You are on page 1of 5

TC SANITAIRE EN INDUSTRIËLE LOODGIETERIJ, GASINSTALLATIES

Bij het sluiten van een


kraan of afsluiter kunnen er
Waterslag in metalen
leidingen
in metalen tapwaterinstal-
laties gedurende korte tijd
hevige klopverschijnselen optreden.
Hierbij kan zelfs de volledige leiding
beginnen te ratelen. Dit verschijnsel,
ook dikwijls aangeduid als waterslag,
wordt veroorzaakt door een reeks richting. Wanneer deze drukstoot opnieuw de D : de binnendiameter van de leiding [m]
snelle en hevige drukschommelingen afsluiter bereikt, zal hij er een onderdruk doen e : de wanddikte van de leiding [m]
ten gevolge van de plotse afremming ontstaan tegenover de netdruk, die zich weer- E : de elasticiteitsmodulus van het leiding-
van het stromende water in de buizen. om over de leiding zal voortplanten om aan het materiaal [N/m²]
Deze drukstoten zullen des te uitge- uiteinde teruggekaatst te worden, enzovoort. K : de compressiemodulus van water
sprokener zijn naarmate de water- [~ 2,1 x 1,011 N/m²].
snelheid (het debiet) groter is en de Er ontstaan met andere woorden een aantal
tapkraan sneller gesloten wordt. opeenvolgende drukschommelingen die zich De tabel op de volgende pagina geeft de maxi-
heen en weer over de leiding bewegen en mumwaarden van de drukstoot weer voor drie
slechts geleidelijk aan zullen uitsterven. Af- debieten (5, 10 en 15 l/min) bij een netdruk
✍✍ K. De Cuyper, ir., coördinator van de beelding 2 en 3 (p. 3) illustreren dit verschijn- van 2 bar. De opgegeven waarden werden be-
Technische Comités, WTCB sel in een verzinkt stalen buis met een nomi- rekend met de voornoemde formules en ver-
nale diameter DN  ½” bij twee verschillende schillen naargelang de ­dia­meter en het materi-
debieten (5 en 15 l/min). Uit deze afbeelding aal van de beschouwde leiding.
1 INLEIDING blijkt dat het een kortstondig verschijnsel be-
treft : de schommeling duurt in het totaal min- Uit deze tabel kunnen we een aantal parame-
Aangezien het waterslagverschijnsel in ex- der dan één seconde. ters afleiden die de intensiteit van de waterslag
treme gevallen niet alleen akoestische hinder beïnvloeden :
kan veroorzaken, maar ook een leidingbreuk, In de naslagwerken [3] en [4] kan u een meer • de intensiteit van de maximale drukstoot
dient men de nodige maatregelen te treffen om uitgebreide beschrijving van dit trillingsver- verhoogt naarmate het debiet Q in de lei-
dit fenomeen te vermijden. Vermits er hierrond schijnsel terugvinden. ding toeneemt (bij eenzelfde leidingdia-
nogal wat misverstanden bestaan in de sector, meter). Indien het debiet in een buis uit
bestudeerde het WTCB de doeltreffendheid van verzinkt staal met een nominale diameter
een aantal courant voorgestelde maatregelen. 3 MAXIMUMDRUK BIJ EEN DN ½’’ stijgt van 5 tot 15 l/min, verhoogt
WATERSLAG de druk van 7,8 bar naar 19,3 bar omwille
Na een uitvoerige omschrijving van het water- van de grotere stroomsnelheid
slagverschijnsel en een evaluatie van de maxi- De theoretische maximale druk die door een • de maximale druk daalt naarmate de diame-
mumdruk, wordt in dit dossier nader ingegaan waterslag veroorzaakt wordt, kan berekend ter van de leiding toeneemt (bij eenzelfde
op de uitgevoerde proeven en de resultaten die worden met de onderstaande formule (1) : debiet). Dit is te wijten aan de kleinere
eruit voortvloeiden. Het dossier sluit af met stroomsnelheid en geringe golfsnelheid
een aantal concrete aanbevelingen om water- c × v ×ρ • in metalen leidingen zijn de drukstoten
slag in tapwaterinstallaties te vermijden. Pmax = Pstat + 100.000 [bar] hoger dan in kunststofleidingen (bij een-
zelfde leidingdiameter). Eerstgenoemde
waarbij : leidingen hebben immers een grotere elas-
2 WAT IS WATERSLAG ? Pmax : de maximumwaarde van de drukstoot ticiteitsmodulus E die aanleiding geeft tot
[bar] hogere golfsnelheden c (meer dan 1 km/s).
Zoals hoger aangegeven, is waterslag een Pstat : de normale waterdruk in de leiding De drukstoot kan in deze gevallen zelfs 10
klopverschijnsel in een waterleiding dat ver- (= netdruk) [bar] tot 20 keer de netdruk bedragen, afhankelijk
oorzaakt wordt door een aantal opeenvolgende v : de stroomsnelheid van het water [m/s] van het debiet en de diameter van de buis :
snelle en hevige drukschommelingen rond de ρ : de massadichtheid van water bijna 20 bar bij 15 l/min in een buis uit ver-
netdruk (ook statische druk genoemd). [~ 1000 kg/m³] zinkt staal met een nominale diameter DN
c : de snelheid waarmee de drukgolf zich ½’’ en tot meer dan 40 bar in een koperen
Bij een plotse stilstand van de waterstroming door de leiding verplaatst [m/s]. buis met een buitendiameter van 12 mm en
(door het sluiten van een kraan of afsluiter, VA een wanddikte van 1 mm.
uit afbeelding 1 op p. 2) ontstaat er ter hoogte Om de golfsnelheid c te bepalen, gebruiken
van de afsluiter een drukstijging (of -stoot) we de volgende formule : Uit deze tabel blijkt dat de maximale drukstij-
die migreert naar het uiteinde van de leiding. gingen vrij groot kunnen zijn, zeker bij me-
De snelheid waarmee deze drukstijging zich 1
c= [m/s] talen leidingen. Deze hoge waarden worden
verplaatst, noemt men de golfsnelheid c. Aan  D 1 enkel bereikt in situaties waarbij de afsluiter
ρ× + 
het einde van de leiding wordt deze drukgolf e×E Κ  gesloten wordt vooraleer er een drukdaling
negatief teruggekaatst, waardoor de druk er optreedt.
terugvalt tot de netdruk. Deze tweede druk- waarbij :
verandering verplaatst zich vervolgens met ρ : de massadichtheid van water Zo kunnen we voor de proefopstelling uit
dezelfde snelheid in de tegenovergestelde [~ 1000 kg/m³] afbeelding 1 met een leiding met DN ½” be-

(1) Dit is de zogenaamde formule van Joukovski, genaamd naar een ingenieur die geconfronteerd werd met waterslag in de openbare waterdistributie in Moskou [3, 4].

WTCB-Dossiers – Nr. 3/2010 – Katern nr. 15 – pagina 1


TC SANITAIRE EN INDUSTRIËLE LOODGIETERIJ, GASINSTALLATIES

Tabel 1 Invloed van het leidingmateriaal en de diameter op de waarde van de golfsnelheid en de maximale drukstoot bij
verschillende debieten, uitgaande van een statische druk van 2 bar.

D e E [1, 2 en 5] c Pmax (theoretische waarde)

Materiaal
Wanddikte Elasticiteitsmodulus  Q = 5 l/min Q = 10 l/min Q = 15 l/min
Diameter Golfsnelheid [m/s]
[mm] [x 1.000.000 N/m²] [bar] [bar] [bar]

1/2’’ 2,65 200 000 1389,43 7,76 13,52 19,28


Verzinkt staal
3/4’’ 2,65 200 000 1375,48 5,13 8,26 11,38
12 mm 1 110 000 1314,52 15,95 29,90 43,84
Koper
15 mm 1 110 000 1284,60 10,07 18,13 26,20
PEHD (*) 25 mm 2,3 1000 326,91 2,83 3,67 4,50
PE (*) 25 mm 2,75 1000 363,25 3,01 4,03 5,04
PEX (*) 16 mm 2 750 – 900 343,24 4,53 7,06 9,59
PP (*) 16 mm 2,7 800 – 1350 542,65 7,12 12,25 17,37
PB (*) 16 mm 2,2 350 253,57 4,00 6,00 8,00
(*) PEHD = polyethyleen met hoge dichtheid PE = polyethyleen PEX = vernet polyethyleen PP = polypropyleen PB = polybuteen

rekenen dat de druk nabij de afsluiter VA zal hydraulische laboratorium die bestaat uit een de eengreepskraan VA (zie afbeelding 1)
beginnen te dalen na een tijd t = 2 L/c (L = de verticale pvc-buis (DN  90  mm) en een open wanneer deze snel (manueel) gesloten werd,
lengte van de leiding of 3,52 m en c = 1389,5 waterreservoir van 1 m³ met een constant wa- zonder dat er voorzieningen getroffen werden
volgens de tabel). De tijd bedraagt dus t = 2 x terniveau 20 m boven de horizontale leiding. om de waterslag te dempen. Er werden hier-
3,52/1389,5 of 5 ms. bij drie debieten aangehouden, namenlijk :
Deze proefpost werd telkens aangepast naar- 5, 10 en 15 l/min.
Indien we de afsluiter volledig dichtdraaien gelang van de uit te voeren proef.
binnen deze tijd, zal de maximale theoretische De volgende afbeeldingen geven de ogenblik-
drukstijging optreden. Is de sluitingstijd daar- kelijke drukschommelingen weer die aldus
entegen groter dan 5 ms, zullen we een gerin- 5 WATERSLAGPROEVEN IN STA- veroorzaakt werden :
gere stijging noteren doordat er zich stilaan LEN LEIDINGEN MET DN ½’’ EN • afbeelding 2 (p. 3) illustreert de schom-
een drukdaling zal vormen. ¾’’ ZONDER DEMPENDE VOOR- melingen in een buis uit verzinkt staal met
ZIENINGEN DN ½’’ bij een debiet van 5,4 l/min
Een sluiting in dergelijke korte tijden kan en- • afbeelding 3 (p. 3) illustreert de schomme-
kel verwezenlijkt worden met afsluiters die In een eerste reeks proeven gingen we na lingen in dezelfde buis, maar bij een debiet
elektrisch, hydraulisch of met perslucht ge- welke drukstoten er optreden ter hoogte van van 14,7 l/min.
stuurd worden. Uit de voornoemde berekening
kunnen we echter afleiden dat de leidinglengte
L een belangrijke invloed uitoefent op de tijd
tot de drukdaling. De maximale drukstijging Afb. 1 De waterslagproefpost.
kan met andere woorden ook optreden in lan-
gere leidingen die bediend worden met trager
sluitende kranen (bv. eengreepsmengkranen).

4 PROEFPOST VOOR DE EVALU-


ATIE VAN DE WATERSLAGREM-
MENDE MAATREGELEN

Om de doeltreffendheid van een aantal vaak H ~ 20 m


voorgestelde anti­waterslagmaatregelen te
kunnen evalueren, bouwde het WTCB een
proefpost die schematisch voorgesteld wordt
in afbeelding 1.

Het betreft een 3,52 m lange horizontale leiding VA


uit verzinkt staal die voorzien werd van een ma-
P
nueel bediende bolkraan VA en een elektroni-
sche drukopnemer P die zich stroomopwaarts
net naast deze laatste bevindt.
L = 3,52 m
Deze leiding (met diameter DN ½’’ of ¾’’)
werd aangesloten op de watertoren van het

WTCB-Dossiers – Nr. 3/2010 – Katern nr. 15 – pagina 2


TC SANITAIRE EN INDUSTRIËLE LOODGIETERIJ, GASINSTALLATIES

Uit deze afbeeldingen blijkt dat de druk na de


overdruk terugvalt tot onder de oorspronke-
5
lijke netdruk (= 2 bar). De overgang van de
maximale overdruk naar de maximale onder-
druk duurt ongeveer 7,5 ms in afbeelding 2.
4 Zoals voorspeld, herhalen de drukschomme-
lingen zich met steeds afnemende amplitude
om na 0,5 s vrijwel volledig uit te sterven.
P = f(t) [bar]

3
In afbeelding  3 liggen bepaalde onderdruk-
waarden onder de horizontale nulas (wanneer
2 t ~ 0,35). Aangezien de verticale as de overdruk
van het water ten opzichte van de atmosferische
druk uitbeeldt, vallen deze waarden onder de
1 atmosferische druk. De druk valt met andere
woorden terug tot niveaus die lager kunnen lig-
gen dan de dampdruk van water bij 20 °C. Er
zal in dit geval gasvorming optreden in de vloei-
0
stof. Dit uit zich in de grafiek in drukschomme-
0,25 0,35 0,45 0,55 0,65 0,75
lingen na de minimaale drukwaarde, die duiden
t [s] op belvorming en de implosie van deze bellen.
Afb. 2 Drukverloop in functie van de tijd in een buis uit verzinkt staal
met DN ½’’ en Q = 5,4 l/min. In afbeelding 4 worden de maximumwaar-
14 den  (Pmax) weergegeven die men kon opte-
kenen bij de verschillende proeven op beide
leidingdiameters (DN ½” en ¾”), afhankelijk
12
van het debiet.

10 Uit deze afbeelding blijkt dat :


• de maximumdrukken voor een gegeven de-
8 biet het grootst zijn in de buis met de klein-
ste diameter (hogere stroomsnelheid)
P = f(t) [bar]

• in een gegeven buis de waarde van de druk-


6 stoot toeneemt naarmate het debiet vergroot
(onder meer omwille van de hogere stroom-
4 snelheid).

2
We merken op dat de maximumwaarden voor
beide buizen onder de theoretische maximum-
waarde blijven. Dit betekent dat de termijn
0 waarbinnen de afsluiter (manueel) gesloten
wordt, langer is dan de hierboven bepaalde
-2 5 ms. Desondanks worden er nog steeds druk-
0,25 0,35 0,45 0,55 0,65 0,75 0,85 waarden bereikt die merkelijk groter zijn de
t [s] oorspronkelijke netdruk van 2 bar.

Afb. 3 Drukverloop in functie van de tijd in een buis uit verzinkt staal met
DN ½’’ en Q = 14,7 l/min. 6 DOELTREFFENDHEID VAN WA-
TERSLAGDEMPENDE MAATRE-
GELEN
Pmax 1/2” (theoretische waarde)
Pmax 1/2” (opgemeten waarde) 6.1 Beschouwde maatregelen

15 Pmax 3/4” (theoretische waarde)


Pmax 3/4” (opgemeten waarde) We gingen de doeltreffendheid na van de vol-
gende waterslagdempende maatregelen voor
P [bar]

drie debieten (5, 10 en 15 l/min) :


10
1. de plaatsing van een waterslagdemper (zie
afbeelding 5, p. 4) met een totaal kamervo-
lume van 160 cm³ nabij de afsluiter
5 2. de plaatsing van twee waterslagdempers
3. de plaatsing van een 60 cm lange soepele
rubberen slang met een buitendiameter van
0 15,5  mm en een staaldraad­ommanteling
0 2 4 6 8 10 12 14 16 vóór de afsluiter
Q [l/min] 4. de plaatsing van een 50 cm lange PEHD-
Afb. 4 Maximale drukstoten door waterslag in buisleidingen uit verzinkt buis met een buitendiameter van 25 mm en
staal met DN ½’’ en ¾’’. een wanddikte van 2,3 mm vóór de afsluiter

WTCB-Dossiers – Nr. 3/2010 – Katern nr. 15 – pagina 3


TC SANITAIRE EN INDUSTRIËLE LOODGIETERIJ, GASINSTALLATIES

5. de plaatsing van een waterslagdemper vóór gel  6). In deze afbeelding worden eveneens
de afsluiter, aan het stroomopwaartse eind de theoretische maximumdruk (groene lijn),
van de leiding, nabij de aansluiting met de de maximumdruk zonder dempende maatre-
verticale leiding van de watertoren gelen (donkerpaarse lijn) en het effect verkre-
6. de plaatsing van een veiligheidsgroep gen bij de plaatsing van een demper nabij de
(maximum-drukventiel) met een openings- afsluiter (maatregel 1, lichtpaarse lijn) aan-
druk van 3 bar nabij de afsluiter gegeven.
7. de vervanging van 3 m metalen leiding door
een PEHD-buis met een buitendiameter We kunnen vaststellen dat de plaatsing van
van 25 mm en een wanddikte van 2,3 mm, de demper aan het stroomopwaartse eind
waarbij de verbinding met de afsluiter en de (maatregel 5) wel degelijk een demping van
aansluiting op de verticale voedingsleiding de drukstoot tot gevolg heeft, doch niet in de-
in metaal bleef. zelfde mate als wanneer de demper nabij de
afsluiter geplaatst wordt.
Terwijl de eerste vier maatregelen beproefd
werden voor beide leidingdiameters, werden De veiligheidsgroep (maatregel 6) heeft een
de maatregelen 5 en 6 enkel getest voor de di- duidelijk dempend effect, maar is niet even
ameter DN ½” en maatregel 7 enkel voor de doeltreffend als de demper nabij de afsluiter.
diameter DN ¾”. Bovendien is een dergelijk toestel niet ont-
worpen om drukstoten te dempen en kan het
gebruik ervan als waterslagdemper ook niet
6.2 Resultaten van maatregelen 1 tot en zonder meer worden aanbevolen. Afb. 5 Waterslagdemper.
met 4

De resultaten van de proeven voor maatregelen


1 t.e.m. 4 worden voorgesteld in afbeeldingen
6 en 7 (respectievelijk DN ½” en ¾”). In deze Pmax (theoretische waarde)
18
afbeeldingen worden eveneens de theoretische Pmax (opgemeten waarde)
Maatregel 4
maximumdruk (oranje lijn), de maximumdruk 16
Maatregel 3
zonder dempende maatregelen (paarse lijn) en Maatregel 1
14
de netdruk (Pstat) aangegeven. Maatregel 2
12 Pstat
In beide gevallen merkt men dat het aan-
Pmax [bar]

brengen van een soepele slang (maatregel 3) 10


of 50 cm PEHD-buis (maatregel 4) vrijwel
8
geen demping teweegbrengt. De opgetekende
drukpieken zijn in dit geval immers vrijwel 6
even groot als deze die behaald werden zon-
der de tussenplaatsing van deze voorzienin- 4
gen.
2
De plaatsing van één waterslagdemper nabij 0
de afsluiter (maatregel 1) heeft daarentegen
0 2 4 6 8 10 12 14 16
wel een uitgesproken dempend effect op de
waterslag in beide leidingdiameters. De ver- Q [l/min]
betering die opgetekend werd bij de toepas- Afb. 6 Effect van de maatregelen 1 t.e.m. 4 in de leiding met DN ½”.
sing van twee waterslagdempers (maatregel 2)
is evenwel verwaarloosbaar.

We merken op dat het volume van de water- Pmax (theoretische waarde)


slagdemper steeds bepaald moet worden af- Pmax (opgemeten waarde)
hankelijk van de leidingdiameter en- lengte 10 Maatregel 4
(van de kraan of afsluiter tot de eerste bocht) Maatregel 3
en de netdruk. Uit de proefresultaten blijkt dat Maatregel 1
8
Maatregel 2
de door de fabrikant opgelegde enkelvoudige
Pstat
waterslagdemper wel degelijk volstaat voor
Pmax [bar]

onze proefpost met een leiding met DN ½” of 6


¾”.
4

6.3 Resultaten van maatregelen 5 en 6


2
Afbeelding 8 (p. 5) illustreert het effect van
een waterslagdemper nabij het stroomop- 0
waartse eind van de leiding (maatregel 5) en 0 2 4 6 8 10 12 14 16
van de plaatsing van een veiligheidsgroep Q [l/min]
afgesteld op 3 bar nabij de afsluiter (maatre- Afb. 7 Effect van maatregelen 1 t.e.m. 4 in de leiding met DN ¾”.

WTCB-Dossiers – Nr. 3/2010 – Katern nr. 15 – pagina 4


TC SANITAIRE EN INDUSTRIËLE LOODGIETERIJ, GASINSTALLATIES

Pmax (opgemeten waarde) Het plaatsen van een lang stuk kunststofbuis in
20
Maatregel 5 een metalen leiding kan met andere woorden
Maatregel 6 een zeer negatieve invloed uitoefenen op het
Maatregel 1 waterslagverschijnsel.
15
Pmax (theoretische waarde)
Pmax [bar]

10
7 BESLUIT EN AANBEVELINGEN

Dit onderzoek heeft aangetoond dat er in een


5 metalen waterleiding zelfs met een handbedien-
de eengreepskraan aanzienlijke drukschomme-
lingen kunnen optreden. Deze schommelingen
0 worden des te heviger naarmate de snelheid
(het debiet) in de leiding toeneemt.
0 2 4 6 8 10 12 14 16
Q [l/min]
Men heeft er dus alle belang bij om de lei-
Afb. 8 Effect van de maatregelen 5 en 6 in de leiding met DN ½”. dingen zodanig te dimensioneren dat de
stroomsnelheid beperkt blijft. Uit akoestische
overwegingen raadt men aan de snelheid te
beperken tot 2 m/s in kelderverdiepingen en
12 Pmax (opgemeten waarde)
technische ruimten, tot 1,5 m/s in verticale ko-
Maatregel 7 kers en tot 1 m/s in bewoonde ruimten.
10
Pmax (theoretische waarde)
De maximale drukstoten kunnen sterk ge-
8 dempt worden door de tussenplaatsing van een
Pmax [bar]

specifieke waterslagdemper, op voorwaarde


6 dat deze laatste zich in de buurt van de kraan
of afsluiter bevindt en dat hij correct gedimen-
4 sioneerd werd volgens de leidingdiameter en
-lengte en het maximaal te verwachten debiet.
2 Een groter dempervolume of het plaatsen van
meerdere dempers blijkt niet zinvol.
0
0 2 4 6 8 10 12 14 16 De plaatsing van een soepel aansluitstuk (een
Q [l/min] soepele rubberen slang of een buisstuk in
Afb. 9 Effect van de maatregel 7 in de leiding met DN ¾” . kunststof) heeft geen noemenswaardig water-
slagdempend effect.

Het opnemen van een grotere lengte kunststof-


6.4 Resultaten van maatregel 7 We merken op dat het aanbrengen van de buis in een metalen leiding kan zelfs leiden tot
kunststofbuis leidt tot een verhoging van een verhoging van de drukstoten en vormt bij-
Afbeelding 9 geeft een beeld van de resultaten de maximale drukstoot tot de theoretische gevolg een af te raden maatregel.
die verkregen werden door de tussenplaatsing maximumwaarde. Dit betekent dat de afslui-
van een langer stuk kunststofbuis (3 m PEHD- ter gesloten werd in minder dan 2 L/c (zie § Ten slotte konden we ook vaststellen dat een
buis met DN 25 mm). In deze afbeelding wor- 3, p. 2) of vooraleer de drukverlagende golf veiligheidsgroep een waterslagdempende ef-
den eveneens de theoretische maximumdruk terugkeerde. Bij een PEHD-buis bedraagt de fect heeft, maar beter niet als een specifieke
(gele lijn) en de maximumdruk zonder dem- golfsnelheid immers slechts 326,9 m/s, waar- waterslagdemper ingezet wordt omwille van
pende voorzieningen (oranje lijn) weergegeven. door 2 L/c = 2 x 3/326,9 = 0,018 s = 18 ms. zijn oorspronkelijke functie. n

t Literatuurlijst
1. Ashby, M.
Materials selection in mechanical design. Oxford, Pergamon Press, 1992.

2. Kennisinstituut voor de installatiesector


Tapwaterinstallaties in woon- en utiliteitsgebouwen. Publicatie 55. Rotterdam, ISSO, 2001.

3. Kennisinstituut voor de installatiesector


Waterslag in tapwaterinstallaties. Researchrapport 12. Rotterdam, ISSO, 1998.

4. Schlag A.
Maximumwaarde van de waterslagdruk. Brussel, WTCB, WTCB-tijdschrift, nr.3, 1975.

5. Swaffield J.A. en Boldy A.P.


Pressure surge in pipe and duct systems. Cambridge, Ashgate Publishing, Avebury Technical, 1993.

WTCB-Dossiers – Nr. 3/2010 – Katern nr. 15 – pagina 5

You might also like