Professional Documents
Culture Documents
Koterijen en activisme
De vloeiende, schottenloze aanpak wekt bewondering in het buitenland, maar heeft ook zijn
keerzijde. In zijn beschrijving van het Vlaamse werkveld liet Jelle Dierickx het woord koterijen
vallen. Dit evenzeer typisch Vlaamse architecturale fenomeen lijkt als metafoor de dynamiek te
vatten waarbij ontwikkelingen niet verticaal gestuurd worden, maar iedereen naar eigen aanvoelen
probeert, aftast en experimenteert. Dat mag dan wel een spannend resultaat opleveren, het is
evengoed vaak onoverzichtelijk, met voor buitenstaanders soms een schijnbaar gebrek aan
visie. Het zal voor heel wat kunsteducatieve organisaties herkenbaar klinken, ook in Vlaamse
context. In gesprekken met spelers uit het onderwijs, dat eigen criteria en doelstellingen voorop
stelt, lijkt het water niet zelden dieper dan het in werkelijkheid is. Ook in de kunsten zelf leeft soms
nog de idee dat kunsteducatie een werkgebied in de periferie is, dat vooral moet toeleiden tot de
(artistieke) kern van de zaak. Kunsteducatieve organisaties slagen er soms moeilijk in om die
perceptie te corrigeren vanuit welomschreven eigen principes en doelstellingen.
Gelukkig weten heel wat Vlaamse projecten wl te overtuigen in hun concrete realisaties.
Kunsteducatie moet het eerder hebben van daden dan van woorden. Misschien is het net daarom
dat hoogleraar Cultuur, Media en de Stad Eugene van Erven de Vlaamse initiatieven als
activistischer bestempelt dan de Nederlandse. Hij denkt daarbij in het bijzonder aan projecten met
een focus op co-creatie en community art. De artistieke spirit van deze projecten is vergelijkbaar
met wat in Nederland gebeurt, maar Van Erven vermoedt dat beleidskeuzes in Vlaanderen voor
een andere dynamiek en een andere relatie met de samenleving zorgen. Opnieuw benoemt hij daar
de samenwerkingen met diverse maatschappelijke sectoren, wat boeiende en bloeiende
kruisbestuivingen oplevert.
Wat dan wl bruikbare kwaliteitscriteria zijn, is misschien wel de belangrijkste open vraag die na de
gesprekken blijft hangen. Misschien ligt het antwoord in de richting die Grn aangeeft: investeer in
een nieuw zelfbeeld van culturele instellingen waarbij brede participatie en zogenaamd 'hoge kunst'
niet tegenover elkaar staan, maar integreer ze in een gecombineerde aanpak die artistieke
innovatie en professionaliteit van bij de start koppelt aan ambities die we in de breedste zin van
het woord als educatief kunnen bestempelen. Vlaanderen toont op dat vlak heel wat potentieel en
expertise, aldus de drie genterviewden, al wachten veel aspecten binnen de bestaande dynamiek
nog op (h)erkenning, stimulans en een podium.
Gevraagd naar een slotbemerking, zegt Van Erven gedecideerd dat kunst, en het leren door
kunstparticipatie van levensbelang is voor elke samenleving. Voor Jelle Dierickx begint alles bij het
grote luisteren. Hoe gaan we, in deze dichtbevolkte wereld met al haar problemen, elkaar als
mens horen?
Lydia Grn is directeur van Netzwerk Junge Ohren, het Duitse netwerk
voor muziekeducatie achter onder andere de YEAH! Award. De voorbije
jaren werden verschillende Vlaamse producties en muziekeducatieve
projecten genomineerd voor deze Europese prijs.