) het extra portefeuillerendement boven de risicovrije voet per eenheid totaal risico: T = (Rp Rf) / (p) Jensen maatstaf: meet het buitengewoon rendement:
Jp = (Rp Rf) - (p) (Rm Rf)
Informatie ratio: meet het (gemiddeld) gerealiseerd buitengewone rendement per eenheid risico dat in principe kan worden weggediversificeerd. IRp = Jp / (ep) = Jensens alpha (maatstaf) / tracking error Vermogenskostenvoet en NCW Cost of capital bestaat uit cost of debt en cost of equity: weighted average cost of capital WACC = debt / (debt + equity) rD + equity / (debt + equity) rE asset = debt / (debt + equity) debt + Equity / (debt + equity) equity After-tax WACC = rD (1 - v) D / V + rE E / V Vermogensstructuur Ondernemingswaarde: V = EBIT (1 - c) rwacc rwacc = E / V rE + D / V rD (1 - C) Geeiste rendement op eigen vermogen: rE = ru + D / E (1 - C)(ru rD) Ondernemingswaarde gefinancierd met deels vreemd vermogen (VLevered): VL = (EBIT (1 - C) / rU + (C rD D) / rD VL = Vu + C D Ondernemingswaarde met intrede inkomstenbelasting: VL = Vu + ( * D) waarbij: * = 1 (1 - C) (1 - E) (1 - I) * Wanneer = 0 is er geen effectief belasting voordeel van schuld en geldt: VL = Vu = D + E Dividendbeleid Koerswinst: K = (P1 P0)/ P0 + D1/P0 Verwachte rendement van een aandeel (op t = 0) na belasting heet Posttax return: Post-tax return na dividend uitkering = D1 (1 - D) + (P1ex P0) (1 - G) D = belastingtarief dividendrendement, P1ex = koers aandeel op t = 1 na dividend G = belastingtarief op koerswinsten Post-tax return voor dividend uitkering = ((P1CUM P0) (1 - G)) / P0 P1CUM = koers van aandeel op t = 1 voor dividenduitkering Om arbitrage te voorkomen moet gelden dat het rendement voor en na dividend uitkering aan elkaar gelijk is: RCUM = PEX : RCUM - PEX = Div ((1 - D)/ (1 - G))