You are on page 1of 84

Inleiding tot de Antropologie

+ Culturele Antropologie
Prof Dr Koen Stroeken
Hoofdstuk 1: Cultuurmaterialisme

Overzicht Hfdst 1 van Deel


1
Materile verklaring van culturele verschillen
Actor-materialisme (Barth)
Marvin Harris en drie causale structuren

I.
II.
III.

IV.
V.
VI.

Evolutie van 5 eco-politieke systemen


De neolithicum kwestie

Materile of cognitieve verklaring? Case:


voedseltaboes
Kritiek op cultuurmaterialisme: De
voorspoedige horde en leefwereld
Cultuurmaterialisme is tegengif voor
cultuuressentialisme
2

I. Materile verklaring van culturele


verschillen

Cultuurmaterialisme: Case
1
Waarom vrouwenemancipatie in het
Westen?

Cultuurmaterialisme: Case
1
Waarom vrouwenemancipatie in het Westen?
Mogelijk door urbanisatie:
levensonderhoud kost
kinderaantal
goedkope arbeidskrachten voor fabriek
Versus rurale agrarische samenleving:
grote kroost voor levensonderhoud,
taakverdeling op het erf
met vrouw als barend en domestiek
5

Cultuurmaterialisme

cultuurmaterialisten (CM) beweren dat cultuur


louter het product is van materile noodzaak.
2 types van CM:

actor-materialisten: gebruik door praktische rede


gemotiveerd (selectie uit ideen). Sterk in
economie en sociale psychologie, bv speltheorie,
behaviorisme, sociobiologie

structuur-materialisten: door materile relaties,


sociaal, ecologisch, politiek... (zie Harris en zie deel
4). Sterk in wereldgeschiedenis, bv world systems
theorie, historisch materialisme (Marx)
6

Cultuurmaterialisme:
Case 2
CULTURELE PRAKTIJK
(GEBRUIK, INSTITUTIE):

matrilineair en
matrilokaal: laat
eigendom en mas aan
zusters kids ipv eigen
kids
Unilineaire (patri)
afstamming
non-unilineair, bv
dubbele verwantschap
zoals matrilineaire

WEGENS MATERILE
CONDITIES (AANPASSING):

Iroquois mannen zijn


stropers, uithuizig, voeren
oorlog te paard

Tuinbouw, man als


verdediger van land

Ashanti en Mossi koningen


moeten machtsconcentratie
vermijden van titelerfgenaam die ook de
rijkdom erft
7

Cultuurmaterialisme:
Case 3
CULTURELE PRAKTIJK
(GEBRUIK, INSTITUTIE):

Shosone indianen en KhoiSan jagers (denigrerend


bosjesmannen): weinig
territoriale gebruiken
Aboriginals hebben
territoriale gebruiken zoals
opgraven van voorouderlijk
relikwie (churinga, planttotem van Aranda op foto)

WEGENS MATERILE
CONDITIES
(AANPASSING):

Zij volgen
rondtrekkend groot
wild

Aboriginals jagen op
nabij klein wild
8

Cultuurmaterialisme:
Jared Diamond

Guns, Germs, and Steel (1997): Waarom de


opkomst van het Westen? Euraziatisch continent
heeft de planten en dieren voor
landbouwsamenleving

Collapse (2005), The World Until Yesterday. What


Can We Learn from Traditional Societies? (2012):
Opgelet, Beschaving! want traditionele
praktijken waren aangepast aan onze human
nature (bv conflictbeheersing, opvoeding,
ouderlingen, risico, dieet en beweging)

https://www.ted.com/talks/jared_diamond_how_so
cieties_can_grow_old_better#t-88285
9

II. Actor-materialisme

10

Zo bestudeert
actor-materialisme cultuur

aangeleerd (actor)
adaptief (materieel)
gedeeld
symbolisch
subjectief
geconstrueerd
sociaal gestructureerd
in sociaal proces
11

IIa. Speltheorie en agency

Barth: primair zijn motieven van actor => sociale


structuren en instituties: ontstaan secundair
Je doet geen gift of koop om de institutie markt
in stand te houden!
Bv: Fur landbouw = M/V aparte oogst.
Maar na keuze van overgang naar veeteelt: nood
aan complementaire taken (karn, hoed)
Nu een Arabische M/V relatie maar niet door
invloed van Arabische cultuur.
12

Fur landbouw: M/V

13

Kritiek: toch structure in agency

Structurele implicaties van praktijk:


bij nieuwe veetelers rijst vraag van
beslissingsmacht in gezin. Dus
praktijk vereist mentale (deel 2)
wijziging bij vrouw
-> toch niet louter agency; er zit
structuur in cultuur, die invloed
uitoefent
14

Kritiek: toch structure in agency

Zie sociale hirarchie tussen clans is


in termen van land/ zee idele
structuur op Fiji: blijft doorspelen

15

IIb.Toepassing speltheorie:
Swat vallei

16

Swat vallei

17

Swat vallei

18

Swat vallei

19

Swat vallei

20

Speltheorie: Swat vallei

F. Barth: Pathanen en feodale wesh


institutie in 19e (landbezitrotatie)
behoudt strijd in vallei

Nabije verwant uitsluiten, die dan


coalitie sluit die wint maar in kleinere
plots verdeelt, dus weer conflict
= zero-sum game: winst voor majority

non-zero sum game: positive voor beide


(Segmentay Lineage Systems, zie infra)
21

Kritiek van Assad en


repliek

Yusufzai-clan = landeigenaar (anders geen


lid) en krijgen 4/5 oogst
= diepere structuur achter agency

=> Boeren klassenbewustzijn is bewustzijn


van die structuur, waardoor de Akhund van
Soefis slaagt in rebellie (via idee echter?)

REPLIEK: Zijn zonen speelbal maar Wali


kleinzoon buit majority game uit (coalitie met
alle zwaksten)
= wel agency na doorzien van structuur
22

Structuur-materialisme
over cultuur

aangeleerd
adaptief
gedeeld
symbolisch
subjectief
geconstrueerd
sociaal gestructureerd (structuur)
in sociaal proces (materieel)
23

III. Marvin Harris


en 3 causale structuren

24

Marvin Harris

Cultural materialism: The struggle for


a science of culture (1979)

Waarom betekende tegencultuur 60s


geen nieuw tijdperk?
Culturele revolutie infrastructureel
(lees: materieel)
Dus voedt vandaag zelfs kapitalisme

25

Marvin Harris

infrastructuur: productiewijze (economie,


technologie, milieu) en reproductiewijze
(demografie, vruchtbaarheid)

26

Marvin Harris

structuur: familiale economie (gezin,


verwantschapssysteem, genderverhouding)
politieke economie (staat, klassen)

en

infrastructuur: productiewijze (economie,


technologie, milieu) en reproductiewijze
(demografie, vruchtbaarheid)
27

Marvin Harris
suprastructuur: kunst, literatuur, architectuur,
riten, wetenschap

structuur: familiale economie (gezin,


verwantschapssysteem, genderverhouding)
politieke economie (staat, klassen)

en

infrastructuur: productiewijze (economie,


technologie, milieu) en reproductiewijze
(demografie, vruchtbaarheid)
28

Toepassing: evolutie van ecopolitieke systemen


1.
2.

3.
4.

Jagershorde
Landbouwgemeenschap: dorp. Ook
afstammingsgroep (stam) met eigendom (bv
vee) en/of land
Chefferie (chiefdom), koninkrijk
Staat: een groter, sociaal gestratificeerd rijk
waarbij de rang (macht, status) van elk lid
afhangt van stand of klasse (nobelen, ambacht,
handel, bureaucraten, boeren) en niet meer van
de chef/koning

afgelijnde categorien; transitie, overlapping


29

Cultuur en evolutie
van eco-politieke systemen

1 jager en verzamelaar

30

Cultuur en evolutie
van eco-politieke systemen

1 jager en verzamelaar

2 landbouw

31

Cultuur en evolutie
van eco-politieke systemen

1 jager en verzamelaar

2 landbouw

3 rijk

32

Cultuur en evolutie
van eco-politieke systemen

1 jager en verzamelaar

2 landbouw

3 rijk

4 staat

33

Cultuur en evolutie
van eco-politieke systemen

1 jager en verzamelaar

2 landbouw

3 rijk

4 staat

34

Cultuur en evolutie
van eco-politieke systemen

1 jager en verzamelaar

2 landbouw

3 rijk

4 staat

Waar is leefwereld in CM verklaringsmodel?


35

1. Jager
en verzamelaar/plukker

Cultuurmaterialisme: Geschiedenis =
economische omwentelingen doordat
gepaste technieken geselecteerd door
ecologische noden (bevolking <->
hulpbron)

De neolithicum (NST) kwestie: Waarom


kozen jagers en verzamelaars massaal
vanaf 13.000 BP voor landbouw? (Cohen)
36

Neolithicum kwestie
volgens CM

13.000 BP is interglaciale tijdperk:


opwarming, zeepeil steeg,
woestijnvorming, minder (grote)
zoogdieren voor jagers, dieren verdwenen
ook door betere technieken

Niet landbouw door de vondst (idealisme)


verspreid want:
- planten van graanzaden knollen
- Landbouwers gebruiken plukkerskennis
37

Neolithicum kwestie
volgens CM

Neolithicum = plukker vermeerderde kunstmatig


favoriete gewassen want landbouwers gebruiken
plukkerskennis:
Andaman lieten
knollen rijpen

38

Neolithicum kwestie
volgens CM

Neolithicum = plukker vermeerderde kunstmatig


favoriete gewassen want landbouwers gebruiken
plukkerskennis:
Andaman lieten
knollen rijpen
Menominee indianen
strooiden wilde granen

39

Neolithicum kwestie
volgens CM

Neolithicum = plukker vermeerderde kunstmatig


favoriete gewassen want landbouwers gebruiken
plukkerskennis:
Andaman lieten
knollen rijpen
Menominee indianen
strooiden wilde granen
Paiute indianen
leidden smeltwater
naar rapen

40

Neolithicum kwestie
volgens CM

Neolithicum = plukker vermeerderde kunstmatig


favoriete gewassen want landbouwers gebruiken
plukkerskennis:
Andaman lieten
knollen rijpen
Menominee indianen
strooiden wilde granen
Paiute indianen
leidden smeltwater
naar rapen
Aboriginals
verbranden land voor
snelgroeiende planten

41

Van jagers/verzamelaars naar


2. landbouwers
Paleolithicum (OST)
1. 35 flexibele
nomadische leden
2. egalitarisme
3. exogamie voor
alliantie,
voedselgift
4. laat spenen, geen
vet (signaal
eisprong) = lage
vruchtbaarheid
5. m = vr

42

Van jagers/verzamelaars naar


2. landbouwers
Paleolithicum (OST)
1. 35 flexibele
nomadische leden
2. egalitarisme
3. exogamie voor
alliantie,
voedselgift
4. laat spenen, geen
vet (signaal
eisprong) = lage
vruchtbaarheid
5. m = vr

Neolithicum
1. identificeer met
sedentaire groep
2. hirarchie
3. territorium ->
oorlog
4. Koolhydraat vet,
meer zwanger,
sedentaire
vrouwen
5. m (strijd) > vr
43

3a. Chefferie en koninkrijk

Redistributief, oorlogvoerend: energiebeheer


Dankzij energiepoorten graan, mas:
seizoensgebonden (1) en voorraad opslaan (2)

-> Olmeken (tot 2400 BP),


Maya (tot 1500 AD),
dorpen langs
Orinocostroom

44

3a. Chefferie en koninkrijk

Redistributief, oorlogvoerend: energiebeheer


Dankzij energiepoorten graan, mas:
seizoensgebonden (1) en voorraad opslaan (2)

-> Olmeken (tot 2400 BP),


Maya (tot 1500 AD),
dorpen langs
Orinocostroom

45

3b. Chefferie en koninkrijk

Systeem met minder bestuur: maniok,


broodwortel/yam (1,2) + minder protenen
(3)
-> big men met mana in Melanesi

46

3b. Chefferie en koninkrijk

Systeem met minder bestuur: maniok,


broodwortel/yam (1,2) + minder protenen
(3)
-> big men met mana in Melanesi

47

Van chiefdom/rijk naar staat

Materile voorwaarden:
Herverdelers (feodale heersers)
dwingen belasting of arbeid af van
producenten
Producenten vluchten niet (vanwege
geloof of ecologische barrire
woestijn/ berg)
Energiebasis voor leger/ politie
(+1000)
48

Van chiefdom/rijk naar staat

Materile basis van cultuur (Jack Goody):


Zwakkere feodaliteit in West-Afrika: door
lage productiviteit, haklandbouw, Tsetse
vlieg
versus India: dichtbevolkt -> spandieren
voor ploeg, laag kinderaantal,
overwaardering land, onderwaardering
van vrouw: bruidsschat (dowry wegens
kosten) ipv bruidsprijs (bridewealth, zie
Afrika)
49

4. Staten
1 jager en verzamelaar

2 landbouw

3 rijk

4 staat

* 13000 BP
*4500 BP

50

4500 BP: 6 eerste staten

hebben complexe culturele systemen, door


(lineaire) cultuur-evolutionisten
beschavingen genoemd

51

Types ontwikkeling tot staat

Chinese productiewijze is intern


regulerend:
Hydraulisch-bureaucratisch systeem voor
irrigatielandbouw
Geletterden = niet-civiele maatschappij
(Karl Wittfogel, Oriental despotism, 1957)
Europa: zwakkere feodale koningen door
neerslagafhankelijke landbouw ->
autonomie van boer: contractuele
productie, individualisme
52

Types ontwikkeling tot staat

Europa is extern gericht: Angst voor


uitputting van (a) hulpbronnen en (b)
arbeid (Wilkinson)

import

van beide (a. koloniale


grondstoffen; b. slaven, immigranten,
illegalen) + intensificatie van productie
(kapitaals ipv arbeidsintensief;
technologie, wetenschap)

Afrika: diversiteit chiefdoms en staten


53

Prekoloniale staten in Afrika


tot scramble van 1884

54

Prekoloniale staten in Afrika


tot scramble van 1884

Matrilineair
e
landbouwer
s met
handel/
oorlog:
Yaka,
Pende,
Bemba,
Lele, Yao, Pl
Tonga,
55

Prekoloniale staten in Afrika


tot scramble van 1884

Matrilineair
e
landbouwer
s met
handel/
oorlog:
Yaka,
Pende,
Bemba,
Lele, Yao, Pl
Tonga,

Patrilineaire
veehouders
(pastoraal):
Nuer,
Maasai,
Nandi,
Turkana,
Dinka,

56

Mali rijk (Mandinka 1230-1600)


Goudmijnen, zout, koper
Vooroudercultus + Islam

57

58

5. Nieuw eco-politiek systeem?

Met globalisering vervagen


staatsgrenzen, verdwijnt Superpower,
komt meer post-industrile arbeid
(productie mechanisering),
communicatiedichtheid via internet en
sociale media, bewustzijn van mondiale
ecologische druk,
=> aanpassing = politieke globalisering,
nl. regering ook op wereldniveau?
59

IV. Materile of cognitieve


verklaring? Voedseltaboes
a.

Verbod op varkensvlees (Koran en


boek Leviticus bij Hebreers)

b.

Verbod op rundvlees in hindoesme

60

IVa. Verklaring voor voedseltaboe:


cognitief

Verbod op varkensvlees (Koran en


boek Leviticus bij Hebreers)

Cognitieve structuur (Mary Douglas):


dirt is matter out of place
Afwijking classificatie
= onrein
Varken heeft gespleten
hoef maar geen herkauwer; eet aas.

61

Verklaring voor voedseltaboe:


materieel
<-> Marvin Harris: cognitieve
structuur is tautologie afwijking
omdat een afwijking
Nee, verbod ontstond uit materile
noodzaak (van de actor)

62

Drieledige materile verklaring

Ecologisch: droogte rond 9000 BP door


klimaatopwarming + te intensieve
gemengde landbouw => varken
onaangepast

Materieel: varken eet geen gras, steekt


rivier niet over, dus onaangepast =>
verbod

Historisch: Midden Oosten teelde varken


eerst! Voor vleesprotenen. Dus geen onrein
idee toen varken paste bij omgeving.
63

IVb. Verbod op rundvlees: materile


verklaring

Voedseltaboe op rundvlees in
hindoesme

64

Drieledige materile verklaring

Ecologisch: hoge bevolkingsdichtheid


en dure grond dus geen plaats voor vee
houden. WEL landbouw met spandieren

Dus idee en gebruik uit materile


noodzaak: koe (= os-verwekster) heilig

Historisch: vroegere slachters = nu de


priesterkaste die toeziet op verbod

65

V. Kritiek op cultuurmaterialisme

66

Algemene kritiek op
cultuurmaterialisme (Deel 1)

1.
2.
3.

CM daagt antropoloog uit want ontkent


cultuur een eigen wetmatigheid. Maar
probleem voor CM: materieel onnuttige
gebruiken persisteren wegens
Verbeelding (Deel 2): de mens maakt zich
illusies onafhankelijk van praktische rede
Subjectiviteit (Deel 3): Materile nood is niet
objectief vastgelegd
Sociale structuur (Deel 4): Groepen geven
zin aan onpraktische keuzen
67

V.1. Structuur-idealisme
over cultuurmaterialisme

Materialisme geeft slechts randvoorwaarden (noodzakelijke noch


voldoende) dus moeilijk
falsifieerbaar:

a)

Zelfde uitkomst (idee) voor


verschillende voorwaarden

b)

En omgekeerd: vele ideen vullen


zelfde randvoorwaarde in
68

a) Gelijkaardige cultuur
voor andere materile structuur
VERSCHILLENDE
MATERILE CONDITIES:
ZELFDE CULTURELE
PRAKTIJKEN:

Energie-opslag, vrije
tijd, kunst en/of
architectuur,
ambachten, klassen,
verovering

<= sedentaire
landbouweconomie in
protosteden Jericho, Catal
Huyuk, Egypte
<= vissers economie van
NW Amerika indianen

69

b) Andere cultuur
voor n materile structuur
VERSCHILLENDE CULTURELE
PRAKTIJKEN:
- Euthanasie toegelaten in
Belgi
- Euthanasie verboden in
Duitsland

ZELFDE MATERILE
CONDITIE
<= Industrile
samenleving

Vele culturele opties voor 1


structuur, waarom net deze?
Waarom slaat een idee aan?
Ook cognitieve verklaring:
de geesten moeten rijp zijn
(zie Deel 2)
70

V.2. Actor-idealisme over


cultuurmaterialisme

Voedseltaboe blijft gelden voor


moslim en hindoe in andere
(vruchtbare) streken
Is dit inertie alvorens nieuwe
aanpassing?
Of blijvende bron van traditie/
identiteit (in groep)? Zie spanning
hindoe-moslim in India
71

Actor-idealisme over
cultuurmaterialisme

Rol vergeten van subjectiviteit en


leefwereld in materialistische
verklaringen van culturele en
historische veranderingen
Historisch materialisme (Marx, Engels)
Malthus demografische katastrofentheorie

(bevolksaangroei <-> hulpbronnen)


eenzijdige determinering (vulgair
materialisme) bij Harris
72

Vervolg V.2. kritiek vanuit


subjectiviteit en leefwereld (D3)

Marshall Sahlins: The affluent society over


jagers en foerageurs !Kung, Yamana,
Aboriginals, Hadza

Zen weg van overvloed: behoeftebeperking


gematigd in doel (aangepast aan middel) +
mobiliteit

versus productieverhoging in moderne economie:


schaarste, oneindige schaal, luxe surplus
wordt nieuwe (subjectieve) behoefte, dus
winstverhoging nodig
73

De jager leed honger


(Herskovits en subsistentie)

Leslie White: zoektocht naar meer energie =>


neolithicum
= landbouwproductiewijze en domesticatie (vee)
met culturele omwenteling (keramiek, sedentair,
wiel, schrift, metaal)

<-> Lee, Sahlins: Gevarieerd en energierijk dieet


(vlees, knol, noot, bes): werk 3 op 7dagen per
volwassene = 2140 > nodige 1975 cal/dag
Laag energieverbruik van jacht/pluk, dus meer
vrijetijd (kosmologie= topologie van voedsel)
74

Eigen leefwereld
en levenswijze

Beperkte voedselopslag want nomaden


Verkwisten mogelijk en delen met kampen:
cultuur van gokken en delen
Instrumenten delen in kamp
Minimale bagage, geen bezit
Minim sociale structuur: m/v werkverdeling
Mobiel ->kleine ecologische voetafdruk en
geen voedselschaarste
<-> postkoloniaal agrarisch Afrika!

DUS niet materieel inadequater. En zelfs indien


zo, vraag is hoe subject het ervaart.
75

Clips van jagers

!Kung-San resettlement http://www.youtube.com/watch?v=XU


-PceRraU0

Yaka (2:50) http://www.youtube.com/watch?v=c1kV9KxClqE


Baka http://www.youtube.com/watch?v=22O1b9xe2Rk&playn
ext=1&list=PLA070B0FCF50C8630&feature=results_vi
deo
Kaapor Amazone (3:17) http://www.youtube.com/watch?v=2EFzf4ncmhE

76

CONTRA leefwereldbenadering

Hermetische etnografie terwijl jagers


uitwisselden met landbouwers en
veehouders aan rand

Blind voor globalisering als culturele


invloed op leefwereld en als forum
voor identiteit en etnische rechten

77

PRO leefwereldbenadering

Deze vermijdt etnocentrisme: praktische


rede, homo economicus = westerse
premisse

Armoede is cultureel en subjectief bepaald:


jagers voelen zich rijk als ze delen (zie ook
relatieve deprivatie: significante anderen)

Antropologisch motief: hechting aan


kwetsbaren (en plaats) en dus sedentair
-> inzicht in transitie naar neolithicum?
78

VI. Tegen cultuuressentialisme

79

CM behoedt voor
cultuuressentialisme

1.
2.
3.

Huntington (97, Clash of Civilizations) is


essentialist: Westen <-> islamitische landen en
confucianistisch China; etnische strijd na einde
ideologische koude oorlog
vs Fearon & Laitin (03): 126 conflicten na WOII
50s gestage toename van langdurige conflicten
niet meer geweld in etnisch divers land
guerilla door armoede en zwakke staat, plus ruw
terrein en bevolkingsdichtheid

= economisch + ecologisch: materieel ipv ideel


80

Relatie tussen soort/geografie van grondstof


en type van conflict (Le Billon 2001)

81

Zelfkritiek van Le Billon


op materile verklaring

4 culturele patronen van geweld volgen uit:


materile kenmerken van lokaal belangrijkste
grondstof (relatie tot politiek centrum en type
spreiding)
en overvloed of schaarste
MAAR materile is voldoende noch
noodzakelijke voorwaarde (zie supra):
Oorlog in landen los van grondstof
Vrede in landen ondanks overvloed of
schaarste van grondstoffen
82

Zelfkritiek van Le Billon


op materile verklaring

Vrede en welvaart in
Botswana (overvloed diamant)
Noorwegen (overvloed olie)
Japan (grondstof schaars)
Daarom idele kant: hoe groepen de
hulpbronnen en welvaartsverdeling
invullen (Delen 3 en 4)
83

Naar hoofdstuk 2

84

You might also like