You are on page 1of 17

Houtkanten Beleven

Leaderproject

Handleiding voor gidsen/begeleiders workshop (3u): Lespakket,


broodbakken in een houtgestookte mobiele bakoven.
Dit lespakket kadert in een communicatie- en educatieproject over houtkanten dat gecordineerd
wordt door Regionaal Landschap Lage Kempen. Deze gidsenhandleiding is een leidraad voor het
begeleiden van een workshop brood bakken in een mobiele bakoven voor de derde graad
basisonderwijs. De workshop is een vervolgmodule op het eerste deel van het lespakket Houtkanten
Beleven waarbij kinderen onder leiding van een natuurgids met de klas eropuit trekken naar
houtkanten in de buurt van de school. Ze kijken naar het landschap van vroeger en nu. Ze oogsten
mutsaarden (takkenbundels) uit de houtkanten die gebruikt worden om een mobiele bakoven mee
warm te stoken. Het is de bedoeling dat de kinderen het hele verhaal van het oogsten van het hout
uit de houtkanten tot het afgewerkte product (het gebakken broodje) meekrijgen.
De workshop duurt 3u en kan enkel in de voormiddag gepland worden. De namiddag is te kort om
de workshop voldoende tot zijn recht te laten komen.
De workshop wordt best begeleid door twee begeleiders: n iemand die verantwoordelijk is voor
het warm stoken van de oven en het bakken en n iemand die de workshop inhoudelijk begeleidt.

Vooraf

Contacteer de school iets tevoren om hen te herinneren aan de afgesproken datum voor de
workshop. Kortom, hoor of ze ons verwachten.
Vraag meteen ook aan de school of er DROGE mutsaarden zijn en hoeveel. Mutsaarden die
een paar maanden eerder geoogst werden, kunnen waarschijnlijk nog niet gebruikt worden.
Indien er geen mutsaarden genoeg zijn in de school, vermeld dit dan zeker bij het ophalen
van de educatieve boxen met materiaal voor de workshop. Plattelandsklassen of Werkgroep
Isis zorgt dan voor mutsaarden/houtsnippers bij de bakoven.
Vraag ook aan de leerkrachten dat alle leerlingen een keukenschortje en handdoek
meenemen.
Geef tot slot mee dat je graag wat vroeger aanwezig zou zijn om alle materiaal klaar te
zetten. Vraag of zij een voldoende groot lokaal kunnen voorzien waar alle leerlingen op
propere tafels een broodje kunnen bakken. Het bakken zelf gebeurt uiteraard buiten op de
speelplaats.
BELANGRIJK: indien mogelijk kan er ook een filmpje over het beheer van houtkanten getoond
worden. Hiervoor moet dan uiteraard een bord/scherm/pc voor voorzien worden.

Wat heb je als begeleider nodig?


Alle materiaal dat nodig is voor deze workshop zit samen in een educatieve box, daarnaast moet de
bakoven ter plaatse gebracht worden (in overleg met Plattelandsklassen of Werkgroep Isis) en
worden er bij de bakoven hout en aanmaakhoutjes en lucifers voorzien. Vraag ook goed na of de
schouw, de pizzaschep, de pook om de klep te regelen mee vervoerd worden met de oven.
Overloop bij de voorbereiding altijd heel goed of alle materiaal aanwezig is (zie inventarisatielijst in
de box):

Droge bussels en houtblokken, ruim voldoende. De bussels aan de school zijn mogelijk nat
geworden of verdwenen.
Bokalen en buizen met graansoorten
Poster van akker tot bakker
Zakje met tarwe en verschillende stenen i.f.v. proefje graan zelf malen tot meel
Fotos, schemas, tekeningen, materialen ter illustratie
Kommetjes om broodjes in te kneden
Weegschaal om ingredinten af te wegen
Verschillende fiches voor de leerlingen met het recept en de ingredinten (hoeveelheden)
i.f.v. het afwegen

Alle ingredinten en benodigdheden voor het bakken van het brood (ook in de box):
Verse ingredinten voor 30 broodjes:
1 liter water
Droge gist
150g lijnzaad
150 g zonnebloempitten
500 g zaadjes
1500 g tarwebloem Kortweg Natuur
300 g tarwemeel Kortweg Natuur
Zout
Suiker (om rijzen te bevorderen)
Tip:

Voeg bij het deeg ook per broodje een koffielepel bruine suiker, dit bevordert het rijzen.
Gist, water en suiker kunnen in een kommetje apart gemengd worden zodat het
gistingsproces visueel zichtbaar is. Deze kommetjes zijn voorzien in de educatieve boxen.
Voor wie liever met verse gist werkt, dient dit zelf te voorzien!. Pas op, dan moet je de
hoeveelheden wel aanpassen.

Opbouw workshop brood bakken


We geven aan dat we brood gaan bakken in een takken gestookte oven, we leren waar brood en
graan vandaan komt, bakken een brood en leren dit alles op n voormiddag in te plannen (begrip
tijdsindeling en planning).

Eindtermen
WO: 1.1, 1.2, 1.3, 1.6, 1.12, 1.15, 1.16, 1.17, 1.19, 1.23, 1.24, 1.26, 2.1, 2.4, 2.5, 2.8, 2.13, 2.16, 2.17,
3.3, 3.7, 4.2, 4.8, 4.11, 5.1, 5.3, 5.7, 5.8, 5.9, 6.9, 6.10, 7

Planning
1. Workshop inleiding: Oven aanmaken en warm stoken
2. Opfrissing deel 1 workshop Houtkanten
3. Vervolg workshop: ingredinten van brood ontdekken, proefje graan malen, deeg mengen en
kneden
4. Broodje 15 min. laten rijzen + film houtkanten bekijken
5. Brood bakken + spel met de spreekwoorden (uitbeelden en ook zelf spreekwoorden maken)
6. Afsluiten van de workshop: brood uithalen en proeven

Planning 2. moet naar later verschoven 3. heeft prioriteit we moeten ervoor zorgen
dat het deeg zo snel mogelijk kan beginnen te rijzen.
1. Workshop inleiding: oven aanmaken en warm stoken
Het is belangrijk om de oven zo snel mogelijk aan te maken, laat de kinderen dit proces zeker
meevolgen, maar bewaak de veiligheid hier. Kinderen worden aangetrokken door vuur, maar
uiteraard is dit gevaarlijk. Zorg dat er altijd n volwassene bij het vuur blijft in kader van veiligheid
en het in het oog houden van het vuur.
Betrek de leerlingen aan de hand van volgende vragen:
Hoe warm moet onze oven zijn om te bakken?
De oven moet tot 200 warm worden en de stenen moeten wit zijn. De oven slaat de warmte op in
de stenen zoals een batterij energie opslaat.
Waar laten we de brandende resten?
We halen de uitgebrande resten eruit en doen deze uit veiligheidsoverwegingen in een bak met
water, zodat er geen onbedoelde brand kan ontstaan; dit noemt men een doofpot.
(Tip: let op het spreekwoord iets in de doofpot stoppen).

2. Opfrissing deel 1 van de workshop: Houtkanten


Terwijl de oven verder wordt warm gestookt, wordt met de leerlingen kort teruggeblikt op deel 1 van
de workshop. Dit via vraagstelling.
Waar haalden we de takken destijds? Weten jullie nog wat hakhoutbeheer is?
Onze takken haalden we de winter voordien uit de houtkanten die landbouwers onderhouden.
Deze houtkanten worden net als vroeger regelmatig verjongd door de opgeschoten bomen af te
zagen en terug te laten uitschieten. Zo komen er jonge struiken in de plaats van oude bomen. Deze
struiken bieden meer mogelijkheden voor de natuur: kleine zoogdieren en vogels kunnen schuilen
onder het bladerdek en meerdere inheemse planten krijgen de kans om te groeien. Om de 10 jaar
wordt deze verjonging herhaald. Het verschil is dat dit nu met machines gebeurt en vroeger met de
handzaag. Ook wordt het hout vermalen tot kleine snippers hout, zodat dit in verwarmingsketels van
scholen, parochiezalen en boerderijen kan gebruikt worden. Zo vermijden we dat we aardgas,
steenkool of aardolie opbranden. Deze manier van verwarmen is duurzaam, hernieuwbaar en CO2neutraal.
Kan een school warm gestookt worden met takken of houtsnippers? Hebben we voorbeelden?
(Bocholt)
Ja zeker! In Bocholt wordt de nieuwe scholencampus verwarmd met houtsnippers uit houtkanten.

3. Vervolg workshop: ontdekken ingredinten van brood, afwegen, deeg mengen en kneden
Eerste voorwaarde: hygine!
Handen wassen voor we de voedingsmiddelen aanraken. Het is belangrijk dat we proper werken bij
voedingswaren. Hier dient omzichtig mee omgegaan te worden. Dit voor ieders gezondheid.
Stap 1: Ingredinten van brood
Via vraagstelling ontdekken we samen de ingredinten van brood. Daarna doen we een proefje
waarbij we zelf graan malen tot bloem en uiteindelijk wegen we de ingredinten af, kneden en laten
we alle broodjes rijzen.
Wat aten we vanmorgen, of gisteren?
Het kan zijn dat we vanmorgen een boterham aten met beleg. Was dit van een wit brood of een
grijs? Of was het een kraker of een pistoleetje?
Brood eten we zo goed als dagelijks.
Noem eens verschillende soorten gebakken etenswaren?
Wit brood, volkoren brood, meergranenbrood, grijs brood, krentenbrood, picolos pistoletjes,
suikerbrood, brood met noten, vlaai, koekjes, cake, pizza, quiche,

Wat zit er in brood?


Het basisbestanddeel van brood is graan. In ons brood is dat meestal tarwe. Het gros van het brood wordt
gemaakt van baktarwe. Dit is de beste kwaliteit van tarwe die voorbehouden wordt voor brood. Maar tarwe
kan ook vervangen worden door iets anders? In mindere mate wordt ook gerst, rogge, mas, boekweit en spelt
gebruikt om te bakken.oekweit is geen grasachtige, maar behoort tot de duizendknoopfamilie. Al de
vernoemde graansoorten (behalve boekweit) behoren tot de grassenfamilie. Dus spelt ook. Spelt wordt
beschouwd als een primitieve tarwesoort. Na de middeleeuwen werd spelt verdrongen door gewone tarwe,
omdat die een hogere opbrengst. Bij de biologische landbouw is er belangstelling voor de teelt van spelt omdat
het weinig bemesting nodig heeft en een goede resistentie heeft tegen ziekten.

Soorten graan in een bokaal laten zien:


Voor de begeleider: In de bokalen laten we tarwe, gerst , haver en spelt en triticale zien. In de plexi
buizen laten we gerst, rogge, haver en tarwe zien. Onderaan de bokalen en de glazen buizen vind je
telkens de benaming van de soorten granen.
Opdracht voor de leerlingen: combineer de juiste afbeelding met de juiste graansoort in de bokaal en
in de glazen buis. Verdeel de verschillende afbeeldingen over de verschillende leerlingen en laat hen
in groepjes overleggen welke afbeelding waar thuishoort. Laat hen ook de verschillen benoemen en
de gelijkenissen tussen de graansoorten.
We kennen ondertussen verschillende soorten graan, maar worden deze zo in het brood verwerkt?
Neen, deze korrels worden gemalen tot meel of bloem.
Voor de begeleider:
Wat is meel of bloem? De gemalen korrels van graan worden als hoofdingredint gebruikt voor het
bakken van graan. Meel of bloem is dus een basis-ingredint van brood.
Gids: Verschil uitleggen tussen meel en bloem. Verwijzen naar hoofdstuk 5.
In de meeste granen zit gluten. Gluten is eiwit dat het brood elasticiteit geeft en maakt dat het brood
kan rijzen en zijn vorm behoudt (<lat., lijm). Hoe meer gluten, hoe steviger het brood. Granen die
geen gluten bevat zijn o.a. gierst en sorghum. Mas en rijst bevatten wel gluten maar veroorzaken
geen coeliakie (een glutenallergie).
Proefje voor de leerlingen: hoe wordt graan gemalen? In groepjes krijgen de leerlingen een hoopje
graankorrels en een twee stenen. Zo kunnen ze om beurten zelf eens testen hoe graan tot bloem
wordt gemalen. Vertel hierbij het verhaal van graan dat vroeger in de molens werd gemalen door
twee grote maalstenen, ondertussen gebeurt dit uiteraard machinaal in fabrieken.
Wat zit er nog in brood?
Water
Water is eveneens een basis-ingredint en speelt onmiskenbaar een belangrijke rol voor de smaak
van het brood.
Zout
Zout is ook een belangrijk ingredint van brood; het benvloedt de glutenwerking (lijm) en maakt het
deeg vaster van structuur. Men streeft er tegenwoordig naar om het gebruik van zout te
verminderen. (Waar komt zout vandaan eigenlijk? Vermoedelijk kunnen vele kinderen daar niet op
antwoorden eventueel zoutloos brood laten proeven).

Gist. Wat is gist en wat doet het in brooddeeg?


Gist zorgt voor gasbubbels in het deeg. Gist zijn eencellige schimmels of micro-organismen. Gist zorgt
ervoor dat het deeg gaat rijzen. Doordat je het deeg met de gist op kamertemperatuur zet gaat het
brood gisten. Het brood komt omhoog, zet uit en wordt luchtig. De gist eet a.h.w. de suikers op en
groeit. De gist zet de suikers om in koolzuurgas (CO2): de luchtbellen in het brood. Er wordt ook wat
alcohol aangemaakt maar die verdwijnt bij het bakken. De duur van en de temperatuur tijdens het
rijzen heeft invloed op de smaak en textuur van het brood.
Een alternatief voor gist is zuurdesem. Een stukje deeg van een vorig brooddeeg (=zetsel) wordt
bijgehouden. De natuurlijk aanwezige gistcellen zullen zich op kamertemperatuur en in contact met
lucht vermenigvuldigen. Het zetsel wordt later toegevoegd en gemengd met nieuw brooddeeg. De
aanwezige gistcellen in de zuurdesem (zetsel) zullen zich ook daar vermenigvuldigen en binnenin het
deeg worden de suikers omgezet in koolzuurgas waardoor het brood zal rijzen. Zuurdesembrood
heeft meer tijd nodig om te rijzen en rijst ook minder hoog dan bij het gebruik van bakkersgist.
Zuurdesembrood vertoont een vastere structuur, heeft een typische zurige smaak en blijft langer
vers.
Verse bakkersgist (blokje) moet eerst nat gemaakt worden alvorens er zout of suiker bijgevoegd
wordt. Suiker en zout onttrekken vocht aan de gistcellen waardoor de gist zou breken.
Vroeger werd er ook gebruik gemaakt van zuurdesem. Louis Pasteur ontdekte, in 1860, hoe
gekweekte gistcellen daarbij konden helpen.
Opdracht voor de leerlingen: Indien er een pc aanwezig is in de klas, kun je vragen of een aantal
leerlingen willen opzoeken wie Louis Pasteur is, zo leren ze via onderzoekend leren zelf hun kennis te
vergaren.
Weetje: Waarschijnlijk was het slecht, of het niet, zuiver maken van de deegkom, in de oudheid de reden hoe
men zuurdesem per ongeluk uitvond.

Proefje voor de leerlingen: in groepjes van 5 of 6 doen de leerlingen wat water in hun
mengkommetje, ze doen er 1 lepel droge gist in en 1 lepel suiker. Ze roeren dit stevig en kunnen zo
de werking van de gist zien (belletjes zijn zichtbaar).
Waar komt dit graan vandaan? Wie teelt er graan?
De landbouwers telen graan op hun akkers. Hiervoor is bemesting noodzakelijk om de planten te
laten groeien. Het graan wordt geoogst als het gewas goudgeel is en de graankorrels hard en droog
genoeg om te bewaren (minder dan 15% vochtgehalte).

Poster Van akker tot bakker toont het productieproces


Voor de begeleider: Gebruik de poster als praatplaat, je vindt deze in de educatieve box. Laat de
leerlingen zelf vertellen wat ze zien en laat hen zelf het productieproces zo opbouwen.
Hieronder een alternatieve praatplaat:

Achtergrondinfo voor de begeleider:


Hoe werkt de dorsmachine? Wat blijft er over na het dorsen op het veld?
De dorsmachine maait het graangewas van het veld en schudt het gewas heen en weer in de
maaidorser, waardoor de korrels eruit vallen en opgevangen worden in een opslagtank. De
gewasrest is goudgeel stro, dat dient als basis voor strooisel in de stallen en op zijn beurt weer
terugkomt als stalmest, om het graan het jaar erna weer te voeden.
Wat is biologisch geteeld graan?
Bij biologisch geteeld graan worden geen scheikundige gewasbeschermingsmiddelen gebruikt tegen
onkruid, schimmels of plaaginsecten.
Biologisch graan bevat dan ook minimale tot geen residuen (reststoffen, sporen) van scheikundige
stoffen (bestrijdingsmiddelen). Maar ook gangbaar geteelde granen uit Europa zitten meestal onder
de toegelaten norm voor residuen.
Biologische landbouw noemt men in het Engels organic agriculture. In arme landen doet men soms
ongewild aan biologische teelt omdat men geen geld heeft om gewasbeschermingsmiddelen of
kunstmest aan te kopen. Dit nadeel wordt dan weer een voordeel als men het product kan verkopen
als biologisch product waar men een meerprijs voor wil betalen.

Wat is B.akkerbrood?
B.akkerbrood is een initiatief uit Haspengouw in Zuid-Limburg (de graanstreek bij uitstek). Van de
graanakker wordt maar 90% geoogst, de overige 10% van het graan blijft in de winter op de akker
staan. Op die manier kunnen de akkervogels ook de in moeilijke wintermaanden voedsel vinden.
Deze graanstroken zijn tijdens de koudere seizoenen een veilige haven en een voedselbron voor heel
wat diersoorten.
Het graan wordt met liefde geteeld in Haspengouw, gemalen in Limburg bij de molen van Spelt NV en
tot lekker brood verwerkt door Limburgse bakkers.
Daar ligt het op de Limburgse broodliefhebbers te wachten.
Hierdoor is het ook een milieuvriendelijk brood: verre transporten komen er niet aan te pas.
Bovendien wordt op die manier ook onze lokale, Limburgse economie gesteund. Het b.akkerbrood
draagt het label Kortweg Natuur. Dit label staat voor een product dat lokaal geteeld, verwerkt en
verkocht wordt en dat bovendien de fauna en flora een handje helpt. Ook wij bakken vandaag onze
broodjes in de mobiele bakoven met bloem van het label Kortweg Natuur.
Stap 2: Afwegen van de ingredinten en kneden
Uiteraard is het belangrijk dat de hoeveelheden strikt afgewogen worden om tot een geslaagd
bakresultaat te komen.
Voor de begeleider: in de educatieve box zitten verschillende receptenfiches als instructies voor de
leerlingen om hun ingredinten af te wegen. Laat de leerlingen in groepjes, op basis van de fiches,
hun ingredinten afwegen en in hun mengkommetje doen.
Opdracht voor de leerlingen, het kneden: leer de kinderen hoe ze brood moeten kneden, laat hen
verschillende manier uittesten. Laat hen ook tellen bij het kneden tot tien, eerst in het Nederlands,
dan in hun dialect, dan in alle verschillende talen die de kinderen kennen. Bij een multiculturele
school kan dit tot een mooi talenbad leiden!
Om de broodjes te laten rijzen, doen we nu alle broodjes samen in n kom en leggen er een
handdoek over. Na het rijzen mag ieder opnieuw een hompje gerezen brooddeeg nemen en mogen
ze zelf kiezen welke vorm of nummer of letter of ze aan hun broodje geven.

4. Deeg laten rijzen (15 min. + film Houtkanten bekijken)


De leerlingen bekijken de film Houtkanten, zie in de educatieve box. Ondertussen kunnen de
begeleiders nagaan in hoeverre de oven warm genoeg is en kan er eventueel al iets opgeruimd en
afgewassen worden.
Brood moet op kamertemperatuur veel langer rijzen. Bakkers gebruiken een rijskast en daarin is de
temperatuur 30 40 graden.

5. Brood bakken + spel met de spreekwoorden


Stap 1: broodjes in de oven plaatsen
Is de oven warm genoeg? Is het brood voldoende warm gehouden om te kunnen rijzen?
De oven is warm genoeg als de stenen aan de binnenkant van de oven wit geworden zijn. Dan mag er
niet meer bij gestookt worden. Anders kan de oven te heet gestookt worden en kan de oven barsten.
Als het deeg gerezen is en de oven is warm (zijn de stenen wit van de hitte?) dan gaan de brandende
takken eruit en worden uit de oven gehaald en in de assenbak gedeponeerd.
Op de vrijgemaakte plaats plaatsen we onze broodjes op de bakplaten
Voor de begeleider/bakker: Let op: we plaatsen de broodjes op een bakplaat, vergeet de bakplaat
niet in te smeren met olijfolie (zie in de box).
Nog wat eiwit, melk of water op de bolletjes met een borstel voor de glans? Of een tekening met de
vork?
Wie let op de baktijd!?
Laat de kinderen zeker meekijken hoe de broodjes de oven in gaan, dit is voor hen echt een
belevenis.
Achtergrondinfo voor de begeleider: Is brood, broodnodig? Wat zit er in brood voor ons lichaam?
Als begeleider kies je zelf of je deze info nog kan/moet meegeven. Dit zal afhankelijk van de tijd, de
grootte van de groep, de voorkennis van de groep,al dan niet gewenst zijn.
- Voedingsvezels
Brood bevat voedingsvezels. Voedingsvezel is een verzamelnaam voor alle onverteerbare
koolhydraten in onze voeding. Ze zorgen ervoor dat de darmen goed werken, zijn belangrijk voor een
goede stoelgang en zorgen voor een 'vol gevoel'.
- Koolhydraten (of suikers).
Er zijn snelle koolhydraten of suikers (suiker) en trage koolhydraten of suikers (zetmeel). In brood
zitten vnl. trage suikers. Dit geeft kracht voor de hele dag en vermijdt pieken van energie zoals in
snoep of frisdrank.
Koolhydraten zijn leveranciers van benodigde energie die je vooral nodig hebt voor de werking van je
spieren, spijsvertering en hersenen maar ook voor de opbouw ervan. Koolhydraten vormen het
belangrijkste voedingsbestanddeel van vele dieren en van de mens. Planten maken koolhydraten aan
door middel van fotosynthese. De plant heeft daarvoor CO2, water, zonlicht en bouwstoffen uit de
bodem nodig.

- Eiwitten of protenen .
Eiwitten of protenen vormen een belangrijk deel van het voedingsdieet. Eiwit is nodig voor de groei
en opbouw van je lichaam.
Er zijn plantaardige eiwitten (vooral aanwezig in peulvruchten zoals erwten en bonen) en dierlijke
eiwitten. Graaneiwitten (gluten) zorgen soms voor allergien. We spreken dan over glutenallergie.
Coeliakie is een glutenallergie specifiek voor gluten die vooral voorkomen in tarwe, spelt, rogge. Er is
een streng dieet nodig bij een glutenallergie. Ga maar eens na wat er allemaal in bloem/meel zit.
Suggestie opdracht voor de leerlingen: samen met de leerlingen bekijk je allerlei-ingredinten op
verpakkingen, zit er bloem/meel bij? Dit kan op de verpakking van hun koekje zijn dat ze bij hebben
of op de verpakking van een aantal andere producten die je bij de hand hebt.
- Mineralen
Brood - vooral bruin-, meergranen- en volkorenbrood - levert mineralen. Denk hierbij aan
voedingsstoffen als ijzer, zink, koper, magnesium, selenium, kalium, fosfor en jodium. IJzer (voor rode
bloedlichaampjes) en calcium (voor stevige botten en tanden) zijn hiervan de meest belangrijke.
- Vitaminen
In brood zitten voornamelijk vele vitamines B (vitamine B- complex). B-vitamines verhogen je
weerstand tegen ziektes en zijn belangrijk voor een gezonde huid en gezond haar. Het zijn o.a.
vitamines B1, B2, B3, B6 en B11 (foliumzuur).
In tarwekiemen zit veel vitamine E. Vitamine E is een beschermende vitamine, die cellen kan
vernieuwen en helpt tegen veroudering. Vitamine E tekorten komen niet zo veel voor.
- Vet
Brood bevat over het algemeen weinig vet. Vetten hebben we nodig voor onze hormoonhuishouding
en celvernieuwing maar ook voor de opname van vitamines. In een gewoon sneetje brood zit
ongeveer 1 gram vet. Dat komt omdat er voor het maken van het deeg nauwelijks vet nodig is.
- Zout
Brood bevat naast meel en water ook zout. De bakker voegt dit toe aan het meel. Zout is nodig voor
het broodbakproces en voor de smaak. Wat is zout en waar komt het vandaan? (zeezout in ondiepe
wateren of bassins aan zee door verdamping, zoutmijnen in de grond (>opgedroogde binnenzeen),
zoutwoestijn, )
Aan het bakkerszout wordt soms jodium toegevoegd. Een jodiumtekort komt vaak voor in ons land,
vandaar. Een tekort aan jodium kan gevolgen hebben voor de vruchtbaarheid van de mens

Te veel zout is minder goed voor de gezondheid. De laatste jaren probeert men het zoutgebruik te
verminderen. Ook in brood. Maar zout is ook nodig voor bv. de smaak, de kwaliteit van het deeg en
de korst en de houdbaarheid van het brood.
Is meel en bloem hetzelfde?
Zemelen zijn de jasjes rond de korrel. Ze zijn gezond want het zijn voedingsvezels en die zijn goed
voor onze darmen en de spijsvertering. Bij het malen van de korrels worden de zemelen meestal
weg gezeefd. Hoe meer er wordt weg gezeefd hoe witter het meel wordt. Wit meel noemen we
bloem. Zo blijft er enkel nog de gemalen meelkern over: de zemelen en de tarwekiemen zijn er
allemaal uit.
Volkorenmeel (en volkorenbrood dus) is goed voor onze gezondheid. Daarin zitten meer vezels en
soms ook de tarwekiemen nog in.
Wit brood bezit zo goed als geen vezels meer, noch tarwekiemen. Het is daarom minder gezond maar
wel makkelijker verteerbaar. Het is meestal ook krokanter.

Brood op tafel: zitten er graankorrels in mijn boterham? Wat moet er eerst mee gebeuren?
Het meel dient eerst gekeurd te worden om te bepalen over welke klasse van bakkwaliteit het gaat.
Niet eens 10% van de tarwe is goed genoeg om te bakken. De rest wordt veevoer (of zaaizaad voor
volgend jaar).
Opdeling in kwaliteit:

de betere baktarwe
baktarwe
vultarwe
biscuittarwe
voedertarwe

Het meel wordt eerst gezuiverd van stof en aarde. Daarna word het graan gewassen en gedroogd. In
grote molens wordt het dan gemalen en verkleind zodat dit gezeefd kan in 20 soorten/kwaliteiten
van meel.
Het fijnste is de witste bloem, daarna komt het iets grovere meel en als laatste komt het
volkorenmeel met een groot aandeel zemelen. Het meel wordt ook vochtvrij opgeslagen om bederf
te voorkomen.
Brood in de wereld: Welke soorten brood zijn er in andere landen?

Scandinavi: knckebrd, krokante wafeltjes


Duitsland: roggebrood met krenten, zuurdesembrood en pumpernickel
Frankrijk: stokbrood (baguette)
Itali: ciabatta (met olijfolie), pizza
Mexico: tortillas van dun uitgerold, niet gerezen,masdeeg.
Nepal/India/Afganistan: naanbrood en chapati (plat)
Turkije: Turks brood (pide of pita: rond luchtig, plat brood)
Marokko: Marokkaans brood of Khobz daar plat brood uit durum tarwe (semoule)

Tip voor de begeleider: je kan afbeeldingen of voorbeelden (proevertjes) voorzien. Voorbereiding in


de klas: Laat allochtone kinderen dit eventueel meebrengen van bij hen thuis.

Wat wordt er nog gemaakt van graan?

Tarwe: pastas en deegwaren zoals spaghetti, macaroni, spirelli, soepletters , lasagne, penne
rigati,
Mas: popcorn, corn flakes, polenta, tortilla (Mexico)
Haver(mout): in ontbijtgranen en muesli, havermoutpap
Mout: gekiemd gedroogd graan (meestal gerst) als basis voor bier, jenever en wiskey.
Couscous: gemalen griesmeel uit durumtarwe in Marokko.
Stijfsel: zetmeel dat dient als stijf- bind-, of plakmiddel.
Bio- Plastics: gemaakt van zetmeel uit granen
Brandstof: bv. ketel stoken met tarwe, suikerrietstengels, olifantgras,

Stap 2: spel met de spreekwoorden


Een spreekwoord is een korte, krachtige uitspraak die een waarheid of wijsheid bevat. In
tegenstelling tot een gezegde wordt steeds dezelfde tekst gebruikt.
Opdracht voor de leerlingen: elke leerlingen krijgt een spreekwoord en mag deze uitbeelden. De
andere leerlingen raden om welk spreekwoord het gaat en proberen ook de betekenis ervan te
achterhalen.
Tot slot kun je de leerlingen ook zelf spreekwoorden laten maken en een zelf verzonnen betekenis
aan laten geven. Pret verzekerd!
Voorbeelden van mogelijke spreekwoorden:

Wie eerst komt, eerst maalt. De eerste heeft de eerste kans.


Hij verdient goed zijn boterham. Hij verdient voldoende om naast eten ook nog iets anders
te kunnen kopen.
Iets in de doofpot stoppen? Zwijgen over iets omdat je bang bent voor de gevolgen.
Een misbaksel? Iets dat er mislukt uitziet.
Hij heeft een hart van koekenbrood . Hij is heel lief en vriendelijk of dat hij een goed hart
heeft.
Dat is broodnodig. Als iets broodnodig is, hebben we het heel hard nodig).
Een graantje meepikken. Als het mogelijk ook iets voor u zelf voorzien, als de kans zich
voordoet. Ook zijn voordeel er mee doen.
Zijn broodje is gebakken! Hij zit financieel veilig, en hoeft daardoor niet meer te werken.
Er is veel kaf onder het koren. Er zit veel slechte kwaliteit tussen.
Dat is koren op de molen van . Dat is iets wat hem goed bevalt, dat komt hem goed van
pas.
Dat verkoopt als warme broodjes. Dat gaat goed van de hand, dat verkoopt heel goed.
Het eet geen brood. Het is goed te bewaren.
Wiens brood men eet, diens woord men spreekt. We vertellen hetzelfde verhaal als onze
werkgever/als wie ons betaalt of vergoedt.

Tip voor de begeleider: je kan de leerlingen ook zelf spreekwoorden laten ontdekken en benoemen
via het schilderij Nederlandse spreekwoorden van Pieter Bruegel de Oude. In dit schilderij vind je
maar liefst 125 spreekwoorden en gezegdes, uiteraard niet allemaal met betrekking tot brood of
graan. De leerlingen kunnen opnieuw op de pc dit schilderij zelf opzoeken.

6. Afsluiten van de workshop - Brood uit de oven halen en laten afkoelen

Even terugkoppelen wat we leerden tijdens het proeven.

Best worden hier de belangrijkste punten terug even overlopen om de belangrijkheid te


benadrukken.

We doen dit in een vraaggesprek met de kinderen en we peilen naar hun ervaring tijdens deze
workshop.
Samen alles opruimen en poetsen. Vergeet de afwas niet!

You might also like