Professional Documents
Culture Documents
achttiende eeuw
§14.1 politieke achtergronden
De politiek macht en rijkdom lag in de handen van de regenten. Zij schoven de ambten naar
elkaar toe. De middenstand (winkeliers, onderwijzers, ambtenaren enz.) was economisch
en sociaal van groot belang, maar het dus geen politiek macht.
In de 2de helft van de 18e eeuw ontstonden er twee groepen:
∗ Oranjegezinde, die de stadhouder van Oranje steunde
∗ Patriotten, tegen de standhouder van Oranje. Deze groep kon je weer in 2 groepen
onderverdelen:
• Aristocratische patriotten voor regentenheerschappij
• Democratische patriotten macht van de regenten breken en de gegoede
burgerij politieke macht en posities geven in de regering
In de jaren 80 van de 18e eeuw kregen de democratische patriotten steeds meer macht.
In Frankrijk was het ook onrustig 1789 brak de Franse revolutie uit. De burgerij richtte
zich tegen de geestelijkheid, vorst, hoge en lage adel. Koning Lodewijk XVI werd ten dood
gebracht en de Fransen trokken Den Haag in op 18 januari 1795. Zo kwam er een einde aan
de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en werd het de Bataafse Republiek.
In Frankrijk kwam in 1805 Napoleon aan de macht en zijn broer werd de koning in
Nederland. Pas na de val van Napoleon werden de Nederlanden weer vrij en onafhankelijk
(in de 19e eeuw)
Rationalisme en empirisme
Rene Descartes twijfelde aan alle overgeleverde kennis. Hij benadrukt de redem de ratio,
het denkende bewustzijn. Hij legde de basis voor het rationalisme.
Een andere benadering werd gegeven door John Locke de zintuiglijke ervaring is de bron
van kennis. Locke stelde het bewustzijn van de mens bij de geboorte voor als een tabula rasa
(onbeschreven blad). Volgens het empirisme wordt kennis afgeleid uit zintuiglijke ervaring
en waarneming
Verlichting
Verlichtingsfilosofen wilde kennis verschaffen, voorlichtingen geven, mondig maken en
vooroordelen die de mens onmondig hielden, bestrijden de mens moest zichzelf
ontwikkelen, wijzer en beter worden. Denis Diderot en Jean le Rond d’Alembert
hielden hierbij met het maken van de encyclopedie en Immanuel Kant benadrukt het
mondig maken van individuele burgers.
De denkers en schrijvers pleitte voor:
∗ Tolerantie
∗ Redelijkheid
∗ Vrijheid
∗ Gelijkheid
Men verzette zich tegen de absolutistische macht en de filosofie werd hierbij een strijdmiddel
om kritiek op de bestaande maatschappij en moraal te geven. Verlichtingsfilosofen zochten
naar aantrekkelijke vormen om hun ideeën te uiten.
Opvoeding was een veel besproken onderwerp in de Verlichting. In de Republiek was Betje
Wolff een bewonderaar van Locke en ze schreef zelf ook boeken die zich richtten tot
vrouwen uit de middelstand. Ze betoogde dat zedelijk gedrag altijd voortkwam uit redelijk
inzicht. Samen met Aagje Deken schreef Betje een aantal romans. Ze wilde laten zien dat
verwaarlozing van de opvoeding kwalijke gevolgen heeft en dat de mens ook
verantwoordelijkheid moet leren dragen tegenover de medemens. Dit speelde ook sterk bij
vriendschappen diende niet alleen om vertrouwelijkheden uit te wisselen maar ook om
elkaar te steunen, richting te geven en terecht te wijzen.
De 18e eeuw was niet alleen de tijd van het empirisme, rationalisme en Verlichting, maar ook
de eeuw waar er belangstelling werd getoond in het evenwicht tussen verstandelijke en
emotionele vermogens van de mens. Tegen het einde van de 18e eeuw was er een tendens
waarbij een grote waarde werd gehecht aan subtiele gevoelens en verfijnde emotionele
vatbaarheid sentimentalisme
In de 2de helft van de 18e eeuw werden de klassieken los gelaten en kwam er meer aandacht
voor de beleving van de lezer. tegelijkertijd werden godsdienst en natuur anders beleefd.
De liefde van God werd benadrukt en de natuur stond niet meer voor het wetenschappelijke,
maar voor gevoelsaandoeningen.
Romantiek
De romantiek was een hele internationale stroming. Je kunt de romantiek vanuit
verschillende aspecten bekijken:
∗ Breuk met classicisme, in plaats van een rationele benadering kwam er aandacht
voor de individuele verbeeldingskracht. Gevoel moest zo direct mogelijk, zonder
allerlei classicistische regeltjes, geuit worden, het liefst zo’n direct mogelijke expressie
van de gevoelens
∗ Gevoel, gevoel kom door verschillende zaken geactiveerd worden: natuur
bijvoorbeeld. Romantische dichters en schrijvers probeerde gevoelens en emoties zo
spontaan en natuurlijk mogelijk weer te geven hij was een genie en had
originaliteit. In de romantische literatuur stonden de weergave van emoties en
gevoelens centraal.
∗ Verbeelding, naast emoties ook verbeelding centraal. De kunstenaar kan voorbij de
oppervlakkige realiteit kijken en een nieuw wereld creëren. Hij werd gezien als een
ziener, een God met een metafysisch zintuig. Ook was hij een soort bemiddelaar
tussen het eindige en oneindige doormiddel van verbeelding probeerde hij het
oneindige reëel weer te geven
∗ Engagement, een romantische kunstenaar kwam vaak in conflict met de omgeving
hij zette zich af tegen de zelfgenoegzame burger. Soms toonde de romanticus een
voorkeur voor sociaal engagement
∗ Weltschmerz, voor een romanticus is er een kloof tussen ideaal en werkelijkheid en
deze kloof en vooral het besef van de onverenigbaarheid van de werkelijkheid en
ideaal leidde tot Weltschmerz: het gevoel van onvrede met de eigen tijd, een lijden
aan het bestaan. De natuur, het verleden of de religie konden dan troost bieden.
Piet paaltjens (pseudoniem van François HaverSchmidt, predikant en dichter) was zo’n
schrijver. De thematiek zijn zijn boeken waren vaak lijden aan het leven, onbeantwoorde
liefde en (zelfgekozen) dood. Zijn stijl bevatte tegenstellingen, woordspelingen, (zelf)spot,
ironie en zwarte humor en slapstickelementen: is een soort komedie waarin lichamelijke
acties de hoofdrol spelen. Een klassiek voorbeeld van een slapstick is de onvermijdelijke
glijpartij over een bananenschil.
∗ Personages, de personages zijn vaak dolenden met grote onvervulbare verlagen,
idealisten en wereldverbeteraars, zoals Max Havelaar.
∗ Romantisch levensgevoel, niet alleen de personages lijden aan Weltschmerz
maar ook personen in de werkelijkheid. Dit zijn mensen waarbij de romantiek een
belangrijke rol speelt in hun leven.
Realisme
In de 19e eeuw vonden mensen fotograferen fascinerend, omdat je zo de precieze
werkelijkheid kon weergeven. Sommige schilders en schrijvers probeerden die werkelijkheid
op doek of papier zo nauwkeurig mogelijk weer te geven. Je kan 2 soorten realisme van elkaar
onderscheiden.
∗ Idealistisch realisme: de werkelijkheid wordt niet beschreven om die zo objectief
mogelijk te beschrijven, maar om de zedelijke verbetering van het publiek te
bewerkstelligen. Het idealistisch realisme past bij de mentaliteit en wereldbeeld van
de gegoede burgerij sloot aan bij de mentaliteit van het belle epoque ( geordende,
veilige wereld) In la belle epoque is een schrijver afkomstig uit de gegoede burgerij
geen oog voor keerzijde van de handel en industrie, was vroom en godsdienstig.
Meende dan normen en waarden vanzelfsprekend waren en voor iedereen gelden. Ze
waren zelfgenoegend en voelde zich veilig in de eigen kring. Nicolaas Beets was zo’n
schrijver.
∗ Objectief realisme: een neutraal, objectief en exact mogelijke beschrijving van de
werkelijkheid. Schrijvers stelde zich bijna met een wetenschappelijke precisie op
tegenover de stof. De sleutelwoorden waren: neutraal, documentatie, objectief en
exactheid. Er paste geen verteller die de lezen bij de hand van en waar nodig utileg en
commentaar bij. Gustave Flambert was een schrijver die bij deze stroming past.
De kunstenaar staat tegenover de gegoede burgerij en wordt soms een antiburger. Aan het
einde van de 19e eeuw, in het fin de siècle, komt de kunstenaar steeds meer tegenover de
burgerij te staan.
Impressionisme
Schilders als Manet, Claude Monet en Edgar Degas gaven met hun schilderijen visuele
indrukken weer van alledaagse gebeurtenissen en onderwerpen. Ze vertellen geen verhaal,
geven geen spottende kritiek of moralistische les. De impressionisten schilderden doe de
dingen ,de mensen, de natuur eruit ziet, waarbij zij ernaar streven om indrukken, impressies
of atmosferen direct weer te geven momentopname.
De gegoede burgerij reageerde in de 2de helft van de 19e eeuw geschokt het wereldbeeld en
de normen en waarden werden ontmaskert en niet meer als normgevend en vanzelfsprekend
gezien. Ook ontwikkelingen in de wetenschap en de filosofie ondermijnden het wereldbeeld
van de tevreden gegoede burgerij ( le bourgeoise satisfait)
Freud en psychoanalyse
Sigmund Freud wild aantonen dat elke droom een betekenis heeft, maar dat die voor de
dromer nog niet meteen duidelijk is. Bij zijn analyse altijd 2 begrippen:
∗ Manifeste droominhoud, de droom zoals de dromer die zich herinnert en
navertelt
∗ Latente droomgedachte, de betekenis van de droom, de diepere betekenis ervan,
die verankerd is in het onbewuste van de dromer.
Freud hechtte veel waarde aan de associaties om tot de betekenis van de droom door te
dringen.
Tussen de manifeste droominhoud en de latente droomgedachte bestaat een opvallend
verschil: de manifeste droominhoud is wat je bewust van de droom herinnerd en de latente
droomgedachte is wat je droom onbewust betekend. De analyse van Freud maakte duidelijk
dat een groot deel van het menselijke gedrag bepaald wordt door het onbewuste.
Het onbewuste ontstaat volgens Freud in de oedipale fase van de ontwikkeling van de
zuigeling naar volwassene kind moet afzien van lustbevrediging(lustprincipe) af zien en
wordt omgezet in lustbevrediging op lange termijn. Onder invloed van de realiteit, de normen
en waarden van de buitenwereld die het aangeboden krijgt en opneemt, leert het kind de
lustverlangens uit te stellen.
In aansluiting op de oedipale fase beschreef Freud het oedipuscomplex psychische
verschijnsel dat jongens en jonge mannen de vaderfiguur als concurrent en tegenstander zien
en zich tegen het vaderfiguur verzetten terwijl de moederfiguur geïdealiseerd en vereerd
wordt. Dit begrip is ingeburgerd en doorgedrongen in onze cultuur. Dit vind je soms ook nog
terug in verhalen en romans.
Door de verdringen van lusten en driften door het realiteitsprincipe ontstaat het onbewuste.
De verdrongen wensen maken geen deel uit van de bewuste gedachten en komen alleen voor
bij versprekingen of dromen. Het onbewuste kan zich ook uiten in het gedrag, neurotisch
gedrag handelingen die mensen verrichten die objectief en rationeel gezien geen enkele
logica hebben.
Het naturalisme begon bij Emile Zola. Bij naturalisme staat de man centraal en toont de
schrijver zijn ongenoegen met de maatschappelijke toestanden. Behandelt vaak de
ontnuchtering, teleurstelling en ondergang van dit personage, alsmede de kwalijke gevolgen
daarvan op zijn omgeving. seculier wereldbeeld,
∗ nerveuze, zwakke en/of zieke hoofdpersoon
∗ taboedoorbrekende onderwerpen en sociale misstanden
∗ aandacht voor sociale omgeving
∗ haast wetenschappelijke weergave onderliggende elementen
∗ weergave geloofwaardige realiteit
∗ veel aandacht voor determinisme, geen vrije wil bepaald erfelijke factoren,
woon- en leefomstandigheden en de tijd waarin men leefde.
∗ neutrale verteller
∗ positivisme
∗ eindigt vaak met (zelf)moord en desillusies
∗ maatschappelijkkritische houding