You are on page 1of 18

KENNISPORTFOLIO

Blok 2

Tessa van Breugel

Studentnummer: 2128817

49BKM1VH
Inhoudsopgave
Bedrijfseconomie ................................................................................................ 3
Model/Theorie: Winstverdeling .......................................................................... 3
Model/Theorie Gouden Balansregel .................................................................... 3
Model/Theorie Liquiditeit .................................................................................. 3
Model/Theorie Solvabiliteit ................................................................................ 4
Model/Theorie Activiteit kengetallen ................................................................... 4
HRM ................................................................................................................. 5
Model/Theorie HR-instrumenten ........................................................................ 5
Model/Theorie Fombrunmodel ........................................................................... 5
Model/Theorie Dave Ulrich model ...................................................................... 6
Model/Theorie Bollenmodel ............................................................................... 6
Model/Theorie Employer branding...................................................................... 7
Model/Theorie Behoeftepiramide Maslow ............................................................ 7
Model/Theorie Marketingproces ......................................................................... 9
Model/Theorie Marketingmix ............................................................................. 9
Model/Theorie Abell model ................................................................................ 9
Model/Theorie Marketingplan ...........................................................................10
Model/Theorie Marketingomgeving ...................................................................11
Model/Theorie ABCDE-analyse .........................................................................11
Model/Theorie 5 krachten model van Porter .......................................................12
Model/Theorie SWOT-analyse...........................................................................12
Model/Theorie Confrontatiematrix .....................................................................13
Model/Theorie SFA-Matrix................................................................................13
Model/Theorie Portfolio matrix/ BCG matrix .......................................................14
Model/Theorie Merkbranding ............................................................................14
Model/Theorie Communicatiemiddelen ..............................................................15
Model/Theorie Direct marketing .......................................................................16
Model/Theorie Promotiemix strategieën .............................................................16
Management Inleiding II ....................................................................................17
Overeenkomsten- & Rechtspersonenrecht ............................................................17
Model/Theorie ................................................................................................17

2
Tessa van Breugel Studentnummer 2128817 blok 2
Bedrijfseconomie

Model/Theorie: Winstverdeling
 Auteur: André Heezen
 Vakgebied: Bedrijfseconomie
 Beschrijving: het berekenen hoe de winst wordt verdeeld over de aandeelhouders.
 Relevantie/Te gebruiken voor: : het berekenen hoe de winst wordt verdeeld over de
aandeelhouders. En het bedrijf

Model/Theorie Gouden Balansregel


 Auteur: André Heezen
 Vakgebied: Bedrijfseconomie
 Beschrijving: de vaste activa en het vaste gedeelte van de vlottende activa moeten
worden gefinancierd met eigen vermogen en/of vreemd vermogen op de lange
termijn.
 Relevantie/Te gebruiken voor: de afstemming tussen het aan te trekken vermogen en
het vermogensbehoefte

Model/Theorie Liquiditeit
 Auteur: André Heezen
 Vakgebied: Bedrijfseconomie
 Beschrijving: een organisatie is liquide als op ieder moment de ingaande geldstromen
voldoende zijn om daaruit de uitgaande geldstromen te kunnen voldoen.
 Relevantie/Te gebruiken voor: te berekenen of een bedrijf liquide is.

Liquiditeit
 Current ratio = Vlottende Activa / Vreemd Vermogen Kort
 Quick ratio = Vlottende Activa – Voorraden / Vreemd Vermogen Kort
 Werkkapitaal:
 Vlottende activa – vlottende passiva
 Eigen vermogen + vreemd vermogen lang – vaste activa

3
Tessa van Breugel Studentnummer 2128817 blok 2
Model/Theorie Solvabiliteit
 Auteur: André Heezen
 Vakgebied: Bedrijfseconomie
 Beschrijving: solvabiliteit is de mate waarin de organisatie in geval van liquidatie in
staat is haar verplichtingen ten opzichte van de verschaffers van vreemd vermogen te
voldoen.
 Relevantie/Te gebruiken voor: te bereken of een bedrijf solvabel is.

Solvabiliteit

 Solvabiliteitspercentage = EV / TV x 100%

 Debt ratio = VV / TV x 100%

OF: EV/VV x 100%

Model/Theorie Activiteit kengetallen


 Auteur: André Heezen
 Vakgebied: Bedrijfseconomie
 Beschrijving: activiteit kengetallen berekenen we om inzicht te krijgen in de
doelmatigheid van het gebruik van d productiemiddelen van de onderneming. De
activiteit kengetallen kunnen we bovendien gebruiken om een verandering in de
rentabiliteit van een onderneming te verklaren.
 Relevantie/Te gebruiken voor: activiteit kengetallen berekenen we om inzicht te
krijgen in de doelmatigheid van het gebruik van d productiemiddelen van de
onderneming

Activiteit kengetallen

 Voorraad:

 Omloopsnelheid van de voorraad


Inkoopwaarde omzet / gemiddelde voorraad

 Opslagduur van de voorraad


1/omloopsnelheid voorraad x 365 dagen

 Gemiddelde krediettermijn debiteuren


Gemiddeld debiteurensaldo x 365 dagen
verkopen op rekening

 Gemiddelde krediettermijn crediteuren


Gemiddeld crediteurensaldo x 365 dagen
Inkopen op rekening

4
Tessa van Breugel Studentnummer 2128817 blok 2
HRM

Model/Theorie HR-instrumenten
 Auteur: Frank Manders en Petra Biemans
 Vakgebied: HRM
 Beschrijving: de 3 afdelingen binnen een bedrijf betreft HRM
 Relevantie/Te gebruiken voor: het verdelen van de HR-rollen en -taken met de
bijbehorende instrumenten.

Model/Theorie Fombrunmodel
 Auteur: Fombrun, Tichy & Devanna, 1984
 Vakgebied: personeelsmanagement
 Beschrijving:
Bovenste deel van model: over de toekomst nadenken, over het personeel. Een
bedrijf wil een course volgen, hierbij hoort personeel.
Instroom (linkerkant model): alles wat je doet als lijnmanager voor binnenhalen
personeel. Inwerken etc.
Doorstroom(middelste deel model): vanaf iemand ingewerkt is tot je de
organisatieverlaat. Je doet wat je moet doen, je vind het leuk je krijgt betaald.
Hogerop komen, bij je bijbaan is het logisch dat je het bedrijf weer verlaat. Alles
wat je als leidinggevende doet als mensen in dienst zijn. Dus een tiener die een
bijbaan heeft maar ook een volwassene van 55 die bij Heineken werkt voor zijn
pensioen.
Uitstroom (rechtse deel model): alles wat te maken heeft met het vertrek van
personeel. Reorganisaties, pensioen, personeel dat zelf weg wil.
 Relevantie/Te gebruiken voor: het afstemmen van de HRM-instrumenten op elkaar

5
Tessa van Breugel Studentnummer 2128817 blok 2
Model/Theorie Dave Ulrich model
 Auteur: Dave Ulrich
 Vakgebied: HRM taken en -rollen
 Beschrijving: Ulrich onderscheidt in zijn model vier rollen voor HR die allen van
wezenlijk belang zijn en in de juiste samenhang en intensiteit uitgevoerd moeten
worden:
 Relevantie/Te gebruiken voor: het invullen van de HR-taken en het invullen van de
HR-rollen

Model/Theorie Bollenmodel
 Auteur: Evers (2014)
 Vakgebied: Bollenmodel: confrontatie vraag en aanbod en actieplannen.
 Beschrijving: met behulp van de 6 bouwstenen van van SPP (Evers,2014) is bekend
wat een ondernmeing aan personeel nodig heeft, nu en in de (nabije) toekomst. Door
de 7 soorten groepen medewerkers kan er een toekomstige verwachte bezetting
worden gemaakt betreft personeel.
 Relevantie/Te gebruiken voor: het maken van de toekomstige verwachte bezetting.

6
Tessa van Breugel Studentnummer 2128817 blok 2
Model/Theorie Employer branding
 Auteur: David Aaker (brandingspiramide)
 Vakgebied: employer branding
 Beschrijving: employer branding is het neerzetten van een organisatie als
goede/favoriete werkgever.
 Relevantie/Te gebruiken voor: feitelijke reclame maken voor een organisatie als
merk. Het gaat om het opbouwen van een imago en het uitdragen van de interne,
authentieke kernwaarden van de organisatie.

Model/Theorie Behoeftepiramide Maslow


 Auteur: Abraham Maslow 1943
 Vakgebied: behoeftepiramide
 Beschrijving: een theorie waarmee behoeften van consumenten verklaard kunnen
worden.
 Relevantie/Te gebruiken voor: De theorie is gebaseerd op het idee dat ieder mens
eerst bepaalde basisbehoeften heeft. Pas als de eerste behoeften zijn behaald, zal
de consument behoefte of de ruimte hebben om de volgende fase te realiseren.

7
Tessa van Breugel Studentnummer 2128817 blok 2
8
Tessa van Breugel Studentnummer 2128817 blok 2
Marketing

Model/Theorie Marketingproces
 Auteur: Philip Kotler & Gary Armstrong
 Vakgebied: marketingproces
 Beschrijving: een eenvoudige manier van het marketingproces
 Relevantie/Te gebruiken voor: marketing is het proces waarin winstgevende
klantenrelaties worden opgebouwd door waarde voor klanten te creëren en daarvoor
in ruil waarde terug te ontvangen

Model/Theorie Marketingmix
 Auteur: Jerome McCarthy
 Vakgebied: marketingmix
 Beschrijving: met als uitgangspunt de marketingstrategie ontwerpt het bedrijf een
marketingmix van factoren waarop het greep heeft.
 Relevantie/Te gebruiken voor: de beste marketingmix te vinden

Model/Theorie Abell model


 Auteur: Derek Abell

9
Tessa van Breugel Studentnummer 2128817 blok 2
 Vakgebied: marketingmix
 Beschrijving: een handig hulpmiddel bij het vaststellen van de missie.
 Relevantie/Te gebruiken voor: het antwoord geven op de vraag ‘What business are
we in?’

Model/Theorie Marketingplan
 Auteur: Philip Kotler & Gary Armstrong
 Vakgebied: marketingplan
 Beschrijving: met behulp van een strategische planning beslist het bedrijf wat het
met elk bedrijfsonderdeel, elke businessunit, elk marktsegment wil.
 Relevantie/Te gebruiken voor: een handig hulpmiddel bij maken van een strategisch
plan

10
Tessa van Breugel Studentnummer 2128817 blok 2
Model/Theorie Marketingomgeving
 Auteur: Philip Kotler & Gary Armstrong
 Vakgebied: marketingomgeving
 Beschrijving: Het is de bedoeling dat een onderneming onderzoek verricht naar de
marketingomgeving en hierdoor betere resultaten realiseert. Door rekening te houden
met de belangrijke factoren en hierop in te spelen komt er een betere afstemming
tussen vraag en aanbod tot stand.
 Relevantie/Te gebruiken voor: het maken van een omgevingsanalyse.

Model/Theorie ABCDE-analyse
 Auteur: Philip Kotler & Gary Armstrong
 Vakgebied: externe analyse
 Beschrijving: het in kaart brengen van de externe omgeving door de afnemers,
bedrijfstak, concurrentie, distributie en externe belangengroepen te analyseren.
 Relevantie/Te gebruiken voor: het in kaart brengen van de externe omgeving.

11
Tessa van Breugel Studentnummer 2128817 blok 2
Model/Theorie 5 krachten model van Porter
 Auteur: Michael Porter
 Vakgebied: externe analyse
 Beschrijving: In elke bedrijfstak wordt, volgens Porter, het winstpotentieel van een
markt beïnvloed door vijf factoren die hij 'krachten' noemt. De gezamenlijke kracht
van deze vijf krachten bepaalt het uiteindelijke winstpotentieel van de bedrijfstak. De
krachten en daarmee de kans op winsten lopen per bedrijfstak sterk uiteen.
 Relevantie/Te gebruiken voor: Het model heeft als doel het winstpotentieel van een
markt, oftewel bedrijfstak, te bepalen.

Model/Theorie SWOT-analyse
 Auteur: Albert Humphrey
 Vakgebied: SWOT-analyse
 Beschrijving: inzicht in de situatie van de onderneming en de omgeving waarin zij
acteert, vanuit perspectief van de klant. In vergelijking met de concurrentie. SWOT is
basis nieuwe doelstellingen, strategische keuzes en acties
 Relevantie/Te gebruiken voor: het in kaart brengen van de sterkte zwakte (intern) en
de kansen en bedreigingen (extern).

12
Tessa van Breugel Studentnummer 2128817 blok 2
Model/Theorie Confrontatiematrix
 Auteur: Philip Kotler & Gary Armstrong
 Vakgebied: Confrontatiematrix
 Beschrijving: In de confrontatiematrix staan de interne en externe elementen
tegenover elkaar. Hierbij is het gebruikelijk dat in de horizontale rijen de sterktes en
zwaktes staan en in de verticale kolommen de kansen en bedreigingen.
 Relevantie/Te gebruiken voor: het concluderen of een bedrijf moet groeien,
consolideren, verstrekken of terugtrekken met de sterkte, zwaktes, kansen en
bedreigingen vanuit de SWOT-analyse

Model/Theorie SFA-Matrix
 Auteur: Johnson & Scholes
 Vakgebied: SFA-Matrix
 Beschrijving: een hulpmiddel om strategische opties te toetsen en tegen elkaar af te
wegen. De afkorting SFA staat voor suitability, feasibility en acceptability. De toetsing
van de strategische opties vindt plaats, door vanuit drie verschillende invalshoeken
naar de strategische optie te kijken. Deze drie invalshoeken
zijn: Suitability, feasibility en acceptability.
 Relevantie/Te gebruiken voor: een hulpmiddel om strategische opties te toetsen en
tegen elkaar af te wegen.

13
Tessa van Breugel Studentnummer 2128817 blok 2
Model/Theorie Portfolio matrix/ BCG matrix
 Auteur: de Boston Consulting Group
 Vakgebied: Portfolio matrix/ BCG matrix
 Beschrijving: Het model neemt de verschillende product-marktcombinaties (PMC’s)
onder de loep en maakt onderscheid tussen Question marks, Stars, Cash cows en
Dogs. Het doel is een antwoord krijgen op de vraag of bepaalde productgroepen
interessant zijn om te behouden of dat de onderneming beter kan desinvesteren.
 Relevantie/Te gebruiken voor: In beeld brengen van de aantrekkelijkheid van de
verschillende SBU’s

Model/Theorie Merkbranding
 Auteur: de Boston Consulting Group
 Vakgebied: Merken branding
 Beschrijving: Lijnextensie = nieuw product bijvoorbeeld bij Subway een nieuwe sub
saté.
Merkextensie = Subsoep, ze kiezen voor een nieuwe productgroep dit geval soep.
Multibranding = een nieuwe naam, dit doe je als je slechte naam hebt of een andere
doelgroep wil aantrekken, met hetzelfde assortiment.
Nieuwe merken= een andere naam bijvoorbeeld Busway met een ander product.
 Relevantie/Te gebruiken voor: het ontwikkelen van een merk.

14
Tessa van Breugel Studentnummer 2128817 blok 2
Model/Theorie Communicatiemiddelen
 Auteur: Philip Kotler & Gary Armstrong
 Vakgebied: communicatiemiddelen
 Beschrijving: de middelen die gebruikt worden in de communicatiemiddelen.
 Relevantie/Te gebruiken voor: de marketingcommunicatie.

Middel Doel Actie/Thema Campagnetermijn Kosten

Folder Koop stimuleren Actie Korte termijn Laag

Huis-aan- Koop stimuleren Actie Korte termijn Laag


huisblad

Dagblad Koop stimuleren/ Actie/thema Korte/lange Gemiddeld


Houding wijzigen termijn

Televisie Houding/ Thema Lange termijn Hoog

Imago versterken/

wijzigen

Radio Merk versterken Actie/Thema Korte/lange Gemiddeld


termijn

Tijdschrift Houding/ Thema Lange termijn Hoog

Imago versterken/

wijzigen

Buitenreclame Merk versterken Thema Lange termijn Gemiddeld

15
Tessa van Breugel Studentnummer 2128817 blok 2
Model/Theorie Direct marketing
 Auteur: Philip Kotler & Gary Armstrong
 Vakgebied: direct marketing
 Beschrijving: dit model weergeeft de verschillende soorten van direct marketing.
 Relevantie/Te gebruiken voor: het zorgen voor respons en het opbouwen van
‘relaties’

Model/Theorie Promotiemix strategieën


 Auteur: Philip Kotler & Gary Armstrong
 Vakgebied: promotiemix strategieën
 Beschrijving: dit model weergeeft de 2 verschillende promotiemix strategieën, push
en pull
 Relevantie/Te gebruiken voor: de verschillende soorten van reclame gebruik, om de
klant ‘aan te trekken’

16
Tessa van Breugel Studentnummer 2128817 blok 2
Management Inleiding II
Betreft management inleiding II, in dit blok zijn de onderdelen van blok 1 herhaald.

Overeenkomsten- & Rechtspersonenrecht

Model/Theorie
 Auteur: Mr. Lydia Janssen
 Vakgebied: rechtsgebieden
 Beschrijving: recht houdt zich bezig met alle facetten van de samenleving. Daarom
zijn er erg veel rechtsregels, die ook nog eens over zeer uiteenlopende zaken gaan.
om enige ordening aan te brengen in de enorme massa juridische regels wordt het
recht ingedeeld in verschillende onderdelen.
 Relevantie/Te gebruiken voor: het onderverdelen van de onderdelen publiekrecht,
privaatrecht, staatsrecht, bestuursrecht, strafrecht, ondernemingsrecht en
overenkomstenrecht.

17
Tessa van Breugel Studentnummer 2128817 blok 2
18
Tessa van Breugel Studentnummer 2128817 blok 2

You might also like