You are on page 1of 52

N°10

Samenspel tussen Economie, Wetenschap en Innovatie voor een betere samenleving

Magazine van het departement Economie, Wetenschap en Innovatie | Mei 2010

IK IK IK IK
DOE en
jongernemen
DOE
het vaneren
d
uit
DOE
aan ering
DOE
het alte
rnatief
o n d e r V l a a n verand

IK IK IK IK
DOE
vernieu
wend
DOE
het mets geduld
DOE
het vol
vuur
DOE
het rleggen
d
ooster grensve

IK IK IK IK
DOE
dromen
DOE
er toe
DOE
ondernn
rt e
emers
DOE
het zelf
sta

IK IK IK IK
DOE
het vol
risico
DOE
het van
jong s DOE
waar ik
voor
ben
DOE erwijs
lerendn emen
af a a n geb o r e n
onder

EWI-beleidsdomein Gesprek met Blik over de grenzen


Een overzicht en beschrijving Lena Bondue stelt NFTE voor, Hoe wordt Vlaanderen
van alle politieke actoren in het dat kanszoekende jongeren en vertegenwoordigd op de
EWI-landschap. jongvolwassenen wil stimule- wereldtentoonstelling 2010 in
p. 4 ren tot ondernemen. p. 20 Shangai? p. 44

Vlaamse overheid
Inhoud
Welkom: Je bent jong en … 3
E, W & I in actie: Het EWI-beleidsdomein: pijler van de Vlaamse kenniseconomie en kennismaatschappij 4
Vanuit Vlaanderen: Zuurstof voor Limburgse groei 8
Centraal thema: MyMachine: kinderdromen zijn geen bedrog 10
Centraal thema: Technologische ondernemers of ondernemende technologen 12
Centraal thema: Jong geleerd is oud gedaan 14
Centraal thema: Technopolis®, 2,8 miljoen bezoekers later 16
Beleid in de praktijk: De wereld aan je voeten! 19
Gesprek met: Verspil geen leven voor een paar euro’s 20
Vanuit Europa: Europa trekt de regionale kaart 24
Samengevat: Zijn bedrijvencentra nuttig voor starters? 27
Focus op: Adviesorganen voor het EWI-beleidsdomein 28
Even uitgelegd: Innovatieve arbeidsorganisatie loont! 30
Voor het voetlicht: INBO in de bres voor biodiversiteit 32
De Steunpunten Beleidsrelevant Onderzoek: Wat doet ons milieu met onze gezondheid? 34
Belgisch EU-voorzitterschap: Het Europees voorzitterschap: een kans voor Vlaanderen 38
Belgisch EU-voorzitterschap: Agenda in de aanslag 40
Nader uitgespit: Een gedragscode voor banken 43
Blik over de grenzen: Vlaanderen op de wereldtentoonstelling 2010 in Shanghai 44
Gewoon doen: Oosters geduld 46
Na afloop van: Naar een nieuw industrieel beleid 48
Column: Nu is het aan u 51

Colofon EWI-Review: Viermaandelijks tijdschrift over Economie, Wetenschap & Innovatie –


4de jaargang, 1ste nummer: EWI-Review is een uitgave van het departement Economie, Wetenschap en
Innovatie van de Vlaamse overheid. Redactieadres: Afdeling Strategie en Coördinatie, Departement
Surf naar www.ewi-vlaanderen.be/review
Economie, Wetenschap en Innovatie, Koning Albert II-laan 35, bus 10, B-1030 Brussel, België.
Tel.: 02/553 59 80 - Fax: 02/553 60 07 - www.ewi-vlaanderen.be Verantwoordelijke uitgever: Ontdek en download via de nieuwe website
Dirk Van Melkebeke Redactie: Peter Spyns (hoofdredacteur), Emmelie Tindemans (eindredactrice),
Anita Baldewijns, Margot Bollen, Claudine Degezelle, Steven Schelfhout, Tim Willems Redactieraad: steeds als eerste de meest recente
Pierre Verdoodt (redactieraadvoorzitter), Pascale Dengis, Tom Tournicourt Werkten mee aan dit EWI-Review. Je kan er het magazine online
nummer: Ilse Boeykens, Liselotte De Vos, Niko Geerts, Jan Larosse, Steven Schelfhout, Liesbet
Schruers, Monika Sormann, Jan van Nispen, Frank Vereecken, Els Vermander, Peter Viaene, Karolien
doorbladeren en downloaden als pdf,
Waegeman, Wim Winderickx Gastauteurs: Jeffrey Alenus, Aagje Beirens, Paul Berckmans, zowel in zijn geheel als per artikel.
Thomas Crispeels, Leontien Demeyere, Jeroen De Vuyst, Karen Goeyens, Erik Jacquemyn, André
Meyers, Caroline Swyngedouw, Michèle Surinx, Jan Van Den Einde, Chris Vandesande, Peter Van
Humbeeck, Eva Van Maele, Koen Van Muylem Taalnazicht: Com&Co Opmaak en druk: New Goff Je kan er eveneens het uitgebreide archief
Verantwoording: EWI-Review verschijnt in het Nederlands en het Engels. Overname van artikelen makkelijk doorzoeken en je online inschrij-
is alleen toegestaan met bronvermelding en na toestemming van het departement EWI. EWI en de bij
deze uitgave betrokken redactie en medewerkers aanvaarden geen aansprakelijkheid voor gevolgen
ven voor een gratis abonnement.
die zouden kunnen ontstaan uit het gebruik van de in deze uitgave opgenomen informatie.

2
> Welkom

je bent Tijdens een lastige periode doet het altijd weer deugd om even terug te blikken op momenten
in het leven die (relatief) vrij van kommer en kwel waren. Velen komen dan al snel terecht bij de
school- of studententijd. Maar tegenwoordig wordt de jeugd zelfs tijdens deze zorgeloze periode

jong
niet meer losgelaten door de Vlaamse economie. Want zin voor initiatief en risico’s (durven)
nemen zou onvoldoende gestimuleerd worden door het onderwijssysteem. Meisjes kiezen zelden,
nog minder dan jongens, voor richtingen rond wetenschap en technologie. En op termijn heeft de

en … Vlaamse economie extra technologen, wetenschappers en ondernemers hard nodig. Maar daar
heeft de Vlaamse jeugd (momenteel) blijkbaar te weinig besef van of boodschap aan.

Immers, bij gebrek aan grondstoffen moeten we het in Vlaanderen vooral van onze grijze materie
hebben: de voedingsbodem van innovatie. En die is nodig om nieuwe, betere, en dus meer
concurrentiële producten, diensten, organisatiewijzen te realiseren, die zowel maatschappelijk als
commercieel van (internationaal) belang zijn. Kortom, de jeugd zou toch op z’n minst het belang
moeten erkennen van ondernemerschap en/of wetenschap- en technologierichtingen. En vooral
de kans krijgen om er in een ongedwongen sfeer te kunnen van proeven, om later – hopelijk – die
weg in te slaan. Trouwens, van 25 mei tot 1 juni loopt de Europese kmo-week1, die evenzeer het
ondernemerschap wil aanzwengelen.

Als rode draad schotelt deze EWI-Review u dan ook enkele initiatieven voor die de jeugd proberen
warm te maken voor ondernemerschap en wetenschap & technologie. Onlangs stelde Flanders DC
hierover een onderzoeksrapport2 voor. Dat Vlaanderen op dit terrein innovatief uit de hoek kan
komen bewijst het project ‘MyMachine’ (p. 10), dat zelfs een prijs van de Verenigde Naties mocht
ontvangen. Ook het interview (p. 20) leert dat het sensibiliseren van doelgroepen – bijvoorbeeld
schoolmoeë of kanszoekende jongeren – wel degelijk nieuwe ondernemers kan opleveren.

Daarnaast stellen we beknopt het EWI-landschap voor, met de belangrijkste organisaties en


spelers (p. 4). Bijkomend is er aandacht voor de strategische adviesraden van dit beleidsdomein
(p. 28), het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (p. 32) als Vlaams wetenschappelijk instituut,
en het Steunpunt voor Milieu en Gezondheid (p. 34). Verder brengen we de laatste nieuwtjes
rond de EWI-inbreng bij het Belgische EU-voorzitterschap (p. 40) en besteden we aandacht aan
de Wereldtentoonstelling in Shanghai (p. 44). Ten slotte verneemt u hoe de Vlaamse industrie de
toekomst voorbereidt (p. 48).

Graag melden we u ook nog de aanstelling van de heer Dirk Van Melkebeke als secretaris-generaal
van het departement EWI, sinds 1 april 2010. Bij het volgende nummer van het EWI-Review
magazine mag u alvast rekenen op een voorwoord van zijn hand.

Zoals steeds wensen we u veel leesplezier toe.


1 http://ec.europa.eu/enterprise/policies/
entrepreneurship/sme-week/

Peter Spyns, 2 Van den Berghe W., Lepoutre J., Crijns H.


& Tilleuil O., (2009), EFFECTO: Op weg
Hoofdredacteur naar effectief ondernemerschaponderwijs in
Vlaanderen, Flanders District of Creativity
3
> E, W & I in actie

EWI-beleidsdomein:
Het
Vlaamse
pijler van de
kenniseconomie en
kennismaatschappij
De verwezenlijkingen op het vlak van innovatie moeten de samenleving ten goede
komen. De samenvoeging binnen de Vlaamse overheid van de beleidsvelden
economie – en ondernemerschap – en wetenschap en innovatie biedt dus vele
mogelijkheden om een toekomstgerichte langetermijnstrategie voor Vlaanderen uit
te werken. De Vlaamse overheid wil de burgers en de ondernemingen ook beter infor-
meren over economie, wetenschap en innovatie. Zo wil zij er jong en oud warm voor
maken, wat de samenleving opnieuw ten goede moet komen. Kortom, het beleids-
domein economie, wetenschap en innovatie is bijzonder veelzijdig en vervult een
centrale rol in het Vlaamse economische en onderzoekslandschap.

Figuur 1: overzicht van de politieke actoren in het EWI-landschap

parlement Vlaams Parlement

• Commissie voor Economie, Economisch Overheidsinstrumentarium, Innovatie, Wetenschapsbeleid,


Werk en Sociale Economie

adviesorgaan • Instituut voor Samenleving en Technologie

regering Vlaamse Regering


minister(s) • minister van Economie, Buitenlands Beleid, • minister van Innovatie, Overheidsinvesteringen,
Landbouw en Plattelandsbeleid Media en Armoedebestrijding


adviesorgaan • Sociaal-Economische Raad Vlaanderen • Vlaamse Raad voor Wetenschap en Innovatie

administratie
Vlaamse overheid
• Departement Economie, Wetenschap en Innovatie

uitvoerende agentschappen:
• Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek - Vlaanderen
• Herculesstichting
• Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie
• Agentschap Ondernemen
• ParticipatieMaatschappij Vlaanderen
• LRM
• Vlaamse Participatiemaatschappij
onderzoek
• Steunpunt Ondernemen en Internationaal Ondernemen • Expertisecentrum Onderzoek en
Onwikkelingsmonitoring
4
Net als de andere beleidsdomeinen van de voor projecten van wetenschapspopularise- begeleiding aan (potentiële) ondernemers.
Vlaamse overheid, bestaat EWI uit een be- ring, de Vlaamse Wetenschapsweek6 en het Het is ook verantwoordelijk voor de directe
leidsvoorbereidend departement, een advi- Wetenschapsfeest. steun aan bedrijven en voor het beheer van
serend orgaan en verschillende uitvoerende de EU-steungelden voor regionaal beleid.
agentschappen. Daarnaast zijn er een reeks De adviesraden De Vlaamse Participatiemaatschappij
andere actoren bij betrokken: instellingen (VPM) kan op diverse manieren investeren
van meer of minder publieke aard, al dan De adviesraden adviseren over strategische in Vlaamse investeringsmaatschappijen (bv.
niet thematisch georiënteerd of deel van beleidsvraagstukken en hoofdlijnen van de GIMV of andere vennootschappen). En
collectieve onderzoeks- of innovatienetwer- het beleid. Zo is de Vlaamse Raad voor ook het IWT ((technologische) innovatie-
ken. Ook het Europese en federale niveau Wetenschap en Innovatie (VRWI7) het ad- stimulering) en het FWO (ondersteuning
spelen een rol. Figuur 1 toont een overzicht viesorgaan van de Vlaamse Regering en het fundamenteel onderzoek) passen in dit
van de verschillende entiteiten. Vlaams Parlement voor het wetenschaps- plaatje.
en innovatiebeleid. De Sociaal-Economische
Het departement Raad van Vlaanderen (SERV8) is het over- Agentschap voor Innovatie door Weten-
legorgaan van de Vlaamse sociale partners schap en Technologie (IWT)
Het departement EWI treedt op als en functioneert als strategische adviesraad
coördinator en doet hoofdzakelijk de voor economie in het beleidsdomein EWI. Sinds 1991 ondersteunt het IWT innovatie,
voorbereiding, opvolging en evaluatie3 van onderzoek en ontwikkeling in Vlaanderen,
het beleid rond economie, wetenschap en De agentschappen o.a. door financiële steun, adviesverlening,
innovatie. Het stimuleert wetenschappelijk netwerking, en beleidsvoorbereiding. Zoals
onderzoek, technologische innovatie en De verschillende agentschappen voeren elk de naam zegt, vormen technologie en
bevordert mede hierdoor het ondernemer- een aantal specifieke opdrachten uit binnen (harde) wetenschappen de belangrijkste
schap en een positief economisch klimaat het EWI-domein. Zo verleent de Hercu- thema’s.
in Vlaanderen. Het richt zich niet alleen lesstichting9 subsidies voor middelzware en • Jaarlijks keert IWT subsidies uit, hoofdza-
tot de ondernemers en de onderwijs- en zware onderzoeksinfrastructuur. De Parti- kelijk aan projecten die worden ingediend
onderzoeksinstellingen, maar ook tot de cipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV10) door Vlaamse bedrijven en kennisacto-
samenleving in zijn geheel. Daarnaast staat en het specifiek op Limburg gerichte LRM11 ren; hetzij individueel, hetzij gezamenlijk.
het zelf in voor een aantal uitvoerende ta- verschaffen waarborgen aan bedrijven. IWT wijst ofwel het budget zelf toe (via
ken. Zo is het bevoegd voor het industrieel PMV beheert ook een specifiek steuninstru- uiteenlopende steunprogramma’s en
onderzoeksfonds (IOF4) en de interface- ment voor innovatie: het Vlaams Innovatie- -instrumenten) of treedt op als tussen-
diensten (IF) bij de universiteiten en het fonds of Vinnof, dat innoverende starters persoon voor de Vlaamse Regering.
actieplan Wetenschapscommunicatie5. Het risicokapitaal aanbiedt. Het Agentschap • Het IWT adviseert Vlaamse bedrijven
departement organiseert ook een oproep Ondernemen (AO)12 verleent advies en en onderzoekscentra bij hun innovatie-

Federaal Parlement Europees Parlement

• Commissie voor het Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, • Commissie voor Industrie, Onderzoek en Energie (ITRE)
het Onderwijs, de Nationale wetenschappelijke en
culturele instellingen, de Middenstand en de Landbouw
• Adviescomité voor Wetenschappelijke en • Science and Technology Options Assessment
Technologische vraagstukken

Federale Regering Raad voor Concurrentievermogen


• minister voor Ondernemen • minister van KMO’s, • nationale ministers bevoegd voor Onderzoek en/of Economie
en Vereenvoudigen Zelfstandigen, Landbouw
en Wetenschapsbeleid

• Centrale Raad voor het Bedrijfsleven • Federale Raad voor • Enterprise Policy Group • Scientific and Technical
Wetenschapsbeleid Research Committee

Federale overheid Europese Commissie


• Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie • Directoraat-generaal Onderzoek
• Programmatorische Overheidsdienst Wetenschapsbeleid • Directoraat-generaal Ondernemingen & Industrie

• Federaal Planbureau • AGORA-programma • Gezamenlijk Onderzoekscentrum van de Europese Commissie

5
projecten en steunaanvragen. Ook helpt tacten (bv. door reiskredieten) en samen- eigen, sectorspecifieke onderzoeksprogram-
het om geschikte partners te vinden voor werking op federaal en internationaal vlak. mering. Het zijn voorbeelden van een sa-
welbepaalde projecten en stimuleert het menwerking tussen overheid-universiteiten-
kennisoverdracht tussen de academische Het fonds heeft een budget van 192 mil- industrie (het ‘triple-helix-model’), gericht
wereld en de bedrijfswereld. Het IWT joen euro (2009), waarvan ongeveer 80% op kenniscreatie en/of kennisdiffusie voor
begeleidt ook onderzoekers en onderne- afkomstig is van de Vlaamse overheid, 14% een zo ruim mogelijke groep van bedrijven.
mingen bij een (mogelijke) deelname aan van federale fiscale en semi-fiscale maatre- Op dit moment bestaan volgende initia-
EU-projecten. gelen en 6% van de federale overheid. De tieven: Flanders’ DRIVE (automotives), VIL
• Het IWT werkt aan een hechte samen- meer dan 1.500 beurzen vertegenwoordig- (logistiek), FMTC (mechatronica - Flanders'
werking tussen alle spelers op het vlak den in totaal bijna 90 miljoen euro, terwijl Mechatronics Technology Centre), Flanders’
van technologische innovatie in Vlaande- de totale steun voor onderzoeksprojecten Food (innovatieve voeding), VIM (mobili-
ren. Het richtte daartoe het Vlaams Inno- bijna 80 miljoen euro bedroeg. teit), Flanders InShape (productontwikke-
vatienetwerk of VIN op, dat de kennis en ling en designcentrum)18, Flanders' Synergy
expertise van meer dan 170 organisaties Universiteiten en hogescholen (innovatieve arbeidsorganisatie) en Flan-
bundelt. ders' PlasticVision (synthetische procesindu-
• Bij de voorbereiding van het innovatiebe- De Vlaamse Gemeenschap heeft zes univer- strie). FLAMAC (materialen) is vanaf 2010
leid van de Vlaamse Regering formuleert siteiten (K.U.Leuven, UGent, UA, VUB, opgenomen in het nieuwe strategische
het IWT ook beleidsaanbevelingen. UHasselt, HUB) die de belangrijkste rol spe- onderzoekscentrum SIM. IncGEO (geogra-
len in de niet-private O&O-inspanningen fische informatie) bestaat niet langer.
Het agentschap fungeert als enig loket voor in Vlaanderen. Zo zijn ze verantwoordelijk
innovatie in Vlaanderen en steunt alle types voor bijna 90% van alle wetenschappelijke Een ander type van innovatiestimulerende
innovatoren over het volledige innovatie- output. Ze hebben een drievoudige doel- netwerken, minder geïntegreerd dan
traject: bedrijven, individuele onderzoekers, stelling: opleiding, onderzoek en diensten competentiepolen, zijn VIS samenwerkings-
onderzoekscentra en kenniscentra, en aan de maatschappij of derden. K.U.Leuven projecten. Deze bestonden al in de jaren
organisaties of netwerken (bv. van collectief en UGent zijn de grootste en spenderen '90, toen bekend als ‘cluster’. Voorbeelden
onderzoek). Voor de uitvoering van al veruit het meeste aan O&O. Ook een aan- hiervan zijn VEI (innovatie voor elektrische
deze taken ontwikkelde het uiteenlopende tal van de 22 Vlaamse hogescholen voeren installaties), Leuven DSP Valley (digitale
beleidsinstrumenten, met elk eigen doel- O&O uit. De meeste hiervan behoren tot gegevensverwerking), VKC (plastics), Clusta
stellingen, doelgroepen, steuncriteria en een van de vijf ‘Associaties’. De universitei- (staalplaten), VRI (ruimtevaartindustriëlen),
budgetten. Het IWT neemt zelf ook deel als ten worden gesubsidieerd via verschillende FGV (Flanders Graphic Valley), …
Vlaamse partner aan internationale projec- kanalen, waaronder het Vlaams departe-
ten, bijvoorbeeld aan ERA-Netten13 of aan ment voor Onderwijs en Vorming (basistoe- Wetenschappelijke instellingen
de Gezamenlijke Technologie-initiatieven lage en Bijzonder Onderzoeksfonds), FWO
van de EU. Figuur 2 geeft een overzicht. en IWT. De wetenschappelijke instellingen van de
Vlaamse Gemeenschap voeren weten-
In 2008 bedroeg het uitgekeerde steun- Strategische onderzoekscentra schappelijk onderzoek uit dat niet is gericht
bedrag voor innovatie 297 miljoen euro. op economische toepassingen of valorisatie.
Daarvan ging 40% naar bedrijfsprojecten; Vlaanderen wil een voorloper zijn in de Ze worden elk aangestuurd door een be-
23% naar basisonderzoek; 19% naar Europese kennismaatschappij en -economie leidsdepartement van de Vlaamse overheid.
collectief onderzoek; 7% naar kennisver- door enerzijds voort te bouwen op en ge- Het overzicht: Instituut voor Natuur- en
spreiding en 11% naar overige initiatieven. bruik te maken van de huidige kennisbasis, Bosonderzoek (INBO, Brussel)19, Koninklijk
Iets meer dan 75% van de bedrijfsprojecten en anderzijds door het innovatiepotentieel Museum voor Schone Kunsten Antwerpen
betrof kmo’s, 23% betrof grote onderne- te verhogen. Mede daarom richtte het (KMSKA, Antwerpen), Vlaams Instituut
mingen. vier strategische onderzoekscentra op in voor Onroerend Erfgoed (VIOE, Brussel)20,
uiteenlopende domeinen: IMEC (nano-elek- en Instituut voor Landbouw en Visserijon-
Fonds Wetenschappelijk Onderzoek - tronica en nanotechnologie, Leuven14), VIB derzoek (ILVO, Merelbeke).
Vlaanderen (FWO) (biotechnologie, Gent15), VITO (energie,
milieu, materialen, aardobservatie, Mol16) Andere kenniscentra
Het FWO werd in 1928 opgericht op initia- en IBBT (breedbandtoepassingen, Gent17).
tief van koning Albert I als ‘Nationaal Fonds Zij focussen grotendeels op strategisch ba- Daarnaast zijn nog een aantal uiteenlo-
voor Wetenschappelijk Onderzoek’, een sisonderzoek met valoriseerbare resultaten pende organisaties betrokken bij weten-
instelling van openbaar nut. Na de derde op langere termijn. IMEC is de grootste, schap en innovatie in Vlaanderen. Hiertoe
staatshervorming in 1988 werd het beheer met meer dan 1.650 medewerkers. Twee behoren het VLIZ (zeewetenschappen,
ervan overgedragen aan de gemeenschap- nieuwe instellingen zijn pas opgestart: het Oostende)21, ITG (tropische geneeskunde,
pen. Het FWO stimuleert de ontwikkeling Centrum voor Medische Innovatie (CMI) Antwerpen)22, MIP2 (milieutechnologie,
van grensverleggende kennis in alle weten- en het Strategisch Initiatief voor Materialen Berchem)23, NERF (strategische multi-
schappelijke disciplines. Daartoe financiert (SIM). disciplinaire samenwerking voor neuro-
het enerzijds uitmuntende individuele elektronica onderzoek, Leuven)24, KMDA
onderzoekers via kredieten en anderzijds VIS-competentiepolen en VIS-samenwer- (dierengeneeskunde, Antwerpen)25, UAMS
onderzoeksgroepen via onderzoeksprojec- kingsprojecten (management, Antwerpen), en Vlerick
ten na een interuniversitaire competitie en School (management, Gent-Leuven).
een evaluatie door binnen- en buitenlandse Sinds 2000 richtte de Vlaamse Regering een Sedert 2001 bestaan een reeks Steunpun-
experten. Zo biedt het FWO aspiranten- aantal competentiepolen op. Deze bottom- ten voor beleidsrelevant onderzoek26. Ze
beurzen, klinische doctoraatsbeurzen, bij- up initiatieven zijn voorgesteld vanuit de voeren probleemgericht kortetermijnon-
zondere doctoraatsbeurzen aan jong talent, bedrijfswereld. Naast de vraaggedrevenheid derzoek en fundamenteel langetermijn-
mandaten voor postdoctorale onderzoekers staat ook het open en collectief karakter basisonderzoek uit over thema’s die de
en hernieuwbare klinische mandaten. Ook van de activiteiten centraal. De meeste Vlaamse Regering als prioritair en relevant
reikt het fonds wetenschappelijke prijzen uit competentiepolen hebben een dubbel doel: beschouwt voor haar beleid27.
en steunt het actief wetenschappelijke con- platform voor netwerking/overleg en een

6
Figuur 2: innovatiesteun per type en bedrag (in miljoen euro) voor 2008

O&O en innovatie Kenniscentra en Collectief onderzoek en Advies en begeleiding


voor bedrijven individuele onderzoekers samenwerking rond O&O en innovatie

O&O-bedrijfssteun [93,5] Strategisch Basisonderzoek [38,6] VIS-Collectieve Onderzoeksprojecten [8,5] Vlaams Innovatienetwerk
(O&O-projecten en
O&O-haalbaarheidsstudies)

KMO-programma [16,6] Strategische onderzoeksbeurzen [26,8] VIS-Thematische Innovatiestimulering [6,9] VIS-Regionale Innovatiecentra
(KMO-innovatieprojecten en
KMO-haalbaarheidsstudies)
Onderzoeksmandaten [2,2] VIS-Samenwerkingsprojecten VIS-Technologische dienstverlening
Toegepast Biomedisch Onderzoek [5,0] VIS-Competentiepolen [27,9] VIS-Haalbaarheidsstudies
Programma Landbouwkundig Onderzoek [9,6] VIS-Proeftuinen Innovatief aanbesteden28
Programma Innovatieve Media [4,4]29 TETRA-Fonds [8,9] Nationaal contactpunt voor deelname EU-KP
Baekeland Onderzoeksbeurzen Andere, bv. deelname aan EUREKA30, E.E.N. (Enterprise Europe Network)
bilaterale samenwerking

Vlaanderen herbergt ook enkele gelijkaar- catie, standaardisatie (kadervoorwaarden Kortom, de samenstelling van het EWI-
dige instellingen van andere overheden. voor wetenschap en innovatie), en het landschap kent, een eigen en (relatief)
Daartoe behoren federale instellingen wettelijke kader voor onderzoeksinstellin- eenvoudige logica. Toch zorgt de historisch
zoals het Studiecentrum voor Kernenergie gen. Ook de sociale zekerheid, het sociaal gegroeide situatie – die samenhangt met
(Mol) of de collectieve centra in verschil- statuut, de fiscale en belastingsmaatregelen de staatsstructuur van België – voor een
lende technologiedomeinen. Internationale (bv. vrijstellingen van de sociale bijdragen extra graad van complexiteit. En voor de
instellingen zijn het Von Karman Instituut voor onderzoekers) zijn federale materies, mogelijkheid van een inconsistente visie op
(aerodynamica en vloeistofdynamica, Sint- evenals instrumenten die verband houden het beleid39.
Genesius-Rode) en het IODE (oceanografi- met de interne Europese markt, de Euro-
sche gegevens, Oostende31). pese Onderzoeksruimte of de mobiliteit Niko Geerts,
van onderzoekers. Afdeling Strategie en Coördinatie
Intermediare structuren
Daarnaast is de federale overheid in
Ook andere initiatieven, netwerken en een beperkt aantal gevallen34 bevoegd
structuren stimuleren en faciliteren innova- voor onderzoek: nucleair onderzoek, 3 EWI-Review 3 1: 11 – 13
tie en wetenschappelijk onderzoek. Zo telt ruimteonderzoek, duurzame ontwikke- 4 EWI Review 3 1: 46
Vlaanderen verschillende wetenschaps- ling, onderzoek aan de Zuidpool en het 5 EWI-Review 3 1: 48 – 49
parken en incubatoren die jonge inno- Belgische biodiversiteitsplatform. Ook de 6 EWI-Review 1 1: 47 – 49
verende bedrijven faciliteiten en gepaste federale wetenschappelijke instellingen 7 Zie ook p. 28
omkadering aanbieden. Het Ardoyen vallen onder haar bevoegdheid. De Collec-
8 Zie ook p. 28
wetenschapspark bijvoorbeeld, nabij het tieve en gelijkgestelde centra – opgericht
9 EWI-Review 1 2: 30 – 31
Zwijnaardse technologiepark, huisvest in 1947 met als opdracht het uitvoeren
10 EWI-Review 3 1: 6 – 7
spin-offs van de Universiteit Gent en de van collectief onderzoek en het verlenen
11 Zie ook p. 8
start-ups van VIB (met een bioincuba- van technologisch advies aan bedrijven uit
12 EWI-Review 3 3: 18 – 19 en EWI-Review 3 1:5
tor ter plaatse). Van belang zijn ook de eenzelfde sector – worden sinds midden de
13 EWI-Review 2 1: 23
verschillende financiële tussenschakels ten jaren '90 gezamenlijk ondersteund door de
behoeve van innoverende en hoogtech- federale en gewestoverheden. Ten slotte, 14 EWI-Review 1 1: 20 – 23

nologische bedrijven. Zo is er het Business bij samenwerking of engagementen voor 15 EWI-Review 1 1: 25 – 27


Angels Network of BAN Vlaanderen32, een de EU of andere internationale overheden, 16 EWI-Review 2 2: 23 – 25
marktplaats van aanbieders en vragers van speelt de POD Wetenschapsbeleid de rol 17 EWI-Review 3 1: 41 – 43
risicokapitaal. Zo zijn er ook de Gimv, Bel- van coördinator, deelnemer of financier. 18 EWI-Review 3 2: 38 – 39
gië’s belangrijkste private-equity- en durf- 19 Zie ook p. 32
kapitaalverschaffer, en het Biotech Fonds De Europese Unie 20 EWI-Review 3 2: 4 – 6
Vlaanderen. Flanders District of Creativity 21 EWI-Review 3 3: 36 – 37
(Flanders DC)33 is de Vlaamse organisatie De EU is voornamelijk relevant als or- 22 EWI-Review 2 3: 13 – 15
voor ondernemingscreativiteit. ganisator en initiator van programma’s 23 EWI-Review 2 2: 28 – 30
en initiatieven van O&O en innovatie, 24 EWI-Review 3 3: 38 – 39
Federale instellingen waaraan Belgische of Vlaamse actoren en 25 EWI-Review 1 2: 40 – 43
overheden al dan niet deelnemen. Meest 26 EWI-Review 1 1: 28 – 30
Overheidsinstellingen op federaal en bekende voorbeelden hiervan zijn de Ka- 27 Zie ook p. 34
Europees niveau vervolledigen het derprogramma’s voor Onderzoek en Tech- 28 EWI-Review 2 2: 12
EWI-landschap. Denk bijvoorbeeld aan nologische Ontwikkeling, het Kaderpro- 29 EWI-Review 3 1: 47
de Programmatorische Overheidsdienst gramma voor Concurrentievermogen en
30 EWI-Review 2 1: 20 – 22
(POD) Wetenschapsbeleid, de Federale Innovatie (KCI35), en het Europees Fonds
31 EWI-Review 1 2: 44 – 45
Overheidsdienst (FOD) Economie, KMO, voor Regionale Ontwikkeling (EFRO36).
32 EWI-Review 1 2: 5 – 7
Middenstand en Energie, en ten slotte Een reeks initiatieven in Europa zijn breder
33 EWI-Review 3 3: 17 – 19
aan de FOD Financiën. Ze zijn bevoegd dan de EU (bv. Eureka37), of zijn bilateraal
34 EWI-Review 1 3: 8 – 10
voor onder meer accreditatie, intellectuele of multilateraal (VN, OESO) georiënteerd
35 EWI-Review 2 1: 30 – 33
eigendomsrechten, normalisatie, certifi- (bv. IODE38).
36 EWI-Review 2 1: 28
37 EWI-Review 2 1: 20 – 22
38 EWI-Review 1 2: 44 – 45
39 EWI-Review 1 3: 18 – 19
7
> Vanuit Vlaanderen

Zuurstof voor

Limburgse
groei
De Limburgse Reconversiemaatschappij werd opgericht
na de sluiting van de steenkoolmijnen, met het oog op de
reconversie van de Limburgse economie. Vandaag luistert
de investeringsmaatschappij naar de naam LRM.
Iedere ondernemer die activiteiten ontwikkelt in Limburg
kan aankloppen bij deze dochteronderneming van het
Vlaams Gewest.

Als investeringsmaatschappij valt LRM on- De toegang tot LRM loopt via vijf domei- ten of participeert ze in demoprojecten.
der de voogdij van de Vlaams minister van nen: De portefeuille bevat vandaag meer dan
Innovatie, Overheidsinvesteringen, Media 80 bedrijven en LRM werkt met een eigen
en Armoedebestrijding en ressorteert ze 1. ICT en Media vermogen van 250 miljoen euro.
onder het beleidsdomein Economie, We- 2. Life Sciences
tenschap en Innovatie (EWI)40. 3. Cleantech & Energie Bedrijfsinfrastructuur ontwikkelen en
4. Kmo vastgoed commercialiseren
Winstgedreven investeren 5. Grote ondernemingen
Geschikte bedrijventerreinen44 zijn van
Zuurstof geven aan de Limburgse onder- In deze vijf speerpuntsegmenten spitst groot belang voor een gezonde econo-
nemingen is de missie van LRM. De maat- LRM zich toe op zowel het verstrekken van mie. Daarom ontwikkelt LRM kmo-zones,
schappij profileert zich als winstgedreven risicokapitaal als op het ontwikkelen van industrieterreinen, business- en weten-
investeerder met een uniek gecombineerd bedrijfsinfrastructuur en het commercialise- schapsparken, die extra ruimte scheppen
aanbod van financiële middelen, infra- ren van vastgoed. om te ondernemen. Hiervoor werkt de
structuur en knowhow. De deuren staan maatschappij nauw samen met lokale en
open voor iedere onderneming, ongeacht Risicokapitaal verstrekken andere overheidsdiensten zoals de Provin-
de grootte of de sector. LRM is dus een ciale Ontwikkelingsmaatschappij Limburg
generalist, maar heeft in de loop van de LRM treedt op als financiële partner voor (POM) en NV De Scheepvaart45. LRM
jaren specifieke competenties opgebouwd opstart- en uitbreidingsinvesteringen, ontwikkelt ook vastgoedprojecten gericht
in ICT, life sciences (of biowetenschappen) aandeelhouderswissels, familiale opvolgin- op de specifieke behoeften van Limburgse
en cleantech41. Met deze focus draagt gen, buy-out- en projectfinanciering. De speerpuntsectoren zoals logistiek, life
LRM bij tot de transitie van de traditionele meeste partnerships sluit LRM door middel sciences en cleantech. Op dit ogenblik is
Limburgse ‘maakeconomie’ tot innovatieve van een combinatie van kapitaalinbreng en LRM betrokken bij de ontwikkeling van
en technologische kenniseconomie. achtergestelde leningen met warranten42. meer dan 500 ha bedrijventerreinen. En-
Elk dossier wordt op maat gestructureerd kele voorbeelden? 100 ha hoogwaardige
en houdt rekening met de behoefte van bedrijventerreinen in Waterschei- Energy-
het bedrijf en de wensen van de partner. Ville (Genk)46, de 300 ha van Kristalpark III
Specifiek voor kleine ondernemingen werkt in Lommel, 150 ha in het kader van Econo-
LRM met een standaard achtergestelde misch Netwerk Albertkanaal (ENA) en de
lening43: de Plus-Lening. In het domein van bouw van de Life Sciences Development
cleantech initieert LRM zelf nieuwe projec- Campus.

8
Over de grenzen blootgesteld worden. De gerealiseerde
winsten en vrijgekomen middelen kunnen
Voor de invulling van de beschikbare na een exit opnieuw geïnvesteerd worden
industrieterreinen wordt ook over de in nieuwe projecten. Winstgeneratie laat
provinciegrenzen gekeken. Limburg heeft LRM dus toe om te opereren als een rol-
40 Zie ook p. 4
immers sterke troeven om internationale lend fonds en haar investeringsritme op
41 Alle technologische innovaties die
investeerders aan te trekken. LRM neemt lange termijn verder te zetten. economische winst genereren zonder
een coördinerende rol op in het kader van milieukosten.
het acquisitiebeleid in samenwerking met Jeffrey Alenus, 42 Een warrant geeft iemand het recht
POM-Limburg, Agentschap Ondernemen47 LRM om vóór of op een bepaalde datum ef-
fecten te kopen (call-warrant) dan wel te
en Flanders Investment & Trade48. Zo verkopen (put-warrant) tegen een vooraf
faciliteert LRM de business-to-business- Voor meer informatie: vastgestelde prijs. Een warrant wordt door
seminars tijdens de ‘Limburgweek’ op de www.lrm.be een onderneming of financiële instelling
uitgegeven.
wereldexpo in Shanghai49 van 17 tot 21
43 Een achtergestelde lening is een krediet
mei 2010. waarbij de kredietgever pas als laatste zijn
lening kan opeisen.
Duurzame waardecreatie 44 Zie ook p. 27
45 nv De Scheepvaart heeft als belangrijkste
LRM investeert in bedrijven en projecten opdracht het onderhoud, de exploitatie,
die economische activiteiten genereren in het beheer en de commercialisering van
het Albertkanaal, de Kempense kanalen,
Limburg. De maatschappij streeft ernaar de Schelde-Rijnverbinding en de gemeen-
om het professionalisme en de sector- schappelijke Grensmaas.
kennis van haar team continu te verhogen. 46 EWI-Review 3 3: 11
Zo draagt LRM maximaal bij tot waarde- 47 EWI-Review 3 3: 18 – 19
creatie binnen de portfoliobedrijven en tot 48 EWI-Review 1 3: 47
een duurzame groei van de tewerkstelling 49 Zie ook p. 44
in Limburg. In al haar investeringen streeft
LRM winstgeneratie na. Ze vraagt een faire
vergoeding voor haar ingezette middelen,
in functie van het risico waaraan deze

9
> Centraal thema

MyMachine:
kinderdromen zijn

geen bedrog machine


Met de brugprojecten economie-onderwijs50 wil de Vlaamse overheid
samenwerkingsverbanden tussen het onderwijs en de bedrijfswereld steunen.
Die samenwerkingsverbanden dienen om het ondernemerschap bij de school-
gaande jeugd te stimuleren, vanaf de kleuterschool tot aan de universiteit.
Het moet gaan om innovatieve projecten of pilootprojecten, waarbij de
focus ligt op sensibilisering en het aanleren van attitudes, competenties en
vaardigheden ter stimulering van ondernemingszin. Bij de laatste oproep voor
brugprojecten van 2008 rangschikte het Agentschap Ondernemen het voorstel
‘MyMachine’ als eerste ...

10
MyMachine maakt het kinderen mogelijk naar hun opdrachtgever – kinderen uit als beste onderwijsproject (2009-2010).
om hun eigen droommachine te ontwik- het lager onderwijs – en hun ontwerp Voka steunt het initiatief ook financieel
kelen. Kinderen uit het lager onderwijs voldoende afstemmen op de bouwheer: door twee jaar op rij de substantiële
bedenken een ‘machine’ (een idee) die leerlingen uit het technisch secundair on- opbrengst van hun nieuwjaarsreceptie te
verder wordt uitgewerkt door hogeschool- derwijs. MyMachine daagt de studenten schenken (een unicum in de geschiede-
studenten Industrieel Product Ontwerpen uit met onmogelijke opdrachten, wat hen nis van Voka).
(het ontwerp) om ten slotte te worden ge- stimuleert om ‘outside the box’ te denken. • Howest won met het project de Unizo-
realiseerd door leerlingen uit het technisch Leerlingen uit het technisch secundair prijs ‘Ondernemende School 2009’ in de
secundair onderwijs (de machine). De drie onderwijs leren op hun beurt dat aan categorie hoger onderwijs51.
stappen vinden plaats in de loop van één hun materialisatiefase een heel proces • Tijdens de week van 2 tot 5 september
school- of academiejaar. Gedurende het voorafgaat, van idee over concept tot 2009 namen de initiatiefnemers de
hele traject kunnen kinderen en studen- prototyping. ‘United Nations World Summit Award
ten een beroep doen op de expertise en 09’ in ontvangst in Monterrey, Mexico.
ondersteuning van diverse bedrijven en Een ingewikkelde machine Daar kregen ze de kans om MyMachine
organisaties, om zo de knapste machines te presenteren voor een ruim publiek
te realiseren. Het concept van MyMachine mag dan van internationale leiders, creatievelin-
al eenvoudig zijn, de uitwerking ervan is gen, ondernemers en ICT-prominenten.
Een spokenverjager, een billenkletsma- bepaald complex. Vooral het organisato- Het project is door de Verenigde Naties
chine, een trilbed om kinderen op tijd uit rische luik – het laten samenwerken van erkend als wereldwijd toonbeeld van
bed te krijgen of een frietkanon? Je kunt de verschillende onderwijsniveaus – is creativiteit en innovatie.
het zo gek niet bedenken. MyMachine uitdagend. • Bovendien mocht het team achter
doet er alles aan om die droommachines MyMachine op 22 oktober 2009 in
echt te bouwen. Hoe ziet een ‘billenkletsmachine’ eruit? Eindhoven de Europese Design Manage-
Jeremy bedacht een ‘zweefboard’, maar ment Award in de categorie non–profit
Een trio van onderwijs, overheid en kan die ook echt werken? Schijnt de zon in ontvangst nemen tijdens de Dutch
bedrijfsleven straks de hele tijd in de klas dankzij de Design Week.
weermaakmachine? En zorgt de ‘tenten-
MyMachine is het resultaat van een uniek paraplu’ ervoor dat iedereen droog de Vooral na de bekroning door de Verenigde
partnerschap tussen Howest, de hoge- containerklas bereikt? Het is slechts een Naties groeide de internationale aandacht
school West-Vlaanderen, de Intercommu- greep uit de uitvindingen die dit school- voor MyMachine, o.a. in Mexico, India
nale Leiedal en het Streekfonds West- jaar/academiejaar werden bedacht. De en Hong Kong. Het team werkt dan ook
Vlaanderen (beheerd door de Koning deelnemende technische secundaire scho- aan een model en toolbox om het project
Boudewijnstichting). Daarnaast wordt len zijn net gestart met de realisatie. elders op te starten. Er was immers al heel
het project ondersteund door de Vlaamse wat vraag om bijvoorbeeld met een Euro-
overheid (via het Agentschap Onderne- pese versie van MyMachine te beginnen.
men) en verschillende organisaties (profit Een inspirerend concept
en non-profit). Droom mee
Tijdens school- en academiejaar 2008-
Zelfs al verschillen deze partners sterk in 2009 liep de pilootfase van MyMachine in Eind juni 2010 is het volledige innova-
werkdomein, missie en waarden, toch de regio Kortrijk. Meer dan 550 leerlingen tietraject te bewonderen – van kinder-
zijn ze ervan overtuigd dat creativiteit en en studenten uit zeventien verschillende tekening tot tastbare machine – tijdens
verbeelding stimulering vergen. MyMa- scholen werden ermee bereikt. MyMachi- de tentoonstelling ‘MyMachine, small
chine is dan ook een uitstekend voorbeeld ne richtte in het voorjaar 2009 een oproep dreams, big ideas’ in Kortrijk.
van de ‘triple-helix-samenwerking’ tussen tot deelname aan alle lagere scholen in
bedrijfsleven, onderwijs/onderzoek en de provincie West-Vlaanderen. Ook de Aagje Beirens,
overheid. technische secundaire scholen in de hele Hogeschool West-Vlaanderen Howest
provincie werden benaderd, met steun
Kinderen baas van het Regionaal Technologisch Centrum André Meyers,
(RTC) West-Vlaanderen. Agentschap Ondernemen
“Met MyMachine leren kinderen dat idee-
ën belangrijk zijn én gerealiseerd kunnen In oktober 2009 werd het startschot
worden door samen te werken. Zo krijgen gegeven voor een nieuwe MyMachine-
ze al op jonge leeftijd zin om (technolo- cyclus, die in 2009-2010 uitrolt over de
gisch) te ondernemen. Voor velen is het hele provincie West-Vlaanderen. Meer
een eerste kennismaking met de wereld dan 1.200 kinderen en studenten uit
van technologie en design”, aldus Aagje 50 scholen gaan samen aan de slag om
Beirens, coördinatrice van het project. nieuwe droommachines te realiseren. Het
50 EWI-Review 2 2: 44 – 45
Toen 800 kinderen in december 2009 een initiatief dat de creativiteit in het onderwijs
51 http://www.ondernemendeschool.be/viewobj.jsp?id=403303
bezoek brachten aan het Industrial Design wil aanmoedigen, wordt daarmee vier
Center van Howest om de prototypes – keer groter dan in de pilootfase in de regio
gebouwd door de studenten – te bekijken, Kortrijk vorig jaar.
klonk het:“Wij wisten niet dat er een Meer weten?
school voor uitvinders bestond.” Met wereldwijde bekroning
Wie op de hoogte wilt blijven, kan een mailtje sturen naar
In MyMachine is een cruciale rol weg- Het project bleek enorm gesmaakt te info@mymachine.be of de website www.mymachine.be
gelegd voor Howest-studenten Bachelor worden en kaapte zowel nationale als in de gaten houden. In het ‘atelier’ volgt u de blogs van
en Master Industrieel Product Ontwerpen. internationale prijzen weg. de studenten en ook lid worden van de Facebook-groep is
Zij zijn als het ware de katalysator tussen • Zo werd MyMachine twee jaar op rij mogelijk.
de onderwijsniveaus. Ze moeten luisteren bekroond door Voka West-Vlaanderen

11
> Centraal thema

Technologische
ondernemers of
ondernemende
technologen
Ruim drie jaar geleden ging ‘Technologisch Ondernemen aan de Vrije Universiteit Brussel’ van start.
Het ging – als een van de weinige universitaire brugprojecten – de uitdaging aan om bruggen te
slaan tussen de verschillende faculteiten aan onze instelling. Doel was het uitbouwen van een onder-
wijspakket rond technologisch ondernemen. Vervolgens zou dit materiaal worden aangeboden aan
een groot aantal studenten uit de participerende faculteiten.

Vandaag is het project uitgegroeid tot Vakjesoverschrijdend opleiden … terialen, software of duurzame energie. De
een breed kennisplatform rond onderwijs, studenten handelsingenieur kunnen kiezen
onderzoek en dienstverlening op het gebied Drie faculteiten van de Vrije Universiteit in welke technologie ze zich specialiseren,
van technologisch ondernemerschap. Een Brussel – Faculteit Ingenieurswetenschap- terwijl de technologische ingenieurs minder
team van twee groeide uit tot zes mede- pen (IR), Faculteit Wetenschappen (WE) keuzevrijheid hebben. Zo zal een student
werkers met een passie voor ‘technologisch en de Faculteit Economische, Sociale en bio-ingenieurswetenschappen steeds het
ondernemen’. Politieke Wetenschappen (ES) – sloegen vak ‘Bedrijfseconomische Aspecten van de
de handen in elkaar. Onder impuls van Biotechnologie’ in zijn curriculum heb-
Technologische ondernemers gezocht Marc Goldchstein, praktijklector onderne- ben. Deze technologiespecifieke aanpak,
merschap, en Prof. Dr. Rosette S’Jegers, als extra laag bovenop de generische
Aan de oorsprong van het project ligt toenmalig vicerector onderwijs, werd een cursussen, is een speerpunt. Geïnteres-
een oud zeer: België is een van de minst ambitieus brugproject op de rails gezet. In seerde studenten kunnen deze vakken nog
ondernemende landen ter wereld52. We een mum van tijd verzekerde de private aanvullen met bijvoorbeeld ondernemer-
zitten in de problemen, want nieuwe, in- sector de 50% complementaire financiering schap, businessplan,… De teamleden (zie
novatieve, toekomstgerichte bedrijven zijn van het project. Biotechnologie, fotonica, foto 1) – elk gespecialiseerd in een van de
de grote werkgevers van morgen en een micro-elektronica, nieuwe materialen, zes technologiedomeinen – ontwikkelen het
verzekering voor onze toekomst. Boven- software en duurzame energie werden de cursusmateriaal.
dien ligt de graad van ondernemerschap thema’s.
bij hooggeschoolden zeer laag. Het zijn net … met concrete resultaten
de studenten die vandaag de auditoria van Na de implementatie van het project in de
onze universiteiten bevolken, die de tech- verschillende opleidingen start het traject Reeds tijdens het eerste jaar van het brug-
nologieën van morgen moeten bedenken van onze masterstudenten technologisch project werd de ‘Projectenbeurs’ georgani-
én vermarkten. Om dit volledige traject ingenieur (burgerlijk ingenieur, bio- seerd. Hier stellen onderzoekers van onze
succesvol af te leggen, dienen ze niet enkel ingenieurswetenschappen, …) nu met een instelling hun technologische projecten voor
sterk te zijn in wetenschappen en technolo- generische cursus ‘Inleiding tot het bedrijfs- aan een publiek van studenten uit verschil-
gie, maar ook onderlegd in bedrijfsecono- beheer’, georganiseerd door de faculteit ES. lende faculteiten. De projecten hebben een
mie en ondernemerschap. Deze cursus wijdt de ingenieurs in verschei- valorisatiepotentieel: ze kunnen een interes-
dene aspecten van het bedrijfsbeheer in, sante – commerciële – toepassing hebben.
Met louter ‘technologische ingenieurs’ zoals strategie in een veranderende wereld, Om dit potentieel volledig naar waarde
komen we er dus niet. Ook onze studenten marketing, financieel management, human te schatten, zoeken de onderzoekers het
economie – in het bijzonder de handels- resources, … Op hetzelfde moment krijgen antwoord op een aantal vragen: wat zijn
ingenieurs – kunnen een belangrijke rol onze masterstudenten handelsingenieur een mogelijke toepassingen? Wie zijn potentiële
spelen in het oprichten en leiden van inno- inleidend vak in een technologie naar keu- partners? Hoeveel kost de technologie?
vatieve en groeigerichte bedrijven. Wanneer ze, ingericht door de relevante partnerfacul-
we deze mensen met een verschillende ach- teit. Vervolgens brengen we beide groepen Studenten kunnen in gemengde teams hun
tergrond kunnen laten samenwerken, zullen samen in een cursus ‘Bedrijfseconomische voorkeursproject uitvoeren. Ze zoeken een
echt waardevolle organisaties ontstaan. Aspecten …’ respectievelijk biotechnologie, antwoord op de meest prangende vragen
fotonica en micro-elektronica, nieuwe ma- en helpen zo de onderzoekers een heel eind

12
op weg. Zo werkten twee studententeams en zijn de eerste publicaties en bijdragen
tijdens het academiejaar 2008-2009 mee aan wetenschappelijke congressen een feit.
aan een verkennende marktstudie voor een
3D-camera, ontwikkeld aan de VUB. On- Het project reikt ondertussen ook tot buiten
dertussen werd rond deze technologie de de grenzen van de instelling. Tot nu werden
spin-off ‘Optrima’ opgestart, mede dankzij twee succesvolle edities van de ‘Intensive
het waardevolle werk van de studenten. Course Business & Biotechnology’ ingericht.
Recent werd een van hen aangeworven Eerder dit jaar werd ook de eerste, zeer
door Optrima. gesmaakte, ‘Intensive Training Business
& Photonics’ georganiseerd. Tijdens deze
Een duurzaam platform cursussen wordt het materiaal, ontwikkeld
binnen het brugproject, gedoceerd aan
Hoewel we sinds 1 januari 2010 niet langer een groot aantal externe deelnemers; vaak
financiële steun genieten van de Vlaamse jonge professionals uit de industrie.
overheid, gaat het ‘Team Technologisch
Ondernemen’ door. Het draagvlak voor het Het brugproject heeft toegelaten een waar-
project bij de verschillende faculteiten bleek devol en uniek platform rond technologisch
zeer groot. De meesten onder hen werken ondernemerschap uit te bouwen. Nu wordt
nu als business developer binnen technolo- het gedragen door de universitaire gemeen-
gische vakgroepen. Zij combineren deze job schap.
met het uitvoeren van een onderwijstaak, 52 Global Entrepreneurship Monitor, 2006 – zie
die nauw aansluit bij hun specialisatie. On- Thomas Crispeels, ook EWI-Review 2 1: 5
dertussen loopt ook een onderzoekstraject, Vrije Universiteit Brussel

Foto 1: Het Team Technologisch Ondernemen, v.l.n.r.: Tom Guldemont (fotonica), Kevin Douven (micro-elektronica), Marc Goldchstein (projectleider,
software), Leen Lauwers (innovatie in materialen), Thomas Crispeels (biotechnologie) en Ilse Scheerlinck (duurzame energie) 13
Foto: Bernadette Mergaerts
> Centraal thema

Jong geleerd
is oud gedaan

Dat is bij het aanleren van ondernemerschap niet anders. De vzw


Vlaamse Jonge Ondernemingen (Vlajo) heeft als missie studerende
jongeren vertrouwd te maken met en aan te zetten tot ondernemings-
zin. Van kinderen tot jongvolwassenen: wie met Vlajo in contact komt,
leert de wondere wereld van het ondernemen kennen. Bedrijven en
scholen mobiliseert Vlajo om een win-winsituatie te creëren, door bij te
dragen tot de duurzaamheid van de welvaart en het welzijn in Vlaan-
deren.

Jongeren warm maken voor ondernemen: breid om een concreet antwoord te bieden Basisvaardigheden voor zelfontplooiing en
het is geen gemakkelijke opdracht. In op het gebrek aan ondernemingszin. Vlajo ondernemen moeten immers van jongs af
concreto biedt Vlajo in elke fase van de richt zich niet enkel op jongeren uit het aan aangemoedigd worden. De ontwik-
schoolloopbaan krachtige programma’s secundair onderwijs. Er bestaan nu ook keling van ondernemende vaardigheden
aan, die jongeren in staat stellen onderne- projecten om zowel hogeschoolstuden- verloopt gradueel (zie figuur 3).
mende competenties te ontwikkelen en te ten als leerlingen uit het lager onderwijs
testen in een gecontroleerde en reali- ondernemerschapsvaardigheden bij te • De Droomfabriek staat voor een drie
teitsbenaderende context. Vlajo ontwik- brengen. Door jongeren aan te zetten weken durend projectwerk in het basis-
kelde hiertoe het 4D-pedagogisch plan: tot creatief zijn, leren ze vooral dat – met onderwijs. De leerlingen werken rond
Dromen, Doen, Durven en Doorzetten, als de juiste attitude – dromen werkelijkheid een bepaald thema, gaan op bedrijfs-
definitie van ondernemerschap (zie figuur kunnen worden. bezoek (bijvoorbeeld een ziekenhuis) of
3). Vlajo wordt voor de uitwerking van nodigen een droomcoach uit om over
zijn jaarplannen door de Vlaamse overheid Naarmate een student opschuift in het de bedrijfswereld te vertellen: een ouder
financieel ondersteund. onderwijscurriculum, wordt een ander of ondernemer uit de streek.
deel van de 4D belicht. Elke leeftijdsgroep • Blik, een vakoverschrijdend project rond
Naast de mini-onderneming als vaste focust op thema’s die cruciaal zijn om tot studiekeuze, richt zich op de tweede-
waarde, heeft Vlajo de voorbije jaren haar ondernemerschap te komen, aangepast en derdejaars van het secundair onder-
gamma aan leer- en doeformules uitge- aan de leefwereld van de leeftijdsgroep. wijs.

14
Vlajo 4D + Pedagogie 'verworven ondernemende competenties'

my
Hoger a c ade
t
Star
Van idee naar tastbaar project, doorzettings-
onderwijs a ll
Sm pro j ect vermogen, zelfsturing, netwerken, leiding doorzetten
geven, flexibiliteit, kritisch denkvermogen
business

ing Risico nemen, planmatig denken,


rnem communicatievaardigheden,
Secundair -onde probleemoplossend denken,
MIni a! resultaatgerichtheid, commercialiteit, durven
onderwijs jieh stressbestendigheid
blik

Verantwoordelijkheidszin,
br iek creativiteit, initiatief,
mfa engagement,
Basis- de d
roo teamwork doen
onderwijs

dromen

Figuur 3: het Vlajo 4D pedagogisch plan

• De derde-, vierde- en vijfdejaars Zij starten een onderneming op in een


secundair onderwijs worden warm virtuele markt. Zo leren ze spelenderwijs
gemaakt voor Jieha!, een variant op de begrippen zoals concurrentie, aankoop,
mini-ondernemingen waarbij leerlingen voorraad en personeel.
fairtradeproducten binnen de school • Dit alles mondt uit in het hoger onder- Foto 2: Mini-Invest bij de prijsuitreiking
verkopen en de winst aan een goed wijs met enerzijds de Small Business Wisselbeker Vlaamse Regering
doel schenken. Projects, de variant van mini-onder-
• Mini-Invest, een mini-onderneming die nemingen op hogeschool- of univer-
een zelfontworpen beursspel vermarkt- siteitsniveau, en anderzijds met Start
te, bleek de revelatie van het schooljaar Academy, een businessplanwedstrijd
2008-2009 (zie figuur 4). Misschien voor hogeschool- en universiteitsstu-
kwam u in een shoppingcentrum wel denten (nieuw vanaf 2010).
enthousiaste laatstejaars tegen die een
mini-onderneming runnen. Gedurende Vlajo werkt aan een stelselmatige kwanti- Caroline Swyngedouw,
een volledig schooljaar commercialise- tatieve groei van haar programma’s, zowel Agentschap Ondernemen,
ren ze een zelfgekozen product. in het aanbod als in de deelname. Het Afdeling Economisch Ondersteuningsbeleid
• Studentenbedrijf.BE biedt een kant-en- aantal leergroepen nam de voorbije vijf
klare oplossing om in de derde graad jaar sterk toe, van 855 in het schooljaar Meer informatie over Vlajo?
secundair onderwijs de checklist voor 2005-2006 tot 2.875 in het schooljaar www.vlajo.org
het attest bedrijfsbeheer in te vullen. 2009-2010. Het bereik volgde deze
Via het handboek stellen de leerlingen stijgende trend. Het aantal deelnemende
stapsgewijs hun ondernemingsplan op jongeren steeg over die periode van
en voeren dit uit zoals in de mini-onder- 12.750 naar 40.939.
neming.
• In het brugproject 'mini-onderneming De vzw Vlaamse Jonge Ondernemingen
online' test Vlajo een educatieve heeft zijn merites in het bijbrengen van
onlinegame met leerlingen uit de eerste ondernemerschap de voorbije jaren alvast
en tweede graad secundair onderwijs. bewezen.

15
> Centraal thema

Technopolis®,
2,8 miljoen bezoekers later
In 2010 viert Technopolis®, het Vlaamse doe-centrum voor wetenschap en technologie in
Mechelen, zijn tiende verjaardag. Het voorbije decennium groeide het uit tot een volwaardig
wetenschapscommunicatiecentrum, een referentiepunt in binnen- en buitenland inzake weten-
schapscommunicatie en -popularisering.

16
Meerdere keren per dag kan je je haren Steek alle ingewanden op de juiste plaats en 'Puzzel een mens In de wetenschapstruck MysteriX® moeten de
rechtop laten zetten aan de vernieuwde Van ineen'. leerlingen de wereld redden van een allesvernieti-
de Graaff generator. gend virus.

In onze hoogtechnologische kennismaat- national vzw opgericht door de Vlaamse een auto – als blikvangers functioneren.
schappij is het belangrijk dat voldoende Regering. De belangrijkste doelstelling Zo kan een dutje gedaan worden op een
jongeren kiezen voor een wetenschap- was de organisatie van de internationale spijkerbed in een slaapkamer, kan men
pelijke of technologische studierichting en technologiebeurs Flanders Technology als een piloot een vliegtuig veilig aan de
hierin hun carrière uitbouwen. Enkel zo International. Begin jaren '90 werd die grond zetten of fietsen op een kabel op
kan Vlaanderen een topregio in Europa opdracht uitgebreid met als missie: "we- vijf meter hoogte.
blijven en kan onze toekomst verzekerd tenschap en technologie dichter bij de
worden. Wetenschap en technologie mens brengen". Deze missie kreeg onder Roetsjbaan of videoclip
dragen ook oplossingen aan voor tal meer gestalte door de organisatie van
van maatschappelijke problemen rond de Vlaamse Wetenschapsweek53 en het Net als wetenschap en technologie
milieu, mobiliteit, energie, … Daarom Vlaamse Wetenschapsfeest, de publicatie evolueert ook Technopolis® en blijft het
moet de mondige burger beschikken over van interactieve doe-boekjes, een rond- zichzelf heruitvinden aan de hand van
een basiskennis van wetenschappelijke reizende wetenschapstruck, lespakketten, nieuwe opstellingen, nieuwe zones en
en technologische evoluties. Informeel wetenschapstheaters … een regelmatig wisselend themaproject.
en levenslang leren is niet meer weg te Zo opende in juni 2006 de ‘Doe-tuin’,
denken uit onze samenleving. In februari 2000 opende Technopolis® waar de bezoeker onder andere een
de deuren voor het grote publiek en zette rotsblok van vijf ton met één vinger in
Met 300.000 bezoekers per jaar is het daarmee een nieuw en uniek project voor beweging kan zetten. Een jaar later werd
Vlaamse doe-centrum er dan ook niet België neer. Sindsdien organiseert F.T.I. al het ‘Kinder-doe-centrum’ gelanceerd, een
alleen voor jongeren en leerlingen in haar activiteiten onder de naam Techno- experimenteerzone voor kinderen van 4
schoolverband, ook volwassenen en seni- polis®. Wereldwijd bestaan er zo’n 2400 tot 8 jaar. In april 2009 werd de nieuwe
oren kunnen in Technopolis® experimen- ‘science centers’. zone ‘Ruimtevaart’ geopend. Hier kan
teren en ontdekken. In tien jaar ontving de bezoeker ervaren hoe het voelt om te
het doe-centrum meer dan 2,8 miljoen Technopolis® gebruikt uiteenlopende wandelen op de maan.
bezoekers. En omdat niet iedereen a communicatiemiddelen om wetenschap
priori geïnteresseerd is in wetenschap en en technologie aantrekkelijk en interes- Met de meest recente thematentoon-
technologie of naar Mechelen wil komen, sant voor te stellen. Door een aanlokke- stellling, ‘Z-in-1’, legt Technopolis® de
komt Technopolis® ook naar buiten. Op lijke verpakking, een intrigerend scenario klemtoon meer dan ooit op interactiviteit.
beurzen, evenementen, de opendeurda- of een speels element, wordt de bezoeker De bezoeker bepaalt immers bij elke
gen van het Koninklijk Paleis in Brussel en de wetenschap ingezogen. Een science opdracht zelf hoe en tot welk resultaat
Kinder-universiteiten kunnen jongeren en center mag evenwel niet alleen leuk en hij wil komen. Technopolis® daagt hem
volwassenen op een leuke en educatieve spannend zijn, het moet ook leerrijk zijn. uit om probleemoplossend te denken en
manier kennismaken met wetenschap en Dankzij meer dan 280 permanente inter- doen en zijn grenzen te verkennen en
technologie. Zo bereikt het doe-centrum actieve opstellingen ontdekken de bezoe- verleggen. Zo kan hij zijn eigen roetsj-
jaarlijks gemiddeld 500.000 mensen. kers de wetenschap en technologie die baan bouwen of een videoclip opnemen.
Daarenboven is Technopolis® actief over schuilgaan achter de dagelijkse dingen.
de grenzen heen door de verhuur van De opstellingen belichten gewone zaken Focus op het onderwijs
thematentoonstellingen aan buitenlandse vanuit een ongewone invalshoek. Ze ver-
‘science centers’. klaren de meest complexe wetenschap- Scholen zijn voor Technopolis® een
pelijke fenomenen op kristalheldere wijze. belangrijke doelgroep: een derde van de
Technopolis® gaat verder dan enkel Door de link te leggen met het dagelijkse bezoekers komt in klasverband. De pro-
mensen bewustmaken, het engageert leven, maakt Technopolis® wetenschap jecten voor het onderwijs zijn doorheen
hen ook. Het motto? “Ik hoor en ik en technologie laagdrempelig voor de de jaren systematisch uitgebreid. Elk
vergeet. Ik zie en ik onthoud. Ik doe en bezoeker. initiatief is ontwikkeld voor een specifieke
ik begrijp.” doelgroep en afgestemd op de eindter-
De interactieve tentoonstelling in men en leerplannen van die graad; steeds
Pionier in wetenschapscommunicatie Technopolis® vormt een organische wordt het meest geschikte medium
landschapsopstelling waarin herkenbare ingezet.
In 1988 werd Flanders Technology Inter- elementen – zoals een huis, een vliegtuig,

17
Iedereen kan zeepbellen blazen, maar in Technopolis® kan je een Kinderen tussen 4 en 8 jaar bouwen een huis in aanbouw af in het
zeepbelvenster maken van ruim 1m2. Kinder-doe-centrum.

Zo wordt aan kinderen van de derde kleu- experimenten ‘Eurekas’. Daarnaast wordt Science Center Academy
terklas en het eerste leerjaar een interac- om de twee jaar een Vlaamse Weten-
tief poppentheater aangeboden. Voor de schapsweek georganiseerd. Verspreid over Hoewel Technopolis® internationaal
eerste graad van het secundair onderwijs Vlaanderen worden allerlei activiteiten gezien nog jong is, wordt het beschouwd
is er de rondreizende wetenschapstruck rond wetenschap op touw gezet door als een van de referenties voor en door
MysteriX®. Voor het basisonderwijs universiteiten, hogescholen, wetenschap- collega’s wereldwijd. Het Vlaamse doe-
werden de klasworkshops ‘Houd de dief’ pelijke instellingen, musea, bibliotheken en centrum werd al meermaals voorgesteld
en ‘Geheim Agent’ ontwikkeld: workshops verenigingen. als voorbeeld tijdens internationale
die door edutainers van Technopolis® in congressen. Bovendien deden sinds de
de school begeleid worden. Internationale kijk opening in 2000 al talloze buitenlandse
delegaties een beroep op de knowhow
Voor leerkrachten organiseert Technopo- Technopolis® is full member en bestuur- van Technopolis®.
lis® jaarlijks informatiedagen. De ‘TOP- der van Ecsite, het Europese netwerk van
dag’ voor leerkrachten Technologische science centers en musea. Het werd in De herhaaldelijke vraag naar advies en be-
Opvoeding van de eerste graad secundair 2009 opgenomen in het dagelijks bestuur geleiding bij de voorbereiding, de opstart
onderwijs wordt steevast bezocht door dat ASTC leidt, de wereldwijde associ- en de uitbating van science centers zorgde
meer dan 600 leerkrachten. Dit trefpunt atie van science centers. Door actieve er in 2002 voor dat Technopolis® samen
van ervaringsuitwisseling voor deze deelname in deze verenigingen verzekert met Ecsite een eerste ‘Science Center Aca-
doelgroep is uniek in Vlaanderen. Voor de Technopolis® zich van een internationaal demy’ opstartte in Mechelen. Hier delen
leerkrachten basisonderwijs organiseert en professioneel netwerk voor kennisuit- experts hun ervaringen en kennis over het
Technopolis® de Nascholingsdag voor wisseling inzake wetenschapscommuni- op- en uitbouwen van een science center
techniek. catie. met deelnemers van beginnende centra.
Dit initiatief wordt intussen jaarlijks her-
Samenwerkingen met andere actoren Daarnaast participeert Technopolis® in nomen. Technopolis® organiseerde ook
wetenschapscommunicatie verschillende Europese projecten. Zo werkt Science Center Academies op verplaatsing,
het mee aan twee projecten om het ruime o.a. in China en in Egypte.
Daarnaast zet Technopolis® ook heel wat publiek vertrouwd te maken met de laat-
activiteiten op verspreid over Vlaanderen. ste ontwikkelingen in nanotechnologie. Technopolis® werkt toekomstgericht
Zo wordt jaarlijks – samen met lokale verder om verschillende doelgroepen op
hogescholen en universiteiten – de ‘Tech- Technopolis® startte, samen met veertien een innoverende en creatieve manier te
niekclub’ georganiseerd op verschillende Europese science centers en organisa- enthousiasmeren voor wetenschap en
locaties. Deze mini-opleidingen in tech- ties, het samenwerkingsproject ACCENT technologie. Om tijdens het volgende
niek, enkel voor meisjes van 10 tot 12 jaar, (Action on Climate Change through Enga- decennium op hetzelfde elan verder te
kennen al sinds 2004 een groot succes. gement, Networks and Tools) op. Samen gaan, staan een aantal uitbreidings- en
organiseren ze in 2010 tal van activiteiten vernieuwingsplannen op stapel. Kunt u
In 2009 organiseerde Technopolis® in om de informatie en communicatie rond niet wachten om zelf aan de slag te gaan,
samenwerking met Agoria en verschil- het klimaatthema te bevorderen en zo het kijk dan alvast op www.experimenteer.be.
lende technologische bedrijven voor het grote publiek te inspireren tot gedragsver-
eerst de Girls’ Days. Meisjes van 10 tot andering. In dit verband was Technopo- Erik Jacquemyn,
12 brachten een bezoek aan hoogtech- lis® actief aanwezig op de klimaatconfe- Technopolis®, het Vlaamse doe-centrum
nologische bedrijven in Vlaanderen en rentie in Kopenhagen. voor wetenschap en technologie
maakten er een technologisch werkstukje.
Het initiatief viel in de smaak bij zowel de Met ondersteuning van de Europese Com- Voor meer informatie:
deelnemende bedrijven als bij de meisjes. missie werd het Europese project ‘Anima- www.technopolis.be
te-EU’ uitgewerkt. Dit project wil kinderen
Technopolis® is ook partner bij de tussen vijf en acht jaar bewustmaken van
organisatie van diverse wedstrijden, zoals grote problemen zoals energiebesparing,
de Vlaamse Wetenschapsquiz en de milieu en gezondheid door middel van 53 EWI-Review 1 1: 47 – 49
ontwerpwedstrijd voor wetenschappelijke animatiefilmpjes en educatief materiaal.

18
> Beleid in de praktijk

De wereld
aan je voeten!
Op 1 september 2008 werd – met het nieuwe schooljaar
– ook het startschot gegeven van ‘De wereld aan je voe-
ten!’ Dit project past zowel in ‘Vlaanderen in Actie’ als in het
actieplan Wetenschapscommunicatie van het departement EWI. Het
wordt gecoördineerd vanuit de Koninklijke Vlaamse Ingenieursvereniging
met ondersteuning van de Vlaamse Ingenieurskamer.

Wat is mijn bijdrage aan de maatschappij? van wetenschappelijke en technologische schooljaar werkten het volledige project
Wat is de rol van wetenschap, technologie processen en internationaal ondernemen uit, inclusief begeleidingssessies bij de
en ondernemen in onze globaliserende in een wereldwijde context. Ten slotte le- studiekeuze en simulatieactiviteiten in
wereld? ‘De wereld aan je voeten!’ wil ren de studenten in het laatste deelproject de klas. Hierbij konden leerlingen in de
jongeren laten nadenken over deze analyseren welke competenties ze nodig klas een aantal ingenieurscompetenties
vragen. Het project wil leerlingen uit het hebben om ondernemer of ingenieur te exploreren door middel van het groeps-
laatste jaar ASO en TSO laten kennis- worden en gaan ze na of ze die ook zelf werk (webquest);
maken met ondernemers, ingenieurs en bezitten. • 5 webquests werden uitgedokterd
wetenschappers, ofwel in hun profes- door het projectteam en op de website
sionele omgeving ofwel in de klas via Scholen kunnen hun klassen gratis inschrij- geplaatst. De thema’s gaan van zonne-
simulatieactiviteiten en seminaries. Het ven voor de vier deelprojecten, en kunnen energie over ruimtevaart, thuiszorg,
wil jongeren helpen bij hun studiekeuze, maximaal 1.000 euro terugvorderen voor windenergie tot de Olympische Spelen
de instroom voor wetenschappelijke en gemaakte kosten. Ook voor leerkrachten 2012. Twee nieuwe opdrachten zijn nog
technologische opleidingen verhogen en is dit project interessant om meer te weten in ontwikkeling;
het (internationale) ondernemerschap bij te komen over wetenschap en technolo- • 205 seminaries werden gegeven, voor
jongeren stimuleren. gie. het huidige schooljaar zijn er nog 40
geboekt;
Vier keer prijs Het project probeert bovendien niet al- • 53% van de leerlingen van de scholen
leen de leerkrachten en hun leerlingen te die op bedrijfsbezoek gaan, zijn meisjes.
Het project werd in 2008 voor drie jaar bereiken, maar ook de ouders, die een
opgezet vanuit een samenwerking tussen beslissende stem hebben in het studie- Het vervolg
de beleidsdomeinen Economie, Weten- keuzeproces. In november 2009 werd
schap en Innovatie en Onderwijs en dit waargemaakt door de organisatie van Nu al kan het project een klein succes
Vorming van de Vlaamse overheid. vijf regionale infoavonden waar plaatse- worden genoemd. Wenst u meer informa-
lijke ondernemers en ingenieurs in debat tie, neem dan een kijkje op de website
‘De wereld aan je voeten!’ is opgebouwd traden met het publiek. Deze vijf avonden www.dewereldaanjevoeten.be. Daar
uit vier deelprojecten, die de leerlingen bereikten samen een publiek van 400 leest u ook enkele reacties en verslagen
kunnen helpen hun studiekeuze bewust ouders, leerlingen, bedrijfsmedewerkers en van klassen die hebben deelgenomen.
te maken. Het eerste is een seminarie, een leerkrachten. Na afloop van het project, in juni 2011,
oogopener voor de groeiende globalise- zullen de resultaten die in de voorbije drie
ring en de noodzaak aan meer opgeleiden Tussentijdse stand van zaken jaren zijn geboekt grondig onder de loep
met wetenschappelijke en technologische worden genomen.
kennis. Dit seminarie wordt gegeven door • 35 klassen kwamen tijdens het eerste
Karel Uyttendaele54. projectjaar in contact met ingenieurs, Liselotte De Vos,
wetenschappers en technische gradu- Afdeling Onderzoek
In een tweede project komen de leerlingen aten. Voor het huidige schooljaar zijn
in contact met enthousiastelingen uit 73 bedrijfsbezoeken gepland in heel Chris Vandesande,
het bedrijfsleven die kozen voor weten- Vlaanderen. Op een periode van twee Koninklijke Vlaamse Ingenieursvereniging
schap en technologie of ondernemen. jaar komen zo ongeveer 2.200 leerlin- (KVIV)
Dit bedrijfscontact kan in het bedrijf zelf gen in contact met de werkomgeving
plaatsvinden of in de klas. Een simulatie- van wetenschappelijk en technologisch 54 Karel Uyttendaele was in een vroeger leven
opdracht op het web, een webquest, laat hooggeschoolden; directeur bij Agoria en bij Hewlett-Packard,
de leerlingen in deel drie van dit project • 19 klassen tijdens het eerste school- en kabinetschef van de staatssecretaris voor
Informatisering van de Staat.
ervaringen opdoen rond de complexiteit jaar, en 54 klassen tijdens het tweede

19
O W N

N F T E Belgium
R B
U
O
TM
O
Y

S
S
B E

B E •

S
S

Network For Training Entrepreneurship


O
O

B U
R
O W N

Jongeren stimuleren tot ondernemen

Verspil
geen leven voor een
paar euro’s Interview met Lena Bondue

NFTE is de afkorting van Network for Training and Entrepreneurship en


biedt kanszoekende jongeren en jongvolwassenen een opleiding aan,
om hen de pracht en kracht van het ondernemerschap bij te brengen.
Hierbij wil NFTE deze jongeren niet zozeer allemaal stimuleren naar
zelfstandig ondernemerschap, maar veeleer er voor zorgen dat zij on-
dernemend worden van geest, dat ze ondernemende attitudes ontwik-
kelen. De cursus heeft twee objectieven: de jongeren motiveren hun
studies middelbaar onderwijs te voltooien en de nodige kwalificaties te
behalen, en er voor zorgen dat ze op een ondernemende manier aan
de slag gaan, hetzij als werknemer in een bedrijf, hetzij als zelfstandig
ondernemer.

Hoe gaat NFTE te werk? zeldzaam is. En anderzijds bieden we kunnen ze zichzelf de kansen geven die
“Wij werken samen met partners uit een cursus op maat aan. Het is geen ze verdienen.
de onderwijswereld en de intermediaire technische cursus, waarin voornamelijk
werkvelden: OCMW’s, centra voor deel- theorieën of technische aspecten van het De aanpak die bij hen werkt, is zeer ge-
tijdsonderwijs … Eenmaal een doelgroep ondernemerschap aan bod komen. De structureerd, net als in de schoolcontext.
gerekruteerd, biedt een team van twee deelnemers werken aan hun eigen project Anderzijds is onze aanpak erg interactief,
door NFTE gecertificeerde bedrijfstrai- zodat ze het zich kunnen toe-eigenen. met oefeningen en rollenspelen. De
ners deze jongeren een cursus van 60 Dat resulteert in veel enthousiasme en cursussen worden door bedrijfstrainers
uren aan. Die omvat de opmaak van een de passie om door te gaan tot het einde. gegeven, in de bedrijven zelf. Dit maakt
bedrijfsplan voor een project waardoor Vandaar ook dat 92 % van de deelnemers het voor de jongeren heel concreet.
de jongere gepassioneerd is (bijvoorbeeld de rit tot op het einde uitzitten, terwijl ze Daarnaast is ook het element ‘fun’ niet te
een kapsalon, een broodjeszaak …). in vele andere gevallen eerder opgeven.” onderschatten. Net omdat het om hun ei-
Aandacht gaat daarbij naar het unieke gen project gaat, leggen de cursisten veel
aan de dienstverlening, de financi- Voor een handvol dollars creativiteit aan de dag. De presentaties
ële aspecten (de opstartkosten, nagaan van hun bedrijfsplannen, bijvoorbeeld,
hoeveel sandwiches ze moeten verkopen Vergt het werken met kanszoekende bevatten niet enkel droge tabellen, maar
om break-even te draaien …) enz. Verder jongeren een specifieke aanpak? zijn geïllustreerd met foto’s."
komen ook ethiek, duurzaamheid en “Zeker. Onze doelgroep omvat voorna-
computergebruik aan bod. Op het einde melijk jongeren met een lage scholings- Hoe is het idee ontstaan om met NFTE in
van de cursus presenteren de jongeren graad, of die langdurig werkloos zijn België van start te gaan?
hun bedrijfsplan voor het publiek en een en/of van allochtone afkomst. Ze gaan “NFTE werd 25 jaar geleden opge-
bedrijfsjury en ontvangen ze hun NFTE- meestal niet graag naar school, maar wil- richt55 in Amerika door Steve Mariotti56.
certificaat. len ook nog niet werken. Velen onder hen Na overvallen te zijn door een groep
zijn een beetje de pedalen kwijt. Voor hen jongeren in Central Park, bedacht deze
NFTE is uniek. Enerzijds omdat we ons is een extra impuls om toenadering tot zakenman hoe stom het was dat zij voor
richten tot de kansengroepen; wat eerder de arbeidswereld te vinden belangrijk; zo een paar dollar zowel hun toekomst als

20
> Gesprek met

zijn leven op het spel hadden gezet. Hij


besliste er iets positief mee te doen; hij In Vlaanderen is er een zeer grote drang naar
besefte dat geen enkel initiatief in de VS
zich naar deze jongeren richtte. kwaliteit bij ondernemerschapsinitiatieven.
Tien jaar geleden is NFTE in België op-
gestart, als eerste land buiten Amerika.
Een aantal leden van VOKA Brussel – het
toenmalig VIV comité – startten met steek met gastsprekers, cursussen en kinderzorg … Nu, dit is mijn vaststelling
een enkele bedrijfsleiders de vzw NFTE presentaties in de bedrijven, coaching in onze doelgroep; ik zou die niet veral-
Belgium op." door mensen uit de bedrijfswereld … Het gemenen naar alle meisjes en jongens in
NFTE-pakket staat of valt trouwens met Vlaanderen. Tijdens de cursus vlakken we
De essentie van ondernemen: passie de kwaliteit van onze trainers. Het zijn dat verschil trouwens uit.”
voor een project allemaal mensen met een grote passie
voor ondernemen, die houden van onze Is er een specifiek aspect uit de cursus dat
Wat zijn volgens u de succesfactoren van specifieke doelgroep en die echt een dit verschil wegwerkt?
NFTE in België? inspanning willen leveren om hun kennis, "Niet bepaald. De cursus maakt zowel
“Vooral dat de deelnemers zich het ervaring en passie te delen.” jongens als meisjes duidelijk dat onder-
project eigen maken. Het ‘dit is van mij’- nemerschap een valabele professionele
gevoel speelt een grote rol. Het curricu- Verschilt de houding van meisjes en optie kan zijn. Of dat een ondernemende
lum is ook eenvoudig en repetitief. Het jongens rond ondernemerschap? houding in hun voordeel werkt. Vooral
herleidt ondernemen tot zijn essentie: tot “Dat is zeker zo bij de start van de de interesse van jonge dames wordt
het leiden van een project waar je je met cursus. De jongens staan meer open voor aangescherpt wanneer ze zich realiseren
hart en ziel voor kunt inzetten. Verder ondernemerschap. Het idee je eigen baas – tijdens het opstellen van een bedrijfs-
genereert de cursus veel interactiviteit, te zijn, spreekt hen meer aan. De meisjes plan – dat het opstarten van een zaak een
fun en betrokkenheid bij de jongeren. hebben meer de neiging om te denken haalbare kaart is, en geen onbereikbare
Daarvoor zorgt de concrete bedrijfsin- in termen van werknemer, administratie, droom.”

21
Ondernemerschap is niet enkel voor de tieven zijn opgelijst. Een groot deel ervan beetje bij beetje een alumniwerking op
‘happy few’ zijn van korte duur en beogen vooral te zetten. Want ook dat is een kwestie
sensibilisering, zoals ‘DREAM’, ‘Onder- van middelen. Aan het NFTE-programma
Hoe ontstond de samenwerking met nemer voor de klas’ … Daarnaast heb in Vlaanderen hebben ondertussen
Bizidee en Enterprize? je langdurige projecten die een andere ongeveer 3.000 cursisten deelgenomen.
“De samenwerking met ‘Bizidee/Enter- impact hebben, zoals de initiatieven van We zouden dus al een heel mooie alumni-
prize’ dateert van vier jaar geleden. In VLAJO59, UNIZO, NFTE … Uit de studie groep hebben.”
Bizidee zat een wedstrijdformule verwe- bleek dat het geen kwaad kan leerlingen
ven. Er was de ondernemersplanwedstrijd op verschillende manieren te sensibiliseren NFTE bestaat ook in andere landen61.
Enterprize.be; en wij organiseerden een voor het ondernemerschap. Ik denk dus Wisselen jullie onderling informatie uit?
lokale bedrijfsplancompetitie op het einde niet dat we elkaar voor de voeten lopen. “Ja, maar veel te weinig. We komen op
van iedere cursus, een 40-tal per jaar. Bovendien spitst NFTE zich toe op een Europees niveau één keer per jaar samen,
Het toenmalig kabinet Economie en de toch wel specifieke doelgroep.”
administratie wilden daar één traject van
maken. Nu worden de NFTE-cursisten Leren leren op andere en meer stimule-
allemaal gestimuleerd om deel te nemen rende manieren loont
aan de Enterprize-wedstrijd. Vorig jaar Iedereen
hadden we tien geselecteerde cursisten,
wat resulteerde in een eerste plaats in
Uit de Effecto-studie blijkt dat de onder-
nemerschapsonderwijsinitiatieven geen staat achter
de ‘categorie micro-economie’ en een
tweede plaats in de ‘categorie onderne-
significante verbetering genereren inzake
schoolmoeheid.
ondernemingszin
mingen’. NFTE zorgt er dus voor dat ook “Dat is mij ook opgevallen. De Effecto-
studie gaat uiteraard over alle initiatie-
promoten,
ondernemers uit de kansengroepen het
podium halen bij de Enterprize-wedstrijd. ven. Wij verrichten zelf een pre- en een maar
Zij bewijzen dat ondernemerschap niet
enkel is weggelegd voor de happy few.”
post-test na iedere opleiding. Uit onze
bevindingen blijkt dat een NFTE-cursus ondernemerschap
Ondernemerszin promoten verschilt van
wel impact heeft op het schoolblijven en
op het willen behalen van kwalificaties.
promoten
ondernemerschap promoten Net omdat onze aanpak voor de deelne-
mers een manier is om de vakken en de
daarentegen
Is er binnen het onderwijs nog steeds projecten die zij in het onderwijs krijgen wordt soms nog
sprake van een ‘ondernemingsschuwe’ op een alternatieve wijze te benaderen.
omgeving57? Dus op dat punt ligt het bij NFTE toch wat schuw
“Daarin zie ik de laatste tien jaar een
grote evolutie. Het onderwijs staat steeds
anders.”
onthaald.
meer open voor initiatieven die het Weten jullie wat de werkelijke impact is
ondernemerschap en een ondernemende van deelname aan een NFTE-cursus?
houding promoten. Ondernemingszin “Ja. Uit onderzoek van 2008 blijkt dat
promoten, daar staat iedereen wel achter. 7% van onze deelnemers na verloop van voor een vergadering van anderhalve
Ondernemerschap promoten daarentegen tijd, meestal 3 à 4 jaar later, een eigen dag. Daarbij wisselen we zowel informatie
wordt soms nog wat schuw onthaald. onderneming start; dat 42% gaat werken uit rond strategie en ontwikkeling van de
in een bedrijf; dat 23% zijn/haar studies organisatie als tussen de trainers onder-
Maar er is vooral een groot verschil tus- voltooit of zijn/haar diploma probeert te ling. We vergaderen ook eenmaal per
sen het in theorie willen doen en het nu behalen. Citibank heeft ons een subsidie jaar een dag in de Verenigde Staten met
ook moeten doen. Ondernemerschap zit gegeven om in 2010 de langetermijnef- de andere organisaties van over de hele
vervat in de eindtermen van het secundair fecten van de cursus te meten. Onze wereld. Spijtig genoeg heb je aan een dag
onderwijs, en het is belangrijk dat de sponsors zijn daarin geïnteresseerd. En nooit genoeg. Iedere keer ontdek je een
school ook een ondernemende cultuur terecht.” enorme rijkdom, een andere invulling van
heeft. Dit lukt overigens nergens hele- wat ondernemen is in een andere lokale
maal, in het onderwijs evenmin als in de 3000 cursisten in Vlaanderen of nationale context. Je haalt er altijd
bedrijfswereld. Ook daar is vooral de top dingen uit die, na kleine aanpassingen,
zeer ondernemend, maar de meeste van Heeft NFTE ook een vorm van alumni- ook hier toepasbaar zijn.”
onze bedrijven zijn middelmatige spelers. werking?
Bij de scholen zie ik heel veel creativiteit, “Formeel gezien nog niet. We hebben Geen noodzaak tot ondernemen
innovatie en veel directies die onderne- wel deelnemers die nadien spontaan
men. Maar het is in het onderwijs ook komen aanbellen, bijvoorbeeld voor Hebben jullie een eigen aanpak om
niet gemakkelijk, omdat het allemaal coaching bij het opstarten van een eigen Vlaamse of Belgische jongeren aan te
in een rigide planning moet passen én zaak. We zijn overigens recent erkend zetten tot ondernemerschap? Verschilt
scholen overstelpt worden met duizenden als steunpunt van het participatiefonds. die van de aanpak in andere landen?
projectmogelijkheden, waarvan een 50- Jongeren die een startlening of een “Als ik vergelijk met de collega’s in Euro-
tal rond ondernemerschap.” solidaire lening60 willen bekomen, kunnen pa, dan merk ik dat er in Vlaanderen een
daarvoor bij ons terecht. We werken ook zeer grote drang is naar kwaliteit bij on-
Dreigt er dan geen gevaar voor overlap- samen met andere partners rond financie- dernemerschapsinitiatieven. We streven
ping wegens de veelheid aan initiatieven ring, coaching of steun. echt naar degelijkheid. Verder merken we
met hetzelfde doel? In 2010 zullen we een nieuwe website dat onze deelnemers, van nature, weinig
“Nee integendeel, veel complementariteit lanceren met een forum, zodat de deelne- zin vertonen om te ondernemen, maar
is mogelijk. We hebben net deelgenomen mers en de trainers met elkaar in contact dat is niet zo verschillend met de andere
aan de Effecto-studie58, waarin vele initia- kunnen komen. Dat zal de start zijn om Europese landen. Dat valt vooral op in

22
vergelijking met landen als India of China: tussen bedrijfswereld en onderwijs wordt
daar merk je een enorme ondernemings- verzekerd door projecten zoals NFTE en
cultuur, die als het ware in de genen zit. Vlajo. Dat is net hun kracht. Daarvoor
Door noodzaak worden mensen er gedre- zouden toch middelen mogen worden
ven tot het uiterste; dat hebben wij niet uitgetrokken. Zelf hebben we, door de
meer. Maar je hoort me niet doemdenken besparingen in het onderwijs, een project
over de Vlaamse kwaliteit en de zin voor moeten afblazen dat in de centra deeltijds
ondernemen in de Europese context; ik onderwijs het NFTE-aanbod bekend zou
denk dat wij er al bij al goed uitkomen.” maken bij jongeren.

Een langetermijnvisie over de beleidsdo- Misschien is het makkelijker gezegd dan


meinen heen gedaan, maar het zou goed zijn mochten
alle betrokken beleidsdomeinen samen
Hoe kan het beleid volgens u bijdragen bepalen welke middelen voorhanden
tot een ondernemende cultuur? zijn en wat essentieel en prioritair is.
“Ondernemerschap opnemen in de eind- Bij een versnipperd beleid krijgen heel
termen, zonder er middelen voor te voor- wat initiatieven tijdelijk een klein beetje
zien, vind ik al te makkelijk. De connectie ondersteuning. Ik hoop dus vooral dat we
op termijn opnieuw meer een langeter-
mijnvisie in ons beleid krijgen, zeker voor
het ondernemerschap in het onderwijs.”

Het NFTE-pakket Ilse Boeykens


Afdeling Ondernemen en Innoveren,
staat of valt met
de kwaliteit van Els Vermander en Peter Spyns
Afdeling Strategie en Coördinatie
onze trainers Meer info over NFTE België via
www.nfte.be

Lena Bondue vormt samen met Erik Dauwen het directieteam van NFTE Bel-
gium. Ze behaalde een diploma in sociaal werk en volgde verscheidene post-
universitaire opleidingen, zowel aan Belgische als internationale universiteiten.
Ze startte haar carrière als ondernemer in een familiebedrijf in Vlaanderen. Met
die ervaring werd ze directeur van een van Brussels grootste niet-gouverne-
mentele organisaties in beroepsopleidingen en job-coaching voor personen in
minder bevoorrechte situaties. Ze werkte ook in de Verenigde Staten, zowel in
het sociale veld als in het onderwijs. Ze is ook lid van verscheidene internatio-
nale netwerken die zich bezighouden met de promotie van ondernemerschap.
Lena Bondue wordt als een expert beschouwd in haar vakgebied.

55 www.nfte.com
56 http://en.wikipedia.org/wiki/Steve_Mariotti
57 W. Van den Berghe, (2007), Ondernemend leren en leren ondernemen, Koning Boudewijnstichting,
Brussel. Ook te vinden via www.kbs-frb.be.
58 Het Flanders DC Kenniscentrum aan de Vlerick Leuven Gent Management School publiceerde onlangs
de resultaten van het Effecto-onderzoek. Hiermee wensten ze de effecten van een groot aantal ‘onder-
nemerschapsonderwijsinitiatieven’ in kaart te brengen. In eerste instantie gingen ze na welke factoren de
intentie tot ondernemen bij leerlingen in het Vlaamse secundair onderwijs bepalen. Ten tweede keken ze
naar de impact van ondernemerschapsonderwijs op ondernemerschapsintentie, creativiteit, loopbaan-
perspectief, internationale mobiliteit en de houding t.a.v. ondernemers. Tot slot onderzochten ze hoe
de impact van deze intiatieven verschilt naargelang de pedagogische werkvorm die gebruikt wordt. De
Effecto-studie is te vinden op: www.flandersdc.be. De resultaten van deze studie liggen grotendeels in
lijn met de enquêtes die NFTE zelf afneemt.
59 Zie ook elders in dit nummer: p. 14
60 www.fonds.org/eCache/DEF/137.html
61 NFTE is o.a. actief in het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Nederland, Duitsland en Oostenrijk waar het vol-
ledig in het onderwijssysteem geïntegreerd is. Ook in Amerika, China en India is NFTE aanwezig.

23
> Vanuit Europa

Europa trekt de

regionale kaart
Innovatie: een kernbegrip bij economische groei en het verhogen
van de productiviteit. Naast de nood om innovatie te realiseren,
bestaat ook de vraag naar instrumenten om die te meten. Als
evaluatie-instrument van de Europese innovatieprestaties werd zo
de ‘European Innovation Scoreboard’ of EIS ontwikkeld62.

De EIS vergelijkt jaarlijks de innovatie- De opdeling naar NUTS2-niveau – NUTS


inspanningen van alle lidstaten aan de staat voor Nomenclature of Units for Terri-
hand van 29 indicatoren. Maar ook binnen torial Statisticsis – is nog niet mogelijk voor
de landsgrenzen verloopt het innovatiepro- elk land65. Voor België valt het NUTS1-
ces niet uniform. Elke lidstaat bestaat uit niveau samen met de regio’s (Vlaams Ge-
een aantal regio’s, elk met eigen karak- west, Waals Gewest, Brussels Hoofdstede-
teristieken, sterktes en zwaktes. Steeds lijk Gewest); NUTS2 met de provincies. De
meer vormen deze regio’s de motor van opdeling volgens dit regionale subniveau
economische ontwikkeling. Dit verklaart (NUTS2) lukt slechts voor zestien van de
de toenemende vraag naar innovatie-indi- 29 EIS-indicatoren. Daarom bevat de RIS
catoren op regionaal niveau. De Regional 2009 geen algemene rangschikking van de
Innovation Scoreboard (RIS)63 2009 neemt individuele regio’s, maar wel van groepen
regionale cijfers over uit de EIS en put van regio’s of clusters. Per indicator of
hiervoor vooral uit de Common Innovation per groep worden regio’s binnen een vork
Survey (CIS)64. gegroepeerd als high innovators, medium-
high innovators, average innovators,
Methodologie medium-low innovators, of low innovators.

Ondanks deze vooruitgang rond regionale Voor de clustering worden twee invals-
indicatoren is er nog werk aan de winkel. hoeken gebruikt. Een eerste zoekt naar

24
Vlaams Gewest Brussels Gewest Waals Gewest

Enables Medium-high High Medium-high


Firm activities High Medium-high High
Output High High High
RII Medium-high Medium-high Medium-high Figuur 4: regionale innovatieprestaties

gelijkenissen tussen de regio’s inzake per- uitgaven die geen O&O-uitgaven zijn (als tiek patroon van sterktes en zwaktes. Deze
formantie voor de indicatoren en berekent % van de omzet). tweede invalshoek identificeert de sterktes
de prestaties van elke regio. Een tweede en zwaktes van een regio.
zoekt overeenkomstigheden in het patroon De derde en laatste groep indicatoren
van sterktes en zwaktes. vormen de outputs van de innovatieactivi- De regionale kaart voor Vlaanderen
teiten. Deze meten zowel technologische gelezen
Performantie en prestatie (proces of product) als niet-technologische
innovatie (marketing of organisatie), het Voor de enablers wordt het Vlaams
De zestien indicatoren uit de EIS worden efficiënt gebruik van de middelen (tewerk- Gewest, net als het Waals Gewest, tot de
gegroepeerd in drie klassen: enablers, firm stelling in kennisintensieve diensten en ‘medium-high innovators’ gerekend. Het
activities en outputs. Daarnaast wordt ook tewerkstelling in de medium-high- en high- Brussels Hoofdstedelijk Gewest is een ‘high
de globale score voor de zestien indica- techindustrie) en ten slotte de effecten van innovator’, onder meer door een ho-
toren samen berekend, onder de noemer innovatie (nieuwe producten en nieuwe gere score op het vlak van scholingsgraad
Regional Innovation Index (RII). markten). (aandeel bevolking met diploma hoger
onderwijs). De regio’s presteren niet anders
Enablers zijn externe factoren/indicatoren Om de Reginal Innovation Index (RIII) te in 2006 dan in 2004. Uit de sterkte-zwak-
die een invloed uitoefenen bij innovatie- berekenen, krijgt elke indicator uit de drie teanalyse blijkt dat de ‘enablers’ dé sterkte
activiteiten. Voorbeelden zijn: deelname groepen een wegingscoëfficient om een vormen voor het Brussels Hoofdstedelijk
bevolking aan levenslang leren, de publieke clusteranalyse toe te passen. Een regio Gewest.
O&O-uitgaven, de toegang tot breedband- wordt dan bij een bepaalde cluster inge-
technologie, het aandeel van de bevolking deeld, bijvoorbeeld high of medium-high. Voor firm activities scoren het Waals en
met een diploma hoger onderwijs. het Vlaams Gewest als ‘high innovators’,
Sterkte- en zwaktepatroon terwijl het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
De tweede groep indicatoren vormen als ‘medium-high innovator’ aangeduid
de firm activities of indicatoren die Ook een tweede methode focust op clus- wordt. De vergelijking van de Belgische
de innovatie-inspanningen binnen de ters en de verschillen tussen regio’s, maar regionale cijfers voor 2004 en 2006 brengt
ondernemingen meten. Voorbeelden: de vanuit een andere invalshoek: overeen- geen wijzigingen mee in de clusterafba-
O&O-uitgaven van de bedrijven, het aantal komstigheden in het patroon van sterktes kening van de regio’s. De ‘firm activities’
Europese patenten per miljoen inwoners, en zwaktes. Regio’s kunnen immers vormen op basis van de sterktezwakteclus-
innovatie-activiteiten bij kmo’s (interne verschillend presteren, maar toch samen tering dé sterkte van het Vlaams en het
innovatie en samenwerking), innovatie- geclusterd worden op basis van een iden- Waals Gewest.

25
Op outputs scoren alle Belgische regio’s voor die de impact van innovatie meten. Op de
2006 als ‘high innovators’. In vergelijking indicatoren ‘nieuwe producten’ en ‘nieuwe
met 2004 scoort het Waals Gewest (toen markten’ ten opzichte van de totale omzet
‘medium-high innovator’) beter, terwijl de scoort Wallonië duidelijk beter dan Vlaande-
andere twee regio’s ook in 2004 bij de ‘high ren.
innovators’ geclusterd werden. Zowel het
Vlaams als het Waals Gewest scoren lager op Ook voor de firm activities bij de indicator
de clustering bij de indicatoren over het ef- ‘innovatie-uitgaven die geen O&O-uitgaven
ficiënt gebruik van middelen (arbeid, energie). zijn uitgedrukt als % van de omzet’ scoort
Wallonië in 2006 opmerkelijk hoger dan
De resultaten van de clusteroefening Vlaanderen. De analyse verklaart niet of de
betere prestaties effectief het gevolg zijn van
De resultaten van de clusteroefening Regional globale betere resultaten van het Waals Ge-
Innovation Index leveren voor 2006 een west, dan wel te wijten zijn aan het overwicht
lagere score op dan in 2004: het Vlaams van de CIS-indicatoren in de regionale index
Gewest zakt van ‘high innovator’ naar (zie kader). Met andere woorden: voorzich-
‘medium-high innovator’. Het Waals Gewest tigheid blijft geboden, zowel bij de verdere
en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest hand- uitwerking als bij de analyse van regionale
haven hun clusterniveau als ‘medium-high data.
innovator’. Op basis van deze analyse kunnen
geen oorzaken geïdentificeerd worden voor Peter Viaene,
de lagere clustering van Vlaanderen. Afdeling Kennisbeheer

Het Waals Gewest scoort beter in 2006


dan in 2004, zeker voor enkele indicatoren
gebaseerd op de CIS-data. Dit vertaalt zich
concreet in een hogere score voor de outputs,

Een kritische nabeschouwing duidelijk in het oog. Dit kan in het voor- of
nadeel van bepaalde regio’s spelen. Veel
Bij beide clustermethodes wordt veel zorg indicatoren vinden immers hun oorsprong
besteed aan de methodologie. Zo werd bij de CIS-data en deze indicatoren hebben
gebruik gemaakt van lineaire regressie om de vaak betrekking op kleine en middelgrote
ontbrekende regionale cijfers in te schatten. bedrijven. Dit toont nog maar eens het be-
De onderzoekers werden ook geconfron- lang aan van correcte en volledige CIS-data.
teerd met een aantal beperkingen/vaststel- De RIS is een grote stap voorwaarts, maar
lingen waarvoor afspraken vereist waren. Zo deze elementen geven aan dat de nodige
is de toewijzing van de innovatieactiviteiten voorzichtigheid geboden blijft bij de interpre-
van een onderneming met meerdere vesti- tatie van de resultaten.
gingen in verschillende regio’s een belangrijk
aandachtspunt. Alle innovatieactiviteiten van Voor meer gedetailleerde info:
de regio waar de hoofdzetel gevestigd is,
worden toegerekend aan die regio, terwijl de Het analyserapport:
innovatieactiviteiten verspreid kunnen zijn. http://www.proinno-europe.eu/www.
Daar het lokalisatieprobleem zich vaker stelt proinno-europe.eu/admin/uploaded_docu-
bij grote bedrijven, is de impact op de cijfers ments/RIS_2009-Regional_Innovation_Sco-
eerder beperkt. reboard.pdf

In enkele gevallen is het aantal ondernemin- De cijfers in detail:


gen in de nationale steekproef niet groot www.proinno-europe.eu/www.proinno-
genoeg om verder op te splitsen naar het europe.eu/admin/uploaded_documents/
lagere regionale niveau (NUTS1 of NUTS2). RIS_2009_Annex_4.xls
Soms worden de resultaten samengevoegd
met naburige regio’s om in de steekproef De methodologie
voldoende waarnemingen te hebben. www.proinno-europe.eu/www.proinno-
europe.eu/admin/uploaded_documents/
Het overwicht van de CIS-indicatoren (50%) RIS_2009_Methodology_report.pdf
in de RIS springt in vergelijking met de EIS

62 Op voorstel van de Europese Commissie en in het kader van de Lissabonstrategie, eerste versie werd in 2001 opgemaakt.
63 Eerdere versies van de RIS uit 2002, 2003 en 2006 maakten slechts een beperkte vergelijking van enkele indicatoren uit
de EIS mogelijk, daar er ook nog geen regionale gegevens uit de Common Innovation Surey (CIS) beschikbaar waren. De
vergelijking in 2009 gebeurde voor de Europese Unie en Noorwegen.
64 Indien mogelijk worden de cijfers voor 2004 en 2006 voor de variabelen vergeleken.
65 De gegevens voor België zijn beperkt tot het NUTS1-niveau: Vlaams Gewest, Brussels Hoofdstedelijk Gewest en Waals
Gewest. Voor het NUTS2-niveau (provincies) zijn er geen gegevens.

26
> Samengevat

bedrijvencentra
Zijn
nuttig voor
starters?
In opdracht van het departement EWI leverde het Steunpunt Ondernemen en Internationaal
Ondernemen (STOIO66) een studie67 op over de rol van bedrijvencentra. De doelstelling was
tweevoudig: onderzoeken wat het aanbod is van de verschillende bedrijvencentra, en nagaan in
hoeverre dit aanbod is afgestemd op de vraag van bedrijven naar infrastructuur en begeleiding.

Een bedrijvencentrum stelt kleinschalige, werd een controlegroep van ondernemin- zich op een bedrijvencentrum te vesti-
laagdrempelige huisvesting ter beschikking gen die niet op een centrum verblijven, gen, vermelden huurders de locatie, de
aan startende en groeiende ondernemingen. niet-huurders, samengesteld. De resultaten bereikbaarheid, de inplanting, de flexibiliteit
Daarbij biedt het de mogelijkheid tot een werden vergeleken met die van de huurders. van de verhuur en de gemeenschappelijke
uitgebreide dienstverlening op basis van faciliteiten. Het netwerken met andere on-
gedeelde kosten: het gaat zowel om fysieke Jonge huurders dernemingen, leveranciers en klanten wordt
voorzieningen zoals een gedeelde printer, als veel minder belangrijk gezien.
keuken en onthaal als over kantooron- In hun missie bleken de bedrijvencentra Anderzijds zien de bedrijvencentra het
dersteunende diensten zoals secretariaat, vaak verschillende klemtonen te leggen. netwerkaspect wel als een van hun belang-
telefoonpermanentie, postbedeling en Toch is er een gemeenschappelijke deler: de rijkste bijdrages. Bedrijvencentra zouden dus
managementadvies. ondersteuning van groeiende ondernemin- niet zozeer de netwerkcapaciteit van hun
gen, het bevorderen van ondernemerschap, huurders versterken, maar eerder huurders
Bedrijvencentra onderscheiden zich van de stimulering van de lokale economie en aantrekken met sterke netwerkcapaciteiten.
incubatie- en innovatiecentra en doorgangs- de creatie van tewerkstelling. Ook de focus Een andere mogelijkheid is dat huurders zich
gebouwen. Incubatie- en innovatiecentra op startende en groeiende ondernemingen onvoldoende bewust zijn van het effect van
bieden gelijksoortige diensten aan, maar hebben vele bedrijvencentra gemeen. Twee de bedrijvencentra voor hun eigen netwer-
richten zich in de eerste plaats tot bedrij- derde van de ondernemingen die op een king. Zo zouden zij de samenwerking die
ven die hoogtechnologische activiteiten bedrijvencentrum verblijven, breiden uit; ze ontstaat via een netwerkevent dat uitgaat
ontplooien, verbonden aan onderzoek & zijn nog niet als gevestigde ondernemingen van het bedrijvencentrum volledig aan
ontwikkeling. Een doorgangsgebouw is dan te omschrijven. Het resterende derde betreft zichzelf toedichten. In dat geval is de impact
weer bedoeld voor groeiende onderne- vaak dochterondernemingen of filialen van het bedrijvencentrum voor de huurders
mingen, of als tijdelijke vestiging voor een van een groter bedrijf. Het overgrote deel reëel maar onvoldoende zichtbaar.
afdeling die activiteiten in de regio wil ont- van de huurders vestigt zich immers in de
plooien. Het gaat om een ruwe bedrijfsruim- eerste twee jaar van hun bestaan op een Naar meer studie
te – soms een combinatie van kantoor en bedrijvencentrum.
atelierruimte – zonder bijkomende diensten. De doelstelling van deze studie was na
Aangeboden diensten te gaan in hoeverre het aanbod van de
Van vraag en aanbod bedrijvencentra is afgestemd op de vragen
Een aantal faciliteiten zijn wijdverspreid: die leven bij startende bedrijven. Ze laat
De eerste fase van het project omvatte een huurders gebruiken en waarderen de ver- evenwel nog een aantal vragen onbeant-
bevraging over het aanbod van de bedrij- gaderzaal, het kopieer-/faxapparaat, de ca- woord. Momenteel legt Flanders DC68 de
vencentra. Hierin werd – naast algemene fetaria/refter en het computernetwerk, net laatste hand aan een studie die hierop ver-
zaken zoals personeel, eventuele focus op als de receptie en de postdienst. Een aantal der bouwt: ‘The role of business centres for
een bepaalde industrie, financiering, aantal diensten worden door de centra overschat; entrepreneurship’. Wordt dus vervolgd.
verhuurbare ruimtes, e.d. – nagegaan welke de huurders waarderen het management-
diensten de bedrijvencentra aanbieden en advies wel, maar gebruiken het veel minder Liesbet Schruers,
hoe zij het belang ervan inschatten voor de dan de centra aangeven. Afdeling Ondernemen en Innoveren
huurders: de bedrijven die op hun centrum
verblijven. Netwerking
66 EWI-Review 1 2: 9
De tweede fase betrof de vraagzijde. Er Verwacht werd dat de huurders de be- 67 C. Vereertbrugghen, M. Knockaert, B. Clarysse, (2009), De rol van bedrij-
werd bij de huurders in een bedrijvencen- drijvencentra een belangrijke rol zouden vencentra bij het ondersteunen van groeigeoriënteerde ondernemingen:
trum onderzocht welke diensten voor hen toedichten op het vlak van netwerking. Het een vergelijking van vraag en aanbod, in :Een wetenschappelijke kijk op
Groei in Vlaanderen, Steunpunt Ondernemerschap en Internationaal
belangrijk zijn en hoe het bedrijvencentrum blijkt inderdaad dat huurders significant Ondernemen, Gent, pp. 207 – 224
hen toegevoegde waarde kan bieden. Om sterkere netwerkcapaciteiten hebben dan 68 EWI-Review 3 2: 17 – 19
die toegevoegde waarde in te schatten, niet-huurders. Als belangrijkste redenen om

27
l
> Focus op

soc i a a
Adviesorganen voor het
EWI-beleidsdomein
Parallel aan de herstructurering van de Vlaamse administratie en de Vlaamse openbare instellingen in 2000, achtte de
Vlaamse Regering het aangewezen – onder de noemer Beter Bestuurlijk Beleid (BBB) – ook het adviesstelsel te herstruc-
tureren. In de loop der jaren had zich immers in en rond de Vlaamse overheid een amalgaam ontwikkeld van al dan niet
geïnstitutionaliseerde adviescomités, overlegorganen en adviesraden.

De Vlaamse Raad voor


Wetenschap en Innovatie
Voor de beleidsvelden Wetenschap en In-
novatie koos men ervoor de Vlaamse Raad
voor Wetenschapsbeleid (VRWB) om te
vormen tot een onafhankelijke strategische
adviesraad: de Vlaamse Raad voor Weten-
Van VRWB naar VRWI

De VRWB heeft zijn plaats opgeëist in


en zijn stempel gedrukt op het weten-
schaps- en innovatiebeleid in Vlaanderen.
inn o v a
reactieve naar een veeleer stroomopwaartse
en proactieve adviesraad. Zo werd de raad
een belangrijke speler in het besluitvor-
mingsproces van de Vlaamse overheid. Dit
vertaalde zich in 134 adviezen, 34 aanbe-
schap en Innovatie (VRWI)70. De VRWB De opgang van de VRWB liep parallel velingen, 14 commentaren, 21 volumes
was al sinds 1985 hét adviesorgaan van en interactief met de organisatie van het in de VRWB-studiereek, 12 colloquia, 22
regering en parlement voor alle aangele- Vlaams wetenschaps- en innovatiesysteem. nieuwsbrieven en 5 memoranda.
genheden inzake wetenschapsbeleid. In De VRWB droeg in grote mate bij tot de
de praktijk had de VRWB zijn werkterrein uitbouw van een breed maatschappelijk De VRWI samengesteld
al verruimd naar innovatie. Dit werd ook draagvlak voor de beleidskeuze om weten-

raad
duidelijk aangegeven in het decreet. schap en innovatie als prioriteit naar voor De nieuwe VRWI – met Dirk Boogmans
te schuiven. De VRWB evolueerde in 25 als voorzitter – zal deze dubbele rol van
jaar – onder impuls van zijn opeenvolgende reactieve adviesverlening en proactieve be-
voorzitters Theo Peeters, Jef Roos, André leidssturing verderzetten en versterken. De
Oosterlinck, Roger Dillemans en Karel Vinck VRWI is een uniek forum, waar actoren uit
– van een eerder beleidsevaluerende en zowel de academische en onderzoekswe-

SERV
Opgericht in 1985 – als opvolger van de Wetenschap en Innovatie (EWI) en het be- instelling en maken gebruik van gemeen-
GERV (Gewestelijke Economische Raad van leidsveld Energie binnen Leefmilieu, Natuur schappelijke diensten en faciliteiten. Inhou-
Vlaanderen, 1970) en de ERV (Economi- en Energie (LNE). Voor het beleidsdomein delijk functioneren ze echter volledig au-
sche Raad van Vlaanderen, 1952) – is de Financiën en Begroting is de advisering over tonoom, met een andere samenstelling en
SERV hét overleg- en adviesorgaan van de het begrotingsbeleid een expliciete decre- aparte bestuursorganen. Voorbeelden zijn
Vlaamse sociale partners. In de loop der tale opdracht. Vanuit zijn overlegfunctie kan de Vlaamse Havencommissie, de Vlaamse
jaren wijzigden zijn taken en structuren ech- de raad alle onderwerpen op de agenda Luchthavencommissie, de Mobiliteitsraad
ter grondig. En ook deze raad onderging de zetten, en moet hij de overige beleidsdo- (MORA), de Strategische adviesraad voor
gevolgen van de herstructurering van het meinen opvolgen met bijzondere aandacht het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en
Vlaamse adviesstelsel in Beter Bestuurlijk voor de sociaaleconomische dimensie. De Gezinsbeleid (SAR WGG).
Beleid74. SERV verzorgt tevens het secretariaat van
het Vlaams Economisch Sociaal Overleg Hoe werkt de SERV?
Een huis met vele kamers Comité (VESOC), het overleg tussen werk-
gevers, werknemers en Vlaamse Regering. De inhoudelijke werking van de SERV als
Het SERV-decreet maakt een onderscheid Zo zijn bijvoorbeeld het Pact 202075 en het advies- en overlegorgaan is gestructureerd
tussen de rol van de SERV op het vlak van recente werkgelegenheids- en investe- rond vier clusters, die recht doen aan de
het sociaal overleg en als adviesraad, de ringsplan (WIP) grotendeels door de SERV brede taakstelling van de SERV. In de cluster
andere taken van de SERV, en de instanties voorbereid. arbeidsmarktbeleid en sociaal beleid komen
die erbij functioneren. arbeidsmarkt, onderwijs, social profit en
Daarnaast heeft de SERV nog specifieke armoede aan bod. Binnen de cluster econo-
De SERV is paritair samengesteld uit 20 taken: de opmaak van beroepscompe- mie en economisch omgevingsbeleid gaat
vertegenwoordigers: 10 uit werkgeversor- tentieprofielen en -standaarden; en het het om thema’s inzake economie, innovatie
ganisaties, 10 uit werknemersorganisaties. onderzoek in STV-Innovatie&Arbeid76 rond en sociaaleconomisch streekoverleg. Daar-
De raad functioneert als orgaan voor het innovatieve technologische en organisatori- naast is er de cluster begroting en financie-
Vlaams sociaal overleg, en tegelijk ook als sche ontwikkelingen in het bedrijfsleven. ring, en de cluster regulering en marktorde-
strategische adviesraad voor de beleidsdo- ning, die werkt rond onderwerpen zoals de
meinen Diensten Algemeen Regeringsbeleid Ten derde hebben verschillende andere werking van de overheid, energie, milieu,
(DAR) en Werk en Sociale Economie (WSE), instanties een plaats bij de SERV. Zij vallen ruimtelijke ordening, wonen en media.
het beleidsveld Economie binnen Economie, onder de rechtspersoonlijkheid van de

28
overleg
Een belangrijk principe bij de hervorming
van het stelsel, was dat de adviesraden
afgestemd moesten zijn op de bestuurlijke
organisatie van de Vlaamse overheid. Men
streefde in de mate van het mogelijke
naar de oprichting van één strategische
adviesraad per beleidsdomein69. Ondertus-
adviesraden werden opgericht, bestaande
adviesraden werden omgevormd tot
strategische adviesraden of opgeheven en
geïntegreerd in nieuwe structuren.

Hieronder stellen we de twee adviesraden


voor het EWI-beleidsdomein voor. De
vatie (VRWI) voor de beleidsvelden We-
tenschap en Innovatie bouwt voort op de
de traditie van beleidsadvisering door de
Vlaamse Raad voor Wetenschapsbeleid.
De SERV of Sociaal-Economische Raad
van Vlaanderen fungeert als strategische
adviesraad voor het beleidsveld Economie.

atie
sen bewoog heel wat: nieuwe strategische Vlaamse Raad voor Wetenschap en Inno-

reld als uit de sociaal-economische middens steunt de VRWI op twee permanente Op vraag van de Vlaamse minister van
nadenken over de algemene krachtlijnen commissies: de commissie Wetenschapsbe- Innovatie werkt de VRWI een strategische
van het wetenschaps- en innovatiebeleid leid en de commissie Innovatiebeleid. Een innovatieagenda op middellange termijn
in Vlaanderen. De VRWI telt 20 stemge- expertengroep Indicatoren en Begroting uit, gericht op het ondersteunen van de
rechtigde raadsleden, die door de Vlaamse analyseert jaarlijks de begroting Weten- transformatie van de economie73. De VRWI
Regering benoemd worden voor vier jaar. schap en Innovatie en buigt zich over de richt hiertoe innovatieregiegroepen op.
Verder nemen zes ambtshalve leden aan indicatoren voor de opvolging van het De VRWB verrichtte al belangrijk werk
de vergadering deel met raadgevende Innovatiepact71. in die zin. De verkenningsstudie over de
stem. De VRWI-staf, bestaande uit acht prioriteiten voor Technologie en Innovatie
personen, ondersteunt en coördineert de Plannen voor 2010 in Vlaanderen mondde in 2006 uit in de
werkzaamheden. definitie van zes technologie- en innova-
De samenstelling van de International tieclusters. Deze werden verder verfijnd en
Een belangrijke nieuwigheid is de op- Advisory Board (IAB) staat hoog op de uitgediept tot tien innovatiespeerpunten.
richting van een internationale reflectie- agenda 2010 van de VRWI. Met de De innovatieregiegroepen liggen in het
kamer in de schoot van de VRWI. Deze uitdagingen waar we voor staan en de verlengde hiervan. De eerste innovatie-
International Advisory Board (IAB) wordt strategische keuzes die zich onvermijdelijk regiegroepen worden opgericht rond de
samengesteld uit minstens drie topexper- opdringen, is een onafhankelijke, interna- thema’s: automotive en voertuigindustrie,
ten, werkzaam buiten België. Vanuit een tionale toets door buitenlandse topexper- duurzame chemie en sociale innovatie.
internationale invalshoek formuleert de IAB ten cruciaal. Daarnaast is een visietekst
adviezen over de positie van het Vlaamse gepland op de internationalisering van het Eva Van Maele,
wetenschaps- en innovatiebestel, over de Vlaams wetenschaps- en innovatiebeleid; VRWI
uitdagingen waarmee het geconfronteerd opstart van een adhocwerkgroep EU-8-KP
wordt, en mogelijke antwoorden hierop. over een volgende ronde van het Europese
Voor de voorbereiding van zijn adviezen kaderprogramma72…

ecaono
De inhoudelijke aansturing gebeurt via gevolgd door economie en innovatie, rond het thema innovatie en rol van de
jaarlijkse werkprogramma’s, die halfjaarlijks bestuurzaken en onderwijs. Verder heeft de sociale partners, samen met het Europese
worden geactualiseerd. Ze bevatten de SERV de voorbije legislatuur 57 rapporten Economisch en Sociaal Comité, de andere
projecten en activiteiten die de SERV op en adviezen op eigen initiatief gepubliceerd. regionale sociaal-economische raden en de

m
eigen initiatief verricht, samen met een Thema’s die de raad daarin aansneed, had- Centrale Raad voor het Bedrijfsleven.
inventaris van verwachte adviesvragen den vooral betrekking op werk, econo-
van de Vlaamse Regering of het Vlaams mie en begroting, maar ook op energie, Peter Van Humbeeck,
Parlement. In de praktijk gaat de SERV ruimtelijke ordening, mobiliteit, bestuursza- SERV
niet op elke adviesvraag in, maar enkel op ken, leefmilieu, algemeen regeringsbeleid,
die ‘die ertoe doen’. Daarvoor gebruikt de onderwijs en welzijn.
SERV enkele criteria die de oriëntatie op
belangrijke sociaal-economisch dossiers en Plannen voor 2010
strategische discussies verzekeren. Zo wordt
ook ruimte gecreëerd voor eigen studies en Het werkprogramma voor 2010 bevat
proactieve adviezen. initiatieven in elk van de vermelde clusters.
69 Het kader werd vastgelegd in het Decreet tot regeling van strategische
Enkele belangrijke thema’s in de eerste jaar- adviesraden van 18 juli 2003.
Resultaten (2004-2009) helft zijn: de doorgroei van Vlaamse onder- 70 Dit werd geregeld in het Decreet voor de organisatie en financiering van
nemingen met behoud van hun beslissings- het wetenschaps- en innovatiebeleid van 30 april 2009, dat in werking
De SERV ontving de voorbije legislatuur centrum in Vlaanderen, een doorlichting trad op 1 januari 2010.
397 adviesvragen. Ze waren verdeeld over van de subsidies voor de ontwikkeling en 71 EWI-Review 3 1: 18 – 19
alle dertien beleidsdomeinen, met EWI (30 het beheer van bedrijventerreinen, een eva- 72 EWI-Review 2 1: 30 – 33
adviesvragen) op de derde plaats na milieu/ luatie van het hernieuwbare-energiebeleid, 73 Zie ook p. 48
energie en onderwijs. Gemiddeld kreeg de versnelling van investeringsprojecten en 74 Dat leidde tot een nieuw SERV-decreet dat in werking trad op 1 januari
de SERV 27 dagen tijd om een advies te een evaluatie van het Vlaams fiscaal beleid. 2009.
geven. Voor ongeveer 20% van de advies- De SERV is ook betrokken bij de operatio- 75 EWI Review 3 3: 24 – 25 & 35
vragen gaf de regering 10 dagen of minder. nalisering van het Pact 202077, het WIP en 76 Zie ook p. 30
De SERV bracht 224 adviezen uit en 173 de Staten-Generaal Industrie78. In het kader 77 EWI Review 3 3: 24 – 25 & 35
korte briefadviezen. De meeste ‘echte’ van het Belgische voorzitterschap van de 78 Zie ook p. 48
adviezen gingen over milieu en energie, EU organiseert de SERV in juli een seminarie

29
Innovatieve
arbeidsorganisatie
loont!
Sinds 1984 voert de Stichting Innovatie &
Arbeid – ingebed in de SERV79 – in opdracht
van de Vlaamse sociale partners paritair on-
derzoek uit naar nieuwe, innovatieve vormen
van bedrijfs- en arbeidsorganisatie. Verschil-
lende onderzoeksresultaten worden gebruikt
voor het monitoren van specifieke doelstel-
lingen in het Pact 202080.

Dikwijls wordt innoveren gelijkgesteld aan taakinhoud van de werknemers. Slechts & Arbeid uitvoert84 leert ons dat in de
het benutten van technologische nieuwig- enkele arbeiders hadden nog de kennis periode 2001-2007 het aantal onderne-
heden: in productieprocessen (bijvoor- om meer complexe machinetaken uit te mingen dat volgens het teamconcept is
beeld het automatiseren van complexe voeren, de andere taken waren daardoor georganiseerd stabiel blijft: rond de 45%.
bewerkingen); of in producten (bijvoor- noodgedwongen eerder routineus. Via een Er is wel een verschil volgens sectorcluster:
beeld gebaseerd op nanotechnologie); of goed onderbouwd plan, waarin communi- in de metingen van 2001, 2004 en 2007
in diensten (bijvoorbeeld via nieuwe ICT- catie met en betrokkenheid van ploegba- is teamwerk het verst doorgevoerd in de
toepassingen). Technologisch innoveren is zen en operatoren centraal stond, slaagde cluster Onderwijs, Overheid en Social
zonder twijfel een belangrijke component men erin om zowel een grotere polyvalen- Profit (in respectievelijk 64%, 54% en
van een innovatiebeleid, maar innove- tie bij de medewerkers te bereiken, als een 58% van de organisaties). In de industrie
ren is meer dan dat. Sleutelen aan de meer gevarieerde taakinvulling. Dit leidde gaat het om 24%, 31% en 31% van de
arbeidsorganisatie waardoor medewerkers op zijn beurt tot meer gemotiveerde werk- ondernemingen. Dat teamwerk in deze
hun competenties beter kunnen inzetten nemers en een performantere organisatie. organisaties en ondernemingen stevig is
en zich minder gestresseerd voelen; het verankerd. blijkt uit het hoge percentage
voeren van een doordacht competentiebe- Vooral die onderlinge samenhang tussen teams die op vaste basis zijn georganiseerd
leid of het beter afstemmen van arbeid en verschillende aspecten van bedrijfsvoering (tussen de 80 à 85%). Maar een belang-
privésfeer. Het zijn maar enkele voorbeel- is belangrijk. In dit geval leidde bredere rijke trend is de duidelijke toename in de
den van niet-technologische innovaties die en ruimere competenties aanleren tot een bevoegdheden die aan teams worden
men vat onder de algemene term ‘sociale keten van verbeteringen op het vlak van toegewezen. In 2007 hadden bijvoorbeeld
innovatie’81. kwaliteit van de arbeid en performantie 90% van de teams de bevoegdheid voor
van de onderneming. Inbedding in de visie het bepalen van de onderlinge werkverde-
Competentiebeleid afstemmen op de van het bedrijf is essentieel voor dergelijke ling (58% in 2001), 85% kon de eigen
arbeidsorganisatie sociale innovatie. Want wat baat het om werkmethode bepalen (55% in 2001),
de competenties van medewerkers te 69% was bevoegd voor kwaliteitscontrole
Deze brede invulling van innovatie heeft verhogen als ze die competenties nadien (37% in 2001), 61% voor het organiseren
al voet aan de grond in heel wat Europese niet zinvol kunnen gebruiken in een aan- van opleiding (32% in 2001) en 30% kon
lidstaten82, maar ook in Vlaanderen heb- gepaste arbeidsorganisatie? de eigen teamleider aanstellen85.
ben bedrijven en organisaties er veel be-
langstelling voor. Zo verzamelde de SERV Dankzij teamwerk een betere benutting Motieven om de bedrijfs- of arbeidsor-
vorig jaar meer dan honderd inspirerende van competenties ganisatie te veranderen kunnen sterk
voorbeelden van competentiebeleid83. variëren: kosten besparen, sneller werken,
Andere ondernemingen en organisaties beter benutten van de competenties van
Bij Brouwerij Martens, bijvoorbeeld, sleutelen rechtstreeks aan de arbeidsorga- de medewerkers. Ondernemingen of
werd vastgesteld dat een kennisgap was nisatie door de invoering van bijvoorbeeld organisaties die teamgeorganiseerd zijn,
ontstaan door het vertrek van heel wat teamwerk, waarbij meer bevoegdheden scoren significant hoger op het motief ‘be-
oudere en ervaren werknemers in 2003. aan de teamleden worden toegekend. ter benutten van competenties’. Ook hier
Dit had negatieve gevolgen op zowel de De driejaarlijkse Technologie-Organisatie- zien we een samenhang tussen diverse
performantie van de organisatie als op de Arbeid-enquête die de Stichting Innovatie aspecten van bedrijfsvoering.

30
> Even uitgelegd

Hoge arbeidskwaliteit is goed voor werk- Kortom, de begrippen ‘innovatieve Paul Berckmans,
nemers en bedrijven arbeidsorganisatie’ en ‘sociale innovatie’ Stichting Innovatie & Arbeid
dekken een ruime lading, maar ze vormen
Sociale innovatie heeft ook te maken een belangrijk facet van het globale in- Voor meer informatie:
met het verhogen van de ‘werkbaar- novatief doen en denken. www.serv.be/stichting
heid’ of de kwaliteit van de arbeid. In de
Vlaamse ‘werkbaarheidsmonitor’ (WBM)86
wordt de kwaliteit van de arbeid in kaart
gebracht via vier kenmerken van de job:
psychische vermoeidheid; welbevinden
in het werk (is het werk motiverend
genoeg?); leermogelijkheden op de
werkplek; en de werk-privébalans. Een job
die op elk van deze kenmerken ‘goed’ (of
niet problematisch) scoort, beantwoordt
aan de omschrijving van een ‘werkbare’
job. In 2001 was dit het geval bij 52% van
alle jobs in Vlaanderen. In 2007 was dit
gestegen tot 54%. Er zijn natuurlijk sterke
nuances naargelang de sector, het beroep,
de leeftijd, contracttype, enz.

Belangrijk is dat in de werkbaarheidsmo-


nitor ook de risico’s worden gemeten die
aan de basis kunnen liggen van een slech-
te kwaliteit van de job: werkdruk, emotio-
nele belasting, taakvariatie, autonomie in
het werk, ondersteuning door de directe
leiding en arbeidsomstandigheden. Daar-
mee worden tegelijk ook oplossingspistes
gesuggereerd. De problemen verschillen
naargelang de sector. Zo zijn gemiddeld
40% van de jobs in de gezondheids- en
welzijnssector problematisch emotioneel
belastend, tegenover slechts 6% in textiel
en confectie. Deze laatste hebben dan
weer een hogere problematische score
voor ‘autonomie in de job’: namelijk 36%
tegenover 19% in de gezondheids- en
welzijnssector.

Een goede jobkwaliteit komt niet alleen


de werknemer ten goede, maar ook de
onderneming: 14% van de werknemers
met twee of meer ‘knelpunten’ hebben 79 Zie ook p. 28
gemiddeld drie of meer ziekteverloven per 80 EWI Review 3 3: 24 – 25 & 35
jaar, tegenover slechts 4% van de werkne- 81 Voor een beknopt overzicht zie: Berckmans Paul: De verruiming van het innovatiedenken en –doen en de rol daarbij van
de Vlaamse sociale partners. In: De Cock Olivier (eindred.): Strategische intelligentie over innovatie in Vlaanderen, IWT-
mers met een werkbare job. 22% van de Studies n°57, Brussel, 2007, p. 80-92.
werknemers met twee of meer proble- 82 Bamps Hadewych en Berckmans Paul: Overheidsbeleid ter stimulering van organisatie-innovatie in bedrijven: lessen uit
men heeft de intentie de onderneming het buitenland. SERV/Stichting Innovatie & Arbeid, Brussel, 2005, 155 p.
te verlaten, tegenover slechts 2% van de Baisier Leen: Organisatievernieuwing in de praktijk. Voorbeelden uit Finland, Nederland, Ierland, Duitsland en België.
SERV/Stichting Innovatie & Arbeid, Brussel, 2007, 209 p.
werknemers met een kwaliteitsvolle job87.
83 Inspirerende voorbeelden van competentiebeleid, SERV, Brussel, 2009, 184 p.

Bedrijven en organisaties in Vlaanderen 84 Een telefonische enquête bij bedrijfsverantwoordelijken of HR-managers, over kennis over en toepassing van bedrijfs- en
arbeidsorganisatorische concepten, managementstrategieën en HR-praktijken. Eind dit jaar wordt de vierde meting ge-
nemen al heel wat initiatieven, bijvoor- houden. Voor de trends: Hellings Sandra, Delagrange Hendrik: Nieuwe vormen van werkorganisatie. Trends 2001-2004-
beeld op het vlak van het verbeteren van 2007. SERV/Stichting Innovatie & Arbeid, Brussel, 2008, 28 p.
de werk-privébalans via deeltijds werken, 85 Delagrange Hendrik, Hellings Sandra: Teamwerk in ondernemingen en organisaties met minstens 10 werknemers. TOA
tijdskrediet, glijdende werkuren, sprei- 2001-2010. SERV/Stichting Innovatie & Arbeid, Brussel, 2009, 41 p.
ding van de arbeidsduurverkorting, enz. 86 Driejaarlijks worden 20.000 werkende Vlamingen bevraagd via een schriftelijke vragenlijst. De eerste meting gebeurde in
2003 (respons 60,6%), de tweede in 2007 (respons van 53,3%). Dan werd ook de werkbaarheidsmonitor voor zelfstan-
Werkgevers zijn bereid om verregaand dige ondernemers afgenomen (6.000 respondenten, respons van 40%). Dit jaar worden beide enquêtes herhaald. Het
tegemoet te komen aan vragen van Pact 2020 voorziet metingen in 2013, 2017 en 2020.
werknemers, omdat er een win-winsituatie 87 Data van 2004
ontstaat: de werknemers zijn meer te- 88 Verdonck Gert: Bedrijfsorganisatie en werk-privébalans. Temporele flexibiliteit: voorbeelden van win-winsituaties. Brussel,
vreden en gemotiveerd in hun job en het SERV/Stichting Innovatie & Arbeid, 2010, 111 p.
productieproces verloopt efficiënter88.

31
> Voor het voetlicht

inbo
Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek

INBO in de bres voor


biodiversiteit
2010 is door de Verenigde Naties uitgeroepen tot het Internationaal
Jaar van de Biodiversiteit. De variatie van het leven op aarde en
de veelheid en verscheidenheid in genen, soorten en ecosystemen
wordt bedreigd, dat is bekend. Het Instituut voor Natuur- en Bos-
onderzoek (INBO), een wetenschappelijke instelling van de Vlaamse
overheid, doet onderzoek naar de instandhouding, de bevordering
en het duurzaam gebruik van biodiversiteit. Op die manier onder-
steunt het INBO het beleid bij de inspanningen om de achteruitgang
terug te dringen.

32
Het INBO ontstond in 2006 uit de samen- vissersploegen van het INBO overuren om De wetenschappelijke afdelingen worden
voeging van het Instituut voor Natuur- de evolutie van het visbestand te monitoren geflankeerd door de afdeling Advies en In-
behoud en het Instituut voor Bosbouw en naar aanleiding van het stilleggen van het formatie, waarin de laboratoria en de groep
Wildbeheer. Een onderzoeksinstelling met Waterzuiveringsstation Brussel-Noord. Ook kwaliteitszorg de nodige ondersteuning
geschiedenis dus, maar ook met de blik op het biodiversiteitsgerelateerd onderzoek bieden. Ook het rapporteren en adviseren
de toekomst. Precies met het oog op die op het vlak van klimaatwijziging valt onder over de natuur – een andere kerntaak van
toekomst, werd het INBO de voorbije twee deze categorie. het INBO – behoort tot deze afdeling, net
jaar grondig gereorganiseerd. Een nieuwe Tenslotte blijft het INBO in zeer beperkte zoals het steeds belangrijker wordende
toekomstvisie werd geconcretiseerd in een mate basisonderzoek uitvoeren. Dat kent Informatie- en Datacentrum.
Strategienota waarin de bakens worden geen onmiddellijke toepassing, maar is een
uitgezet voor de periode 2009-2015. De opstapje naar toekomstig vraaggestuurd, Zowel bij de ideeën en het onderzoek
strategie richt zich op hoogwaardig beleids- toegepast onderzoek. als bij de vertaling naar het beleid ligt de
relevant onderzoek. klemtoon op innovatie. De ontwikkelin-
Afdelingen en onderzoeksgroepen gen in het wetenschappelijk onderzoek
Vier soorten onderzoek op het gebied van biodiversiteit gaan zeer
De laatste twee jaar was INBO in bewe- snel. INBO volgt deze op de voet, onder
Om het beleid maximaal te ondersteunen, ging; sinds begin 2010 staat de nieuwe andere door deel te nemen aan Europese
is een mix van verschillende types onder- structuur op poten. Twee wetenschappelijke onderzoeksprojecten, waarin het vaak een
zoek nodig. Het grootste deel van de in- afdelingen, die beide bestaan uit vijf onder- leidende rol op zich neemt. Om de vertaling
spanningen gaat naar toegepast onderzoek. zoeksgroepen, concentreren zich op Beheer van nieuwe technieken en concepten naar
Vertrekkend van de twaalf strategische en Duurzaam Gebruik van de Natuur en de praktijk mogelijk te maken, moet een
doelstellingen van het INBO (zie kader) Biodiversiteit en Natuurlijk Milieu. wetenschappelijke instelling over de muur
werd een lijst opgesteld van onderzoek dat durven kijken. Het INBO schakelt daarom
noodzakelijk is voor een optimaal beleid. De afdeling Beheer en Duurzaam Ge- ook onderzoekers uit de sociale en econo-
Dat onderzoek wordt aangevuld door bruik onderzoekt populaties, soorten en mische wetenschappen in. Alleen zo groeit
vraaggestuurd onderzoek, waarbij INBO ecosystemen onder invloed van verschil- aandacht voor de biodiversiteitsgerelateerde
kijkt naar evoluties in Vlaanderen, Europa lende beheermaatregelen, in functie van belangen van iedereen.
en daarbuiten, en een antwoord biedt op het behoud, herstel of de ontwikkeling
de daaruit voortvloeiende kennisvragen. van biodiversiteit en in functie van het Dezelfde openheid hanteert het INBO wan-
Daarnaast is er ook ruimte voor innovatief duurzame gebruik en beheer van natuur neer het gaat over de samenwerking met
onderzoek dat wat verder afstaat van het en bos door belanghebbenden. Daarnaast enerzijds de collega’s van het departement
hier en nu. Dit draagt meer risico en richt bouwt de afdeling ook nieuw onderzoek Leefmilieu, Natuur en Energie (het Agent-
zich meer op de langere termijn. Het biedt uit, gericht op de relaties tussen biodiversi- schap voor Natuur en Bos, de Vlaamse
perspectieven op het verkennen van nieuwe teit en maatschappij. Milieumaatschappij, de Vlaamse Land-
wegen, maar draagt grotere faalkansen in De afdeling Biodiversiteit en Natuurlijk maatschappij) en anderzijds departementen
zich – een zorgvuldige evenwichtsoefening. Milieu richt zijn onderzoek op de evaluatie buiten het milieudomein (Waterwegen &
Er is ook een budgettaire marge voorzien en de optimalisatie van het gebiedsgerichte Zeekanaal, De Scheepvaart nv, enzovoort).
om snel te kunnen inspelen op kennisvra- beleidsinstrumentarium. Het onderzoek Daarnaast staat het INBO ook dicht bij de
gen die voortkomen uit actuele ontwikke- gebeurt op verschillende niveaus: gen, eindgebruiker, die kan rekenen op onze
lingen en knelpunten – het actueel onder- populatie, soort, levensgemeenschap en snelle inzetbaarheid. Het instituut heeft het
zoek. Eind 2009 bijvoorbeeld draaiden de ecosysteem. algemeen belang voor ogen, en kan zorgen
voor een grote continuïteit op het vlak van
onderzoek, kennisaanbod, databeheer en
12 strategische doelstellingen monitoring. Zo draagt het bij tot middel- en
Het INBO: langetermijndenken over het beleid.
1. is een performante instelling
2. coördineert natuur- en bosonderzoek Het INBO wil meer dan alleen uitstekend
3. communiceert over wetenschappelijk onderzoek wetenschappelijk onderzoek verrichten.
4. rapporteert over natuur en bos en evalueert het beleid Dat onderzoek moet ook gekaderd worden
5. beheert gegevens en maakt ze toegankelijk met aandacht voor alle gebruikers van de
6. verleent wetenschappelijk onderbouwd advies natuur. Het is immers ook na 2010 es-
7. monitort en onderzoekt de diversiteit van soorten en ecosystemen sentieel dat iedereen op een verantwoorde
8. monitort en onderzoekt genetische diversiteit en duurzame manier omspringt met onze
9. monitort en onderzoekt de wisselwerking tussen biotische en abiotische elementen biodiversiteit.
10. doet onderzoek naar ecologisch beheer
11. doet onderzoek naar duurzaam gebruik en beheer van natuur en bos Koen Van Muylem,
12. doet onderzoek naar biodiversiteit en maatschappij Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek
(INBO)

1. Laboratorium
Het moleculair-genetisch en in-vitro INBO-laboratorium
doet onderzoek rond genetische diversiteit van popu-
laties en soorten, en ondersteunt de veredeling van
boomsoorten en de aanleg van genenbanken.

2. Calibreren van populieren


Calibreren van geselecteerde populieren in de INBO-
kwekerij in Grimminge.

3. Elektrisch vissen
Bij elektrisch vissen worden de vissen verdoofd door
het water lichtjes onder stroom te zetten. Ze kunnen
vervolgens makkelijk gevangen, geteld en opgemeten
worden. Daarna worden ze weer in de rivier gezet.
2 3 © Yves Adams / Vilda

33
> De Steunpunten Beleidsrelevant Onderzoek

milieu
Wat doet ons
met onze gezondheid?
Het Steunpunt Milieu en Gezondheid is een samenwerkingsverband tussen alle
Vlaamse universiteiten en verschillende onderzoeksinstellingen. Sinds 2001 voert het
– in opdracht van de Vlaamse ministers van Volksgezondheid, Leefmilieu en Weten-
schap – onderzoek uit naar het verband tussen milieuvervuiling en de gezondheid.

34
Onze gezondheid is een kostbaar goed. zonder geregistreerde vervuilingsbronnen
Niet alleen onze manier van leven en als afvalstorten en autosnelwegen. Astma
onze erfelijkheid, maar ook ons leefmilieu bleek dan weer meer voor te komen in
heeft invloed op hoe gezond we zijn. stedelijke agglomeraties.
Zeker wanneer we denken aan moderne
beschavingsziekten zoals kanker, astma, Uit de studie bleek ook dat de blootstelling
onvruchtbaarheid en suikerziekte. Een aan vervuilende stoffen in verband kan
goede gezondheid vereist een goed milieu. worden gebracht met bepaalde gezond-
De vraag om grootschalig gecoördineerd heidseffecten. Zo bleek astma bij jongeren
onderzoek te voeren naar de impact van voor te komen met hogere cadmium- en
het milieu op de gezondheid is daarom loodwaarden in het bloed. Bovendien
vanzelfsprekend. vertoonden jongens met een hogere bloot-
stelling aan PCB’s en gechloreerde pestici-
Eind 2000 besliste de Vlaamse overheid den een versnelde puberteitsontwikkeling.
om de wetenschappelijke expertise rond Terwijl moeders met hogere serumwaarden
milieu en gezondheid structureel samen te van PCB’s, dioxines en hexachloorbenzeen
brengen in het eerste Steunpunt Milieu en meer vruchtbaarheidsproblemen vermeld-
Gezondheid (2001-2006). De doelstel- den. Bij jongeren en volwassenen werd
ling? Het vermijden van gefragmenteerde meer DNA-schade vastgesteld indien er
inspanningen en het maximaal gebruikma- een hogere blootstelling was aan lood,
ken van de aanwezige kennis inzake milieu cadmium of polyaromatische koolwater-
en gezondheid. Het steunpunt diende dus stoffen (PAK’s).
te functioneren als een kennisinstituut: het
onderzocht, paste bestaande kennis toe Omdat het steunpunt beleidsgericht
en integreerde de wereldwijd beschikbare onderzoek verricht met een belangrijke
kennis in samenspraak met de beleidsma- maatschappelijke finaliteit, moest met de
kers. Aangezien milieu en gezondheid ook resultaten iets gebeuren. Het steunpunt
op maatschappelijk en sociaalwetenschap- ontwikkelde – in overleg met de overheid
pelijk gebied in volle ontwikkeling is, had – een faseplan om de biomonitoringsresul-
het steunpunt ook een publieke taak te taten op een gestructureerde, participatie-
vervullen. ve en transparante manier te vertalen naar
het beleid. Dit leidde eind 2009 tot twee
Het Steunpunt Milieu en Gezondheid van concrete actieplannen: enerzijds rond de
de tweede generatie, dat in 2007 werd problematiek van gechloreerde verbindin-
opgestart, kan worden beschouwd als een gen, anderzijds rond het toenemen van de
logisch vervolg. Het verricht verschillende astma-incidentie in stedelijke omgeving.
onderzoeken, op basis van de kennis en
de ervaring die in de jaren voordien zijn Het nieuwe biomonitoringsprogramma
opgebouwd. (2007-2011) wil de blootstelling aan
vervuilende stoffen nog beter evalueren,
Biomonitoringsprogramma: vingers op de vergelijken en opvolgen. Daarom werd
wonden in mei 2008 op de eerste plaats een
referentiebiomonitoring opgestart: een
Het Vlaams Humaan Biomonitoringspro- humane biomonitoringscampagne die een
gramma is daarvan het grootste voorbeeld. beeld moet opleveren van de milieuge-
In de periode 2002-2006 werd een eerste zondheid van de gemiddelde Vlaming.
biomonitoringscampagne gevoerd bij Deelnemers uit drie leeftijdsgroepen in
ongeveer 1.200 baby’s en moeders, 1.600 heel Vlaanderen namen deel: moeders met
jongeren en 1.600 volwassenen. Aan elk hun pasgeborenen, jongeren van 14 en
van hen werd gevraagd een vragenlijst 15 jaar en mannen en vrouwen tussen 20
in te vullen over voedingsgewoontes, en 40 jaar. In deze campagne werden veel
hobby’s, algemene gezondheid, woon- meer polluenten gemeten dan in het eerste
omgeving en de persoonlijke beleving biomonitoringsprogramma: naast de goed
van gezondheidsrisico’s in verband met gekarakteriseerde vervuilende stoffen –
milieuvervuiling. Daarnaast stond elke zoals zware metalen en POP’s (Persistente
deelnemer ook een bloed- en/of urinestaal Organische Polluenten) – zijn ook stoffen
af. In deze campagne werd getoetst of het opgenomen die pas de laatste decennia in
wonen in verschillende regio’s in Vlaande- het milieu terechtkwamen (bijvoorbeeld
ren in verband kon worden gebracht met afkomstig van nieuwe pesticiden), waar-
vervuilende stoffen in het lichaam en het over slechts weinig geweten is.
effect daarvan op de gezondheid. Dit bleek
effectief zo te zijn. Zo bleken de gehaltes Eenmaal de gegevens over de aanwezig-
van gechloreerde koolwaterstoffen (PCB’s, heid van vervuilende stoffen in de gemid-
dioxines, HCB en p,p’-DDE) bijvoorbeeld delde inwoner van Vlaanderen zijn ver-
verhoogd te zijn in de landelijke gebieden zameld, kunnen deze worden vergeleken
– gebieden met minder dan 250 inwoners met gegevens uit welgekozen aandachts-
per km2, met minder dan 5% industrie en gebieden: ‘hotspots’ waar bezorgdheid

35
heerst over de milieudruk en de impact Soms worden beleid en administraties ver- de bloedvaten kunnen verstoppen. Dit kan
ervan op de gezondheid. Zo ging vorig jaar rast door problemen. Ook in die gevallen leiden tot een hart- of herseninfact.
een humane biomonitoringscampagne van wordt wetenschappelijk beleidsadvies ge-
start bij veertien- en vijftienjarigen in het geven aan de opdrachtgevende overheid. De onderzoeksresultaten leren dat mensen
industriegebied van Genk-Zuid. In Menen Voorbeelden hiervan zijn de vraagbaakrap- die dichter bij een drukke weg wonen,
zal dit jaar nog een campagne starten bij porten over de gezondheidseffecten van meer koolstofdeeltjes in de longcellen heb-
dezelfde leeftijdsgroep. sporten in een stedelijke omgeving of de ben. Dit wijst erop dat koolstoflading in
impact van wonen in de buurt van een longcellen een merker is voor blootstelling
Vraagbaak, gestructureerd én ad hoc spuitcabine. aan fijnstofdeeltjes. Vervolgens bleek dat
de diabetespatiënten met meer koolstof-
Een beleidsveld met de ontwikkelingssnel- Fijn stof – grote gevolgen? deeltjes in de longcellen, meer geoxideerde
heid en de maatschappelijke gevoeligheid LDL-deeltjes in het bloed hadden. Geoxi-
van milieu en gezondheid, heeft nood aan In Vlaanderen wordt de blootstelling deerde LDL-deeltjes (low density lipopro-
proactieve en vraaggestuurde weten- aan luchtverontreiniging ervaren als een tein) vormen een belangrijke maat voor de
schappelijke ondersteuning. De vraagbaak van de belangrijkste problemen voor de ontwikkeling van slagaderverkalking. Het
is hét aanspreekpunt voor de Vlaamse gezondheid. Fijnstofdeeltjes zijn – wat de zou dus kunnen dat mensen die gedurende
overheid. Die beantwoordt kortetermijn- gezondheidsrisico’s betreft – de belangrijk- langere tijd meer worden blootgesteld aan
vragen, maar voert ook literatuurstudies ste vervuiler. Ze bevorderen en verergeren fijn stof, meer kans hebben op de ontwik-
uit over relevante en belangrijke milieu- hart- en luchtwegklachten, veroorzaken keling van slagaderverkalking. Bovendien
en gezondheidsthema’s. Zo werd in het longkanker en belemmeren de ontwik- bleek dat personen met een grotere hoe-
verleden bijvoorbeeld door de Vlaamse keling van de longen bij kinderen. Uit veelheid geoxideerde LDL-deeltjes vaker in
overheid advies gevraagd over de impact verschillende studies blijkt dat mensen met de buurt van een drukke weg wonen.
van het binnenmilieu op het chronisch diabetes gevoeliger zijn voor de effecten
vermoeidheidssyndroom (CVS) of over van fijn stof. Daarom voert het steunpunt Verminderde vruchtbaarheid, milieu en
de gezondheidseffecten van gsm-gebruik een studie uit bij diabetespatiënten waarbij tandvullingen: zoek de link
door kinderen. enerzijds naar het effect van fijn stof
op de longen en op de bloedstolling en Verschillende vervuilende stoffen in ons
In de eerste plaats wordt de horizon anderzijds naar de ontwikkeling van slag- leefmilieu hebben hormoonverstorende
proactief gescreend op nieuwe topics aderverkalking wordt gekeken. Indien het eigenschappen. De toenemende blootstel-
met maatschappelijke en beleidsmatige bloed te snel stolt, heeft de patiënt mo- ling hieraan in onze Westerse samenleving
relevantie. Ten tweede wordt ook de gelijk meer risico op het ontwikkelen van kan een rol spelen in de toename van
wetenschappelijke literatuur over deze hart- en vaatziektes, waaronder beroerte vruchtbaarheidsproblemen bij de man én
onderwerpen nauwgezet gevolgd, zodat en hartinfarct. Slagaderverkalking is een de vrouw. Het Steunpunt Milieu en Ge-
wetenschappelijk gefundeerde beleidsad- ziekte die de bloedvaten vernauwt of de zondheid voert twee patiëntenstudies uit:
viezen geformuleerd kunnen worden. kans op bloedklonters verhoogt, waardoor zowel bij mannen als bij vrouwen wordt

36
door middel van humane biomonitoring en zware metalen. Daarnaast worden ook gegevens kunnen een belangrijke aanvul-
nagegaan of patiënten met verstoorde een aantal nieuwere polluenten gemeten: ling of nuancering bieden bij de bestaande
vruchtbaarheid meer zijn blootgesteld gebromeerde vlamvertragers, weekmakers literatuur. Zo toonden verkennende
aan hormoonverstorende stoffen dan een en perfluorderivaten. Deze stoffen worden analyses door het eerste steunpunt dat
controlegroep. in de literatuur in verband gebracht met laagopgeleiden soms hogere, maar soms
verminderde vruchtbaarheid bij de man, ook lagere concentraties van polluenten in
In de mannelijke case-controlstudie wor- verstoorde menstruatie en borstkanker hun lichaam hadden. De Vlaamse resulta-
den patiënten en controles geselecteerd op bij de vrouw. In een extra onderzoeksluik ten zijn dus geen eenduidige bevestiging
basis van hun spermakwaliteit. De ‘cases’ wordt nagegaan of patiënten met ver- van de literatuur rond sociale ongelijkheid
zijn 75 mannen met een verstoorde sper- stoorde vruchtbaarheid meer tandvullingen bij milieuvervuiling, maar illustreren veeleer
makwaliteit, die niet is toe te wijzen aan hebben, en op deze manier mogelijk meer de complexiteit van mechanismen tussen
een aangeboren, genetische of gekende zijn blootgesteld aan hormoonverstorende externe en interne blootstelling.
verworven oorzaak. Als ‘controles’ worden stoffen, bijvoorbeeld bisfenol A. Het meten
75 mannen geselecteerd met een normale van deze biomerkers is zeer vernieuwend Los van deze instrumentele waarde van
spermakwaliteit en een volledig normaal en werd tot heden nog niet uitgevoerd sociaalwetenschappelijke kennis, is de rol
klinisch onderzoek. bij patiënten met vruchtbaarheidsproble- die sociale wetenschappen (kunnen) spelen
men. De resultaten van de studie worden ook een onderzoeksonderwerp op zich.
In de vrouwelijke case-controlstudie is volgend jaar verwacht. De dagelijkse ervaringen en bevindingen
het iets moeilijker om vruchtbaarheid te van het steunpunt worden dan ook zo veel
definiëren. Vaak wordt de periode waarin Milieu, gezondheid en sociale ongelijk- mogelijk wetenschappelijk gevaloriseerd.
men zwanger probeert te worden als maat heid Alleen zo kunnen de beleidswetenschap-
genomen voor vruchtbaarheid. Als ‘cases’ pen en het actieonderzoek in dit toepas-
worden 75 vrouwen gerekruteerd met een Internationaal groeien de aanwijzingen singsveld zich verder ontwikkelen, zoals
normale menstruele cyclus, een normaal dat armere bevolkingsgroepen via hun in het buitenland. Het uitbouwen van de
klinisch onderzoek, en een partner met woon- en werkomgeving een onevenredig wetenschappelijke capaciteit is overigens
bewezen vruchtbaarheid (normale sperma- aandeel hebben in blootstellingen aan en ook een belangrijke doelstelling van de
kwaliteit) die na 18 maanden of langer nog impact van omgevingsfactoren, zoals lood steunpuntwerking.
niet zwanger zijn. Als ‘controles’ worden of PCB’s. Milieugebonden blootstelling
75 vrouwen geselecteerd met normale vormt hierin een belangrijk onderzoeks- Karen Goeyens (VUB), Bert Morrens
vruchtbaarheid, regelmatige menstruele domein: meer kennis is nodig over de (UA), Elly Den Hond (VITO), Els Van de
cyclus en een normaal klinisch onderzoek. blootstelling en gezondheidsrisico’s van Mieroop (PIH), Lotte Jacobs (K.U.Leuven),
sociaal kwetsbare bevolkingsgroepen en Tim Nawrot (K.U.Leuven), Ben Nemery
Een belangrijke groep van hormoonver- over de sociale mechanismen die een rol (K.U.Leuven), Nik Van Larebeke (UGent),
stoorders zijn historische polluenten zoals spelen in de relatie tussen milieuvervuiling Ilse Loots (UA), Greet Schoeters (VITO),
PCB’s, dioxines, gechloreerde pesticiden en gezondheid. Humane biomonitorings- Vera Nelen (PIH), Willy Baeyens (VUB)

Promotor-coördinator: Prof. dr. Willy Baeyens


Consortiumleden:
- Vrije Universiteit Brussel
- Universiteit Gent
- Katholieke Universiteit Leuven
- Universiteit Antwerpen
- Universiteit Hasselt
- Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek
- Provinciaal Instituut voor Hygiëne
- Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel
Adres: Pleinlaan 2, 1050 Brussel
Tel.: 02 629 32 64
Fax: 02 629 32 74
E-mail: info@milieu-en-gezondheid.be
Website: www.milieu-en-gezondheid.be – hier vindt u alle onderzoeksrapporten en publicaties
26 oktober 2010: studiedag rond resultaten van enkele onderzoeksluiken
Functioneel bevoegde minister:
- Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur
- Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin

Budget: 623.571,43 euro

37
1

Europees
Het
voorzitterschap:
een kans
voor Vlaanderen
38
> Belgisch EU-voorzitterschap

Na Spanje zal België op 1 juli 2010 voor zes maanden het


voorzitterschap opnemen van de Europese Unie. Het Belgische
EU-voorzitterschap gaat echter niet alleen de federale overheid
of de FOD Buitenlandse Zaken aan, maar ook de gemeenschap-
pen en gewesten89.

Voor de regionale bevoegdheden spreken informatie te geven, maar ook door de van Vlaanderen te versterken en in Europa
de Belgische deelstaten onderling een Vlaamse en Europese burger op een inter- uit te dragen dat de Vlamingen open,
toerbeurtregeling af, die aangeeft welke actieve en duurzame manier te betrekken Europees georiënteerde en geëngageerde
regio België vertegenwoordigt gedurende bij het Europese project. Interactie is im- burgers zijn.
welke periode voor welk beleidsveld. mers doeltreffender dan informatie.
Zo zullen tijdens het komende Belgische De Europese beleidsmakers die betrok-
EU-voorzitterschap Vlaamse ministers Om de betrokkenheid van de burger te ken zijn bij het voorzitterschap maken
optreden als Belgisch voorzitter voor verhogen, moeten de communicatie- uiteraard via alle formele en informele
visserij, leefmilieu, onderwijs, jeugd en initiatieven van het voorzitterschap aan evenementen kennis met het Vlaamse
sport. Bovendien blijft Vlaanderen samen een aantal principes voldoen. Zo moet de beleid, maar evenzeer met onze cultuur en
met Wallonië en de federale overheid een leefwereld van de burger vooropstaan en samenleving. En Vlaanderen gaat verder in
institutionele rol spelen inzake landbouw. stappen we af van ‘top-down’communi- zijn communicatie: buitenlandse journalis-
Vlaanderen mag ook extra initiatieven catie. Om een blijvend en duurzaam effect ten, medewerkers van de Europese instel-
nemen rond wetenschap en innovatie. te garanderen, moet de burger weten wat lingen en andere relevante expatgroepen
er met zijn inbreng wordt aangevangen. proeven tijdens het voorzitterschap ook
De verplichtingen van een EU-voorzit- van hoe Europa leeft in onze regio. Ze
terschap blijven dus niet beperkt tot het Ten slotte wordt zo veel mogelijk samen- worden zo veel mogelijk betrokken bij
voorzitten van de formele ministerraden gewerkt met interne en externe partners. de publieksevenementen. Ook via een
en formele raadswerkgroepen voor exper- Deze samenwerking maakt een duur- aantal gerichte initiatieven stimuleren we
ten. Een voorzitter wordt verondersteld zame interactie met de burger mogelijk. de wisselwerking tussen die buitenlandse
ook eigen initiatieven te nemen. Namens De bestaande organisaties werken rond sleutelfiguren en de Vlamingen.
het Belgische EU-voorzitterschap zal de thema’s die toelaten op een toegankelijke
Vlaamse overheid tal van vergaderingen manier informatie te verschaffen over een Onze inspanningen moeten duurzaam
verzorgen op ministerieel en ambtelijk ingewikkeld onderwerp, zoals de Europese zijn. Onze investeringen in communicatie
niveau, vooral voor die beleidsvelden Unie. Bovendien hebben deze organi- en beeldvorming dienen ook na het voor-
waar Vlaanderen als Belgisch voorzitter saties een geëngageerde achterban, die zitterschap een blijvend effect te hebben.
optreedt. de evenementen op een actieve manier De acties zijn dus geen losse flodders,
opvolgt via bijvoorbeeld nieuwsbrieven maar leggen de basis voor een blijvende
De werkzaamheden voor het EU-voor- en websites. Wanneer dergelijke vzw iets positieve attitude en een actievere wissel-
zitterschap kan de Vlaamse overheid organiseert rond het EU-voorzitterschap, werking met de Europese instellingen, de
een nieuwe impuls geven voor een meer komt de boodschap toegankelijker en diplomatieke en culturele partners, buiten-
proactieve aanpak in Europese aangele- geloofwaardiger over. landse media, toeristen en investeerders.
genheden en voor een meer internationale
reflex binnen het eigen beleid. Sinds het Een ander belangrijk element in het Leontien Demeyere,
vorige Belgische EU-voorzitterschap in communicatieverhaal is de samenwer- Diensten Algemeen Regeringsbeleid
2001 zijn er duidelijk meer beleidsmede- king met mediapartners. Een traditionele
werkers die zich richten op de Europese advertentiecampagne is weinig interactief,
beleidsagenda. Daarnaast biedt een EU- aangezien deze voornamelijk top-down
voorzitterschap kansen op communicatie- gericht is. Hier kan het voorzitterschap
vlak, zowel naar de burger in binnen- als als kader dienen voor bestaande acties of
in buitenland. programma’s. Media weten perfect wat bij
hun publiek werkt en wat niet. Bovendien
De betrokkenheid verhogen hebben ze ervaring met sociale media.
Ze beschikken vaak over een uitgebreide
Tijdens het EU-voorzitterschap neemt achterban op netwerksites.
Vlaanderen het initiatief om uiteenlopende
acties te organiseren rond thema’s zoals Vlaanderen in de kijker
muziek en culinaire activiteiten. Het doel?
De Vlaamse burger bewustmaken van de Tijdens het voorzitterschap zijn alle ogen
rol van Europa in Vlaanderen en de rol gericht op België, Vlaanderen en de
89 EWI Review 3 3: 27 – 28
van Vlaanderen in Europa. Dit bereiken andere deelstaten. Dit biedt een unieke
we niet alleen door correcte en duidelijke gelegenheid om het internationale profiel

39 39
> Belgisch EU-voorzitterschap

Agenda
in de
aanslag
Het mag dan wel officieel het Belgische voorzitterschap van de Europese
Unie heten, dankzij de toerbeurtregeling90 heeft ook Vlaanderen heel wat in
de pap te brokken. Niet alleen zal het voluit gaan voor de beleidsprioriteiten,
het wil deze ook stevig in de kijker zetten door de (mede-)organisatie van
en steun aan verscheidene topconferenties. Ook het departement EWI heeft
heel wat in petto vanaf 1 juli.

Vlaanderen vraagt tijdens het voorzitter- Duurzame maatschappij uitdagingen zoals klimaatverandering,
schap aandacht voor vijf overkoepelende voedselveiligheid, verouderende bevol-
prioriteiten. In de eerste plaats focust Duurzame ontwikkeling en het ener- king en bedreiging van de biodiversiteit
het op de hervormde Lissabonstrategie gievraagstuk staan zeer hoog op de aan te pakken. De Europese ‘Knowledge
na 201091 en de noodzakelijke tools voorzitterschapsagenda. Het departement Based Bio-Economy’ (KBBE) werd in 2005
om te komen tot een sociaal, groen en EWI maakt de vertaling naar conferenties gelanceerd door de Europese Commissie
concurrentieel Europa. Ten tweede is op het vlak van onderzoek, innovatie en met de eerste KBBE-conferentie en maakt
2010 het Europese Jaar voor de Bestrij- duurzame economie. integraal deel uit van het Zevende Ka-
ding van Armoede en Sociale Uitsluiting. derprogramma92. KBBE towards 2020 wil
Vanzelfsprekend zijn armoedebestrijding Zo schenkt Vlaanderen hoge prioriteit aan zowel de implementatie van KBBE sinds
en sociale inclusie als Vlaamse prioriteit de opvolging van het Europese Strategic 2005 evalueren als vooruitkijken naar de
opgenomen in het programma. Klimaat, Energy Technology Plan (SET Plan) dat toekomst, en een belangrijke bijdrage
energie en leefmilieu vormen een derde tot doel heeft de ontwikkeling en uitrol leveren tot een nieuwe Europese visie en
aandachtspunt. Verder wil Vlaanderen van koolstofarme energietechnologie in actieplan. Een bezoek aan succesvolle
een voorzitterschap dat zich inspant Europa te versnellen. EWI organiseert Vlaamse KBBE-clusters, voorafgaand aan
voor duurzame ontwikkeling. Ten slotte de SET Plan 2010 Conference, waar de de conferentie, maakt het programma
wenst Vlaanderen de essentiële rol van huidige ontwikkelingen van het SET-Plan compleet.
de regio’s binnen de Europese Unie op de zullen worden voorgesteld, en de dialoog
agenda te plaatsen, met een beleid dat over deze materie met de VS, Japan en Binnen de duurzaamheidsscope valt ook
dichter bij de burger staat. de rest van de wereld verder gestalte zal de wetenschappelijke onderbouwing van
krijgen. Op die manier wil EWI, samen het Europees Strategisch Plan voor Ma-
EWI spotlights met de Europese Commissie, komen tot rien en Maritiem onderzoek. Op de Eur-
een globale aanpak inzake de rol van Ocean 2010 Conference, georganiseerd
Naast deze vijf krachtlijnen schuift ook elk energietechnologieën in een koolstofarme door het departement EWI en het Vlaams
beleidsdomein prioriteiten naar voor die economie. Instituut voor de Zee (VLIZ), staan de
weerspiegeld worden in de organisatie grote uitdagingen op vlak van marien
van en partnerschap in conferenties. EWI Duurzaam en innovatief zijn eveneens en maritiem onderzoek centraal. Om de
kan een goedgevulde agenda voorstellen sleutelwoorden voor de Knowledge visibiliteit van de conferentie te verhogen
voor het najaar van 2010. Based Bio-Economy towards 2020 en bewustwording te creëren op het Eu-
Conference. Centraal staat de rol van ropese beleidsniveau, is er – voorafgaand
innovatieve toepassingen in de bio- aan de conferentie – een nevenactiviteit
economie om de grote maatschappelijke gepland in het Europees parlement. De

40
conferentie zelf heeft als doel een waar- inzetten voor de implementatie van het Innoveren is cruciaal
devolle bijdrage te leveren tot het beleid. Europees partnerschap rond loopba-
In die zin zal de conferentie in Oostende nen en mobiliteit voor onderzoekers. Vlaanderen kijkt uit naar een vervolg
worden afgesloten met de voorstelling In het kader hiervan draagt EWI bij tot op de Omvattende Innovatiestrategie
van de Ostend Declaration, met concrete de European Partnership for Career & uit 2006 en de discussie van het nieuwe
actiepunten voor de beleidsmakers. Mobility of Researchers Conference, Innovatie(actie)plan van de EU, dat er
georganiseerd door het Federaal Weten- mogelijk nog komt voor het Belgische
Geen duurzame ontwikkeling zonder schapsbeleid. Daarnaast is EWI ook via de voorzitterschap. Vlaanderen zal aandacht
duurzame economie. Het departement Herculesstichting93 betrokken bij de ENERI vragen voor innovatie-initiatieven die
EWI, de Diensten voor het Algemeen 2010 Energy Research Infrastructures de concurrentiepositie van de onderne-
Regeringsbeleid (DAR) en het departe- Conference. mingen kunnen versterken. De Vlaamse
ment Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE) Regering benadrukt hierbij dat innovatie
organiseren, in samenwerking met het Aandacht voor kmo’s over het hele traject moet worden gefi-
Comité van de Regio’s, een conferentie nancierd.
rond welvaart, welzijn en economische Onder het Belgische voorzitterschap zal
groei. Het evenement wil ingaan op de uitvoering van de Small Business Act Innovatief industriebeleid
de rol van de Europese regio’s in het (SBA), in 2008 goedgekeurde beleids-
internationale debat rond de ontwikkeling maatregelen voor kleine en middelgrote Voor het industriebeleid moet eco-inno-
van een beleid en van indicatoren voor ondernemingen, worden geëvalueerd. vatie een belangrijke krachtlijn worden. In
duurzame ontwikkeling. Vlaanderen, dat via het Agentschap deze context wil Vlaanderen tijdens het
Ondernemen en het IWT actief partici- voorzitterschap aandacht voor de verdere
Europese onderzoeksruimte peert in het Enterprise Europe Netwerk94, uitvoering van het Green Cars Initiative
is tijdens het voorzitterschap gastheer van en de Europese strategie voor ontplooiing
Wat betreft de uitbouw van de Europese EEN’s Annual Conference. Belangrijke fo- van de elektrische wagen.
onderzoeksruimte, wenst Vlaanderen tij- cus dit jaar is de positie van de Europese
dens het voorzitterschap de klemtoon te kmo in 2020. Daarnaast werkt EWI mee Het departement EWI is zeer nauw
leggen op vereenvoudiging en inperking aan het programma voor de SMEs and betrokken bij de organisatie van de
van de bureaucratie. Ook wil Vlaande- Technological Innovation Conference, European Industrial Technologies 2010
ren nagaan welke grensoverschrijdende waar de noden van kmo’s op vlak van Conference. De focus van deze conferen-
samenwerkingen het best geschikt zijn onderzoek en innovatie centraal staan. tie ligt op ‘nanotechnologies, nano-
in het kader van Joint Programming wetenschappen, materialen en nieuwe
Initiatives. Ten slotte wil Vlaanderen zich productietechnologieën (NMP)’.

41
Een primeur: voor het eerst vindt dergelijk Een uitgebreid overzicht van de conferenties vindt u op
grootschalig NMP-event plaats. Er wordt www.ewi-vlaanderen.be/euvoorziterschap
gemikt op 1.500 deelnemers. Het sleu-
telwoord? Integratie, zowel tussen de N, september 2010
de M en de P’s, als tussen onderzoek en • European Industrial Technologies 2010 Conference,
industrie. 7-9 september, Brussel, www.industrial-technologies2010.eu
• KBBE towards 2020,
EU 2020-strategie 13-14 september, Brussel, www.kbbe2010.be
• Research, Development and Innovation for a more secure Europe
De invulling van de EU 2020-strategie 2010 Conference,
werd reeds aangestipt als een belangrijk 22-24 september, Oostende
overkoepelend agendapunt tijdens het • ICT 2010 Conference,
voorzitterschap. Deze strategie wordt 27-29 september, Brussel
de opvolger van de bekende Lissabon-
strategie, die als doel had om van Europa oktober 2010
tegen 2010 de meest vooruitstrevende • EurOcean 2010 Conference,
kenniseconomie te maken. Vanuit 12-13 oktober, Oostende, www.eurocean2010.eu
Vlaanderen worden als centrale doelstel- • EEN’s Annual Conference,
lingen duurzame groei en jobs naar voor 13-15 oktober, Antwerpen
geschoven. Rond de verdere uitbouw • ITEA - ARTEMIS co-summit 2010,
van de Europese kenniseconomie zal het 26-27 oktober, Gent
departement EWI participeren in de orga- • Beyond GDP,
nisatie van de jaarlijkse Security Research 4-5 oktober, Brussel
Conference en de tweejaarlijkse ICT
conference95. Deze laatste is door haar november 2010
lange traditie uitgegroeid tot het grootste • European Partnership for Career & Mobility of Researchers,
ICT-evenement in Europa. De meest 8-10 november, Brussel
recente trends in het ICT-domein worden • Strategic Energy Technology Plan 2010 Conference,
voorgesteld aan de 4.500 deelnemers. 15-16 november, Brussel, www.setplanconference2010.be
Naast de conferentie geeft een ten- • Research and Innovation in SME's,
toonstelling van 5.000 m2 een overzicht 17-18 november, Luik
van de digitale innovatie in Europa. In • SME's and Technological Innovation Conference,
het Belgisch paviljoen kan de bezoeker 17-18 november, Luik
kennismaken met de belangrijkste lokale • Positive Visions for Biodiversity,
ICT-spelers. 16-19 november, Brussel
• ENERI 2010: Energy Research Infrastructures,
Vlaanderen mikt hoog op het vlak van 29-30 november, Brussel
onderzoek, innovatie en economie door
de organisatie van verschillende groot- december 2010
schalige conferenties op zich te nemen en • RESCUE foresight initiative, Consensus Conference
daarnaast ook inhoudelijk en financieel (ESF-COST 'Frontier of Science' event), 7-9 december, Antwerpen
actief bij te dragen tot verschillende • Future Internet Conference Week,
andere conferenties binnen het beleids- 13-17 december, Gent
domein (zie kalender). Gedetailleerde
informatie over alle conferenties waaraan
EWI een steentje bijdraagt, vindt u op de
pagina’s over het Belgische EU-voorzitter-
schap op de EWI-website. 90 Zie EWI review 3 3: 27 – 28
91 EWI Review 3 3: 24 – 25 & 35
Monika Sormann, Eva Van Buggenhout, 92 EWI Review 2 1: 30 – 33
Karolien Waegeman, Willem De Moor, 93 EWI Review 1 2: 30 – 31 & 3 1: 24 – 27
Kim Hoedt 94 Het EEN is hét instrument van DG Ondernemingen en Industrie voor de ondersteuning van kmo’s.
EWI-projectteam EU-voorzitterschap 95 http://ec.europa.eu/information_society/events/ict/2010/index_nl.htm

42
> Nader uitgespit

Eengedragscode
voor banken
In november 2009 vond in de gebouwen van de Nationale Bank de ‘rondetafel Banken
en Bedrijven’ plaats. Deze rondetafelconferentie werd gehouden in het kader van de
financieringsproblematiek bij sommige ondernemingen als gevolg van de financiële crisis,
die een crisis binnen de reële economie geworden is. De conferentie ging in op mogelijke
oorzaken van de kredietproblematiek en besprak de standpunten van de verschillende
partijen: banken, bedrijven en overheid. Ook het relevante overheidsinstrumentarium96
werd uitgebreid toegelicht.

Een van de resultaten was een afspra- len om cijfermateriaal te verzamelen en te verbinden zich ertoe om actief de diensten
kennota waarin de betrokken partijen verwerken om zo een betere monitoring van de kredietbemiddelaar bij hun leden te
verbintenissen aangingen met het oog van de kredietmarkten te realiseren. promoten en informatie over de over-
op een vlotte en verantwoorde krediet- heidsmaatregelen te laten doorstromen.
verlening in Vlaanderen. Om enkele van De banken engageren zich om duidelijke
de aangegane verbintenissen kracht bij te richtlijnen mee te delen over de verwachte Mocht de gedragscode op deze manier
zetten, werden deze – onder impuls van elementen van een kredietdossier. Ze een herbevestiging, update en verruiming
de Vlaamse minister-president samen met beloven een aanvraag binnen een redelijke krijgen, kunnen mogelijke problemen met
Febelfin97, Voka en Unizo – geconcreti- termijn en op een transparante wijze af de kredietverlening in de toekomst snel
seerd en omgevormd tot een intentie- te handelen. De ondernemersorganisaties aangepakt worden. Vlaamse ondernemers
verklaring. De ondertekenaars nemen zullen een goed opgebouwd kredietdos- genieten dan van een zekere, ruime en
de geconcretiseerde principes mee naar sier promoten. verantwoorde kredietverlening.
een overleg met partners uit de andere
gewesten en gebruiken deze als basis voor De banken zullen hun beslissing over een Jan van Nispen,
de aanpassing van de 'gedragscode tus- kredietaanvraag duidelijk motiveren, zodat Afdeling Ondernemen en Innoveren
sen banken en kmo’s in het kader van de de aanvrager inzicht krijgt in wat de be-
kredietverlening'. slissing beïnvloed heeft. De ondernemers-
organisaties zullen hun leden informeren
De aangegane engagementen draaien over de impact van een veranderende
rond verschillende thema’s. De banken macro-economische context op de kre-
willen bijdragen tot een ruime, doch dietverlening. En ze zullen ondernemers
verantwoorde kredietverlening, vanuit het sensibiliseren om tijdig met hun problemen
besef dat zij functioneren als de motor van naar hun bank te stappen.
de economie. De banken en de onder-
nemersorganisatie beloven bovendien De banken engageren zich om actief
steeds open te staan voor dialoog en samen te werken met de kredietbemid-
constructieve suggesties te doen aan de delaar en het relevante overheidsinstru- 96 Zie bv. EWI Review 3 1: 6 – 7
regeringen om (toekomstige) knelpunten mentarium aan te bieden. Ze zullen hun 97 Febelfin is de overkoepelende federatie voor de
in de kredietverstrekking te verhelpen. klanten bij hun aanvraag voor steun- Belgische financiële sector – www.febelfin.be.
Febelfin zal nieuwe methoden ontwikke- maatregelen begeleiden. Unizo en Voka

43
> Blik over de grenzen

Vlaanderen op de
wereldtentoonstelling 2010
in Shanghai
‘Better City, Better Life’ is het thema van de Wereldexpo 2010.
Wie dit jaar de kans heeft om naar Shanghai te gaan98, moet
zeker een bezoek brengen aan het Belgisch paviljoen. Het zal
snel duidelijk worden dat Vlaanderen er een stevige stempel op
heeft gedrukt.

44
If you think in terms of a year, plant a seed;
if in terms of ten years, plant trees;
if in terms of 100 years, teach the people.
Confucius (551-479 BC)

Het Belgisch paviljoen doet ook dienst als Shoots’ een symbolische en educatieve reis ‘Better Life’. Zowel de symbolische als de
Europees paviljoen. Vermits België van juli doorheen staaltjes van milieutechnologisch educatieve waarde van dit traject zijn van
tot en met december 2010 het Voorzitter- kunnen, die zorgen voor een vergroening belang, wat in China erg wordt geappreci-
schap waarneemt, zal de Europese Unie van onze verstedelijkte samenleving. eerd. Het is een universeel thema, dat jong
tijdens de Wereldtentoonstelling in het en oud aanspreekt.
Belgisch paviljoen gehuisvest zijn. De rondleiding begint in een virtuele
tunnel, waarin België wordt gesitueerd. De ecologische voetafdruk van het Pavil-
De aanbesteding voor het ontwerp en de Daarop volgt een introductie van de sym- joen
inrichting en de afbraak van het paviljoen bolische en educatieve reis ‘Green Shoots’.
werd toegekend aan een consortium Tijdens de rondleiding ontdekt de bezoeker De tentoonstelling is echter niet louter
geleid door de Vlaamse firma Interbuild. hoe een kiem tot een boom kan uitgroeien educatief en symbolisch opgevat. Ze zal
De architect van het gebouw is Christine en wat dat betekent in termen van biodi- ook concreet uitmonden in de aanplanting
Conix uit Antwerpen. versiteit in het verstedelijkte China. van een bos. Hierdoor kan de bezoeker
daadwerkelijk bijdragen tot de vergroening
Het gebouw werd zo uitgewerkt dat het De reis volgt een welbepaald traject, met van zijn leefomgeving. Naar aanleiding
tal van doelgroepen kan aanspreken. aan de ene kant de visualisatie van de van de Wereldtentoonstelling wordt, ter
Het wordt als het ware een platform, natuur en aan de andere kant de stad. compensatie van de CO2-uitstoot van het
waar Chinese en buitenlandse bezoekers Het traject wijst op de talloze mogelijkhe- paviljoen, een bos aangeplant. Dit initiatief
elkaar kunnen ontmoeten. Het paviljoen den die er zijn op stedenbouwkundig en past ook in een internationale campagne
bestaat uit een tentoonstellingsruimte, milieutechn(olog)isch vlak. Hierbij wordt die de relatie tussen de bebossing en de
een winkel en een restaurant voor het een overzicht gegeven van de kennis en biodiversiteit99, de waterschaarste en de
grote publiek, en een businesscenter en kunde van Belgische onderzoekers en klimaatverandering aanhaalt. Het departe-
conferentieruimte voor het ontwikkelen bedrijven – omtrent lucht, klimaat, water- ment Leefmilieu, Natuur en Energie van de
van handelsrelaties. Hier worden door de zuivering en de effecten van het milieu op Vlaamse overheid, in samenwerking met
federale, regionale, provinciale en lokale mens en gezondheid – waardoor ook deze de Chinese NGO Shanghai Roots & Shoots
overheden en organisaties, instellingen ‘Green Shoots’ in de verf worden gezet. – een lokale spin-off van de Jane Goodall
en bedrijven evenementen of activiteiten Bij het verlaten van het paviljoen komt Foundation – financiert en coördineert
georganiseerd. Waar de conferentieruimte de bezoeker in een park terecht, waar- dit milieu-educatief project, waarbij ook
in hoofdzaak bestemd is voor semina- door hij het gevoel krijgt dat zijn traject is Chinese scholen worden betrokken.
ries door overheden en bedrijven, is de volbracht.
tentoonstellingsruimte vooral gericht op Jan Van Den Einde,
het grote publiek. Men verwacht er zowat De bezoeker ‘beleeft’ het hele verhaal, en Flanders Investment and Trade
70.000 bezoekers per dag. beseft dat hij er een deel van is, dat zijn
eigen voortbestaan eraan is gekoppeld; Frank Vereecken,
Proeven van België kortom, dat hij een traject volgt naar een Afdeling Strategie en Coördinatie

In het paviljoen is niet alleen een


tentoonstelling van diamantjuwelen te
bezichtigen. Ook onze bekende Belgische Flanders Investment & Trade en de Wereldtentoonstelling 2010
chocolade kan er geproefd worden. In
de ‘chocolate corner’ wordt doorlopend Flanders Investment & Trade Shanghai, dat de Vlaamse aanwezigheid op de Wereldtentoonstelling
gedemonstreerd hoe pralines worden 2010 coördineert, zal gedurende zes maanden een kantoor hebben in het Belgisch paviljoen. Het zal
gemaakt. Alle grote Vlaamse fabrikanten zorgen voor de ondersteuning van de Vlaamse departementen en instellingen en van de Vlaamse be-
van pralines zijn bij dit project betrokken. drijven en organisaties bij de organisatie van hun evenementen in het paviljoen. Vlaanderen heeft dus
Ook onze bourgondische gastronomische een permanente aanwezigheid van vertegenwoordigers van de Vlaamse overheid in het paviljoen.
cultuur – inclusief bier, wafels en frietjes –
komt aan bod. Op 24 mei 2010 wordt een ‘Vlaamse dag’ georganiseerd. De daaropvolgende week – van 24 tot
en met 31 mei 2010 – staat trouwens in het teken van Vlaanderen. Dan hebben zowel de Vlaamse
België speelt tevens in op het thema ‘Bet- overheid, de bedrijfswereld als de kennisinstellingen in de conferentieruimte een heuse milieu- en
ter City, Better Life’. Zo zullen bezoekers energieweek op touw gezet, waarbij allerlei Vlaamse spelers uit de sector seminaries organiseren rond
een tentoonstelling kunnen bezoeken over een reeks van milieu- en energietopics.
het Prinses Elisabethonderzoeksstation
op Antarctica van de International Polar Van 18 tot 27 mei 2010 organiseert Flanders Investment & Trade een multi-sectorale handelsmissie
Foundation. naar Shanghai. De missie zal eerst de steden Suzhou, Nanjing en Hangzhou aandoen, om te eindigen
in Shanghai.
‘Green Shoots’, op reis naar vergroening
De combinatie van deze handelsmissie, de Vlaamse dag en de seminaries in de week van de Vlaamse
Vlaanderen koos ervoor om, samen met dag zorgt voor extra zichtbaarheid van Vlaanderen op de Wereldtentoonstelling 2010.
de andere regio’s, en in lijn met het thema
van de wereldtentoonstelling, de focus te Meer informatie bij het FIT WT2010-team:
leggen op duurzame ontwikkeling. ‘Better Jeroen De Vuyst : +32 (0)2 504 88 55
City, Better Life’ speelt immers in op de Michèle Surinx: +32 (0)2 504 87 91
nood aan vergroening van onze (ver- Jan Van Den Einde: +32 (0)2 504 88 33
stedelijkte) maatschappij. Biodiversiteit,
waterschaarste en de klimaatverandering wereldtentoonstelling@fitagency.be
staan daarbij centraal. De drie Belgische
regio’s sloten zich aan bij het Vlaamse
verhaal. Dat brengt onder de titel ‘Green
98 De Wereldtentoonstelling in Shanghai (Chinese Volksrepubliek) loopt van 1 mei tot en met 31 oktober 2010. Meer informatie
is te vinden op http://en.expo2010.cn of www.shanghaiexpo2010.be.
99 2010 is uitgeroepen tot het internationaal jaar van de biodiversiteit.
45
> Gewoon doen

Oosters geduld
Oosters geduld
chinese markt verkennen?
zondag 14:35
Voor wie niet helemaal mee is: ik ben volop bezig met de ontwikkeling van ‘Skinroofing’, mijn eigen product. Aangezien China de bakermat
is van heel wat geotextielen, lijkt dit me de ideale afzetmarkt. Heeft er soms iemand kennissen, vrienden of contacten in het verre Oosten?

eerste dagen china


maandag 16:08
Dat had vlotter kunnen gaan. Bij mij aankomst in Tianjin100 bleek dat mijn Chinese contactpersoon er de brui aan had gegeven. Geluk-
kig was mijn tolk er nog, die overigens enkele interessante contacten heeft in de plaatselijke politiek. Zo kwam ik in contact met een
dame uit Parijs, die me voorstelde aan enkele mensen die actief zijn rond groenbeleid in China.

basics en netwerken
dinsdag 08:36
Goed dat er hier in China netwerken bestaan die me met doelgericht advies kunnen verder helpen. Het bezoek aan de Chinese verte-
genwoordiging van Flanders Investment & Trade, Siegfried Verheijke, was een verrijking. Hij speelt met het idee een Vlaams-Chinese
ecocluster op te richten. Ik heb meteen ingetekend als een van de eersten, samen met Joosten Green Consult. Ook het VITO, de
UGent en het Chinese Kingsphere hebben al toegezegd.

actie mannen!
zondag 11:01
Hmm, de ecocluster lijkt toch niet echt van de grond te komen. Tijd voor actie, mannen! We moeten dringend meer samenwerken,
want met informatie-uitwisseling alleen komen we er niet. Een medewerker van Aquafin denkt er alvast hetzelfde over. Ik had het met
hem over concrete samenwerking rond eco-innovatie, met zowel bedrijven als universiteiten, zowel Vlaamse als Chinese. De Wereld-
tentoonstelling in Shanghai zit eraan te komen. Het ideale moment om dit onder de aandacht te brengen, zo lijkt me.

schot in de zaak
zaterdag 21:59
Nu komt er schot in de zaak! Ongeveer vijftien bedrijven hebben toegezegd om samen wat op touw te zetten tijdens de Wereldten-
toonstelling, en we krijgen ook de steun van de mensen achter het Belgisch paviljoen. Ook de Bencham heeft me verder op weg gehol-
pen. Mooi dus. Dankzij een goed concept en de medewerking van Flanders Investment & Trade bereiken de partners van de ecocluster
een groot publiek voor een beperkt budget. Binnenkort meer nieuws!

46
Profielinfo

voor- en familienaam:
Bert Dautzenberg
opleiding:
tuin- en landschapsarchitect
specialisatie (regen)waterbeheer
huidige activiteit:
groendaken, infiltratietechnieken
belangrijkste product:
skinroofing
andere:
sinds een drietal jaren actief in China en betrok-
ken bij de Vlaams Chinese ecocluster (FCEC)

primeur
dinsdag 14:18
Zoals beloofd: in primeur meer nieuws over onze actie op de Wereldtentoonstelling. We kiezen voor een combinatie van een website,
een centrale stand in het Belgisch paviljoen en een maquette, waarmee het hele ecoverhaal tastbaar en toegankelijk wordt voor een
breed publiek.

De maquette – niet groter dan een meter bij zestig centimeter – stelt in een achttal blokken het paviljoen voor. Daarbij zit op elk blok
een drukknop, die door kinderen werd ingekleurd in functie van waar het blok voor staat: groen voor gebladerte, blauw voor water,
rood voor energie, enz. Door op een van de toetsen te drukken, krijgt de bezoeker een beeld van wat zich waar in het paviljoen bevindt,
en hoe alles doorheen het gebouw circuleert. Tegelijk wordt elk bedrijf dat zich met het specieke thema bezighoudt in de kijker gezet.

update ecocluster nieuw project!


zaterdag 12:25
De ecocluster komt intussen op snelheid. We zullen enkele thematische seminaries organiseren samen met onderzoekscentra, bijvoor-
beeld rond waterbeheer met de land- en tuinbouwschool van de Tianjinuniversiteit. Dat willen we voortaan graag twee tot drie keer
per jaar herhalen.

Ons bedrijf werkt inmiddels ook aan een nieuw project, waarvoor onze universitaire partners een onderzoekssubsidie krijgen. Sa-
menwerken met lokale onderzoekers opent heel wat deuren. Ze zijn enorm leergierig, willen alles weten, en laten je niet meer los. Je
moet wel ter plaatse blijven participeren, anders loop je het risico dat ze je idee kopiëren. Die Chinese adviesbureaus die werken rond
patenten en plagiaat zijn geen overbodige luxe.

china, andere mentaliteit


donderdag 23:05
Toch wel goed dat wij zeer thematisch werken. De Chinezen zijn blijkbaar vooral geïnteresseerd in jonge kmo’s die iets nieuws brengen.
En als ze in iets geloven, dan gaan ze er helemaal voor. Er rollen hier zelfs al elektrische wagens van de band, stel je voor. China is echt
stimulerend voor ondernemers. Je weet ook snel waar je staat: je krijgt gewoon ja of nee.

tot binnenkort
woensdag 0:49
Het blijft op de tanden bijten, maar Flanders Investment & Trade helpt wel degelijk. En netwerken, ik kan het niet genoeg benadruk-
ken, zeker binnen de universiteiten. Een vertrouwensrelatie en een tweede thuisbasis opbouwen, daar draait het om, niet louter een
product op de markt komen brengen. Tijd om me daar weer helemaal op te gooien …

100 Tianjin, gelegen tussen Beijing en Shanghai, bij de monding van de Gele Rivier,
is met ruim 11 miljoen inwoners de zesde grootste stad van China. 47
101 Benelux Chamber of Commerce in China.
> Na afloop van

Naar eennieuw
industrieel beleid
voor Vlaanderen

Op 5 februari 2010 verzamelden in de statige conferentiezaal


van het Paleis der Academiën in Brussel meer dan 170 Vlaamse
industriëlen, politici, vakbondsleiders en vertegenwoordigers van
sectorfederaties, van strategische adviesraden en beleidsdepar-
tementen en van de sociale partners. Het doel? De aftrap van
de ‘Staten-generaal voor de Industrie’: een mobilisatie voor het
vrijwaren van de toekomst van de industrie in Vlaanderen.

De werkgelegenheid in de industrie krijgt In een moderne, op kennis en technologie Oorzaken terugval


harde klappen sinds het uitbreken van gebaseerde economie blijft de industrie
de economische crisis. De vele faillisse- echter een cruciale aandrijver van de eco- De algemene oorzaken van de achteruit-
menten, herstructureringen en bedrijfs- nomische groei en staat deze in voor het gang van het aandeel van de industrie
sluitingen – met de intentie tot sluiting gros van de export. Vlaanderen heeft een in de economie zijn bekend. Enerzijds is
van Opel-Antwerpen als triest hoogtepunt gediversifieerd economisch weefsel dat er de tertialisering van de economie. Het
– hebben de publieke opinie in Vlaanderen grote innovatiemogelijkheden biedt op de gewicht van de industrie neemt af, in
bewust gemaakt van de precaire situatie kruisverbindingen tussen diverse sectoren. navolging van de landbouw, door de groei
waarin onze industrie de voorbije jaren is De snelle achteruitgang van verschillende van de diensten. Dat geldt in alle landen
terechtgekomen. sectoren tast het groeipotentieel van de en vergt een structurele aanpassing in de
economie aan. richting van een diensteneconomie.

48
Anderzijds zijn er geografische verschui-
vingen in de industriële activiteit, onder Figuur 5: gemiddelde jaarlijkse groei in % van de arbeidsproductiviteit in de verwerkende nijverheid
invloed van de globalisering en de deloka-
lisatie van de arbeidsintensieve produc-
tieactiviteiten naar lageloonlanden. De
EU België VS
opgang van de Oost-Europese en Aziati-
sche economieën is daarvan de exponent. 1970-1980 3,9 7,7 2,5
Het zwaartepunt van de wereldeconomie
verschuift. 1980-1990 3,4 5,2 3,2
1990-2000 2,8 3,3 4,9
Maar er is ook een specifiek probleem van
competitiviteit van de Vlaamse economie 2000-2005 2,3 2,3 5,8
op de Europese markt zelf, nog steeds
Bron: Federaal Planbureau, Working Paper 17-08 p. 23
onze belangrijkste exportmarkt. Onze
traditionele positie als producent van ‘half-
afgewerkte producten’ – d.w.z. toeleve-
rancier in internationale waardeketens – is
bedreigd. Die positie kon in de voorbije
decennia enkel worden gehandhaafd
door het hoge productiviteitsniveau in frontier’. De automatisering stuit echter op onvoldoende voorbereid. Er zijn te weinig
de industrie. Maar dit staat alsmaar meer dalende meeropbrengsten, terwijl andere nieuwe sectoren en activiteiten met toe-
onder druk van de neerwaartse trend in de innovatie onvoldoende nieuwe groeimo- komstpotentieel om de fakkel over te ne-
productiviteitsgroei. gelijkheden creëert. men. Er zijn wel nieuwe groeibedrijven (in
biotechnologie of creatieve industrieën),
Het structureel innovatiedeficit De structurele samenstelling van de maar ze zijn te gering in aantal en vormen
Vlaamse economie nog geen sterke clusters.
De groei van de arbeidsproductiviteit in de
industrie daalt sinds de jaren 70 in België, De daling van de arbeidsproductiviteit De versnelde afbouw van industriële
net als in de andere Europese landen, in is een trend die wijst op de groeiende activiteiten in Vlaanderen heeft dus een
tegenstelling tot de VS (zie figuur 5). Het maturiteit en uitputting van het industri- diepere, structurele oorzaak. De Vlaamse
hoger niveau van de productiviteitsgroei in eel groeimodel dat zo succesvol was na economie is niet meer gespecialiseerd in
België liet toe om de relatieve prijzen van Wereldoorlog II, meer specifiek sinds de industriële activiteiten die voldoende inno-
de exportproducten competitief te houden jaren '60 in Vlaanderen. De automobielin- vatief zijn om hoge toegevoegde waarde
bij gelijke of zelfs hogere loonkosten- dustrie en de basischemie zijn hiervan de te genereren in export. Vlaanderen is ook
stijgingen. Dit voordeel viel de voorbije belangrijkste exponenten. De ICT-revolutie minder aantrekkelijk geworden als indu-
periode echter weg, wat meteen de crisis zorgde in de jaren '80 en '90 voor een striële vestigingsplaats voor buitenlandse
van het Belgisch model verklaart. industriële transformatie die een positieve investeringen. De Vlaamse economie moet
productiviteitsimpuls heeft gegeven in de zich dus structureel aanpassen aan een
Wat was de oorzaak van onze sterke VS en andere landen, maar die in Vlaande- veranderde wereldeconomie door nieuwe
competitiviteit en – belangrijker nog – ren eerder beperkt is gebleven. De reden? sterkten te ontwikkelen of bestaande
van de teloorgang ervan? De groei van De Vlaamse economie had zich in de sterkten te vernieuwen. Dan komt de
de arbeidsproductiviteit kan door drie voorbije decennia verder gespecialiseerd in structurele samenstelling van onze econo-
belangrijke factoren worden beïnvloed: de sectoren die niet in het centrum stonden mie – zoals de aard van de specialisaties
samenstelling van de arbeid (scholings- van die ICT-revolutie, zoals de chemie-, de en de organisatie van de waardeketens –
graad), de kapitaalsintensiteit (automa- voeding- en de automobielsector. centraal in beeld. Een versnelde transfor-
tisering) en de ‘multifactorproductiviteit’ Het structureel probleem van de Vlaamse matie van de industrie dringt zich op om
(de efficiëntie waarmee de productiefac- industrie is dus een ‘lock-in’ van grote de competitiviteit te herstellen.
toren wordt gebruikt, of innovatie in de delen van de industrie in een groeimodel
brede zin). Uit de studie van het Federaal van het verleden: schaalintensieve, maar Naar een nieuw industrieel beleid
Planbureau102 blijkt dat de belangrijkste ook materiaal- en energie-intensieve
bijdrage tot de groei van de arbeidspro- procesindustrieën en productie van mas- De uitdaging voor de komende maanden
ductiviteit in België de toename van de saconsumptiegoederen die zeer expansief en jaren is of Vlaanderen op halflange
kapitaalsintensiteit is: de automatisering. waren in de jaren '60. termijn een topregio kan zijn in een snel-
In de meeste andere Europese landen is veranderende Europese en globale econo-
innovatie (multifactorproductiviteit) een De transformatie van de industrie in mische context. Welke posities kunnen de
belangrijker factor. En in de VS is deze Vlaanderen staat niet los van de trans- Vlaamse technologische en economische
factor zeer groot. Dat komt vooral dankzij formatie van dit industrieel groeimodel actoren in die nieuwe waardeketens
hun sterke ICT. op wereldschaal. Toch is de positie van innemen? Daarvoor is meer nodig dan
Vlaanderen kwetsbaarder door een grotere een flankerend beleid. In het nieuwe
De structurele oorzaak van het verlies aan inertie van het economisch model. De geïntegreerde industriële beleid voor een
competitiviteit van de Belgische/Vlaamse investeringen in het traditionele groei- versnelde transformatie van de economie
industrie is dus het relatief geringe belang model zijn tot de crisis fors doorgezet; moeten keuzes worden gemaakt voor
van innovatie als component van het de bruto-investeringen als % bbp bleven technologisch-economische prioriteiten. Er
industrieel groeimodel. Door de aankoop op hoog niveau. Intussen stagneerden moeten zwaartepunten worden opge-
van nieuwe technologie – in de vorm van de investeringen in innovatie of gingen bouwd in sterke clusters; een strategische
materiële investeringen (ook in ICT) – sluit ze zelfs achteruit; de O&O-investeringen richting is nodig. De keuze voor de ‘ver-
de Belgische/Vlaamse economie wel nauw van de bedrijven als % bbp zijn gedaald. witting’ en ‘vergroening’ van de economie
aan bij de internationale ‘technology De wissel op de toekomst is hierdoor wil investeringen stimuleren in technolo-

49
giedoorbraken voor het oplossen van de ter goedkeuring aan het Parlement kun- van de overheid om de transformatie-
complexe maatschappelijke uitdagingen nen worden voorgelegd. trajecten te ondersteunen.
van de 21ste eeuw. Daarvoor is een sterk
partnership nodig tussen alle actoren in de In de interventies van vertegenwoordigers Een breed draagvlak
waardeketen. In de Staten-generaal voor van de sectorfederaties werden reeds in-
de Industrie zijn de economische actoren teressante opties voor vernieuwende pro- De minister-president herhaalde op de
en hun sectorfederaties aan zet voor het jecten naar voor geschoven, o.m. voor het Staten-generaal in zijn slottoespraak de
uitwerken van actieplannen. verankeren van de ‘green car’ en van een noodzaak van actie en snelheid om trans-
duurzame chemie in Vlaanderen. Maar formatietrajecten te starten die Vlaanderen
De rol van de Staten-generaal: een ver- ook de textiel-, hout- en voedingssectoren aan de top van Europese regio’s kunnen
nieuwende aanpak mobiliseren hun innovatiepotentieel. brengen. Voor het vernieuwend industrie-
beleid zijn nieuwe instrumenten nodig
De Staten-generaal voor de Industrie is Kunnen kiezen op Vlaams niveau (‘grote projecten’) en
een instrument voor de versnelling van Europees niveau (een Europees Trans-
de transformatie van de industrie, om de De minister voor Innovatie beklemtoonde formatiefonds). Er zal een Industriepact
competitiviteit te herstellen voor groei en dat een gericht innovatiebeleid noodza- worden afgesloten waarin alle sectoren
werkgelegenheid. Het is een gemeen- kelijk is: we moeten vanuit onze sterkten betrokken worden.
schappelijk platform van het werkgelegen- keuzes maken waarop we onze middelen
heids-, industrie- en innovatiebeleid. Want met succes kunnen inzetten. In budget- De Vlaamse Regering wil met deze Staten-
enkel een geïntegreerd beleid is in staat tair moeilijke tijden is dit nog meer aan de generaal voor de Industrie een mobilisatie
om de noodzakelijke transformatietrajec- orde. Daarom moet de capaciteit tot het teweegbrengen van alle belanghebben-
ten te ondersteunen. formuleren en implementeren van strate- den volgens het model van participatieve
gische keuzes versterkt worden. beleidsontwikkeling. De voorwaarde van
De agenda focust op de ‘transformatie van een ambitieus veranderingsplan is een
de economie’, met een nieuwe benadering • In de VRWI103 zijn onlangs ‘regiegroe- breed draagvlak. ‘Vlaanderen in Actie’ en
via waardeketens, clusterbeleid, partner- pen’ opgestart om een innovatiestrate- het ‘Pact 2020’ hebben deze beweging in
ships en vooral: méér innovatie. Centraal gie op halflange termijn uit te werken gang gezet waarbij meer dan 100 orga-
hierin staat de waardeketen: dat is de voor de sleuteldomeinen ‘voertuigenin- nisaties van het middenveld zich hebben
samenhang tussen alle actoren die nodig dustrie’, ‘duurzame chemie’ en ‘sociale aangesloten. Het veranderingsplan wordt
zijn om economische toegevoegde waarde innovatie’. Deze innovatieregiegroepen gestuwd door een verbintenis tot snelle
te realiseren. Het antwoord op de crisis worden samengesteld uit erkende in- en doortastende actie met het oog op
van de competitiviteit en werkgelegenheid novatieleiders en experts uit een breed doorbraken op de middellange termijn.
is de versnelling van deze noodzakelijke maatschappelijk spectrum. Hierbij wordt uitgegaan van een breed
transformatie naar nieuwe groeimarkten. • In het departement EWI wordt een aangevoelde urgentie – de economische
Hierbij worden de sectoren aangezet om vernieuwend sectoroverleg voorbereid, crisis – om te werken aan veranderingen in
sectoroverschrijdend te werken. dat aanknoopt bij de waardeketen- het DNA zelf van de economie.
benadering. Tijdens ‘rondetafels’ zal
De timing is strak. Tegen de zomer van het accent komen te liggen op de Jan Larosse,
dit jaar zullen de vier sectorfederaties die versterking van clusters van bedrijven Afdeling Ondernemen en Innoveren
als trekker optreden actieplannen op tafel en onderzoeksinstellingen in toekomst-
leggen met concrete projecten voor de gerichte domeinen. Deze rondetafels
toekomst van de industrie in Vlaanderen tussen de sectoren en de overheid
in nieuwe of vernieuwde waardeketens. zullen de strategische actieplannen van
Die projecten zullen dienen om het inves- de Staten-generaal voor de Industrie
teringsplan van de Vlaamse Regering uit verder concretiseren, o.m. door een
te werken, zodat in het najaar voorstellen sterkere beleidscoördinatie aan de kant

102 Planbureau, Working Paper 17-08, Growth and productivity in Belgium, Federaal Planbureau – zie ook http://www.plan.fgov.be/admin/uploaded/200809300959590.wp200817.pdf
103 Zie ook elders in dit nummer: p. 28

Wat is de rol van het departement EWI in de werking van de Staten-generaal voor de Industrie?

De samenstelling van actieplannen is sectorgestuurd. De eerste rol van EWI is die van helpdesk voor het toeleveren van gegevens
en inhoudelijke ondersteuning voor de actieplannen van de sectoren. EWI coördineert hiervoor de medewerking van de strategische
adviesraden en beleidsdepartementen.

Een tweede rol vloeit voort uit deze praktische ondersteuning door het samenbrengen van goede praktijkvoorbeelden voor het
opstellen van dergelijke actieplannen met transformatietrajecten. Hieruit zal een draaiboek worden samengesteld dat kan worden
gebruikt door andere sectoren. Ten slotte wordt ook een afwegingskader ontwikkeld om voorstellen te toetsen aan de doelstellingen
van de Staten-generaal.

EWI begeleidt ook de rondetafels die de resultaten van de SGI verder zullen opvolgen en uitdiepen. Hiervoor wordt een vernieuwde
methodiek ontwikkeld die toekomstdenken en detectie van samenwerkingsopportuniteiten in de waardeketen als hulpmiddelen voor
de transformatie aanbiedt.

50
> Column

Nu
is het aan u
Had ik naast mezelf gestaan en erop toege- idee, en (2) absoluut geen geld of startka- zelf de sprong wagen en het risico nemen.
keken hoe ik het deed, ik zou mezelf spon- pitaal om dat idee te verwezenlijken. Ge-
taan een schouderklopje hebben gegeven. lukkig voor het fantastische idee, worden En daar loopt het vaak fout. Want laat
Niet zozeer uit bewondering, maar eerder de materiële problemen soms overkomen ons eerlijk zijn, een nieuwe onderneming
uit sympathie. Het soort sympathie dat je door de eerder vernoemde drive. Je moet starten blijft altijd een risico. Ongeacht of
ook voelt voor de gemiddelde Vlaming ergens beginnen en je hebt sowieso wat we nu in een economisch goede of minder
die in Man Bijt Hond naar voren wordt materiaal nodig om op weg te raken, dus goede periode zitten. Een risico waardoor
geschoven, nadat je er eerst eens hartelijk investeer je toch zelf het weinige geld dat de moed veel ondernemers in de schoenen
hebt om gelachen. Om maar te zeggen dat je hebt in je eigen onderneming. zakt, en waardoor ze beslissen om de stap
ik me mijn eerste keer nog maar al te goed dan toch niet te zetten. Ze kiezen voor ze-
herinner. Bij mij had die eigen onderneming dus de kerheid. Paradoxaal genoeg blijf je door die
vorm van een muziekfestival. Omdat het zekerheid echter achter met een gevoel van
Die eerste keer wil je niets aan het toeval net iets meer mocht zijn dan enkele bakken onzekerheid over wat ooit had kunnen zijn.
overlaten. Falen is geen optie. Ik had opge- bier als podium met daarop een uitgebluste
zocht hoe het moest. Er bestaan ontelbare schlagerzanger, werd al snel duidelijk dat Neem daarom het risico. “Binnen 20 jaar
boeken over het onderwerp – wat je tegen- mijn eigen kapitaal – als negentienjarige zal je je eerder de dingen beklagen die je
woordig allemaal niet op het internet vindt relatief beperkt – niet zou volstaan. Geluk- níet hebt gedaan, dan de dingen die je
– en ik had ook goed gekeken naar hoe an- kig telt ons typisch klein Vlaams dorpje ook wel hebt gedaan. Dus ga er gewoon voor,
dere mensen het deden. Het was zomer, de wat typische kleine Vlaamse middenstand. verlaat de veilige haven. Verken. Droom.
sfeer zat goed, er was muziek ... en toch, Als je het bij die mensen goed verkocht Ontdek.” Een quote104 van meer dan 100
toch was het een beetje een tegenvaller. Ik krijgt – en je koopt er regelmatig ook zelf jaar geleden en ik weet niet of er waarheid
had er meer van verwacht, eerlijk gezegd. iets – zijn die wel bereid je wat startkapitaal inzit, maar ik geloof het graag. Da’s een
Het was ook zo snel gedaan. Hoe dan ook, toe te stoppen. Je financiële mogelijkheden risico dat ik wil nemen.
de eerste keer dat je zoiets doet, dat je iets gaan crescendo, je kan een grotere naam
onderneemt en helemaal zelf opstart, van- boeken voor je festival, en die grote naam Oh ja, hoe het is afgelopen met dat
zelfsprekend is het niet. Mijn eerste eigen zorgt er op zijn beurt voor dat je ook een muziekfestival ben ik u nog verschuldigd.
onderneming? Een muziekfestival. grote sponsor aan de haak slaat. Om maar U kent ongetwijfeld Rock Werchter? Zo’n
te zeggen dat investeren en investeerders vaart is het niet gelopen. Maar na een uit-
De zomer van 2003 naderde zijn einde, noodzakelijk zijn voor je onderneming. geregende eerste editie die letterlijk in het
ik was negentien en in een typisch klein Wat eigen inbreng, de lokale middenstand, water viel, volgden nog twee succesvolle
Vlaams dorpje viel eigenlijk niet zo veel enkele grotere investeerders die hun duit in edities. Had de schreeuw van de arbeids-
te beleven. Gelukkig was het mijn dorpje het zakje doen, en dat lijkt het dan zowat markt niet zo luid geklonken, er zouden er
en had ik recht van spreken. Tussen pot te zijn. wellicht nog gevolgd hebben. Onderne-
en pint ontstaan dan vaak gesprekken, men. Ik heb het ooit gedaan. En ik zal het
wereldfilosofieën en ideeën die een dag Alhoewel. De overheid, daar hebben ze nog doen. Maar nu is het aan u. Durf.
later samen met de alcohol uit je hoofd en toch ook geld? Klopt. Dat wil vooral niet
lichaam zijn weggeëbd. Even vaak beslis zeggen dat ze daar geld te veel hebben, Steven Schelfhout,
je dat de dingen die je op zo’n moment maar als je wat tijd steekt in een goed Team communicatie
verzint een te groot risico inhouden, en opgebouwd ondernemersplan en duidelijk
laat je ze voor wat het is. Maar soms, heel omschrijft wat je wil, ben je absoluut wel-
soms, ontstaat er een drive. Dan borrelt kom. Zeker als je jong bent en de wereld
er iets in je op dat je niet kan stoppen en (weldoordacht) wil veroveren. Hoe groot
moet je verwezenlijken wat in gedachten of hoe klein je het ook ziet, binnen de
al is opgebouwd. Dan neem je een risico Vlaamse overheid zijn er heel wat kanalen
en ontstaat er een nieuwe levensvorm, een waar je een beroep op kan doen. Of het
104 “Twenty years from now you will be more disappointed by
nieuwe mens, een nieuwe ... ondernemer. nu gaat om een subsidie, een lening of ge- the things that you didn't do than by the ones you did do. So
woon de essentiële informatie die je nodig throw off the bowlines. Sail away from the safe harbor. Catch
De ondernemer herken je meestal aan twee hebt. Maar je moet er natuurlijk zelf nog the trade winds in your sails. Explore. Dream. Discover.” door
Mark Twain
eigenschappen: hij heeft (1) een fantastisch om vragen en het initiatief nemen. Je moet

51
Vlaamse overheid
Departement Economie,
Wetenschap en Innovatie
Koning Albert II-laan 35 bus 10
1030 Brussel
info@ewi.vlaanderen.be
www.ewi-vlaanderen.be

You might also like