You are on page 1of 12

Professionele Bachelor Lager Onderwijs

Campus Noord 2
Oudesteenweg 81
2060 Antwerpen
03 613 14 05
http://praktijkweb.kdg.be

LESVOORBEREIDING
naam:
school:

Sien Horsting
De Kleine Jacob

doestage:
leerjaar:

nr:

13

opleidingsgroe
p:

3de

datum:

(uur) van:

tot:

1PBLOe

15-4-16
15u15

13u25
mentor:

Lieve Cools

aantal lln:

20

leergebied:

Wereldorintatie

leerdomein:

Techniek

lesonderwerp:

CO: Bruggen bouwen

nagekeken
door:

op:

Beginsituatie
De banken staan al in eilandjes van 4. (voorgaande les muvo: muziek)
Deze les wordt in CO-teaching gegeven.

Kerndoelen
De leerlingen orinteren zich op de stevigheid van verschillende papieren vormen, profielen en
verbanden en experimenteren daarmee in de les.
De leerlingen ontdekken dat constructies steviger worden door driehoekige of gebogen elementen
te gebruiken.
De leerlingen kunnen een brug bouwen van papier.
Situering (leerplan en/of leergebiedoverschrijdende eindtermen)
LEERPLAN WERELDORIENTATIE (VVKBaO, 2010)
Mens en techniek
6.11 Kinderen kunnen zeggen aan welke eisen een bestaande constructie en een constructie de ze
zelf willen maken of gebruiken, moet voldoen.
6.12 Kinderen kunnen hun materialenkennis en hun kennis van constructie-, bereidings-, en
bewegingsprincipes gebruiken bij het ontwerpen van een constructie.
6.13 Kinderen kunnen een constructieactiviteit of een bereiding correct uitvoeren.
6.14 Kinderen kunnen gebruik maken van hun kennis over en vaardigheid in techniek om een
bereiding te maken en een constructie uit elkaar te halen of in elkaar te zetten.
6.15 Kinderen kijken kritisch naar een zelfgemaakt product.
6.16 Kinderen kunnen in concrete ervaringen stappen van het technisch proces herkennen.
LEERGEBIEDOVERSCHRIJDENDE EINDTERMEN:
Leren leren:
Houdingen en overtuigingen: De leerlingen kunnen op hun niveau leren met:
nauwkeurigheid, efficintie, wil tot zelfstandigheid, voldoende zelfvertrouwen, houding van
Aantal bijlagen

openheid, kritische zin.


Sociale vaardigheden domein relatiewijzen
1.4 De leerlingen kunnen hulp vragen en zich laten helpen
Sociale vaardigheden domein samenwerking
3. De leerlingen kunnen samenwerken met anderen, zonderonderscheid van sociale achtergrond,
geslacht of etnische origine.
Bronnen
Helden, B. Van. (2006, maart). Brug van papier. Geraadpleegd van
http://techniektoernooi.nl/perch/resources/archief/brugvanpapier1.pdf
Leibbrand, H. (z.j.). ONTDEKPLEK. Geraadpleegd van
http://www.encyclopedoe.nl/?onderwerp_id=77&alfabet_letter=B
NTR. (2010, 31 maart). Bruggen -Hoe maak je een stevige brug? [Video]. Geraadpleegd van
http://www.schooltv.nl/video/bruggen-hoe-maak-je-een-stevige-brug/#q=stevige%20brug

Aantal bijlagen

Duur

Fasering

per lesfase noteer je een duidelijke titel, tenminste n leerdoel en


omschrijf je zeer gedetailleerd en eenduidig de leerstof of de vaardigheid

in min.

15

Leerinhoud (WAT)

Het technisch proces: het probleem stellen


De leerlingen kunnen
-de functie van een brug verwoorden.
-verschillende soorten bruggen opnoemen.
-een (creatieve) oplossing bedenken voor de
probleemstelling.

Onderwijsleermiddelen
(WAARMEE)
Verhaal (bijlage 1)
2 kabouters
A4-papier

Onderwijsleeractiviteiten (HOE)
De leerkracht

De leerlingen

Voorziet elk eilandje van wat A4-papier.


zegt: Loes, kom je eens even naar voor?
Je hebt me verteld dat je een trucje kan. Zou je dat
eens aan de klas willen tonen?
zegt: Wat hebben jullie gezien?
Waarvoor dient een brug? Wat is de functie van
bruggen?

Een brug is een vaste of beweegbare verbinding voor


het verkeer, tussen twee punten die gescheiden zijn
door een rivier, kanaal, kloof, dal, weg, spoorweg of een
ander obstakel.

Groep

zegt: Voor wie? Of voor wat?


Er zijn ook verschillende soorten bruggen, wie kan
mij eens een voorbeeld geven.
Soorten bruggen:
Ophaalbrug
Kabelbrug
Fietsersbrug
Voetgangersbrug
Apenbrug
Hangbrug
Boogbrug
kanaalbrug

komt naar voor en gaat


in brug staan.
antwoorden: Een brug
antwoorden: Om ergens
overheen te geraken.
antwoorden: Mensen of
voertuigen.
antwoorden:
ophaalbrug, apenbrug,
menselijke brug,

zegt: Volgende week gaan we daar nog veel meer


over leren.
zegt: Maar kennen jullie Flop en Flap al?
toont twee kabouters.
zegt: Dit zijn Flop en Flap, en die twee kerels hebben
een probleem. Luister maar
leest het verhaal in bijlage 1.
zegt: Hebben jullie een idee wat Flop en Flap kunnen
doen om aan de andere kant van de rivier te komen?
Goed, nog andere ideetjes?
zegt: Ja, inderdaad, dat kan allemaal. Maar het zou
ook wel fijn zijn als ze af en toe ook nog eens de
andere kabouters in het bos kunnen bezoeken h.
Dus het voorbeeld met een raket is toch niet erg
praktisch. Wat zou de beste oplossing zijn?

antwoorden: nee.
luisteren naar een
verhaal.
antwoorden: een brug
bouwen, een vlot
maken, met een
luchtballen, met een
raket
antwoorden: een brug.

zegt: Een brug bouwen, maar je ziet Flop en Flap, dat


zijn maar twee klein kaboutertjes h. Zien jullie dat
zitten om hen te helpen?
antwoorden: Ja!
25

Het technisch proces: oplossingen


zoeken/ontwerpen.

Fotos bruggen
(bijlage2)

zegt: Heeft er iemand ervaring met bruggen bouwen? antwoorden:


Oei, nee. Wat zouden we dan kunnen doen? Gaan we

Duur
in min.

Fasering

Leerinhoud (WAT)
per lesfase noteer je een duidelijke titel, tenminste n leerdoel en
omschrijf je zeer gedetailleerd en eenduidig de leerstof of de vaardigheid

De leerlingen kunnen
-ervaren dat driehoekige constructies stevig zijn.
-driehoeken aanduiden in constructies.
-informatiebronnen opnoemen.
-informatie uit een filmpje verwoorden.

Brainstorm:
Filmpje, boek, fotos, internet, realiteit,
Materiaal: papier
Afstand: min. 35 cm
Gewicht: boek
Materiaal testen: driehoekige en gebogen constructies.
Tekst filmpje:
Als ik een plank op deze twee oevers leg Zie je, dan
zie je, dat ie doorbuigt. Wow, en niet zon beetje ook! Ik
durf er niet eens op te gaan staan! Maar: als ik de plank
ertussen zet
Kijk: nu is ie veel steviger!
Nou, ik kan er zelfs op zitten!
He he, nou, je hebt het net al kunnen zien: als ik m
erop leg, dan buigt het een beetje door. Maar wat als ik
de plank nou twee keer zo dik maak?
Dan is ie gelijk een stuk steviger. Nou ja, hij kraakt nog
wel een beetje. En op zon soort brug moeten er
natuurlijk allemaal dingen overheen: fietsen, autos,
vrachtwagens. Om m nog ietsje steviger te maken
zetten we er een pilaar onder. Hoppakkee. Dan is ie
gelijk een stuk steviger.
Stel, dat hier boten onderdoor moeten varen of dat er
een diep ravijn is. Nou, dan kan dit niet, dit ding moet
weg. Ik kan de brug ook op een andere manier stevig
maken.
Altijd zorgen, dat je het op maat doet en het liefst op
een vierkwartsmaat.
Kijk: kleine latjes, een lange lat. Nou, het is nog niet
echt stevig h. Het gaat op en neer. En, er moeten dus
latjes tussen hier. Nou, laten we maar doen dan!
Zo, de brug terug. De pijler kan weg, die hebben we niet
meer nodig. En als het goed is, is ie alweer een stuk
steviger.
Driehoeken zie je heel vaak. Een driehoek is namelijk

Onderwijsleermiddelen
(WAARMEE)
Filmpje Schooltv
20 zakjes met
rietjes en touw
Boek
Plakband
Lijmstiften
scharen
Papiervellen A3
Papiervellen A4
Papierstroken
puzzelstukjes

Onderwijsleeractiviteiten (HOE)
De leerkracht

Groep
De leerlingen

er zomaar aan beginnen?


zegt: Misschien moeten we eerst wat informatie
opzoeken.
Waar zouden we dat kunnen vinden?
Wat nog?
zegt: Ok, we kunnen een filmpje bekijken, een boek
lezen, een echte brug gaan bekijken, fotos van
bruggen bestuderen,
Ik heb al wat opzoekwerk kunnen doen voor jullie, ik
heb al wat fotos meegebracht. Ik geef ze door.
Bekijk die fotos goed, wat zie je?
Hoe is die brug gebouwd? Welke vormen zie je?
zegt: Wie ziet dat ook op zijn foto? Wie ziet er iets
anders?
We kunnen misschien ook nog even op internet
zoeken. Ik heb nog een filmpje gevonden.
start het filmpje Schooltv.
zegt: Wat hebben jullie gezien? Wat heb je geleerd?
Welke vormen zag je in het filmpje? Welke waren
stevig? Welke niet? Zien jullie die vormen ook in de
fotos?
zegt: Driehoeken, dat is nu wel toevallig dat we daar
deze morgen over geleerd hebben h. Ik wil nu niet
moeilijk doen, maar mogen wij alles wat op het
internet staat zomaar geloven?
Zullen we zelf ook eens niet uittesten of een driehoek
wel echt zo stevig is? Ga eens per twee tegenover
elkaar staan met je benen gesloten en je handen leg
je op elkaars schouders. Duw elkaar een beetje naar
links of naar rechts. Wat gebeurt er?
zegt: Je gaat zien dat je bijna valt. Zet nu je benen
gespreid open. En probeer dat nog een keer.
Is er verschil?

antwoorden: internet,
boeken, filmpjes,
architect,

bekijken de fotos.
antwoorden: met hout,
van metaal, driehoeken,
bogen, stenen,

antwoorden: een man


die een brug maakt, een
man die een stevige
brug maakt,
driehoeken zijn stevig,
voerkanten minder
stevig, bogen kunnen
ook,..
antwoorden:
Driehoeken.
antwoorden: Nee.
voeren de instructie uit.
antwoorden: Ik val bijna
om.
antwoorden: Ja, veel
steviger.

zegt: Veel steviger, en zie je de driehoek die je


benen maken?
antwoorden: Ja.
Nog een testje:
Ik heb voor ieder van jullie een zakje gevuld met
stukjes rietjes en touwtjes.
deelt de zakjes uit.
Het ene touwtje haal je door drie rietjes, het andere
door vier rietjes. Dan hebben we een driehoek en een voeren de instructie uit.

Duur
in min.

Fasering

Leerinhoud (WAT)
per lesfase noteer je een duidelijke titel, tenminste n leerdoel en
omschrijf je zeer gedetailleerd en eenduidig de leerstof of de vaardigheid

vormvast en wordt veel gebruikt in bouwwerken en


bruggen. Een combinatie van deze technieken zorgt
voor allerlei varianten.

Onderwijsleermiddelen
(WAARMEE)

Onderwijsleeractiviteiten (HOE)
De leerkracht
vierkant.
toont de driehoek en het vierkant.
zegt: Probeer maar, help elkaar een beetje.
En? Wat is het stevigste? Zeker? We zagen dat ook al
in het filmpje daarnet h.
Dus we kunnen ervan uit gaan dat driehoeken in een
constructie toch wel voor een bepaalde stevigheid
zorgen. Ja h? Anders zouden we die vorm niet zo
vaak zien terugkomen in al die fotos.

Groep
De leerlingen

antwoorden: de
driehoek.

zegt: Moeten we nog extra informatie hebben of


antwoorden:
kunnen we aan de slag?
Moeten we niet weten hoe groot de rivier is waar Flop antwoorden: Ja.
en Flap over moeten?
zegt: 35 centimeter
Moeten we niet weten hoeveel Flop en Flap wegen?
Als daar een hele dikke kabouter over moet, dat die
brug niet instort h.
zegt: De brug moet dit boek kunnen dragen.
toont boek.
Moeten we nog iets weten?
zegt: Het materiaal: Flop en Flap hebben niet veel
centen, ze hebben me verteld ze enkel wat papier
hebben.
Dus kan iemand mij even herhalen wat we nu al
weten?
zegt: Wat is het probleem?
schrijft mee op bord.
zegt: Wat hebben we ter beschikking? Materiaal?
Weten we iets over de lengte van de brug?
Iets over de breedte? Nee, dat mag je dan zelf
kiezen.
Weten we iets over de stevigheid van de brug? Moet
het een bepaald gewicht kunnen dragen?
zegt: We hebben daarstraks ook al in groepjes
gewerkt, ik heb gezien dat jullie dat goed kunnen.
We gaan deze les nieuwe groepjes vormen, ik deel
enkele puzzelstukken uit. Net zoals daarstraks gaan
we proberen om in volledige stilte groepjes van 4 te
vormen. Dus je gaat op zoek naar wie van de klas je
puzzel compleet maakt. Heb je je groepje gevonden?
Dan neem je plaats aan een eilandje. Ik ben
benieuwd wie er deze keer als eerste flink klaar zit in

antwoorden:

antwoorden:
antwoorden: Een brug
maken.
antwoorden: Van papier.
antwoorden: 35 cm
antwoorden: Nee.
antwoorden: Het moet
een boek kunnen
dragen.

Duur

Fasering

Leerinhoud (WAT)
per lesfase noteer je een duidelijke titel, tenminste n leerdoel en
omschrijf je zeer gedetailleerd en eenduidig de leerstof of de vaardigheid

in min.

Onderwijsleermiddelen
(WAARMEE)

Onderwijsleeractiviteiten (HOE)
De leerkracht
zijn groepje. Je mag pas beginnen zoeken als
iedereen zijn puzzelstukje heeft.

Groep
De leerlingen

vormen groepjes.

deelt puzzelstukken uit.


zegt: Start.
10

3a

Het technisch proces: ontwerp uitvoeren


De leerlingen kunnen
-samenwerken.
-de taken eerlijk verdelen.
-experimenteren met papier.
-ontdekken dat constructies steviger worden door
driehoekige of gebogen elementen te gebruiken.
-

Plakband
Lijmstiften
scharen
Papiervellen A3
Papiervellen A4
Papierstroken
Gekleurd papier

zegt: We gaan vandaag dus een lange brug van


papier maken, maar er is een probleem. Kijk even.
schuift twee banken uit elkaar, laat zien wat er
gebeurt als er een A4-blad als brug tussen twee
tafels wordt gelegd.
zegt: Papier is heel slap. Hoe kunnen we het blaadje
steviger maken?
Neem zelf maar een blad en probeer eens wat.
zegt: Laat eens horen, iemand iets gevonden.
selecteert oplossingen die in de richting gaan van
gebruikmaken van profielen.
zegt: Dat is al goed gevonden.
rolt een papier op, legt deze opnieuw tussen de
banken. Wat zien we nu?
zegt: Als ik deze nu nog veel langer zou maken, zou
deze dan nog stevig zijn?
demonstreert.
zegt: Je ziet dat er een probleem is, de brug begint
door te zakken. Op deze manier kan je hem dus niet
steeds langer maken. Bekijk jullie fotos nog eens.
Welke vormen zagen we ook alweer? Hoe zorgen
bruggenbouwers dat de brug niet inzakt?

Speel
tijd

Speeltijd

25

3b

Voor de sterkte van een brug is de vorm heel belangrijk.


Een plat A4-tje blijft niet liggen als je het met de
uiteinden op twee tafels legt die 20 cm uit elkaar staan.
Als je het A4-tje oprolt tot een kokertje, dan is het
daarvoor wel sterk genoeg. Als je goed kijkt wat er
gebeurt, is dat ook logisch; het platte papier kan heel
gemakkelijk buigen, want de hoogte van het stuk dat
buigt is slechts de papierdikte. In de ene (dunne)
richting buigt het papier makkelijk, in de andere (brede)
richting lukt dat niet. Als je het papier oprolt (of er een
driehoekig kokertje van vormt zoals op de tekening)
wordt het in de richting waarin het moet buigen dikker
en wordt de kracht op het papier beter verdeeld,
waardoor het minder gemakkelijk buigt. Dat is niet

zegt: Neem nu nog eens een blad papier en bedenk


nog eens een manier om dit sterker te maken.
selecteert oplossingen die in de richting gaan van
gebruikmaken van profielen.

antwoorden:
experimenteren.
antwoorden: dubbel
vouwen, verkreuken,

antwoorden: Het papier


blijft liggen.
antwoorden: Nee.

antwoorden: door
driehoekige of gebogen
constructies.

experimenteren.

zegt: Dat ziet er al aardig goed uit.


Het is tijd om te gaan spelen.
(speeltijd)
zegt: Ok, tijd om de boekentassen te maken, laat
dit niet te lang duren, dan hebben we meer tijd om
onze brug te bouwen.
zegt: Ik heb op elke bank wat materiaal neer gelegd
dat jullie mogen gebruiken. Grote papieren, kleine
papieren, papierstroken, wat plakband en lijmstiften.
De plakband dient enkel om papier vast te kleven.

maken hun boekentas.

Duur

Fasering

Leerinhoud (WAT)
per lesfase noteer je een duidelijke titel, tenminste n leerdoel en
omschrijf je zeer gedetailleerd en eenduidig de leerstof of de vaardigheid

in min.

Onderwijsleermiddelen
(WAARMEE)

vreemd, omdat dikke dingen nu eenmaal sterker zijn


dan dunne.

Het technisch proces: uittesten en eventueel


verbeteren
De leerlingen kunnen
-nagaan of de constructie aan de voorwaarden voldoet.
-de constructie aanpassen.

Zie leerinhoud fase 3

De leerkracht
Niet om iets helemaal in te tapen zodat het steviger
wordt.
deelt materialen uit.
zegt: Bedoeling is dat jullie in jullie groep een brug
ontwerpen en maken die aan de vooropgestelde
voorwaarden voldoet.
wijst naar het bord.
zegt: Bespreek hoe jullie te werk gaan, zorg dat
iedereen iets gedaan heeft. Werk samen, want
samen sta je sterk. Bundel jullie ideen,
experimenteer en ga dan aan de slag.

Groep
De leerlingen

voeren de opdracht uit.


G

zegt: Juf Lieve en ik lopen rond om hier en daar te


helpen.
Wij zijn trouwens ook de jury.
Straks gaan we elkaars bruggen beoordelen. Er is
een prijs voor de stevigste brug, de langste brug en
de mooiste brug. Dus doe jullie best! Heel veel
succes.

Papier is van zichzelf niet zo sterk. Maar door papier in


een profielvorm te vouwen wordt het veel sterker. Net
zoals de stalen profielen die in de bouw worden
gebruikt. Met profielen kun je sterke (en toch lichte)
constructies maken. Er zijn verschillende profielen: H-,
T-, en U-profielen en buisvormige profielen.

Onderwijsleeractiviteiten (HOE)

stuurt bij waar nodig. Geeft tips om stevige profielen


te maken (indien de leerlingen hier zelf niet op
komen.)
Wanneer leerlingen tot goede constructies
komen, leg ik de les even stil, zodat dit
getoond kan worden aan andere groepjes,
zo kunnen ze van elkaar leren.

Plakband
Lijmstiften
scharen
Papiervellen A3
Papiervellen A4
Papierstroken

zegt: Als je denkt dat je brug klaar is, kan je deze


nog mooier maken, want ook daar is een prijs voor.
Je mag daarvoor kleurtjes, stiften en gekleurd papier
gebruiken.
(Eerst fotos nemen, alvorens de leerlingen de
werkjes uittesten!)
zegt: Goed, leg alles even neer. Hebben jullie al
getest of jullie brug het gewicht van een boek kan
houden? Neem eens een kijkje bij de andere
groepen. Je kan heel wat leren van elkaar. Jullie
krijgen nu nog 5 minuutjes om de laatste
aanpassingen te doen.

bekijken het werk van


anderen en verbeteren
hun werk.

Duur

Fasering

per lesfase noteer je een duidelijke titel, tenminste n leerdoel en


omschrijf je zeer gedetailleerd en eenduidig de leerstof of de vaardigheid

in min.

10

Leerinhoud (WAT)

Het technisch proces: evalueren


De leerlingen kunnen
-het verloop van het technisch proces verwoorden.
-aangeven hoe de samenwerking verlopen is.
-het proces evalueren.
-het product evalueren.
Samenwerking
Takenverdeling
Leuk?
Moeilijk?
Beoordeling resultaat

10

Opruimen en prijsuitreiking

Onderwijsleermiddelen
(WAARMEE)

Onderwijsleeractiviteiten (HOE)
De leerkracht
zegt: Goed, de jury gaat zijn werk doen. Wie vertelt
nog eens wat we precies moeten nakijken?
We kijken na of de brug minstens 35cm kan
overbruggen, we kijken of na of ze het gewicht van
het boek aankan, dan vergelijken we alle bruggen
met elkaar. De langste, de stevigste en de mooiste
krijgen een prijs.

Groep
De leerlingen

antwoorden: de lengte,
het gewicht, de
uitstraling,

zegt: We beginnen bij deze groep. Kijken jullie mee?


Wat vinden jullie van deze brug?
antwoorden:
Wie zat er in dit groepje, vertel eens. Hoe zijn jullie
tewerk gegaan?
Hoe verliep de samenwerking? Waren de taken eerlijk
verdeeld?
Vonden jullie het leuk? Wat vond je leuk?
meet de overbrugging, legt het boek op de brug.
zegt: Voldoet deze brug aan alle voorwaarden?
Het is ook wel een hele mooie brug! Knap gewerkt.
Dezelfde werkwijze voor alle andere groepjes.
Zegt: Terwijl de jury overlegt, zou het fijn zijn dat
ruimen op.
jullie alles al opruimen. Dat wil zeggen: al het papier
dat niet meer bruikbaar is, gaat in de papiermand.
Papier dat nog bruikbaar is, leg je hier vooraan netjes
neer. Jullie bruggen mag je voorzichtig hier vooraan
komen leggen onder het bord. Dan kunnen we ze
misschien later nog ergens tentoonstellen. Scharen,
lijmstiften, plakband op zijn plaats. En dan de banken
terug recht zetten. Als dat gebeurd is, kunnen we
overgaan naar de prijsuitreiking. Spannend.
Het was enorm moeilijk voor de jury. Maar de prijs
voor de langste brug gaat naar
De stevigste brug was overduidelijk die van
En dan moet ik zeggen dat alle bruggen superknap
gemaakt waren, echt waar! Maar als we moeten
kiezen gaat de prijs van mooiste brug naar
Geef ze allemaal een heel groot applaus!

Bordschema

Probleem: brug bouwen voor Flop en Flap


Materiaal: papier
Lengte: minstens 35 cm
gewicht: een boek

Aanvullingen

Bijlage 1:
In een prachtig bos, vlakbij de stad woont een groep boskabouters. Ze wonen in rood met witte paddenstoelen en ze wonen er al heel lang.
In de eerste paddenstoel die je tegenkomt wonen Hummetje en Hommetje, net terug van een verre reis. Verderop heb je dan nog Haakje en Oogje met hun 3 kindertjes Pim, Pam en Pet, de
gebroeders Plens en Plons, Tak en Steeltje, met hun kindertjes Blad en Wortel, Flop en Flap en nog veel meer anderen. En natuurlijk is daar de paddenstoel van Wieltje.
Wieltje is eigenlijk geen boskabouter, maar een tuinkabouter. Lang geleden woonde hij bij mensen in de tuin en met zijn kruiwagentje ruimde hij 's nachts alle rommel uit de tuin op.
Maar opeens had hij er genoeg van. Op een nacht duwde hij zijn kruiwagentje de weg op naar het bos. Eerst vonden de boskabouters hem een beetje raar, maar Wieltje was heel slim n handig
en dus mocht hij blijven. De boskabouters vonden zijn kruiwagen zo gaaf, dat Wieltje besloot een heleboel wielen te gaan maken voor nieuwe kruiwagens. Hij had al een schuur vol wielen. Maar
omdat niemand wist hoe het verder moest, gebeurde er verder niets mee.
Op een mooie herfstavond zegt kabouter Flop tegen zijn vrouw Flap dat hij niet meer tevreden is over hun paddenstoel. De kap is verlept en verkleurd en de deur, van aan elkaar gebonden takjes,
klemt en piept. Ook de stam is aan een verfje toe.
"Ik wil wel verhuizen, maar dan niet meer naar een paddenstoel".
"Kabouters wonen altijd in een paddenstoel. "zegt Flap. "Waar wil jij dan in wonen?"
"Ik weet het niet, ik moet er over nadenken" zegt Flop. Plotseling horen ze een enorme klap. De paddenstoel schudt heen en weer.
Flap en Flop rennen naar buiten en even later valt hun hele huis om.
"O sorry, hoor" horen ze in de boom boven hun. "Ik liet per ongeluk een kastanje vallen. Dat huis van jullie kan ook nergens tegen". Pluis de eekhoorn verdwijnt grijnzend tussen de takken van de
boom. "Ohhhh, wat moeten we nu doen?" , jammert Flap.
"Heel eenvoudig, we gaan verhuizen", antwoordt Flop.
Die nacht slapen ze bij de buren en de volgende ochtend roept Flop alle kabouters bij elkaar. "Wij gaan verhuizen, niet naar een paddenstoel, maar h naar iets anders. Verderop bij de rivier (wat
eigenlijk maar een heel klein stroompje water is, maar dat weet Flop niet) heb ik laatst een hele berg van h een soort van h blokjes gezien. Ik denk dat als je die op elkaar stapelt je wel een soort
van h huis kan maken".
"Zal ik meegaan om te helpen", vraagt Wieltje. "Ik heb bij de mensen ook wel eens zoiets gezien".
"Nee", zegt Flop dapper. "We kunnen het zelf wel. We nodigen jullie allemaal uit als ons huis klaar is". En daar gaan Flop en Flap, op zoek naar een nieuw huis.
Zie je daar die blokjes, Flap? roept Flop. Ooh, wat tof zeg, maar hoe geraken we tot ginder?
Flop kijkt bedenkelijk. Zwemmen? vraagt hij met een bang stemmetje. Flap kijkt Flop verbaasd aan. Plens en Plons zijn de enige kabouters die kunnen zwemmen. Ik ben bang van water, dat
durf ik niet.
Wat nu gedaan?

Bijlage 2:

Bijlage 3: deze prentjes worden in puzzelstukken van 4 geknipt.

You might also like