Professional Documents
Culture Documents
parcouru!
Grammaire franaise
FRANS
Grammatica Frans voor leerlingen van de bovenbouw havo, vwo en het mbo
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
PARCOURU!
MANUEL DE GRAMMAIRE FRANAISE
Ten geleide
Wie schrijft, die blijft. Wie goed schrijft, blijft langer.
Een taal, en zeker een vreemde taal, wordt vaak gezien als een samenspinsel van
grammaticale regels en woorden. Sommige mensen beweren zelfs dat taal een complot is.
Zover wil ik niet gaan.
Voor je ligt het pice de rsistance op het gebied van de Franse grammatica.
Parcouru! is afgeleid van het werkwoord parcourir, hetgeen doorlopen/doorkruisen
betekent. De symboliek van de naam zit vooral in het gebruik. De bedoeling van de
auteur/samensteller is dat je het boek gebruikenderwijs doorloopt.
De opzet van Parcouru! is helder en overzichtelijk. Per section wordt een grammaticaal
onderwerp ingeleid, uitgelegd en aan de hand van voorbeelden (quelques exemples)
toegelicht. Uitzonderingen of speciale gevallen worden besproken in cas particulier(s).
Parcouru! is geboren met het idee om de grammatica van de Franse taal inzichtelijker te
maken en te verduidelijken. Het is een pr grammaticaboek en vooral bedoeld als
naslagwerk voor leerlingen die in de bovenbouw van het havo, vwo of in het hbo zitten.
Er wordt, bij sommige hoofdstukken, een bepaalde voorkennis verwacht.
Bij deze editie hoort het katern Parcouru! XR6 waarin je opdrachten vindt die aansluiten bij
de sections.
Zolang Parcouru! nog niet bij een uitgever is ondergebracht, blijft het vrij te downloaden
van de site van de auteur, www.franstastisch.com
Los van het plezier wens ik je veel inzicht toe!
Jorn Dijkstra,
auteur/samensteller Parcouru!
Pagina 1
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
Inhoudsopgave
1 le substantif (het zelfstandig naamwoord)
2 larticle (het lidwoord)
3 ladjectif (het bijvoeglijk naamwoord)
4 ladverbe (het bijwoord)
5 les comparatifs (de trappen van vergelijking)
6 les noms de nombres (de getallen)
7 les pronoms personnels (de persoonlijke voornaamwoorden)
8 les noms Y et EN (de voornaamwoorden Y en EN)
9 Het is (gebruik van Het is)
10 les pronoms possessifs (de bezittelijke voornaamwoorden)
11 les pronoms dmonstratifs (de aanwijzende voornaamwoorden)
12 les pronoms relatifs (de betrekkelijke voornaamwoorden)
13 les pronoms interrogatifs (de vragende voornaamwoorden)
14 les pronoms indfinis (de onbepaalde voornaamwoorden)
15 la ngation (de ontkenning)
16 les prpositions (de voorzetsels)
17 lordre des mots (de woordvolgorde)
18 les verbes (de werkwoorden)
19 les verbes en er (de werkwoorden op er)
20 les verbes pronominaux (de wederkerende werkwoorden)
21 les verbes en ir (de werkwoorden op ir)
22 les verbes en dre (de werkwoorden op dre)
23 les verbes irrguliers (de onregelmatige werkwoorden)
24 les verbes impersonnels (de onpersoonlijke werkwoorden)
25 les verbes auxiliaires (de hulpwerkwoorden)
26 le participe pass (het voltooid deelwoord)
27 lemploi du temps (het gebruik van de tijden)
28 lemploi du temps | le prsent
29 lemploi du temps | le pass compos
30 lemploi du temps | le pass rcent
31 lemploi du temps | limparfait
32 lemploi du temps | le futur proche
33 lemploi du temps | le futur simple
34 lemploi du temps | le futur du pass
35 lemploi du temps | le subjonctif
36 lemploi du temps | le pass simple
37 lemploi du temps | limpratif
38 lemploi du temps | le grondif
39 lemploi du temps | la voix passive
40 les prefixes (de voorvoegsels)
41 DE ou aprs adjectif
3
7
11
17
20
23
26
32
34
35
37
39
42
45
47
49
56
58
59
62
64
69
73
80
81
82
83
84
85
88
89
91
92
93
94
97
99
100
102
104
106
Pagina 2
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
1. LE SUBSTANTIF
het zelfstandig naamwoord
INTRODUCTION
Naast werkwoorden vormen zelfstandige naamwoorden een essentieel deel van een taal.
Je hebt ongetwijfeld op die vreselijke basisschool moeten leren dat zelfstandige
naamwoorden bestaan uit mensen, eigennamen, dieren en dingen. Die voorkennis
bouwen we in het eerste deel van Parcouru! verder uit.
De Franse taal bestaat uit mannelijke en vrouwelijke woorden. Ruim 85% van de Franse
woorden is afkomstig uit het Latijn. 2% van de woorden uit de Germaanse talen, 0,5 % uit
het Arabisch (met name woorden die met de douane of wiskundige zaken te maken
hebben) en 12 % vindt zijn oorsprong in de zustertalen Italiaans en Spaans.
MASCULIN
Mannelijk zijn de volgende woorden/woordsoorten:
a. mannelijke personen en dierennamen
le garon, lhomme, le lapin, le rat
b. dagen, maanden en jaargetijden
le dimanche, le vendredi, le printemps, le fvrier, le mars
c. wolken en zon
le soleil
d. talen
le franais, le maroc, le nerlandais, lallemand
e. bomen
larbre, le chne (de eik), le pin (de den)
FMININ
Daarentegen zijn de de volgende woorden/woordsoorten vrouwelijk:
a. vrouwelijke personen en dierennamen
la femme, la fille, la vache, la chvre
b. bloemen
la fleur, la rose, la tulipe
c. maan en sterren
la lune, ltoile
d. eilanden
lle, la Sardaigne, la Texel
e. wetenschappen
la science
Pagina 3
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
VROUWELIJK
-tion
rpter une rptition
-sion
mettre une mission
-ture
ouvrir une ouverture
-tion
rpter une rptition
Afgeleide vormen van werkwoord die een
persoon (of functie) beschrijven
Mannelijke en vrouwelijke te
herleiden vormen van
zelfstandige naamwoorden
WW
voler
mentir
tudier
substantief
anglais
la rpublique
la technique
la cuisine
MANNELIJK
un voleur
un menteur
un tudiant
un animateur
MANNELIJK
un Anglais
un rpublicain
un technicien
un cuisinier
VROUWELIJK
une voleuse
une menteuse
une tudiante
une animatrice
VROUWELIJK
une Anglaise
un rpublicaine
une technicienne
une cuisinire
Conclusies die je op basis van dit schema kunt trekken, zijn waardevol. Zo zijn bijvoorbeeld
woorden die eindigen op eur of teur zijn per definitie mannelijk.
In section 40 lees je meer over de prfixes (voorvoegsels).
Pagina 4
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
RGLE GNRALE
De algemeen geldende regel is dat het zelfstandig naamwoord in het meervoud een s
krijgt (nooit s !).
QUELQUES EXEMPLES
EXCEPTIONS
Niet elk zelfstandig naamwoord kan op deze manier omgezet worden tot de
meervoudsvorm. Hieronder zie je ook waarom er (soms logische) uitzonderingen zijn:
zelfstandige naamwoorden eindigend op
-s, -x en z hebben zowel in het enkelvoud als
in het meervoud dezelfde vorm
-al krijgen in het meervoud aux
-eau krijgen in het meervoud eaux
-eu krijgen in het meervoud eux
-ou krijgen in het meervoud oux
-ail krijgen in het meervoud aux
Deze zelfstandige naamwoorden hebben
..een afwijkende vorm in het meervoud.
meneer
mevrouw
mejuffrouw
het oog
de hemel
enkelvoud
le bras
le choix
le nez
le journal
le cadeau
le jeu
le bijou
le genou
le travail
meervoud
les bras
les choix
les nez
les journaux
les cadeaux
les jeux
les bijoux
les genoux
les travaux
enkelvoud
meervoud
monsieur
madame
mademoiselle
loeil
le ciel
messieurs
mesdames
mesdemoiselles
les yeux
le cieux
Pagina 5
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
FORMES FIXES
Een aantal substantieven heeft een vaste vorm. Deze kan afwijken van het Nederlands.
Om dat het gebruik soms tegen ons systeem ingaat, geef ik bij een paar van deze woorden
een duidelijk voorbeeld.
In het Frans meervoud, maar.
les devoirs
les mathmatiques
les vacances
les lunettes
les environs
QUELQUES EXEMPLES
POUR TERMINER
Het gemak van onze taal gaat niet op voor het Frans. Hoe normaal is het als wij tegen
elkaar zeggen Ik zie je over drie week of Ja, ik mag scooter rijden. Ik ben al 16 jaar.
Of Doe mij maar 2 kilo rundvlees!
Nee, het Frans is gelukkig wat consequenter in het gebruik. Zij stellen: meervoud is
meervoud. En zo is het maar net.Toch?
QUELQUES EXEMPLES
Ik ben 16 jaar.
Over 3 uur.
Ik zie je over 3 weken.
- Jai 16 ans.
- Dans 3 heures
- Je te verrai dans trois semaines.
Pagina 6
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
2. LARTICLE
het bepaald, onbepaald en delend lidwoord
INTRODUCTION
Je weet nu waarschijnlijk dat de Franse taal slechts bestaat uit mannelijke en vrouwelijke
woorden. Dat houdt het lekker overzichtelijk. Het tweede deel van Parcouru! behandelt het
lidwoord (larticle). We maken hierbij onderscheid tussen drie verschillende soorten
lidwoorden: de onbepaalde, de bepaalde en de delende lidwoorden.
De hamvraag blijft uiteraard Wanneer wel en wanneer geen lidwoord? Door dit
hoofdstuk goed te bestuderen weet je deze vraag zometeen goed te beantwoorden.
enkelvoud
un
une
meervoud
des .-s
QUELQUES EXEMPLES
Je bent al snel klaar als je het lidwoord een voor meervoud wilt plaatsen. Dat kan niet.
In het Frans maak je dan gebruik je van des s. Het Franse des blijft onvertaald in het
Nederlands.
QUELQUES EXEMPLES
des garons betekent jongens, des agendas agendas en des femmes betekent
vrouwen.
Het lidwoord un, une of des komt te vervallen bij een ontkenning. Na een ontkenning krijg
je altijd de (behalve in zinnen met tre).
QUELQUES EXEMPLES
Pagina 7
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
enkelvoud
le (of l)
la (of l)
meervoud
les
Als een woord met een klinker of stomme h (h muet, een h die in de uitspraak komt te
vervallen) staat, dan vervang je of le of la door l. Voor meervoud geldt dat je altijd les
gebruikt.
ATTENTION!
Bepaalde lidwoorden kunnen ook voorkomen in bepaalde samentrekkingen als het
lidwoord voorafgegaan wordt door de voorzetsels de of . Dit ken je, als het goed is, ook
als de Wet van Dijkstra.
1
+ le wordt ...
au
de
2
de + le wordt .
du
e
3 + les wordt
aux
e
4 de + les wordt
des
En ja, inderdaad, dit betekent dat er geen gevolgen zijn voor het gebruik van la of de la.
De enige uitzonderingen staan hierboven, conform de Wet, weergegeven.
Pagina 8
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
enkelvoud
meervoud
mannelijk
du (of de l)
des
vrouwelijk
de la (of de l)
Net als in section 2B geldt dat voor woorden die met een klinker of stomme h beginnen de
l wordt gebruikt in plaats van du of de la.
QUELQUES EXEMPLES
MAAR.
in plaats van het delend lidwoord gebruik je de:
1. Na een ontkenning (behalve bij zinnen met tre)
De regel van na een ontkenning de gebruiken blijft altijd overheersender
Il achte des cigarettes, parce quil ne veut pas de cigares.
2. Na woorden die wl een hoeveelheid aangeven
Dit lijkt vanzelfsprekend, immers het delend lidwoord gaf een onbepaalde
hoeveelheid aan.
Je bois du caf Je bois une tasse de caf.
Je mange de la confiture Je mange beaucoup de confiture.
3. Als het bijvoeglijk naamwoord vr het zelfstandig naamwoord staat
Aan de hand van een voorbeeld laat ik je dit zien.
Ctaient des voyages. Il a fait de beaux voyages.
Jai des amis. Jai de bons amis.
Pagina 9
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
Verder zijn er nog wat kleinigheden ten aanzien van het gebruik van het delend lidwoord
of alleen de. Ik merk ook dat leerlingen die vraag vaak stellen. Los van wat al gezegd is,
krijg je hieronder nog een paar van die kleinigheden.
a. Bij het werkwoord tre blijft een delend lidwoord altijd staan.
Cest de la bire. Non, ce nest pas de la bire.
b. Na sommige woorden volgt er gn de en ook gn delend lidwoord.
plusieurs (verscheidene) Il reste plusieurs jours Paris.
quelques (enige)
Quelques exemples ().
En bij de volgende uitdrukkingen geldt hetzelfde:
avec plaisir - met plezier/genoegen
avoir peur
bang zijn
avoir faim - honger hebben
avoir raison
gelijk hebben
avoir soif
- dorst hebben
avoir tort
ongelijk hebben
avoir mal
pijn hebben
avoir sommeil - slaap hebben
avoir envie de - zin hebben om te
c. Je gebruikt het delend lidwoord wel bij bien des en la plupart des
bien des voitures
- heel wat autos
la plupart des maisons
- de meeste huizen
En ja, je ziet aan de regels, de uitzonderingen en aan het gebruik dat het delend lidwoord
een van de lastige zaken is van de Franse grammatica. Het toepassen van het delend
lidwoord verdient dus wat extra aandacht.
Pagina 10
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
3. LADJECTIF
het bijvoeglijk naamwoord
INTRODUCTION
Zowe zijn al lekker op weg! Je hebt nu voldoende bagage om zelfstandige naamwoorden
met de juiste lidwoorden te combineren. Twee essentile zaken om lekker met het Frans
te kunnen spelen, missen nog. De werkwoorden om zinnen te maken en vloeiend te laten
lopen en de kennis, de savoir-faire (of om het Engels maar aan te halen, de know how)
om zinsdelen te kleuren. Een bijvoeglijk naamwoord zegt namelijk iets over of van
het zelfstandig naamwoord. Zonder bijvoeglijke naamwoorden worden zinnen vaak saai.
Je eigen draai kunnen geven aan zinnen, doe je door bijvoeglijke naamwoorden te
gebruiken. En dat (her-)leer je hier!
Twee facetten zijn belangrijk bij het gebruik van het bijvoeglijk naamwoord: de plaats en
de vorm.
RGLE GNRALE
Algemeen kunnen we stellen dat het bijvoeglijk naamwoord achter het zelfstandig
naamwoord komt. Dit is in ruim 95% van de gevallen zo.
Mr de volgende veelgebruikte en korte bijvoeglijke naamwoorden staan vr het
zelfstandig naamwoord. Overigens komen alle rangtelwoorden ook vr het zelfstandige
naamwoord.
beau
haut
long
vieux
large
mooi
hoog
lang
oud
groot
bon
jeune
vaste
mauvais
gros
goed
jong
uitgestrekt
slecht
dik
joli
petit
grand
mchant
autre
knap
klein
groot
gemeen
ander(e)
Pagina 11
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
nouveau
dernier
ancien
cher
propre
brave
pauvre
Zoals gezegd geldt dat naast de plaats ook de vorm van het bijvoeglijk naamwoord de
nodige aandacht verdient. Ik ga dus snel verder!
enkelvoud
meervoud
-e
-s
-es
QUELQUES EXEMPLES
un grand garon; une grande fille, les grands garons, les grandes filles
[een grote jongen, een groot meisje, de grote jongens, de grote meisjes]
Pagina 12
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
Het aanpassen in zinnen gebeurt door de relatie tussen het zelfstandig naamwoord en
het bijvoeglijk naamwoord middels het werkwoord tre. Die relatie moet goed zijn, dat wil
zeggen: in geslacht en getal komen het zelfstandig naamwoord en bijvoeglijk naamwoord
overeen.
QUELQUES EXEMPLES
Bijvoeglijke naamwoorden die al op een e eindigen, krijgen bij vrouwelijk enkelvoud niet
nog een e. Bijvoeglijk gebruikte voltooid deelwoorden krijgen daarentegen wel een extra
e in deze gevallen.
QUELQUES EXEMPLES
Als de -e toegevoegd wordt na een klinker, dan heeft dat geen gevolgen voor de
uitspraak. Als het zelfstandig naamwoord of het bijvoeglijk naamwoord echter eindigt op
een medeklinker, dan heeft dat invloed op de schrijfwijze en de uitspraak.
De laatste medeklinker is hoorbaar in de uitspraak. Je laat de klank als het ware duidelijk
uitfaden ofwel uitlopen
grand grande
gris grise
un client une cliente
petit petite
long longue
MAAR.
We hebben in section 1B gelezen dat ook niet alle zelfstandige naamwoorden volgens de
standaardregel een meervoudsvorm krijgen.
Dit geldt ook voor de bijvoeglijke naamwoorden. Er treedt hier met name een verschil op
tussen de vormen van het mannelijk en het vrouwelijk enkelvoud. De meervoudsvorm
wordt veelal gevormd door er een s achter te plaatsen, tenzij de vorm al op een s of x
eindigt.
Pagina 13
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
Om het meervoud van bovenstaande vormen te maken, geldt de regel Zet er een s
achter!, behalve bij heureux. De vorm voor mannelijk meervoud blijft hetzelfde. Waarom?
Heureux eindigt op een x. Daar kan niet ng een s achter
Voor bijvoeglijke naamwoorden die uitgaan op on, -el, -en, -as, -eil en et geldt dat de
slotmedeklinker verdubbeld wordt bij vrouwelijk enkelvoud. Wat zei je? Schema?! O ja,
natuurlijk. Je vindt een aantal voorbeelden hieronder in het overzicht.
Bijvoeglijke naamwoorden
die eindigen op.
- on
bon (goed)
- el
cruel (wreed)
-en
parisien (Parijs)
-as
gras (dik)
-eil
pareil (dergelijk)
-et
net (duidelijk)
Pagina 14
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
Bijzondere
bijvoeglijke
naamwoorden
mannelijk vrouwelijk
wit blanc
blanche
un crayon blanc
oud vieux
un vieux vlo
une vieille femme
maar un vieil homme
(vieil voor klinkers of stomme h)
nieuw nouveau
nouvelle
un nouveau project
une nouvelle idee
maar un nouvel htel
(nouvel voor klinkers of stomme h)
mooi beau
belle
un beau roman
une belle histoire
un bel agenda
(bel voor stomme h of klinkers)
COMPLTEMENT IRRGULIER!
Sommige bijvoeglijke naamwoorden hebben onregelmatige vrouwelijke vormen. n van
deze zijn we net al tegengekomen, namelijk blanc (versus blanche). Hieronder volgt nog
een aantal.
Onregelmatige
bijvoeglijke naamwoorden
gek
aardig, lief
openbaar
droog
vals
geheim
dik
fris, vers
dik
Grieks
zacht
lang
compleet
ongerust
mannelijke enkelvoud
fou
gentil
public
sec
faux
secret
gros
frais
pais
grec
doux
long
complet
inquiet
vrouwelijk enkelvoud
folle
gentille
publique
sche
fausse
secrte
grosse
frache
paisse
grecque
douce
longue
complte
inquite
Pagina 15
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
POUR TERMINER
Niet heel erg veel voorkomend, maar wel de moeite van het vermelden waard, zijn de
samengestelde bijvoeglijke naamwoorden.
Deze groep blijft onveranderlijk en past zich niet aan aan bijvoorbeeld vrouwelijk
enkelvoud of aan het meervoud.
QUELQUES EXEMPLES
Pagina 16
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
4. LADVERBE
het bijwoord
INTRODUCTION
Vaak bestaat er verwarring tussen het gebruik van het bijvoeglijk naamwoord en het
bijwoord. Waarin verschillen ze eigenlijk? Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets van mensen
of dingen en worden gekoppeld aan zelfstandige naamwoorden.
Een groot verschil tussen het bijvoeglijk naamwoord en het bijwoord is dat het bijwoord
onveranderlijk is.
De functie van het bijwoord is veelzijdig. De betekenis van het bijwoord in de zin is ook al
zo veelbetekenend. We onderscheiden de volgende soorten bijwoorden. Bijwoorden die..
a) zeggen hoe iets gebeurt. Het bijwoord zegt iets van het werkwoord.
- Il rpond la question.
Il rpond poliment la question.
- Elle est bonne.
Elle travaille bien.
b) een hoeveelheid aangeven;
- Il y a trop de gens ici!
- Je voudrais un peu plus de toi!
- Il nest pas trs loin dici.
LA FORME DE LADVERBE
Gelukkig zijn veel bijwoorden afgeleid van het bijbehorende bijvoeglijk naamwoord. Net is
al gezegd dat het bijwoord onveranderlijk is qua vorm. Dat is essentieel om te weten.
Welke soorten bijwoorden zijn er en, net zo belangrijk, hoe stel je zelf het bijwoord samen?
a. Als het bijvoeglijk naamwoord eindigt op een klinker, voeg je ment toe voor
het bijwoord.
poli (beleefd) poliment (beleefd)
joli (leuk) joliment (leuk)
honnte (eerlijk) honntement (eerlijk)
Pagina 17
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
LA PLACE DE LADVERBE
De veelvoorkomende bijwoorden zoals dja, toujours en souvent komen direct achter
de persoonsvorm, maar weer direct vr de rest van het gezegde.
Il est parti.
Il est dj parti.
- Hij is vertrokken.
- Hij is al vertrokken.
CAS PARTICULIERS
Natuurlijk bevestigt de uitzondering de regel. Ook bij het bijwoord komen we die tegen.
Sommige bijwoorden worden op een andere manier gemaakt dan de (eenvoudige) regels
hierboven.
Bekijk het schema hieronder, lees en denk mee
Onregelmatige
bijwoorden
goed
beter
langzaam
slecht
erger
geweldig
precies
lang (qua tijd)
snel
bijvoeglijk naamwoord
bon
meilleur
lent
mauvais
pire
norme
prcis
long
rapide
bijwoord
bon
mieux
lentement
mal
Pis
normment
prcisment
longtemps
rapidement n vite
Pagina 18
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
COMBINAISONS FIXES
In sommige combinaties, veelal uitdrukkingen, wordt het bijvoeglijk naamwoord
onveranderd als bijwoord gebruikt. Ik bespreek er een paar.
QUELQUES EXEMPLES
zachtjes praten
luid praten
- parler bas
- parler haut
Het is je waarschijnlijk al opgevallen. Coter cher betekent letterlijk duur kosten. Zou dit
de oorzaak zijn van de in het Nederlands ziekelijk veel gemaakte taalfout Dat kost duur?
Wellicht dat deze fout een ongeslaagde poging is om het Frans onder de knie te krijgen.
Weet jij het?
TYPIQUEMENT FRANAIS!
Waar ligt de voorkeur? Nee, Fransen zijn zelf niet erg dol op het gebruik van bijwoorden.
Zeker niet als het gaat om lange bijvoeglijke naamwoorden. Zij gebruiken liever een
andere constructie die meer beschrijvend van aard is. Zo omzeilen ze het bijwoord en
maken op een slinkse manier gebruik van het bijvoeglijke naamwoord. Kijk maar!
UN EXEMPLE
Pagina 19
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
QUELQUES EXEMPLES
Paul is groot.
Marie-Louise is groter dan Paul.
Drie verschillende voorbeelden. In alle voorbeelden speelt het bijvoeglijk naamwoord een
rol. Het bijwoord komt hier, zoals je ziet, niet in voor. Natuurlijk vraag je jezelf nu wat
zaken af.
Je ziet drie verschillende voorbeelden. Vergelijk je zaken met elkaar dan is iets groter,
minder groot of net zo groot als iets anders. De vorm hiervoor staat in het voorbeeld
cursief gedrukt en in de Franse vertaling vetgedrukt.
Iets anders Omdat we bijvoeglijke naamwoorden gebruiken, knnen deze worden
aangepast aan het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort. In lle gevallen is het zo dat
het bijvoeglijk naamwoord aangepast wordt aan het onderwerp van de zin, het
eerstgenoemde zelfstandig naamwoord! Bijwoorden blijven onveranderlijk!
RSUM
In schema (waarbij ik petit als voorbeeld gebruik):
plus ( que)
kleiner dan
moins ( que)
aussi ( que)
even/net zo (als)
Pagina 20
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
QUELQUES EXEMPLES
De moderne steden.
De modernste steden.
De intelligente jongen.
De intelligentste jongen.
- Le garon intelligent.
- Le garon le plus intelligent.
QUELQUES EXEMPLES
ANALYSE
In zinnen met een bijvoeglijk naamwoord wordt de overtreffende trap altijd
voorafgegaan door le/la/les plus. Bij bijwoorden wordt alleen het lidwoord le
gebruikt. Over de vorm van het bijwoord is al het een en ander gezegd. Ja, die is
onveranderlijk..
Pagina 21
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
CAS PARTICULIERS
Een aantal bijvoeglijke naamwoorden heeft al wat betreft betekenis de overtreffende trap.
Deze worden zonder de le/la/les plus constructie gebruikt.
bijvoeglijk naamwoord
eerste
laatste
oudste
jongste
voornaamste
geringste
betekenis
premier
dernier
an
cadet
principal
moindre
QUELQUES EXEMPLES
Pagina 22
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
QUELQUES EXEMPLES
Leuk allemaal, maar wanneer gebruik je un trait dunion (het streepje), wanneer een extra s
en wanneer een spatie. Die verwarring leeft nogal onder de gebruikers. Een handreiking tot
die oplossing volgt in de volgende alineas.
Tientallen
Nederlands
10
20
30
40
50
Frans
dix
vingt
trente
quarante
cinquante
Nederlands
60
70
80
90
100
Frans
soixante
soixante-dix
quatre-vingts
quatre-vingt-dix
cent
Bij de tientallen en eenheden staat altijd un trait dunion, behalve bij de getallen 21, 31,
41, 51, 61 en 71. Hier staat altijd het woordje et.
QUELQUES EXEMPLES
24
21
- vingt-quatre
- vingt et un
36
51
- trente-six
- cinquante et un
Pagina 23
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
TYPIQUEMENT FRANAIS?
Toch moet je niet raar staan te kijken als je de woorden septante (70) en nonante (90) in
officile Belgische stukken tegenkomt. Septante en nonante worden vandaag de dag nog
gebruikt in Zwitserland, Belgi en voormalige Belgische kolonies. Octante (80) wordt ook
gebruikt in Zwitserland.
Terug naar de theorie.
Terug naar de getallen.
QUELQUES EXEMPLES
80
- quatre-vingts
83
- quatre-vingt-trois
300
- trois cents
309
- trois cent neuf
Vingt en cent krijgen in het meervoud een s, tenzij er een ander telwoord volgt.
Bij het woord mille (1000, denk aan millennium) zit het anders. Mille krijgt nooit een s .
Bovendien schrijft men in jaartallen mil in plaats van mille.
QUELQUES EXEMPLES
1997
In 1997
Bij data maak je altijd gebruik van het hoofdtelwoord voorafgegaan door le. Je gebruikt
het rangtelwoord alleen bij de eerste (van de maand).
QUELQUES EXEMPLES
Pagina 24
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
QUELQUES EXEMPLES
zes
- six
zesde
- sixime
acht - huit
achtste
- huitime
negen - neuf
negende
- neuvime
vier - quatre
vierde
- quatrime
vijf
- cinq
vijfde
- cinquime
nul
- zro
nulde
- zeroime/nullime
Let ook even op de schrijfwijze van negende, vijfde en vierde. De eind e van quatre komt te
vervallen bij quatrime.
BREUKEN
QUELQUES EXEMPLES
1/5 un cinquime
1/7 un septime
1/2 un demi
1/3 un tiers
1/4 un quart
Als je per ongeluk op een terras beland bent en je bestelt un demi en je disgenoot bestelt
une pression, dan krijgen jullie toch beide een biertje!
EXPRESSIONS MATHMATIQUES
Hieronder, om nog in de sfeer van de getallen te blijven, een aantal rekenkundige
uitdrukkingen of samenstellingen:
QUELQUES EXEMPLES
20%
3x6
1 op de 4
3, 55
7x7
24/7
Pagina 25
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
COMME SUJET
Het gebruik van de persoonlijke voornaamwoorden als onderwerp van de zin is verreweg
de meest gebruikte vorm. Je gebruikt deze groep persoonlijke voornaamwoorden vr de
vervoegde vorm van het werkwoord, ofwel de persoonsvorm.
persoonlijk voornaamwoord
ik
jij, je
hij
zij
wij
jullie, U
zij (mannelijk meervoud)
zij (vrouwelijk meervoud)
als onderwerp
je (j)
tu
Il
elle
nous (on)
vous
ils
elles
Pagina 26
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
QUELQUES EXEMPLES
In het schema zag je dat zowel on als nous wij betekenen. Hier moet bij opgemerkt
worden dat on vooral in de spreektaal wordt gebruikt en nous in de schrijftaal of meer
officilere gesproken taal.
Het derde voorbeeld laat zien dat hij elle (of il) niet altijd zij (of hij) als zijnde personen
hoeft te betekenen. De persoonlijke voornaamwoorden il, ils, elle of elles kunnen ook
zelfstandige naamwoorden vervangen als onderwerp van de zin.
QUELQUES EXEMPLES
De mur is groen. Hij (de muur) is groen. Le mur est vert. Il est vert.
De auto rijdt snel. Zij rijdt snel.
La voiture roule vite. Elle roule vite.
De kamers zijn groot. Zij zijn groot.
Les chambres sont grandes.
Elles sont grandes.
Is de tafel klein? Ja, zij is klein.
La table est petite? Oui, elle est petite.
TYPIQUEMENT FRANAIS?
De Nederlandse werkwoorden vousvoyeren en tutoyeren komen niet voor niets uit
het Frans. Maar hoe zit dat in de Franse taal? Franse gebruiken vooral tu als ze zich
omgeven door bekenden of familieleden. In alle andere situaties wordt er gebruik
gemaakt van vous.
Pagina 27
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
Je ziet twee keer het woord het staan. Het slaat in dit geval terug op een voorwerp. Net als
we zojuist zagen, hoeft een persoonlijk voornaamwoord niet altijd terug te slaan op een
persoon.
De plaats van het persoonlijk voornaamwoord is in dit geval voor het werkwoord waar
het bij het hoort.
QUELQUES EXEMPLES
Ik zie je.
Zij zoekt hen.
Elle achte un livre.
Je prends la soupe.
Je connais les filles.
Jcoute la radio.
Pierre veut donner le journal Jean.
Je te vois.
Elle les cherche.
Elle lachte.
Je la prends.
Je les connais.
Je lcoute.
Pierre veut le donner Jean.
De avoir-regel zorgt voor veranderingen in de vorm van het voltooid deelwoord. Hier lees
je meer over in section 29 van Parcouru!
QUELQUES EXEMPLES
Je lai lu.
Elles les ont vues.
Je l ai prise.
Elle les a achetes.
Pagina 28
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
QUELQUES EXEMPLES
CAS PARTICULIERS
Het persoonlijk voornaamwoord komt bij het lijdend voorwerp in de gebiedende
wijs juist achter de vorm van het werkwoord te staan. Overigens alleen in de
bevestigende vorm. In de ontkennende vorm verandert er weinig.
QUELQUES EXEMPLES
crivez la lettre!
coutez le programme!
crivez-la!
coutez-le!
Lui en leur vervangen een zelfstandig naamwoord dat een persoon aanduidt. Lui kan
hierbij zowel aan hem als aan haar betekenen. Lui slaat altijd terug op een persoon.
Voor leur geldt min of meer hetzelfde, alleen slaat dit woord terug op meerdere
personen.
Indien er in een zin bijvoorbeeld het voorzetsel voor een dergelijk zelfstandig
naamwoord gebruikt, gaat het om een meewerkend voorwerp en niet om een lijdend
voorwerp. Het meewerkend voorwerp wordt vaak gebruikt bij werkwoorden die een
overdracht aanduiden (geven is hier een bekend voorbeeld van).
Pagina 29
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
QUELQUES EXEMPLES
Je la donne Marielle.
Je les donne mes lves.
AUTRES OPTIONS
persoonlijk voornaamwoord
ik, mij
jij, jou
hem, hij
zij, haar
wij, ons
jullie, u
zij, hen (m.mv.)
zij, hen (v.mv.)
losstaand / na voorzetsels
moi
toi
lui
elle
nous
vous
eux
elles
In sommige zinnen staat geen werkwoord. Na voorzetsels kun je ook gebruik maken van
het persoonlijk voornaamwoord. In beide gevallen maak je gebruik van bovenstaande
persoonlijke voornaamwoorden.
Ook na het voorzetsel , wanneer je het Nederlandse aan niet uit de zin weg kan laten.
QUELQUES EXEMPLES
Je pense lui.
Jy vais avec elles.
Pagina 30
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
RSUM
De mogelijke vormen van het persoonlijk voornaamwoord in een uitgebreid schema.
onderwerp
ik
jij
hij
zij
wij
jullie/u
zij (m)
zij (v)
je
tu
il
elle
nous
vous
ils
elles
lijdend
voorwerp
mij
jou
hem
haar
ons
jullie/u
hen (m)
hen (m)
meewerkend
voorwerp
me / m
te / t
le / l
la / l
nous
vous
les
les
mij
jou
hem
haar
ons
jullie/u
hun (m)
hun (m)
me / m
te / t
lui
lui
nous
vous
leur
leur
losstaand /
na voorzetsel
moi
toi
lui
elle
nous
vous
eux
elles
mij, ik
jou, jij
hem, hij
haar, zij
ons, wij
jullie/u
hen/zij
hen/zij
Je les vois.
Je veux vous voir.
- Ik zie hen.
- Ik wil u zien.
1
me (m)
te (t)
se (s)
nous
vous
se (s)
le (l)
la (l)
les
lui
en
leur
Pagina 31
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
8. LES NOMS Y ET EN
de voornaamwoorden Y en EN
INTRODUCTION
Iedereen gruwelt bij dit onderdeel. Wanneer gebruikte je ook alweer en en wanneer y?
En, erger nog, als ze in combinatie met andere persoonlijke voornaamwoorden in een zin
komen te staan, welke volgorde heb ik dan nodig? Gelukkig heb je op de laatste vraag
antwoord gekregen in de vorige section. We gaan nu verder in op de eerste vraag.
EN
Grofweg kun je zeggen.
. het lijdend voorwerp als dit wordt voorafgegaan door het delend
lidwoord (du, de la, des of de l).
en
vervangt
tenslotte de + zelfstandig naamwoord (die zaken betreffen) bij
werkwoorden die als vast voorzetsel de hebben (zoals parler de,
soccuper de, avoir besoin de)
Aan de hand van de voorbeelden hieronder krijg je meer inzicht in het gebruik van en.
QUELQUES EXEMPLES
Pagina 32
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
Y
Voor het gebruik van Y geldt het volgende
QUELQUES EXEMPLES
POUR TERMINER
Je ziet aan de vertalingen dat zowel Y als en zich vaak door er, erover, erheen, ernaar
laten vertalen. Het verschil zit hem met name in de juiste context.
Speciale zorg verdienen de eerder behandelde werkwoorden aimer, regarder, couter,
dstester. Deze werkwoorden brengen automatisch een lijdend voorwerp met zich mee. In
die gevallen krijg je le, la, lof les. Gn y!
POUR CONCLURE
De voornaamwoorden y en en vervangen iets wat is geweest. Als er iets volgt dan wordt
het gebruik van y en en weggelaten.
Pagina 33
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
9. HET IS
de verschillende het issen in de Franse taal
INTRODUCTION
Een losstaand-van-de-rest-hoofdstukje tussendoor, maar wel het vermelden waard.
Veel Franse zinnen worden door basisgebruikers ingeleid door het is, maar hoe gebruik je
dat eigenlijk op een correcte wijze?
Een aantal regels met een aantal voorbeelden.
A] Cest
Je krijgt cest als het is gevolgd wordt door een zelfstandig naamwoord of
bijvoeglijk naamwoord.
- Cest agrable.
- Het is gezellig.
- Cest jeudi.
- Het is donderdag.
- Cest impossible.
- Het is onmogelijk.
- Cest gentil!
- Dat is aardig.
B1] Il est
maar je mag il est gebruiken als er achter het bijvoeglijk naamwoord nog een
bijzin volgt.
- Cest impossible quil arrive maintenant.- Het is onmogelijk dat hij nu komt.
- Il est impossible quil arrive maintenant.- Het is onmogelijk dat hij nu komt.
B2] Il est
Bij het aangeven van de tijd gebruik je altijd il est.
- Il est midi et demi.
- Het is half n s middags.
- Il est trois heures.
- Het is drie uur.
C] Il fait
En bij het weer gebruik je altijd il fait.
- Il fait froid.
- Il fait soleil.
- Il fait beau.
- Het is koud.
- De zon schijnt.
- Het is mooi weer.
Pagina 34
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
mannelijk
le mien
le tien
le sien
le ntre
le vtre
le leur
vrouwelijk
la mienne
la tienne
la sienne
la ntre
la vtre
la leur
meervoud
les mien(ne)s
les tien(ne)s
les sien(ne)s
les ntres
les vtres
les leurs
Het begrip van het bezittelijk voornaamwoord zal toenemen aan de hand van wat
voorbeelden. Deze vind je op de volgende pagina.
Ik sprak in de inleiding al over een mogelijke verwarring. Die wil ik eerst wegnemen. Kijk
maar naar het voorbeeld hieronder.
Pagina 35
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
Sa soeur kan zowel zijn zus als haar zus betekenen. Het zelfstandig naamwoord, de
bezitting, soeur is vrouwelijk enkelvoud.dus krijg je sa. Sa heeft twee betekenissen (zijn en
haar) en afhankelijk van de context dien je zijn of haar te gebruiken. Son soeur klinkt
logisch, maar is echter fout.
QUELQUES EXEMPLES
TYPIQUEMENT FRANAIS?
In het Frans gebruikt men in plaats van Cest le mien, le tien vaker Il/elle est moi
om een bezit aan te geven.
A qui est cette cl? Cest la mienne.- Van wie is die sleutel? Het is de mijne.
A qui est cette cl? Elle est moi.- Van wie is die sleutel? Het is van mij.
Pagina 36
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
QUELQUES EXEMPLES
un village, ce village.
une ville, cette ville.
un homme, cet homme.
les garons, ces garons.
vrouwelijk
enkelvoud
celui
celle
meervoud
ceux
celles
Pagina 37
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
Het achtervoegsel (suffix) ci geeft aan dat iets dichtbij is, -l geeft aan dat het verder weg
is. Deze suffixen worden vaak bij keuzes gebruikt.
QUELQUES EXEMPLES
dat
cela
QUELQUES EXEMPLES
Regardez a!
a vous plat?
Je vais prendre ceci ou cela.
Ceci ou cela?
Lisez ceci, ne pas lisez cela.
- Kijk dat!
- Bevalt dat je?
- Ik ga dit of dat nemen.
- Dit of dat?
- Lees dit, lees dat niet.
- Zo zo; matig.
- Doe het zo!
- Hoe gaat het?
Pagina 38
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
LA FORME
In schema zien de vormen er als volgt uit.
onderwerp
qui
lijdend voorwerp
que (of qu)
na voorzetsel
bij personen
bij zaken
qui
lequel
laquelle
lesquels
lesquelles
Dit schema, en misschien ook wel het betrekkelijk voornaamwoord, schreeuwt om wat
voorbeelden en analyses. Hier volgt een aantal.
QUELQUES EXEMPLES
Pagina 39
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
CAS PARTICULIER
Als het betrekkelijk voornaamwoord afhangt van een werkwoord dat wordt
gecombineerd met de, krijg je, voor zowel personen als zaken, altijd dont.
Avoir besoin de (nodig hebben) en parler de (praten over) zijn hier voorbeelden van.
Hangt het betrekkelijk voornaamwoord af van een werkwoord met een ander voorzetsel
dan de dan
* krijg je qui als het terugslaat op een persoon;
* enlequel, laquelle, lesquels of lesquelles als het terugslaat op zaken.
Merk hierbij wel op dat het voorzetsel zich anders laat combineren dan de andere
voorzetsels. Zie hiervoor section 2B Wet van Dijkstra. Voor de duidelijkheid geef ik je hier
ook een voorbeeld van.
sintresser qqc
auquel
auxquel(le)s
Het betrekkelijk voornaamwoord o (waar) geeft de plaats of situatie aan en wordt ook
alln gebruikt voor zaken, niet voor personen.
Pagina 40
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
CE QUI / CE QUE
Ce qui (of ce que) betekenen Wat in de betekenis van hetgeen, dat wat. Dit kan zowel
vooraan in de zin staan als halverwege. Het gebruik van ce qui duidt op het onderwerp en
ce que wordt gebruikt als lijdend voorwerp.
QUELQUES EXEMPLES
Ce qui mtonne, cest quil na rien dit. - Hetgeen me verbaast, is dat hij niks
gezegd heeft
Ce que vous dites nest pas la vrit.
GRAMMAIRE DANGEREUSE?!
Natuurlijk is elke leerling naarstig op zoek naar ezelsbruggetjes om de grammatica
zo makkelijk mogelijk te maken. Uit eigen ervaring heb ik gemerkt dat qui en que
lastige onderwerpen zijn, zeker gecombineerd met termen als onderwerp n lijdend
voorwerp.
Voorzichtig durf ik wel te stellen dat je qui gebruikt als de persoonsvorm van de zin
volgt en que als het onderwerp van de bijzin volgt.
Dit geldt niet alleen voor qui en que, maar ook voor ce qui, ce que.
Pagina 41
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
INTRODUCTION
In elke taal maak je onderscheid tussen vragen mt en vragen zonder vragend
voornaamwoord.
Bij vragen zonder vragend voornaamwoord hoor je vooral het verschil in de uitspraak.
De simpele vraag Komen jullie? kun je op drie manieren in het Frans benaderen:
1) met intonatie
Vous venez?
2) de vraag met est-ce que inleiden
Est-ce que vous venez?
3) de inversie (omkeren van onderwerp en gezegd)-vraag stellen
Venez-vous?
Bij vragen waarbij wel gebruikt wordt gemaakt van de vragende voornaamwoorden zijn
soms meerdere opties mogelijk. Vandaar dat ik hier wat langer bij stil wil staan.
Achtereenvolgens worden de volgende vragen voornaamwoorden behandeld: wie, wat,
welke en iets sneller besproken worden wanneer, waar, waarom, hoe en hoeveel.
Bij het stellen van een vraag, bedenk je je natuurlijk goed welk doel de vraag heeft.
Dit heeft ook consequenties voor het gebruik van het correcte vragende voornaamwoord.
Er is nogal een verschil als je naar het onderwerp van een zin vraagt of naar het voorwerp
van de zin? Dit klinkt filosofisch, maar niets is minder waar.
Je gebruikt Qui als het onderwerp is en Qui est-ce que als het lijdend voorwerp is. Merk
wel op dat als je die laatste constructie gebruikt dat dan direct het onderwerp van de vraag
volgt.
QUELQUES EXEMPLES
Pagina 42
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
mannelijk
Quel est ?
vrouwelijk
Quelle est .?
meervoud
Quels sont ?
Quelles sont ?
QUELQUES EXEMPLES
- Wat is uw naam?
- Wat is uw adres?
- Wat zijn uw plannen?
- Wat zijn zijn bedoelingen?
QUEL [WELKE?]
Het vragend voornaamwoord Quel past zich aan aan het zelfstandig naamwoord.
Quelle taille?
Quel programme?
Quels livres?
- Welke maat?
- Welk programma?
- Welke boeken?
Pagina 43
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
Het vragend voornaamwoord Welke kan ook losstaand gebruikt worden. Echter, het blijft
wel verwijzen naar een zelfstandig naamwoord. De vormen zijn afgeleid van quel.
Welk(e)?
enkelvoud
mannelijk
Lequel
vrouwelijk
Laquelle
meervoud
Lesquels
Lesquelles
QUELQUES EXEMPLES
Ook bij een vraag die wordt ingeleid met Welke van, waarin het om keuze tussen een
aantal zaken gaat, gebruik je deze groep voornaamwoorden gevolgd door de.
QUELQUES EXEMPLES
Pagina 44
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
INTRODUCTION
Een onbepaald voornaamwoord geeft een hoeveelheid aan die moeilijk vast te stellen is. In
deze section behandelen we deze groep met wederom een aantal duidelijke voorbeelden.
quelque chose
- iets
quelque(s)
- enige
quelquun
- iemand
tout
- alles
tous
- allen
mme
- zelf, zelfs, zelfde
quelques-un(e)s
- enige(n)
Pagina 45
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
chaque
- elk(e), ieder(e)
chacun(e) (+ de)
- elk, ieder
plusieurs, diffrent(e)s
- verschillende
certain(e)s
- sommige(n)
tel(le), tel(le)s
- zo
personne (n)
Personne nest venu. (Niemand is gekomen.)
- niemand
Personne? Non, personne. (Niemand? Nee, niemand.)
Niet te verwarren met de ontkenning, nepersonne (niemand). Zie section 15
rien (n)
Rien nest comme il faut. (Niet is zoals het hoort.)
- niets
Rien? Non, rien. (Niets? Nee, niets.)
Niet te verwarren met de ontkenning, ne rien (niets). Zie section 15.
expressions fixes
- niemand
Pagina 46
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
15. LA NGATION
de ontkenning
INTRODUCTION
Toegegeven, tekenen is nooit mijn sterkste kant geweest,
maar, mooi of niet, de afbeelding hiernaast staat er niet
voor niets. Hoe eenvoudig die ook lijkt, ik heb gemerkt
dat de werking zeer effectief is.
Een ontkenning bestaat in het Frans uit twee delen. Laten
we voor het gemak niet/geen gebruiken. In het Frans is
dit ne pas. Ne staat vr de persoonsvorm, pas er
direct achter. Dat is de standaardregel. Ik ga er in deze
section wat verder op in.
LES FORMES
De Franse taal maakt gebruik van de volgende ontkenningen, die volgens bovenstaande
regel in de zin geplaatst worden.
niet/geen
ngation
ne pas
exemple
Je ne fume pas. (Ik rook niet.)
Je nai pas fum. (Ik heb niet gerookt.)
On ma demand de ne pas fumer.
(Men heeft me gevraagd om niet te roken.)
Pagina 47
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
CAS PARTICULIERS
De ontkenningen niemand en nergens worden anders gebruikt. Het tweede deel staat in
plaats van direct na de persoonvorm pas na het hele gezegde.
niemand
ngation
ne personne
nergens
ne nulle part
exemple
Il n a entendu personne.
(Hij heeft niemand gehoord.)
Je ne veux aller nulle part.
(Ik wil nergens heen.)
helemaal niet
noch..noch
ook niet
ngation
ne pas du tout
exemple
Je ne suis pas content du tout.
(Ik ben helemaal niet tevreden.)
ne .ni ni.
Il na ni amis, ni parents.
(Hij heeft noch vrienden, noch ouders.)
ne pas non plus Je ne suis pas arriv temps non plus.
(Ik ben ook niet op tijd aangekomen.)
NE QUE
Een misleidende ontkenning. Ne que betekent namelijk alleen maar, slechts. Que staat
ook niet achter de persoonsvorm, maar bij het woord waar het bij hoort.
alleen maar/
slechts
ngation
ne que
exemple
Elle na vu que Paul.
(Zij heeft alleen maar Paul gezien.)
Je nai quun euro.
(Ik heb alleen maar 1 euro.)
EXCEPTIONS
Als er in een zin geen werkwoord staat, komt ne te vervallen.
Pagina 48
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
INTRODUCTION
Misschien wel het meest lastige onderdeel van de Franse taal. Zoveel voorzetsels, zoveel
betekenissen, maar wanneer gebruik je nu welk voorzetsel en vooral, wrom? Aan de
hand van de voorbeelden en regels hieronder hoop ik hier je meer inzicht in te geven.
In deze section heb ik ook werkwoorden opgenomen die een vast voorzetsel hebben.
Handig!
voorzetsel
betekenis(-sen)
in, naar, om, op
exemple(s)
Jhabite Zandvoort. (Ik woon in Zandvoort.)
Je te vois trois heures. (Ik zie je om drie uur.)
Jarrive temps. (Ik kom op tijd aan.)
Au printemps, il fait beau.
(In de lente is het mooi weer.)
Jai t Lyon, Paris et Den Haag.
(Ik ben in Lyon, Den Haag en Parijs geweest.)
avant
betekenis(-sen)
voor
[figuurlijk]
exemple(s)
Il arrive avant dix heures. (Hij komt voor 10 uur.)
Je suis arriv avant toi.
(Ik ben voor jou aangekomen.)
devant
betekenis(-sen)
voor
[letterlijk]
exemple(s)
Elle est assise devant la tl. (Zij zit voor de tv.)
Je tattends devant le caf.
(Ik wacht op je voor het caf.)
Het voorzetsel voor in het Frans is devant als het de letterlijke plaats
aanduidt.
Pagina 49
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
voorzetsel
pour
betekenis(-sen)
voor
[bestemd voor]
exemple(s)
Jai achet des fleurs pour toi.
(Ik heb bloemen voor je gekocht.)
Ce cadeau est pour toi.
(Dit cadeau is voor jou.)
Pour terminer, je dis que je taime.
(Om af te sluiten zeg ik dat ik van je houd.)
chez
betekenis(-sen)
bij
[bij personen
thuis]
exemple(s)
Chez nous. (Bij ons thuis.)
Chez la boucherie. (Bij de slager.)
Je gebruikt chez als voorzetsel in de betekenis van bij als het gaat om bij
iemand thuis, bij de winkel of zaak van iemand.
voorzetsel
prs de
voorzetsel
sur
betekenis(-sen)
bij
[plaatsaanduiding]
exemple(s)
Ton sac est prs de la porte.
(Jouw tas staat dichtbij de deur.)
Le syndicat dinitiative est prs de la gare.
(De VVV is dicht bij het station.)
betekenis(-sen)
bij, op
[bij je hebben]
exemple(s)
Je nai pas dargent sur moi.
(Ik heb geen geld bij me.)
sous
betekenis(-sen)
onder
[plaatsaanduiding]
exemple(s)
Le chat est sous la table.
(De kat is onder de tafel.)
Pagina 50
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
betekenis(-sen)
onder
[te midden van]
voorzetsel
parmi
exemple(s)
Parmi la foule.
(Te midden van de menigte / Onder de menigte.)
voorzetsel
sur
exemple(s)
Tes cigarettes sont sur la table.
(Jouw sigaretten liggen op de tafel.)
Argles sur Mer. (Argles aan Zee)
Argles s/ Mer. (Argles aan Zee)
dans
betekenis(-sen)
in
[plaatsaanduiding]
exemple(s)
Ton frre est dans le jardin.
(Jouw broer is in de tuin.)
over
[tijdsaanduiding]
voorzetsel
par
voorzetsel
travers
voorzetsel
vers
betekenis(-sen)
dwars door
exemple(s)
Il marchait par les rues.
(Hij liep door de straten.)
exemple(s)
Il marchait travers les champs.
(Hij liep dwars door de velden.)
betekenis(-sen)
exemple(s)
naar
Il va vers Anvers. (Hij gaat naar Antwerpen)
[in de richting van]
Le train vers Lyon. (De trein richting Lyon.)
vers betekent naar als men/ het zich in de richting van .begeeft.
Pagina 51
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
CAS PARTICULIERS
Uitzonderingen bevestigen de regel. Het had een Franse vondst kunnen zijn. Op het
gebied van de voorzetsels kent men (helaas) veel uitzonderingen. Enkele veel
voorkomende uitdrukkingen of zinssnedes behandel ik hieronder.
in
traductions
In de zon, in de schaduw
In januari
In het weekend
In totaal
In het buitenland
In de lente
In de winter
In 2010
In de zestiende eeuw
In (binnen) een week
Au soleil, lombre
En janvier
Pendant (durant) le week-end
Au total
ltranger
Au printemps
En hiver
En 2010
Au seizime sicle
En une semaine
met
traductions
In vergelijking met
Met het vliegtuig
Met de auto
Met de fiets
We zijn met 3 personen
Par rapport
Par avion
En voiture
En vlo
Nous sommes trois
naar
traductions
Le train de Paris
Aux tats-Unis
En France
Au Portugal
Paris
Je vais chez le mdecin
op
traductions
Op een dag
Op straat
Op het gebied van
Op de radio/tv
Op een eiland
Op deze manier
Un jour
Dans la rue
Dans le domaine de
la radio, la tl
Dans une le
De cette faon
Pagina 52
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
Op de markt
Hij werkt op een kantoor
Zij is boos op mij
Op dit moment
Au march
Il travaille dans un bureau.
Elle est fche contre moi.
En ce moment (nu!)
ce moment (toen!)
per
traductions
5 le kilo
Par semaine
Par an
expressions idiomatiques
traductions
Pagina 53
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
Een aantal werkwoorden heeft een, al dan niet, vast voorzetsel in de Franse taal. De
betekenis van dit voorzetsel is vaak om te of te, gevolgd door een infitief.
Sommige werkwoorden hebben juist geen voorzetsel nodig om te of om te wel vertaald te
zien. Kortom, dit zijn belangrijke paginas bij het schrijven van een brief, betoog of
voorbereiden van een presentatie.
traduction
ervan houden te
croire
oser
durven te
penser
denken te
prfrer
liever hebben te
sembler
schijnen te
esprer
hopen te
compter
erop rekenen te
exemple
Jaime nager
Ik hou ervan om te zwemmen
Il croit avoir raison.
Hij meent gelijk te hebben.
Je nose pas sauter.
Ik durf niet te springen.
Elle pense arriver maintenant.
Zij denkt nu aan te komen.
Il prfre danser.
Hij geeft voorkeur aan te dansen.
Il semble avoir deux fils.
Hij schijnt twee zonen te hebben.
Jespre avoir tort.
Ik hoop ongelijk te hebben.
Il compte arriver demain.
Hij rekent erop morgen aan te komen.
verbes + + infinitif
verbe
apprendre
traduction
leren te
avoir
hebben te / moeten
commencer
beginnen te
aider
helpen te
se mettre
beginnen te
exemple
Il apprend parler franais.
Hij leert Frans te spreken.
Jai vous parler.
Ik moet u spreken.
Il commence pleurer.
Het begint te regenen.
Elle ma aid crire une lettre.
Zij heeft mij geholpen een brief te
schrijven.
Il se met faire la cuisine
Hij begint (met) het koken.
Pagina 54
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
inviter
uitnodigen (om) te
russir
erin slagen te
continuer
doorgaan te
verbes + de + infinitif
verbe
demander de
traduction
vragen (om) te
oublier de
vergeten (om) te
prier de
regretter de
verzoeken (om) te
betreuren te
essayer de
proberen (om) te
refuser de
weigeren (om) te
dcider de
besluiten (om) te
proposer de
voorstellen (om) te
permettre de
toestaan (om) te
cesser de
ophouden te
conseiller de
aanraden (om) te
tre (im)possible de
(on)mogelijk (om) te
tre ncessaire de
nodig (om) te
exemple
On me demande de venir.
Men heeft me gevraagd om te komen.
Jai oubli de te demander.
Ik ben vergeten om je te vragen.
Je regrette de ne pas venir.
Ik betreur het niet te zijn gekomen.
Il a essay de trouver un boulot.
Hij heeft geprobeerd een baantje te
vinden.
Le prof rfuse de maider.
De leraar weigert me te helpen.
Jai dcid de partir.
Ik heb besloten om te vertrekken.
On ma propos de partir en vacances.
Men heeft me voorgesteld om op
vakantie te gaan.
Il me permet de fumer ici.
Hij staat me toe hier te roken.
Il faut cesser de papoter.
Je moet ophouden te kletsen.
Je te conseille de quitter ton job.
Ik raad je aan ontslag te nemen.
Il est impossible darrter.
Het is onmogelijk om te stoppen.
Il est ncessaire de manger.
Het is nodig om te eten.
Pagina 55
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
INTRODUCTION
De vrijheid waarmee we in het Nederlands zinnen kunnen maken, wordt in het Frans aan
duidelijke banden gelegd. De Franse taal heeft een, overwegend, vaste volgorde voor het
maken van zinnen.
Beide Nederlandse vertalingen van de tweede en derde voorbeeldzin zijn correct. Er treedt
geen verschil in betekenis op. In het Frans is zoiets ondenkbaar.
FORMES FIXES
Een Franse bevestigende zin houdt zich altijd aan de onderstaande zinsvolgorde:
Onderwerp
Hele
gezegde
Lijdend
voorwerp
Meewerkend
voorwerp
Als zinsdelen worden vervangen door persoonlijke voornaamwoorden (zoals le, la, les of
me, te, etc) verandert de volgorde. Hierover lees je meer in section 7.
Een vraagzin houdt zich in principe aan de onderstaande zinsvolgorde:
Vraagwoord
est-ce que
Lijdend voorwerp
Indien een vraagzin niet met een vraagwoord begint, dan volstaat de bovenstaande
volgorde alsnog. Een aantal voorbeelden van beide constructies:
QUELQUES EXEMPLES
Pagina 56
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
Tja, op de vorige pagina zag je welke constructies gelden voor het maken van een
eenvoudige Franse zin of vraag.
Nu is het zo dat veel zinnen een bepaling van tijd of van plaats hebben.
Bepalingen van tijd of bepalingen van plaats staan f voor het hele gezegde, f
direct achter het gezegde.
Hoe zat het ook alweer met vragen zonder vragend voornaamwoord? Uit section 13
herhaal ik hier, met liefde, graag het antwoord op deze vraag.
Bij vragen zonder vragend voornaamwoord hoor je vooral het verschil in de uitspraak.
De simpele vraag Komen jullie? kun je op drie manieren in het Frans benaderen:
1) met intonatie
Vous venez?
2) de vraag met est-ce que inleiden
Est-ce que vous venez?
3) de inversie (omkeren van onderwerp en gezegd)-vraag stellen
Venez-vous?
Pagina 57
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
INTRODUCTION
Geen chte zin is compleet zonder werkwoord. Het is van belang dat je weet welke
groepen werkwoorden de Franse taal kent, welke tijden je kunt gebruiken en wanneer je
deze tijden kunt toepassen.
Deze section gaat verder in op het fenomeen werkwoorden in de Franse taal.
Je leest hier zaken die je eigenlijk ook al wel weet.
LE GROUPE DU VERBE
Als je alle Franse werkwoorden op een hoop zou gooien en je moet deze daarna gaan
rangschikken, dan kom je tot de onderstaande verdeling:
1) De regelmatige werkwoorden op er
(Verreweg de grootste werkwoordengroep, waarbij aller-gaan de enige chte
uitzondering is)
regarder, aimer, dtester, parler, prononcer zijn hier voorbeelden van.
1a) De wederkerende voornaamwoorden op er
(voornamelijk te herkennen aan se voor het werkwoord)
se laver, se promener, se lever zijn hier voorbeelden van.
2) De regelmatige werkwoorden op ir
(Een groep werkwoorden die ook veel onregelmatige uitzonderingen kent.)
choisir en finir zijn voorbeelden van deze groep.
3) De regelmatige werkwoorden op dre
(Een kleine groep werkwoorden die regelmatig vervoegd wordt)
vendre en attendre zijn voorbeelden..
4) De onregelmatige werkwoorden
Voor een grote groep werkwoorden zijn geen vaste regels voor het vervoegen.
avoir, tre, faire, prendre, vouloir en pouvoir zijn bekende voorbeelden..
5) De onpersoonlijke werkwoorden
Hiervan is het voorlopig onderwerp altijd il, welk vaak wordt vertaald als het of
er. De weersgesteldheden zijn hier, net als il y a, een voorbeeld van.
Ere wie ere toekomt. In de volgende sections wordt elke groep afzonderlijk behandeld.
Pagina 58
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
INTRODUCTION
De groep werkwoorden die uitgaat op er is in het Frans de grootste werkwoordengroep.
Zoals gezegd vormt aller (gaan) hier de enige chte uitzondering op. Voor een aantal
werkwoorden eindigend op er gelden wel wat uitzonderingen in de vervoeging. Die laat
ik je ook in deze section zien.
Ik neem het werkwoord donner geven als uitgangspunt. Ik laat je zien hoe je dit
werkwoord in vijf tijden kunt vervoegen.
LE PRSENT
donner geven
je donne
ik geef
nous donnons
wij geven
tu donnes
jij geeft
vous donnez
jullie geven / u geeft
il/elle donne
hij/zij geeft
ils donnent
zij geven
on donne
wij geven
elles donnent
zij geven
Je vormt de stam van het werkwoord door er weg te laten. In ons voorbeeld, donn.
Vervolgens zie je per vorm de uitgang. Deze zijn vetgedrukt.
LE PASS COMPOS
donner donn
jai donn
tu as donn
ik heb gegeven
jij hebt gegeven
LIMPARFAIT
(donnons)
je donnais
ik gaf
nous donnions
wij gaven
tu donnais
jij gaf
vous donniez
Jullie gaven / u gaf
il/elle donnait
hij/zij gaf
ils donnaient
zij gaven
on donnait
wij gaven
elles donnaient
zij gaven
De imparfait (onvoltooid, imperfect) is de onvoltooid verleden tijd. In het Frans n vorm, in
het Nederlands n betekenis. De stam van deze tijd krijg je door van de nous-vorm van
de prsent ons weg te laten en vervolgens de vetgedrukte uitgangen achter de stam te
plaatsen. In elke uitgang vind je de letter i (van imparfait) terug als controlemiddel.
Pagina 59
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
LE FUTUR SIMPLE
(donner)
je donnerai
tu donneras
ik zal geven
jij zal geven
nous donnerons
vous donnerez
ik zou geven
jij zou geven
nous donnerions
vous donneriez
CAS PARTICULIERS
Voor een aantal werkwoorden die eindigen op er gelden andere regels:
a) Werkwoorden met een c voor de uitgang, als laatste letter van de stam.
(commencer beginnen, placer plaatsen zijn voorbeelden.)
Voor de uitgangen die beginnen met een a of o krijgt deze c een cdille, .
je place, je plaais
.
il commence, il commenait
- ik plaats, ik plaatste
- hij begint, hij begon
Waarom de ? De geeft in deze vormen aan dat de c niet als k, maar als s
uitgesproken moet worden.
Zo krijg je nooit een in plaats van een c als de eerstvolgende letter een i, of e is.
Deze klanken worden al als een s uitgesproken.
Pagina 60
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
b) Werkwoorden met een g voor de uitgang, als laatste letter van de stam.
(changer veranderen, manger eten, arranger - regelen.)
Voor de uitgangen die beginnen met een a of o krijg je een e achter die g.
d) Bij werkwoorden met een in de stam (esprer hopen, prfrer liever hebben )
verandert deze in een voor een onbeklemtoonde klank als uitgang (dus bij de je,
tu, il/elle/on en ils/elles-vorm). In de futur blijft deze klank overigens ongewijzigd.
e) Bij werkwoorden die eindigen op ler of ter treedt er een verdubbeling van de l of
t op wanneer de klank stomloos is (bij de je, tu, il/elle/on, ils/elles-vorm). (jeter
gooien, appeler noemen). Dit geldt niet voor acheter kopen en geler vriezen.
Die krijgen een accent grave op de laatste e van de stam.
f) Tenslotte geldt voor werkwoorden die eindigen op uyer, -ayer, -oyer dat de y
verandert in een i bij een onbeklemtoonde uitgang (employer gebruiken,
essayer proberen, passen, payer betalen, essuyer afvegen).
Pagina 61
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
INTRODUCTION
Wederkerende werkwoorden maken deel uit van de groep werkwoorden die eindigt op er.
Bij een wederkerend werkwoord staat in het Frans altijd het woordje se of s voor de
infinitief. Dit noemen we het wederkerend voornaamwoord en laat zich in het Nederlands
vaak vertalen met zich.
LA FORME
Om je te laten zien hoe je een wederkerend werkwoord vervoegt, neem ik se laver zich
wassen als voorbeeld. Laten we beginnen met de prsent.
LE PRSENT
se laver zich wassen
je me lave
ik was me
tu te laves
jij wast je
LE PASS COMPOS
se laver zich wassen
je me suis lav(e)
ik heb me gewassen
Pagina 62
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
Het wederkerend voornaamwoord blijft bij ontkenningen ook direct voor de persoonsvorm
(hier het hulpwerkwoord) staan.
Je me suis lav.
Je ne me suis pas lav.
Nous ne nous sommes pas lavs.
- Ik heb me gewassen.
- Ik heb me niet gewassen.
- Wij hebben ons niet gewassen.
CAS PARTICULIERS
Een aantal werkwoorden is in het Frans wel wederkerend, maar in het Nederlands niet. Om
verwarring te voorkomen, zet ik deze voor je op een rijtje.
sasseoir
sarrter
se coucher
gaan zitten
stoppen
naar bed gaan
se lever
se promener
se rveiller
opstaan
wandelen
wakker worden
Elles scrivent.
Nous nous sommes rencontrs hier.
Il veut se promener.
Je voudrais me coucher.
Vous allez vous promener.
Elle veut sarrter.
Pagina 63
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
INTRODUCTION
Voor een aantal werkwoorden die uitgaan op ir geldt een zekere regelmaat. Choisir, finir,
runir, russir zijn voorbeelden van werkwoorden die regelmatig zijn.
In deze section zal ik ook een deel van de onregelmatige werkwoorden op ir behandelen.
In neem in eerste instantie choisir als voorbeeld om de vijf tijden bij langs te lopen.
LE PRSENT
choisir kiezen
je choisis
ik kies
nous choisissons
wij kiezen
tu choisis
jij kiest
vous choisissez
jullie kiezen / u kiest
il/elle choisit
hij/zij kiest
ils choisissent
zij kiezen
on choisit
wij kiezen
elles choisissent
zij kiezen
Je vormt de stam van het werkwoord door ir weg te laten. In ons voorbeeld, chois.
Vervolgens zie je per vorm de uitgang. Deze zijn vetgedrukt.
LE PASS COMPOS
choisir choisi
Jai choisi
tu as choisi
ik heb gekozen
jij hebt gekozen
LIMPARFAIT
(choisissons)
je choisissais
ik koos
nous choisissions wij kozen
tu choisissais
jij koos
vous choisissiez
Jullie kozen / u koos
il/elle choisissait
hij/zij koos
ils choisissaient
zij kozen
on choisisait
wij kozen
elles choisissaient zij kozen
De imparfait (onvoltooid, imperfect) is de onvoltooid verleden tijd. In het Frans n vorm, in
het Nederlands n betekenis. De stam van deze tijd krijg je door van de nous-vorm van
de prsent ons weg te laten en vervolgens de vetgedrukte uitgangen achter de stam te
plaatsen. In elke uitgang vind je de letter i (van imparfait) terug als controlemiddel Denk
bij deze groep aan de dubbele ss. Het staat misschien raar, maar is wel goed.
Pagina 64
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
LE FUTUR SIMPLE
(choisir)
je choisirai
tu choisiras
ik zal kiezen
jij zal kiezen
nous choisirons
vous choisirez
ik zou kiezen
jij zou kiezen
nous choisirions
vous choisiriez
Pagina 65
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
LE PRSENT
tenir houden
je tiens
ik houd
nous tenons
wij houden
tu tiens
jij houdt
vous tenez
jullie houden / u houdt
il/elle tient
hij/zij houdt
ils tiennent
zij houden
on tient
wij houden
elles tiennent
zij houden
Je ziet dat alle vormen onregelmatig zijn. Echter van de overige werkwoorden uit deze
subgroep geldt eenzelfde vervoeging.
LE PASS COMPOS
Tenir tenu
Jai tenu
tu as tenu
ik heb gehouden
jij hebt gehouden
LE FUTUR SIMPLE
(tenir)
je tiendrai
tu tiendras
ik zal houden
jij zal houden
nous tiendrons
vous choisirez
ik zou houden
jij zou houden
nous tiendrions
vous tiendriez
il/elle tiendrait
on tiendrait
ils tiendraient
elles tiendraient
Pagina 66
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
LE PRSENT
partir vertrekken
je pars
tu pars
ik vertrek
jij vertrekt
nous partons
vous partez
wij vertrekken
jullie vertrekken /
u vertrekt
il/elle part
hij/zij vertrekt
ils partent
zij vertrekken
on part
wij vertrekken
elles partent
zij vertrekken
Je ziet dat alle vormen onregelmatig zijn. Echter van de overige werkwoorden uit deze
subgroep geldt eenzelfde vervoeging. Voor dormir geldt je dors, tu dors, il dort
subgroupe 3) OUVRIR - openen
Net zoals ouvrir worden ook de volgende werkwoorden vervoegd:
offrir aanbieden, couvrir bedekken, dcouvrir ontdekken, souffrir lijden
Ook hier is de prsent vooral onregelmatig.Net als het voltooid deelwoord.
De overige tijden worden afgeleid zoals die gelden voor de groep werkwoorden op ir.
Deze laat ik dan ook hier onbehandeld.
Ik neem ouvrir als voorbeeld.
LE PRSENT
ouvrir openen
je ouvre
tu ouvres
ik open
jij opent
nous ouvrons
vous ouvrez
wij openen
jullie openen /
u opent
il/elle ouvre
hij/zij opent
ils ouvrent
zij openen
on ouvre
wij openen
elles ouvrent
zij openen
Je zag het waarschijnlijk al. Je komt hier de uitgangen tegen van de werkwoordengroep die
op er eindigt.
Pagina 67
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
LE PASS COMPOS
ouvrir ouvert
jai ouvert
tu as ouvert
ik heb geopend
jij hebt geopend
il/elle a ouvert
hij/zij heeft geopend
ils ont ouvert
on a ouvert
wij hebben geopend
elles ont ouvert
Je ziet dat het voltooid deelwoord hier eindigt op ert!
2) Voor het werkwoord courir (rennen) geldt eveneens een onregelmatige prsent,
futur en voltooid deelwoord. De imparfait gaat volgens de bekende wijze.
3) Tenslotte, hoe toepasselijk ook, het werkwoord fuir (vluchten). Hier is alleen de
prsent onregelmatig. Opmerkelijk is het voltooid deelwoord. Lijkt fout, is goed!
Pagina 68
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
INTRODUCTION
Net als we in de vorige section zagen is ook bij deze werkwoordengroep een tweedeling.
Enerzijds hebben we een grote groep werkwoorden op dre die regelmatig wordt
vervoegd. Anderzijds zijn er ook afwijkende werkwoorden. Beide groepen behandel ik in
deze section.
Hieronder zie je de vervoeging van het werkwoord rpondre antwoorden. Ook de
volgende werkwoorden worden op eenzelfde wijze vervoegd: vendre verkopen, entendre
horen, attendre wachten (op).
LE PRSENT
rpondre antwoorden
je rponds
ik antwoord
tu rponds
jij antwoordt
nous rpondons
vous rpondez
wij antwoorden
jullie antwoorden /
u antwoordt
il/elle rpond
hij/zij antwoordt
ils rpondent
zij antwoorden
on rpond
wij antwoorden
elles rpondent
zij antwoorden
Je vormt de stam van het werkwoord door re weg te laten. In ons voorbeeld, chois.
Vervolgens zie je per vorm de uitgang. Deze zijn vetgedrukt. Merk op dat il/elle/on geen
uitgang hebben.
LE PASS COMPOS
rpondre rpondu
Jai rpondu
ik heb geantwoord
nous avons
rpondu
vous avez
rpondu
wij hebben
geantwoord
tu as rpondu
jij hebt geantwoord
jullie hebben
geantwoord /
u heeft geantwoord
il/elle a rpondu hij/zij heeft geantwoord ils ont rpondu
zij hebben geantwoord
on a rpondu
wij hebben geantwoord elles ont rpondu zij hebben geantwoord
De pass compos is de voltooid tegenwoordige tijd en bestaat uit twee delen: een vorm
van het hulpwerkwoord (avoir of tre) en het voltooid deelwoord. Het voltooid deelwoord
van deze groep werkwoorden wordt gevormd door re van de infitief weg te halen en hier
een u voor in de plaats te zetten.
Pagina 69
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
LIMPARFAIT
(vendons)
je rpondais
tu rpondais
ik antwoordde
jij antwoordde
nous rpondions
vous rpondiez
wij antwoordden
jullie antwoordden /
u antwoordde
il/elle rpondait
hij/zij antwoordde
ils rpondaient
zij antwoordden
on rpondait
wij antwoordden
elles rpondaient zij antwoordden
De imparfait (onvoltooid, imperfect) is de onvoltooid verleden tijd. In het Frans n vorm, in
het Nederlands n betekenis. De stam van deze tijd krijg je door van de nous-vorm van
de prsent ons weg te laten en vervolgens de vetgedrukte uitgangen achter de stam te
plaatsen. In elke uitgang vind je de letter i (van imparfait) terug als controlemiddel.
LE FUTUR SIMPLE
(rpondre)
je rpondrai
tu rpondras
ik zal antwoorden
jij zal antwoorden
nous rpondrons
vous rpondrez
ik zou antwoorden
jij zou antwoorden
nous rpondrions
vous rpondriez
il/elle
hij/zij zou antwoorden
ils rpondraient
rpondrait
wij zouden antwoorden elles rpondraient
on rpondrait
De verleden toekomende tijd, le futur du pass of le conditionnel, wordt in het Nederlands
wat betreft betekenis gevormd met zouden. Je verkrijgt de vorm door achter het infinitief
de uitgangen van de imparfait te plaatsen. Ook hier vervalt de laatste e van de infinitief
voordat de uitgang erachter wordt geplaatst.
Pagina 70
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
LE PRSENT
prendre nemen
je prends
tu prends
ik neem
jij neemt
nous prenons
vous prenez
wij nemen
jullie nemen /
u neemt
il/elle prend
hij/zij neemt
ils prennent
zij nemen
on prend
wij neemt
elles prennent
zij nemen
De vormen van het enkelvoud gaan op dezelfde wijze als de overige werkwoorden die
eindigen op dre. Wat betreft het meervoud zijn de wijzigingen vetgedrukt.
LE PASS COMPOS
prendre pris
jai pris
tu as pris
ik heb genomen
jij hebt genomen
Pagina 71
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
LE PRSENT
atteindre bereiken
jatteins
tu atteins
ik bereik
jij bereikt
nous atteignons
vous atteignez
wij bereiken
jullie bereiken /
u bereikt
il/elle atteint
hij/zij bereikt
ils atteignent
zij bereiken
on atteint
wij bereikt
elles atteignent
zij bereiken
De vormen van het enkelvoud gaan op dezelfde wijze als de overige werkwoorden die
eindigen op dre. Wat betreft het meervoud zijn de wijzigingen vetgedrukt. Voor joindre
geldt: je joins, tu joins, il joint etc.
LE PASS COMPOS
atteindre atteint
jai atteint
ik heb bereikt
tu as atteint
jij hebt bereikt
il/elle a atteint
hij/zij heeft bereikt
ils ont atteint
on a atteint
wij hebben bereikt
elles ont atteint
Het voltooid deelwoord van deze groep is onregelmatig.
Pagina 72
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
INTRODUCTION
Het is natuurlijk niet de bedoeling om lle onregelmatige werkwoorden te behandelen in
Parcouru! Dan zou ik het doel van dit boek voorbij schieten. Het richt zich met name op de
Franse grammatica.
Nu maken werkwoorden uiteraard een essentieel deel uit van het gebruik van de Franse
taal. Er helemaal omheen kan ik niet. Vandaar dat ik de meestvoorkomende onregelmatige
werkwoorden wel opneem in Parcouru! Om te beginnen avoir en tre.
AVOIR
avoir hebben
le prsent
jai
tu as
il/elle a
on a
le pass compos
jai eu
tu as eu
il/elle a eu
on a eu
limparfait
javais
tu avais
il/elle avait
on avait
le futur simple
jaurai
tu auras
ik heb
jij hebt
hij/zij heeft
wij hebben
nous avons
vous avez
ils ont
elles ont
wij hebben
jullie hebben / u heeft
zij hebben
zij hebben
ik heb gehad
jij hebt gehad
nous avons eu
vous avez eu
ils ont eu
elles ont eu
ik had
jij had
hij/zij had
wij hadden
nous avions
vous aviez
ils avaient
elles avaient
wij hadden
jullie hadden / u had
zij hadden
zij hadden
ik zal hebben
jij zal hebben
nous aurons
vous aurez
il/elle aura
hij/zij zal hebben
on aura
wij zullen hebben
le futur du pass / le conditionnel
jaurais
ik zou hebben
tu aurais
jij zou hebben
ils auront
elles auront
il/elle aurait
on aurait
ils auraient
elles auraient
nous aurions
vous auriez
Pagina 73
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
TRE
tre zijn
le prsent
je suis
tu es
il/elle est
on est
le pass compos
jai te
tu as t
il/elle a et
on a et
limparfait
jtais
tu tais
il/elle tait
on tait
le futur simple
jserai
tu seras
ik ben
jij bent
hij/zij is
wij zijn
nous sommes
vous tes
ils sont
elles sont
wij zijn
jullie zijn / u bent
zij zijn
zij zijn
ik ben geweest
jij bent geweest
nous avons t
vous avez t
hij/zij is geweest
wij zijn geweest
ils ont t
elles ont t
ik was
jij was
hij/zij was
wij waren
nous tions
vous tiez
ils taient
elles taient
wij waren
jullie waren / u was
zij waren
zij waren
ik zal zijn
jij zal zijn
nous serons
vous serez
il/elle sera
hij/zij zal zijn
on sera
wij zullen zijn
le futur du pass / le conditionnel
je serais
ik zou zijn
tu serais
jij zou zijn
ils seront
elles seront
nous serions
vous seriez
jai t
javais t
jaurai t
jaurais t
- ik ben geweest
- ik was geweest
- ik zal zijn geweest
- ik zou zijn geweest
Pagina 74
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
www.leconjugueur.com
www.verb2verbe.com
www.verbuga.eu
Met behulp van deze sites kun je alle onderstaande werkwoorden met n druk op de
knop vervoegen in de verschillende tijden. De laatste sections van Parcouru! behandelen
deze tijden en het correcte gebruik ervan.
A
abattre
accourir
accueillir
admettre
aller
sen aller
apercevoir
apparatre
appartenir
apprendre
sasseoir
atteindre
avoir
battre
se battre
boire
bouillir
slaan
vechten, strijden
drinken
koken
Pagina 75
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
C
combattre
commettre
comprendre
conclure
conduire
se conduire
connatre
construire
contenir
convenir
convaincre
coudre
courir
couvrir
craindre
croire
cueillir
bestrijden
begaan
begrijpen
concluderen, besluiten
sturen, brengen, leiden
zich gedragen
kennen
bouwen, construeren
bevatten, inhouden
lijken, passen
overtuigen
naaien
rennen
(be)dekken
vrezen
geloven
plukken
dcevoir
dcouvrir
dcrire
dtruire
devenir
devoir
dire
disparatre
dormir
teleurstellen, bedriegen
ontdekken
beschrijven
vernielen, vernietigen
worden
moeten
zeggen
verdwijnen
slapen
E
crire
lire
entreprendre
envoyer
teindre
tre
schrijven
verkiezen
ondernemen
zenden, sturen
uitdoven
zijn
Pagina 76
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
F
faire
falloir
fuir
maken, doen
nodig zijn, moeten, nodig hebben (il)
vluchten
I
interrompre
intervenir
onderbreken
tussen (beide) komen
J
joindre
samenvoegen
L
lire
lezen
maintenir
mentir
mettre
se mettre
mourir
lezen
liegen
leggen, zetten
beginnen te
sterven
N
natre
geboren worden
obtenir
offrir
ouvrir
verkrijgen
aanbieden
openen
P
paratre
parcourir
partir
parvenir
peindre
permettre
plaire
se plaindre
pleuvoir
verschijnen, blijken
doorlopen, doorlezen
vertrekken
bereiken, slagen
schilderen
toestaan, veroorloven
bevallen, behagen
klagen, een klacht indienen
regenen (il)
Pagina 77
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
poursuivre
pouvoir
prendre
prvoir
produire
se produire
promettre
achtervolgen
kunnen, mogen
nemen
voorspellen
produceren, voortbrengen
zich vertonen
beloven
R
reconnatre
redire
rduire
refaire
rejoindre
remettre
reprendre
rsoudre
retenir
revenir
revoir
herkennen, erkennen
herhalen, oververtellen
verminderen, verkleinen
opnieuw doen
herenigen, bij elkaar brengen
weer zetten, weer leggen
hernemen
oplossen, besluiten
tegenhouden, weerhouden
terugkomen, terugkeren
herzien, opnieuw zien
S
satisfaire
savoir
sentir
servir
sortir
soutenir
suffire
suivre
surprendre
se taire
herkennen, erkennen
herhalen, oververtellen
ruiken, voelen
dienen
uitgaan
steunen, ondersteunen
lijden
volgen
verrassen
zwijgen
T
tenir
traduire
houden, vasthouden
vertalen
Pagina 78
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
vaincre
valoir
venir
vivre
voir
vouloir
overwinnen
waard zijn
komen
leven
zien
willen
Pagina 79
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
INTRODUCTION
En ja, dat klinkt raar. Wat is in godsnaam een onpersoonlijk werkwoord? Je moet de
betekenis in ieder geval niet te letterlijk nemen. Een onpersoonlijk werkwoord komt alleen
voor in de derde persoon enkelvoud, dus de il-vorm in de betekenis van het, er. Het
bijbehorende werkwoord staat dus ook altijd in het enkelvoud.
Als je wilt zeggen wat voor soort weer het is, maak je al gebruik van het onpersoonlijk
werkwoord.
IL Y A / IL SAGIT DE
Verreweg het bekendste voorbeeld van een onpersoonlijk werkwoord, ik zou haast willen
zeggen onpersoonlijke constructie, is il y a.
Il y a betekent er is / er zijn / geleden.
Il y a beaucoup de voitures.
- Er zijn veel autos.
Il y a un homme qui a 18 ans.
- Er is een man die 18 jaar is.
Il y a trois mois.
- Drie maanden geleden.
Te vergelijken is de constructie il sagit de het gaat over.
Dans ce film, il sagit de deux personnes.- In die film gaat het over 2 personen
IL FAUT
Il faut + infinitief betekent je moet.
Il me faut payer.
- Ik moet betalen.
EXCEPTIONS
Weersta de verleiding om de volgende werkwoorden met il te vertalen. Dat is namelijk fout
Pagina 80
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
INTRODUCTION
Avoir en tre zijn de hulpwerkwoorden van tijd. Tezamen met een ander werkwoord
vormen zij een bepaalde tijd. Ze worden altijd gevolgd door een voltooid deelwoord.
De pass compos, die iets verderop wordt behandeld, maakt gebruik van deze
hulpwerkwoorden.
[2]
CAS PARTICULIERS
Los van deze hulpwerkwoorden heb je ook de hulpwerkwoorden van hoedanigheid.
Deze geven de manier aan waarop iets is gedaan en worden direct gevolgd door een
infinitief. Voorbeelden van deze werkwoorden zijn aller, venir, faire, pouvoir, vouloir.
Pagina 81
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
INTRODUCTION
Gaan we uit van de vier groepen werkwoorden dan gelden voor het maken van het
voltooid deelwoord de volgende, niet al te moeilijke, regels:
[1]
regelmatige werkwoorden eindigend op er
Voor alle werkwoorden geldt dat je er vervangt door
[2]
[3]
LA FORME
Het participe pass kan op drie manieren gebruikt worden:
[a]
losstaand (zonder hulpwerkwoord)
Het wordt dan beschouwd als een bijvoeglijk naamwoord en verandert volgens de
regels die gelden voor het bijvoeglijk naamwoord.
[b]
[c]
Pagina 82
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
INTRODUCTION
Ik wijd graag een hoofdstuk aan het gebruik van de tijden, ook al is dit alleen maar als
inleiding bedoeld.
Het Frans stamt af van het Latijn en heeft daarmee taalkundig gezien een andere
oorsprong dan het Nederlands. Dit kan voor verwarring zorgen. Het Nederlands heeft,
overigens net als het Frans, twee veelgebruikte verleden tijden: de onvoltooid verleden tijd
en de voltooid verleden tijd. Het Frans heeft deze eveneens in de vorm van de imparfait en
de pass compos.
Waarom kunnen wij in het Nederlands wl zeggen Fransje belde vaak met Paul en Fransje
heeft vaak gebeld met Paul zonder dat iemand zich afvraagt of hier wel de correcte
verleden tijd is gebruikt. Het Frans is hier (gelukkig) wat stricter (en dus duidelijker) in.
In de volgende sections lees je niet alleen hoe de tijden totstand zijn gekomennee, je
leest ook wanneer en waarom je de tijden (dan) moet gebruiken.
Als het nodig is, worden tijden naast elkaar gezet en duidelijk met elkaar vergeleken.
Achtereenvolgens worden de volgende tijden behandeld:
[section 28] le prsent
- de onvoltooid tegenwoordige tijd
[section 29] le pass compos
- de voltooid tegenwoordige tijd
[section 30] le pass rcent
- het recent verleden
[section 31] limparfait
- de onvoltooid verleden tijd
[section 32] le futur proche
- de nabije toekomst
[section 33] le futur simple
- de onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd
[section 34] le futur du pass/le conditionnel - de onvoltooid verleden toekomende tijd
[section 35] le subjonctif
- de aanvoegende wijs
[section 36] le pass simple
- onvoltooid verleden tijd
En een kleine toegift .
[section 37] limpratif
de gebiedende wijs
[section 38] le grondif/le participe prsent
het tegenwoordig deelwoord
[section 39] la voix passive
de lijdende vorm
Pagina 83
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
INTRODUCTION
Je kent ze nog wel. Die vreselijke rijtjes werkwoorden die je hebt moeten leren. Vraag maar
aan je vader of je moeder hoe zij zich Frans herinneren. De kans is groot dat ze zeggen dat
ze vooral rijtjes moesten leren. Met die rijtjes doelen ze dan waarschijnlijk op de
onregelmatige werkwoorden.
Hieronder vind je zon rijtje
LEMPLOI DU PRSENT
De prsent wordt gebruikt om in het heden, in het nu een verhaal of gebeurtenis te
vertellen of om iets of iemand te beschrijven.
In principe komt het gebruik van deze tijd overeen met het Nederlands.
Toch gebruikt het Nederlands vaak een prsent om een gebeurtenis in de toekomst aan
te geven. Dit mag in het Frans niet! Zodra er een bepaling van toekomende tijd wordt
gebruikt, gebruik je in het Frans ook een toekomende tijd.
Pagina 84
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
INTRODUCTION
Als je net terug bent gekomen van een leuke vakantie, heb je al snel de neiging om
hierover te vertellen. Zonder erbij na te denken, maak je dan gebruik van de voltooid
tegenwoordige tijd. Ik heb Parijs bezocht, ik heb zveel dingen gekocht, wij hebben echt veel
geld uitgegegeven. En nee, ik had nog nooit zoveel gedronken. Ja, natuurlijk hebben wij
gezoend.
Ma mre est rest 3 mois Lille. - Mijn moeder is 3 maanden in Lille gebleven.
analyse: Deze zin lijkt foutloos. De persoon die de zin geschreven heeft zich
ogenschijnlijk keurig aan de regels gehouden. Ogenschijnlijk, want het voltooid
deelwoord rest richt zich tot het ma mre (het onderwerp van de zin) en past
zich aan. Nu is ma mre vrouwelijk enkelvoud, dus krijgt rest een extra e
GOED is: Ma mre est reste 3 mois Lille.
Pagina 85
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
Los van de wederkerende werkwoorden, zie je hieronder alle werkwoorden die met tre
als hulpwerkwoord vervoegd worden in la maison dtre.
Samengevat kun je
zeggen dat je een keer
extra naar het
onderwerp van de zin
moet kijken als het
hulpwerkwoord tre is.
De mogelijke
veranderingen van het
voltooid deelwoord
staan hieronder
weergegeven.
mannelijk
vrouwelijk
voltooid deelwoord
enkelvoud
--
-e
meervoud
-s
-es
Omdat de pass compos een tijd is, die vaak en veel wordt gebruikt, geef ik nog wat
voorbeelden (en om het af te leren):
Pagina 86
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
vrouwelijk
voltooid deelwoord
enkelvoud
--
-e
meervoud
-s
-es
J ai t
Jai commenc
Jai russi
- Ik ben geweest
- Ik ben begonnen
- Ik ben geslaagd
Pagina 87
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
INTRODUCTION
Als iets echt in het zeer nabije verleden, zeer recente verleden gebeurd is, kun je gebruik
maken van de pass recent.
Bij het gebruik van de pass rcent moet je het verleden haast nog kunnen zien om het
maar even filosofisch te zeggen. Een voorbeeld uit het Nederlands is De trein is zojuist
vertrokken.
+ DE +
infinitief
De pass rcent heeft ook een soortgelijk zusje bij de toekomende tijden, le futur proche.
Deze wordt besproken in section 32.
Pagina 88
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
INTRODUCTION
De onvoltooid verleden tijd heet in het Frans limparfait. De naam imparfait zegt het in
feite al: onvoltooid.
Een ander opvallend, maar makkelijk te onthouden aspect, is dat de imparfait in het Frans
uit n woord bestaat en in het Nederlands als n woord vertaald wordt. Dit om
verwarring met de pass compos te voorkomen.
LA FORME DE LIMPARFAIT
Binnen twee stappen heb je de imparfait! Dat is een fijne gedachte.
Stap 1
Bepaal de nous-vorm van de prsent van het werkwoord (= stam);
Stap 2
Plaats achter de stam de juiste uitgang.
je -ais
tu -ais
il/elle -ait
on
nous -ions
vous -iez
ils -aient
elles
Een voorbeeld:
Dit voorbeeld laat zien dat tre de enige logische uitzondering is bij het vormen van de
imparfait. Al bij stap 1 loop je vast. De stam voor de imparfait van het werkwoord tre is t.
jtais ik was; il tait hij was, nous tions wij waren, vous tiez jullie waren etc.
RALISER, CONTRLER
Een handig controlemiddel of om je eigen vorm te controleren of om snel, in teksten
bijvoorbeeld, de juiste tijd te bepalen: in elke vorm van de imparfait zit de letter i!
Pagina 89
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
LEMPLOI DE LIMPARFAIT
Je gebruikt de imparfait alleen als verleden tijd als je:
[a]
een gewoonte of toestand wilt uitdrukken;
Iets wat met de regelmaat van de klok in het verleden gebeurde, beschrijf je met de
imparfait. Signaalwoorden hiervoor zijn souvent-vaak, toujours-altijd, le lundi- s
maandags, chaque jour-elke dag, chaque anne-elkaar, etc
[b]
[c]
Pagina 90
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
INTRODUCTION
Fransen zijn vrij precies in het gebruik van de tijden als het gaat om toekomende tijden.
Nou ja, vrij precies, op papier wel dan. In de spreektaal valt er het een en ander op aan te
merken, maar ze hebben in ieder geval vrij duidelijke en logische regels voor het gebruik
van tijden die samenhangen met de toekomst.
infinitief
aller - gaan
je vais
tu vas
ik ga
jij gaat
nous allons
vous allez
il/elle va
on va
hij/zij gaat
wij gaan
ils vont
elles vont
wij gaan
jullie gaan /
u gaat
zij gaan
zij gaan
Pagina 91
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
LA FORME DU FUTUR
Infinitief
uitgang avoir
[ai, as, a, ons, ez, ont]
travailler (je)
finir (on)
prendre (ils)
je travaillerai
on finira
ils prendront
- ik zal werken
- wij zullen afmaken
- zij zullen nemen
Pagina 92
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
uitgang imparfait
[ais, ais, ait, ions, iez, aient]
Garon, je voudrais deux bires, sil vous plat.- Ober, ik zou graag 2 bier willen.
Sauriez-vous me dire o je peux trouver une piscine.
- Zou u mij kunnen zeggen waar ik een zwembad kan vinden.
om een voorwaarde aan te geven (alsdan)
In de naam conditionnel zit het woord voorwaarde al verscholen.
Bij een voorwaarde wordt vaak si (als) gebruikt. Let bij het gebruik hiervan goed op.
Je te dirais la vrit, si je la savais. - Ik zou je de waarheid zeggen, als ik die wist.
Il ferait un voyage, sil avait assez dargent.
- Hij zou een reis maken, als hij voldoende geld had.
Direct na het voegwoord si/s mag je nooit een futur gebruiken.
Sil travaille dur, il russira
- Als hij hard werkt, zal hij slagen.
Sil avait de largent, il achterait une voiture.
- Als hij geld had, zou hij een auto kopen.
Na si/s komt altijd een vorm van de prsent of de imparfait.
Kijk ook even naar de gevolgen voor de zinsconstructie:
bijzin
Si + prsent
hoofdzin
futur simple
Si + imparfait
futur du pass
Pagina 93
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
INTRODUCTION
Men neme twee eetlepels water, voege er wat zout aan toe Nee, je leest geen recept.
Het klinkt denk ik erg oubollig. Toch zijn de vetgdrukte woorden voorbeelden van wat men
in het Nederlands de aanvoegende wijs noemt.
In het Frans is het gebruik van de subjonctif stukken moderner.
LEMPLOI DU SUBJONCTIF
We maken meteen onderscheid in het gebruik van deze tijd in:
-1de hoofdzin
In de hoofdzin geeft de subjonctif vooral een wens aan.
-2-
de bijzin
In de bijzin kan het alleen maar gebruikt worden als het wordt ingeleid door que
n moet het voorafgaand werkwoord de betekenis hebben van.
-aeen wens of een wil
-b-
-c-
-d-
Pagina 94
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
LEMPLOI DU SUBJONCTIF
En verder
-3-
na bepaalde voegwoorden
gebruik je ook altijd de subjonctif. Het gaat hier om de volgende voegwoorden:
avant que
afin que
condition que
moins que
bien que
-4-
-5-
- voordat
- opdat
- op voorwaarde dat
- tenzij
- hoewel
jusqu ce que
pourque
pourvu que
quoique
sans que
- totdat
- opdat
- mits, alsmaar
- ofschoon
- zonder dat
LA FORME DU SUBJONCTIF
Aan de hand van de verschillende groepen werkwoorden laat ik je zien hoe je de subjonctif
kunt vormen. Hiervoor hebben we per werkwoordgroep eerst de stam nodig.
1
parler parl (stam)
que je parle
que tu parles
quil parle
que nous parlions
que vous parliez
quils parlent
quelles parlent
2
choisir chois (stam)
que je choisisse
que tu choisisses
quil choisisse
que nous choisissions
que vous choisissiez
quils choisissent
quelles choisissent
3
vendre vend (stam)
que je vende
que tu vendes
quil vende
que nous vendions
que vous vendiez
quils vendent
quelles vendent
Pagina 95
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
vertaling
dat ik ga, dat jij gaat
dat wij gaan
dat ik heb, dat jij hebt
dat wij hebben
dat ik ben, dat jij bent
dat wij zijn
dat ik doe, dat jij doet
dat wij doen
dat ik kan
dat jij kunt
dat wij kunnen
dat ik neem,
dat jij neemt
dat wij nemen
dat ik weet
dat jij weet
dat wij weten
dat ik kom
dat jij komt
dat wij komen
dat ik zie, dat jij ziet
dat wij zien
dat ik wil
dat jij wilt
dat wij willen
Pagina 96
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
INTRODUCTION
Le pass simple is een tijd die qua gebruik grotendeels overeenkomst met de pass
compos, maar qua vertaling gelijk is aan de imparfait.
Je ziet de pass simple (ook wel pass dfini) vrijwel alleen in de derde persoon
enkelvoud. Je hoort vaak dat de pass simple voornamelijk in romans, in de journalistiek en
in de Franse literatuur wordt gebruikt. In bepaalde delen van Zuid-Frankrijk komt de pass
simple ook voor in de spreektaal.
Wat betreft de vertaling kun je stellen dat de nadruk ligt op het feit dat de handeling op
een bepaald moment in het verleden plaatsvond. Je vertaalt de vormen van de pass
simple op dezelfde wijze als die van de imparfait.
1. Werkwoorden op er
2. Werkwoorden op ir
3. Werkwoorden op re
parler
choisir
vendre
parl (stam)
chois (stam)
vend (stam)
In het schema hieronder zie je, per groep, de uitgangen van de pass simple vetgedrukt.
1
je parlai
ik praatte
tu parlas
jij praatte
il parla
hij praatte
nous parlmes wij praatten
vous parltes jullie praatten
ils parlrent zij praatten
elles parlrent zij praatten
2
je choisis
ik koos
tu choisis
jij koos
il choisit
hij koos
nous choismes wij kozen
vous choismes jullie kozen
ils choisirent zij kozen
elles choisirent zij kozen
3
je vendis
ik verkocht
tu vendis
jij verkocht
il vendit
hij verkocht
nous vendmes
wij verkochten
vous vendmes
jullie verkochten
ils vendirent zij verkochten
elles vendirent
zij verkochten
Pagina 97
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
vertaling
hij ging
zij gingen
hij had
zij hadden
hij kende
zij kenden
hij geloofde
zij geloofden
hij zei
zij zeiden
Hij was
Zij waren
Hij deed, maakte
Zij deden, maakten
hij kon
zij konden
hij nam
zij namen
hij wist
zij wisten
hij kwam
zij kwamen
hij zag
zij zagen
hij wilde
zij wilden
Pagina 98
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
LEMPLOI DE LIMPRATIF
Je gebruikt de imperatief, de gebiedende wijs op het moment dat je een bevel of een
order aan iemand(en) geeft. Je kunt de imperatief ook gebruiken als je een voorstel wilt
doen, met name in groepsverband. Wat ik hiermee bedoel, lees je hieronder.
LA FORME DE LIMPRATIF
Afhankelijk van tot wie je je richt, bestaat limpratif uit drie vormen:
-1-
-2-
- Geef!
- Kom!
-3-
Donne!
Viens!
Allons-y!
Donnons!
- Laten we gaan!
- Laten we geven!
je richt je tot een groep waar jezelf gn deel van uitmaakt of tot een
onbekend persoon/onbekende personen
Hiervoor gebruik je de vous-vorm van de prsent van het werkwoord.
Donnez!
Venez!
- Geeft!
- Komt!
De imperatief is natuurlijk niet een beleefde vorm. Je kunt deze tijd prima gebruiken bij het
africhten of opvoeden van een hond.
Los van het tweede voorbeeld geldt dat je deze tijd, als buitenlander, zoveel mogelijk dient
te vermijden.
Pagina 99
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
LE PARTICIPE PRSENT
Het tegenwoordig deelwoord eindigt altijd op ant en wordt vaak als bijvoeglijk
naamwoord gebruikt. Hierdoor is het veranderlijk.
Het participe prsent (niet te verwarren met participe pass, voltooid deelwoord) geeft
vaak het volgende aan:
-a- een beschrijving;
Zoals de voorbeeldzinnen al laten zien, laat het tegenwoordig deelwoord zich vaak
vertalen in het Nederlands door:
- toen
- omdat
- die/dat .
Dit impliceert ook dat je het tegenwoordig deelwoord kunt omzeilen door een andere
constructie.
LE GRONDIF
De vorm van de grondif ziet er als volgt uit:
EN
participe prsent
(tegenwoordig deelwoord)
Pagina 100
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
De functie van de grondif is al even duidelijk: Je mag deze alleen gebruiken als het
onderwerp van de hoofd- en bijzin gelijk zijn.
Le grondif geeft het volgende aan:
-1- tijd;
Zoals de voorbeeldzinnen al laten zien, laat het tegenwoordig deelwoord zich vaak
vertalen in het Nederlands door:
- door te + infinitief
- terwijl.
Ook de grondif is te vervangen door een andere correcte zinsconstructie zonder dat dit
ten koste gaat van de betekenis van de zin/het zinsdeel.
Pagina 101
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
INTRODUCTION
Voordat ik start met het uitleggen van de lijdende vorm is het goed om eerst het verschil
tussen bedrijvende en lijdende zinnen te laten zien. Dit doe ik aan de hand van wat
voorbeelden.
Bedrijvende vorm
1. Lhomme a lu le journal.
- De man heeft de krant gelezen.
2. Baudelaire a crit ces pomes. - Baudelaire heeft die gedichten geschreven.
3. Le concierge fermera la porte. - De concirge zal de deur sluiten.
1.Le journal est lu par lhomme. - De krant wordt gelezen door de man.
2. Ces pomes sont crits par Baudelaire.
- Die gedichten worden geschreven door Baudelaire.
3. Le concierge sera ferme la porte.
- De deur zal gesloten worden door de concirge.
Omdat het hulpwerkwoord van de lijdende zin tre is, kan het voltooid deelwoord
veranderen.
Op de volgende pagina lees je aan welke voorwaarden de lijdende vorm moet voldoen.
Pagina 102
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
CAS PARTICULIERS
Als een lijdende vorm wordt weergegeven door middel van een wederkerend werkwoord
betreft het vaak een gewoonte, een traditie, een algemeenheid.
Pagina 103
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
INTRODUCTION
Niet elke gebruiker van een moderne vreemde taal bezit over een evengrote
woordenschat. Het is derhalve leerzaam om de betekenis van de voorvoegsels en
achtervoegsels te kennen, zodat je de betekenis van woorden sneller kunt herleiden.
LES PRFIXES
In schema, aangevuld met voorbeelden:
prfixe
betekenis
a-, an- a-, on-, niet
ant- voor- (te voren)
anti- tegenaprs- naavant- voor- (tijd)
co-, con- mede-, samencontre- tegend-, dis- ont-, los-
voorbeeld
anonyme onbekend
apolitique niet politiek
antcdent - voorafgaand
antidmocratique
niet-democratisch
aprs-midi - namiddag
avant-hier - voorgisteren
cooperatif - samenwerkend
contexte - samenhang
contraste - tegenstelling
contrarire - tegengesteld
dnu
- berooid
dnier
- ontkennen
discourtois - onbeleefd
encager in een kooi opsluiten
encart inlegvel
enclaver insluiten
entre-voie - ruimte tussen 2
spoorbanen
entrepont - tussendek
entre-deux - tussenzetsel
expdient - uitweg
exgse
- uitlegging
excutable - uitvoerbaar
extraordinaire - buitengewoon
hyperbole
- woordoverdrijving
hypersensible overgevoelig
Pagina 104
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
prfixe
betekenis
in-, il-, im- , ir- on-, niet
quasi- bijna
re-, r-, r- her-, opnieuw
sur- over-
voorbeeld
irresponsable onverantwoordelijk
impossible - onmogelijk
insanit
- onzin
inracontable - onnavertelbaar
international - internationaal
interrgne
- tussenregering
juxtaposer - naast elkaar plaatsen
maladroit
- onhandig
malhonnt
- oneerlijk
malappris
- ongemanierd
malcommode onpractisch
postscolaire - naschools
postopratoire na de operatie
prhistoire
- prehistorisch
prventif
- voorbehoedend
profiter
- profiteren
problme
- probleem
pro-franais
- pro-Frans
quasiment
- ongeveer
retrouver
- opnieuw vinden
refaire
- opnieuw doen
rechanter
- opnieuw zingen
surpopulation - overbevolking
surpoids
- overgewicht
surplus
- overschot
Pagina 105
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
INTRODUCTION
Hieronder volgt een waardevol schema. Het neemt enige twijfel weg en geeft je zekerheid
bij het beantwoorden op de vraag Schrijf ik nu de of na het bijvoeglijk naamwoord?
traduction
adjectif + de
traduction
capable de
certain de
content de
contraint de
coupable de
curieux de
in staat om
zeker van, om
tevreden over, met
tegengesteld van
schuldig van
nieuwsgierig van,
door
bedroefd door
waardig te, om
aangenaam te
verbaasd over
trots op, te
geforeerd te
woest over, te
heureux de
honteux de
impatient de
incapable de
libre de
mcontent de
gelukkig om
beschaamd te, om
ongeduldig te/om
niet in staat om
vrij om (te)
ontevreden met, over
navr de
press de
satisfait de
stupfait de
sr de
surpris de
susceptible de
diep bedroeven te
druk te, om
tevreden te, over
verbaasd van, door
zeker van, over, te
verrast door, te
vatbaar voor, te
dsol de
digne de
enchant de
tonne de
fier de
forc de
furieux de
traduction
adjectif +
Traduction
apte
dispos
habile
impuissant
lent
occup
prt
geschikt om
gereed om
handig om
machteloos om
langzaam te
bezig te
klaar te, om
agrable
ais
beau
bon
facile
difficile
horrible
(im)possible
utile
gezellig om (te)
gemak om
mooi om, te
goed om, te
makkelijk te, om
moeilijk te, om
verschrikkelijk te, om
(on)mogelijk te, om
nuttig om, te
Pagina 106