You are on page 1of 3

Bachelorwerkgroep Politicologie 1 Andeweg en Irwin Governance and Politics of the Netherlands H1 Het land en de grondwet

De strijd tegen het water De moerassige gebieden in het noorden en westen steunden niet het soort van groootgrondbezit dat nodig was om het feodalisme te ondersteunen. Dit sociale systeem is nooit volledig ontwikkeld in deze gebieden. Er heeft zich tevens geen adel ontwikkeld. De Lage Landen bleef een grondgebied van slechts kleine landeigenaars en vrije boeren. Vanaf het allereerste begin was de strijd tegen het water niet iets dat kan worden overgelaten aan een opperheer. Omdat iedereen achter de dijk profiteerde, kon het onderhoud niet alleen worden overgelaten aam degenen wiens land aan het water grensde. Waterschappen werden georganiseerd met de verantwoordelijkheid van de handhaving van dit systeem. Er wordt vaak beweerd dat, dateert uit ten minste de dertiende eeuw, dit de eerste democratische organisaties in het land waren en een van de oudste vormen van de democratie in Noord-Europa. Drie Grenzen De grenzen van taal en religie De Rijn en Maas voorzien structurele grenzen voor de inval van Romeinen en hoewel de noorderlingen nooit echt onderworpen waren, laten ze een blijvende indruk achter door de bouw van een snelweg van Keulen tot Aken en Tongeren naar Bavai in Noord-Frankrijk en tot aan de kust. De Romeinse snelweg en de structurele rand van de rivier waren de scheidslijnen tussen noord en zuid. In het noorden hadden Germaanse invloeden de overhand, in het zuiden hebben de Romeinen hun gezag en gewoonten opgelegd. De snelweg werd de grens tussen de Germaanse en de Romaanse talen; naar het noorden, wordt Nederlands gesproken, in het zuiden, Frans. De rivieren waren de grens tussen Rome en de Reformatie, tussen het katholicisme en het protestantisme. De politieke grens Religie en politiek raakte verwikkeld want de strijd voor de vrijheid van godsdienst werd verweven met de strijd om de traditionele politieke vrijheden te beschermen. Een groep kwam in contact met Johannes Calvijn en het calvinisme werd al snel de dominante stroming in het protestantisme van de Lage Landen. Met de troonsafstand van Karel V, was het toneel voor het conflict tussen het Laag-landse calvinisme en het Spaanse katholicisme. Er was veel ontevredenheid op alle niveaus binnen de Lage Landen, maar het waren de calvinisten, die de opstand tegen Filips, het verzet tegen de nieuwe koning op zowel politiek als religieuze gronden aanvoerde. De calvinisten hadden de organisatie en de discipline die nodig zijn om de opstand te leiden. In 1566 werden de kerken in West-Vlaanderen bestormd, gebeeldhouwde beelden werden vernietigd en alles

wat gewijd was aan de katholieken werd ontheiligd. De beweging verspreidde zich snel vanuit het zuiden noordwaarts naar Amsterdam, Leeuwarden en Groningen. De eerste opstand werd snel door de koning onderdrukt, maar verder van Brussel werd de invloed van het calvinisme voortgezet. Met de overheersing van de Spaanse troepen in het zuiden, was de Contra-Reformatie in staat om katholicisme te herstellen, zodat toen Maurits de delen van het gebied heroverde de bewoners streng katholiek waren. De vrede van Westfalen in 1648 werd een politieke grens, dat was ten zuiden van de religieuze grens. Naar het zuiden werd het Habsburgse bewind voortgezet, met de nieuwe onafhankelijke Republiek van de Zeven Verenigde Nederlanden. Deze situatie duurde tot en met de rest van de zeventiende en de achttiende eeuw, tot Napoleon het land veroverde, de Franse tijd. In een poging om een bufferstaat tussen de grote machten te maken, werden de zuidelijke provincies weer verenigd met het noorden. Nederland was verheven tot de status van een koninkrijk, met Willem I als Koning. Katholieken vreesden het protestantisme van de Koning en de ondersteuning van de staat aan de gelovige scholen. Ze waren ook tegen hem in zijn pogingen om gezag te centraliseren ten koste van de lokale belangen. De Koning gaf de voorkeur aan Nederlanders boven Belgen in zijn afspraken en bepaalde dat het Nederlands de officile taal was, ook in de Vlaamse gebieden. Na 20 jaar 'verfransing' tijdens de Napoleontische bezetting, was de Vlaamse elite tegen het opleggen van het Nederlands als officile taal. Ondanks hun eigen verschillen, verenigde katholieken en liberalen zich in een 'vereniging van tegenstellingen' om de Belgen weer van 'vreemde onderdrukking te bevrijden. Op 30 november 1830, verklaarde het Nationaal Congres een onafhankelijk Belgi. Door de geschiedenis heen, hadden drie grenzen, zo getrokken door het gebied aan de monding van de Rijn. Maar geen van deze drie - de politieke, religieuze of taalkundige samen. De politieke grens die de twee nationale staten was de basis voor politieke splitsing, Belgi, naar het zuiden, was relatief homogeen religieus, maar opgedeeld in Frans-en Nederlands-sprekende gebieden. Nederland, naar het noorden, was taalkundig homogeen, maar verdeeld in overwegend protestantse en overwegend katholieke gebieden.
Belangrijke data in de Nederlandse geschiedenis 1795-1813 Periode van Franse overheersing, van 1795 tot 1806 als de Bataafse Republiek. 1815 Koninkrijk der Nederland opgericht op het Congres van Wenen. 1830-1839 Belgische opstand, Belgi verlaat het Koninkrijk. 1848 Introductie van de ministerile verantwoordelijkheid. 1917 Grote Pacificatie ', wat resulteert in algemeen kiesrecht voor mannen, evenredige vertegenwoordiging, en staatsfinanciering van de kerkelijke scholen. Constitutionele ontwikkeling

De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden: De Republiek was een losse confederatie met weinig nationale politieke instellingen. Macht berustte stevig in de handen van de afzonderlijke provincies, de 'Franse Tijd' duurde slechts van 1795-1813, maar de Napoleontische bezetting centraliseerde het land sterk. Lokale regelgeving en gewoonten werden apart gezet door de nationale wetgeving gemodelleerd naar de Franse codificaties, de rechterlijke macht werd hervormd en gecentraliseerd en er werd een nationaal belastingstelsel ingevoerd. 12 februari 1815: het Congres van Wenen creerde het Koninkrijk der Nederland. De gedwongen eenwording van de Nederlanders en de Belgen in 1815 was van korte duur, maar het heeft l haar stempel op de Nederlandse Grondwet gedrukt in de vorm van een tweekamerstelsel. De zuidelijke aristocratie was niet tevreden met slechts een vertegenwoordigder in de StatenGeneraal, zoals de noordelijke traditie was. Dus een Eerste Kamer, of Senaat, werd geschapen, haar leden worden benoemd voor het leven door de koning. Sinds 1815 in de Grondwet 15 keer herzien, maar in slechts twee van deze veranderingen werd de basis van overheidsinstellingen veranderd: de invoering van rechtstreekse verkiezingen en een parlementair systeem van de overheid in 1848, en van evenredige vertegenwoordiging en algemeen kiesrecht voor mannen in 1917. De invoering van de ministerile verantwoordelijkheid, de eerste en cruciale stap op weg naar een parlementair stelsel. Deze hervorming van 1848 is een initiatief van de koning zelf. De hervorming van 1848, voornamelijk opgesteld door de liberale leider Thorbecke, rechtstreekse verkiezingen en ministerile verantwoordelijkheid. De belangrijkste problemen die opgelost moesten worden waren de financile positie van religieuze scholen en het kiesrecht. In 1913 werden twee parlementaire commissies, waarin de leiders van alle grote partijen vertegenwoordigd waren, belast met de taak om een oplossing te vinden voor de twee problemen. Dit bleek geen eenvoudige opdracht, en pas na jaren van onderhandelingen was een package deal, bekend als 'De Grote Pacificatie van 1917', bereikt met daarin, naast de overheidsfinanciering van religieuze scholen, de invoering van het algemeen kiesrecht voor mannen en een kiessysteem van evenredige vertegenwoordiging.

You might also like