Professional Documents
Culture Documents
Naam coach
:.. Klas
Naam NHLdocent
School : NHL
: 2B
..
Aantal lln.:
Datum
: 15-12-2016
LESOPDRACHT:
KERNDOEL(EN):
LEERSTOF:
-
Woordenlijst
Doen voor aanvang van de les (bijvoorbeeld kopiren, computer aan, etc.):
Tijd
Functie
lesdeel *
0-5
Introductie
Lesopzet
Leerlingactiviteit
Docentactiviteit
Leer-/hulpmiddelen
Luisteren, eventuele
vragen stellen
Uitleg geven,
leerlingen assisteren
waar nodig
PowerPoint
Luisteren, eventuele
vragen stellen
Vragenrondje
Wat vonden de leerlingen ervan?
Was het leerzaam/handig?
Was het leuk om te doen?
Hebben ze er wat van opgestoken?
Herhalen doelen
5-10
Uitleg
10-50
50-60
Instructie geven,
eventuele vragen
beantwoorden
PowerPoint
Opdracht
Evaluatie
Actief deelnemen
Vocabulaire woorden
voorlezen, leerlingen
controleren
Bingokaarten,
woordenlijst
Actief deelnemen
Vragen stellen
PowerPoint
Verantwoording
Doeltaal voertaal
De leerdoelen zijn in de les in het Nederlands, om het zo verstaanbaar en begrijpbaar te maken voor alle leerlingen. Zo weten de leerlingen
duidelijk wat er van hen wordt verwacht.
We hebben gekozen voor veel doeltaal is voertaal omdat dit een spel is en vrij makkelijk te begrijpen is. De instructie, uitleg en praten met de
leerlingen wordt allemaal in het Engels gedaan. Op deze manier raken de leerlingen gewend met de Engelse taal. Er wordt ook van de
leerlingen zelf verwacht dat ze Engels praten, zowel naar de docent toe als naar elkaar. Er word gebruik gemaakt van klassentaal.
We maken gebruik van een productieve woordenschat, de leerlingen hebben de woordjes voor de les geleerd en kennen ze. We hebben
gekozen om de vocabulaire op zon manier te toetsen dat de leerlingen het leuk vinden om te doen maar er ook wat van leren. Op deze manier
denken wij dat we hun aandacht er beter bij kunnen houden. En zelfs de leerlingen die de vocabulaire woorden niet voor de les hebben geleerd
zullen op een incidentele manier een paar woorden opsteken van de bingo. (Staatsen, 2015)
We hebben gekozen om de woorden zonder context aan te bieden, omdat dierenwoorden ook erg duidelijk zijn zonder context. De leerlingen
weten hier duidelijk wat er gebeurt, er is verder geen hulp nodig qua context om het te begrijpen. Ook voor de bingo is de context niet nodig,
daarom hebben we hier geen gebruik van gemaakt. (Staatsen, 2015)
Introductie
In de introductie benadrukken we specifiek dat er een toets aankomt en dat we hiervoor een beetje gaan oefenen. Ook benadrukken we wat de
doelen zijn, dus wat we willen hebben bereikt aan het einde van de les. We zijn deze les echt bezig met Intentioneel leren, alles erop gericht om
het woord in de leerlingen hun geheugen komt.
Uitleg
Deze uitleg doen wij in het Engels. In andere Engels lessen wordt ook voornamelijk doeltaal voertaal gehanteerd en hier moet mee doorgegaan
worden. Dit is omdat de leerlingen al in het ritme zitten dat er alleen Engels wordt gesproken in de les en dit ritme wil je niet verstoren voor een
simpel spel. Het Engels is wel op het niveau van de leerling, zodat het niet te moeilijk wordt.
Bingo
Hierbij wordt ook doeltaal is voertaal gehanteerd. Voor de woorden tijdens de bingo hebben wij ervoor gekozen dat de leerlingen deze voor de
les al geleerd moeten hebben. Dit zijn tevens ook de woorden die ze op de toets krijgen. Hierbij is sprake van Productieve woordenschat, want
de leerling kent de woorden zodanig, dat hij ze niet alleen begrijpt maar ook zelf kan gebruiken als hij op de bingo kaart schrijft, dit moet wel op
een correcte wijze.
We hebben ervoor gekozen om zelf materiaal te maken door middel van een eigen woordenlijst te maken van verschillende dierennamen en
van een paar dingen die te maken hebben met dieren. Dit hebben we gedaan omdat we dan meer controle hebben over welke woorden we
willen gebruiken en dan is het beter aan te passen op de doelgroep. (Staatsen, 2015)
5
Afsluiting
We hebben ervoor gekozen om de les af te sluiten met een vragenrondje. Op deze manier kunnen we kijken of de leerlingen het een goed idee
vonden om dit spel te doen en je kan kijken of ze er wat van hebben opgestoken, ook zorgt dit voor individuele aanspraakbaarheid. Misschien
kunnen ze zelfs nog wat tips en tops geven. Aan het eind worden de doelen weer herhaald en evalueer je of deze doelen zijn behaald.
Bibliografie
Staatsen, F. (2015). Moderne vreemde talen in de onderbouw. In F. S. Hebbing, Hoofdstuk 6.